|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 2
Jaargang 22
3 oktober 2024 Nummer 3 verschijnt op 17 oktober 2024 | |
|
Beschouwingen > De verbazing |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Reciprociteit |
Arie de Jong |
|
|
Oog om oog, tand om tand, daar zit wel wat in. Dat hoort niet, want als je op de ene wang geslagen wordt, moet je de andere toekeren. Er zijn er maar weinig die zich daarnaar gedragen. Ook ik zie het genuanceerder. Oog om oog, tand om tand, kun je negatief rechtvaardigheidsgevoel noemen. Al hoeft het van mij niet te letterlijk.
In vroeger tijden ontwikkelde zich in veel culturen het denken in families en clans. Als iemand door lui uit de ene familie werd vermoord, dan werd het probleem vaak opgelost door andersom iemand te vermoorden uit de andere familie. Dan was de rekening vereffend. Zo schijnt het er tussen criminele bendes soms ook nog aan toe te gaan. Gelukkig is deze ‘reciprociteit’ met het ontwikkelen van het staatsgezag grotendeels verdwenen. Als iemand vermoord wordt, dan gaat de naaste familie niet op zoek naar wraak, maar probeert de politie de dader te pakken en hebben we een rechtssysteem om een oordeel te vellen.
Mijn partij
Tegenwoordig is er veel te doen over ‘identiteit’. Er zijn veel mensen die vinden dat ze behoren tot een gediscrimineerde groep: vrouwen, gekleurde mensen, mensen met een etnische afkomst die afwijkt van de meerderheid in een land, noem maar op. Het betekent trouwens niet dat iedereen zich zo voelt, en de een ervaart dit heftiger dan de ander. Hoe dan ook, de gebeten groep bestaat uit witte wat oudere mannen, want die schijnen de norm te stellen. Pas geleden verweet een goed opgeleide journaliste me nog dat ‘we’ (en ze bedoelde de partij waar ik lid van ben) nog nooit een vrouwelijke lijsttrekker hadden gehad en dat vrouwen er niet altijd serieus worden genomen. Overigens lijkt me dat onjuist, maar daar gaat het nu niet om. Waar het om gaat is een vorm van de mond snoeren, waarbij je niet wordt bevraagd om wat je vindt en denkt, maar in een hokje wordt geplaatst om wie je bent. Los ervan dat het nogal ongemakkelijk voelt, kun je eigenlijk dan niet meer normaal met elkaar praten. De reciprociteit is verdwenen. Want wat je ook zegt, jouw gesprekspartner is tegelijk degene die oordeelt. Zoals de meeste volwassenen kinderen behandelen. Zoals tot voor kort door veel mannen vrouwen werden benaderd.
Strafschop!
Nog een ander voorbeeld: spelregels in de sport. Ik houd het op voetbal, want daar kijk ik nogal eens naar. Als een aanvaller op weg naar het vijandelijk doel onreglementair wordt gestuit, dan kan de verdediger een rode kaart verwachten. Een zwaardere straf kun je niet bedenken: uitsluiting. Gebeurt het in het strafschopgebied, dan mag de aanvallende partij nog een strafschop nemen bovendien, al wordt dan in een aantal voor mij onduidelijke gevallen een gele kaart aan de verdediger of doelman gegeven. Nu heb je aanvallers die net doen alsof ze onreglementair worden tegengehouden, bijvoorbeeld door een ‘fopduik’ te maken (ook wel: schwalbe, blijkbaar zijn Duitsers er goed in). Als de scheidsrechter dat doorheeft, dan geeft hij vaak een gele kaart, niet meer dan een waarschuwing dus. Soms komt het voor dat de scheidsrechter zelfs alleen maar met zijn handje wappert (‘opstaan’), dus niet eens straft. Ik vind dat oneerlijk. Ik vind dat als de verdediger een rode kaart kan krijgen bij een doorgebroken speler, degene die zoiets probeert aan te smeren OOK een rode kaart moet krijgen. Dat is reciprociteit!
Voordeel
Toen ik lang geleden net lid was van Provinciale Staten van Zuid-Holland werd ik geconfronteerd met de volgende situatie. De provincie ging een weg met doorgaand verkeer vervangen door een nieuw aan te leggen weg die op die manier niet meer door een bebouwde kom zou lopen. Aan de weg die zou worden afgesloten zat echter een garagebedrijf en dat moest gecompenseerd worden voor het omzetverlies. Ik meen dat een overeenkomst was gesloten zodat het bedrijf verplaatst zou worden naar de nieuw aan te leggen weg. Allemaal goed te begrijpen. De vraag die echter bij me opkwam: als we het allemaal normaal vinden dat we overheidsgeld steken in het compenseren van nadelen die particulieren ondervinden door overheidshandelen, zou het dan ook mogelijk zijn om een heffing te leggen op voordelen die particulieren hebben door overheidshandelen? Vaak is het zelfs zo dat een beslissing van een overheid zowel voordelen voor de één als nadelen voor een ander betekenen. Dan zou het toch goed zijn dat de compensaties die aan de één moeten worden toegekend, gedekt worden door heffingen bij degene die voordelen geniet?
