In het laatste nummer van 2022 schreef ik over de Von Richthofenkolleksje omdat die honderd jaar geleden in het bezit van Tresoar was gekomen. Tien handschriften over het vroegmiddeleeuwse Frisia – Friesland in de breedste zin, van de Wezer tot Holland – die van internationaal belang zijn. Eind 2022 sprak de Unesco uit dat ‘De collectie herinnert aan de vroege ‘Friese fase’ van de vaderlandse geschiedenis.’ en ‘De waarde (…) voor de oudere fases van onze tweede rijkstaal, is onschatbaar.’ Het is de grootste verzameling Aldfrysk, bevat ongeveer 40% van alle teksten in die taal en geeft een uniek inzicht in het middeleeuwse recht langs de Noordzeekust. En dat was recht wat niet van boven kwam, van keizers of graven, maar in de tijd van de Friese vrijheid ontstaan was.
Daarnaast bevat het het oudste portret van de Friese Koning Redbad / Radbout, ouder dus dan het schilderij uit Medemblik dat net teruggebracht is.
Onderzoek
Tien oude boeken met oud-friese wetteksten zijn naast een uniek bezit ook een waardevol onderzoeksobject. Zo is een van de boeken geschreven in een oud Nedersaksisch en door die teksten te vergelijken met de oud-friese teksten kan inzicht gekregen worden in de overgang van het Fries als bestuurstaal naar het Nedersaksisch. Om dat onderzoek te stimuleren is een Richthofen Fellowship ingesteld en de eerste die daardoor de gelegenheid kreeg om onderzoek te doen is de Italiaanse Laura Bruno. Zij studeerde Duits aan de universiteiten van Bologna en Pisa maar de laatste jaren werkt zij aan de universiteit van Gent en doet onderzoek naar de raakvlakken van oud-Fries en oud-Nederlands. Als onderdeel van die studies kreeg ze deze Fellowship om onderzoek te doen naar de overgang van Oud-Fries naar Middelnederduits, de voorloper van wat wij nu de nedersaksische dialecten noemen en toen de geschreven en gesproken taal van de Hanze. De tekst ‘de Zeventien Keuren’ komt in alle boeken van de Richthofenkolleksje voor: vaak in het Oud-Fries maar ook in het Middelnederduits.
Groningen
De huidige provincie Groningen, stad en ommelanden, behoorde in de vroege middeleeuwen tot het Friestalige gebied van de Friese Vrijheid en Appingedam was een belangrijke centrumstad in dat gebied. Maar Appingedam werd overvleugeld door de stad Groningen, die veel contacten had met het Westfaalse Munster, in die tijd een belangrijke bisschopsstad. Daardoor verschoof de taalaandacht naar Middelnederduits of Nedersaksisch. En in één van de banden uit de Richthofenkolleksje is dat de schrijftaal.
Resultaten
Bruno kon duidelijk vaststellen dat de kopiisten, de vertalers die een Middelnederduitse weergave maakten van de Oudfriese teksten, de Zeventien Keuren inhoudelijk goed begrepen hadden maar soms termen tegenkwamen die ze verkeerd vertaalden, soms met een toelichting erbij. Bij het vergelijken van drie vertalers kwam ze opvallende verschillen tegen. In 'glossen' -toelichtingen binnen de tekst- wordt soms ook duidelijk dat er vertaalfouten zijn gemaakt: zo werden vaderloze kinderen omgezet in weerloze kinderen. En het Oudfriese woord ‘huslotha’ voor huisbelasting werd in twee
vertalingen omgezet naar een woord voor de belasting op een stuk grond.
Laura Bruno deed haar hele presentatie in het Nederlands maar ze verstaat ook Fries. De meeste gegevens en ook het oudste portret van Redbad komen uit de inleidende presentatie van Anne Tjerk Popkema. Hij heeft een Taalbureau en maakt deel uit van de Onderzoeksgroep Pastei, een stichting die boekhistorisch onderzoek wil bevorderen.
Hoe de verzameling hier gekomen is staat in mijn verhaal van 22 december 2022. Voor de boeken zelf, zie: Von Richthofenkolleksje.
De auteur heeft de illustraties geleverd. De portretfoto komt van de Vrienden van Tresoar.
|