Hoeveel rechtszaken zijn er al niet geweest waarbij bewoners aanvoeren dat plannen van de overheid storend zijn voor hun woongenot? Door het aanleggen van een weg, het willen bouwen van nieuwe woningen of wat voor voornemens ook. En dan willen ze een schadevergoeding, en krijgen die soms toegekend. Maar ik heb nog nooit gehoord van een rechtszaak waarbij de overheid geld terug wil zien, omdat het woongenot wordt verhoogd (en daarmee de verkoopprijs van de woningen die in het geding zijn gunstiger uitvalt).
----------
Oog om oog getekend door Coc van Duijn.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > De verbazing |
Reciprociteit |
Arie de Jong |
Oog om oog, tand om tand, daar zit wel wat in. Dat hoort niet, want als je op de ene wang geslagen wordt, moet je de andere toekeren. Er zijn er maar weinig die zich daarnaar gedragen. Ook ik zie het genuanceerder. Oog om oog, tand om tand, kun je negatief rechtvaardigheidsgevoel noemen. Al hoeft het van mij niet te letterlijk.
In vroeger tijden ontwikkelde zich in veel culturen het denken in families en clans. Als iemand door lui uit de ene familie werd vermoord, dan werd het probleem vaak opgelost door andersom iemand te vermoorden uit de andere familie. Dan was de rekening vereffend. Zo schijnt het er tussen criminele bendes soms ook nog aan toe te gaan. Gelukkig is deze ‘reciprociteit’ met het ontwikkelen van het staatsgezag grotendeels verdwenen. Als iemand vermoord wordt, dan gaat de naaste familie niet op zoek naar wraak, maar probeert de politie de dader te pakken en hebben we een rechtssysteem om een oordeel te vellen.
Mijn partij
Tegenwoordig is er veel te doen over ‘identiteit’. Er zijn veel mensen die vinden dat ze behoren tot een gediscrimineerde groep: vrouwen, gekleurde mensen, mensen met een etnische afkomst die afwijkt van de meerderheid in een land, noem maar op. Het betekent trouwens niet dat iedereen zich zo voelt, en de een ervaart dit heftiger dan de ander. Hoe dan ook, de gebeten groep bestaat uit witte wat oudere mannen, want die schijnen de norm te stellen. Pas geleden verweet een goed opgeleide journaliste me nog dat ‘we’ (en ze bedoelde de partij waar ik lid van ben) nog nooit een vrouwelijke lijsttrekker hadden gehad en dat vrouwen er niet altijd serieus worden genomen. Overigens lijkt me dat onjuist, maar daar gaat het nu niet om. Waar het om gaat is een vorm van de mond snoeren, waarbij je niet wordt bevraagd om wat je vindt en denkt, maar in een hokje wordt geplaatst om wie je bent. Los ervan dat het nogal ongemakkelijk voelt, kun je eigenlijk dan niet meer normaal met elkaar praten. De reciprociteit is verdwenen. Want wat je ook zegt, jouw gesprekspartner is tegelijk degene die oordeelt. Zoals de meeste volwassenen kinderen behandelen. Zoals tot voor kort door veel mannen vrouwen werden benaderd.
Strafschop!
Nog een ander voorbeeld: spelregels in de sport. Ik houd het op voetbal, want daar kijk ik nogal eens naar. Als een aanvaller op weg naar het vijandelijk doel onreglementair wordt gestuit, dan kan de verdediger een rode kaart verwachten. Een zwaardere straf kun je niet bedenken: uitsluiting. Gebeurt het in het strafschopgebied, dan mag de aanvallende partij nog een strafschop nemen bovendien, al wordt dan in een aantal voor mij onduidelijke gevallen een gele kaart aan de verdediger of doelman gegeven. Nu heb je aanvallers die net doen alsof ze onreglementair worden tegengehouden, bijvoorbeeld door een ‘fopduik’ te maken (ook wel: schwalbe, blijkbaar zijn Duitsers er goed in). Als de scheidsrechter dat doorheeft, dan geeft hij vaak een gele kaart, niet meer dan een waarschuwing dus. Soms komt het voor dat de scheidsrechter zelfs alleen maar met zijn handje wappert (‘opstaan’), dus niet eens straft. Ik vind dat oneerlijk. Ik vind dat als de verdediger een rode kaart kan krijgen bij een doorgebroken speler, degene die zoiets probeert aan te smeren OOK een rode kaart moet krijgen. Dat is reciprociteit!
Voordeel
Toen ik lang geleden net lid was van Provinciale Staten van Zuid-Holland werd ik geconfronteerd met de volgende situatie. De provincie ging een weg met doorgaand verkeer vervangen door een nieuw aan te leggen weg die op die manier niet meer door een bebouwde kom zou lopen. Aan de weg die zou worden afgesloten zat echter een garagebedrijf en dat moest gecompenseerd worden voor het omzetverlies. Ik meen dat een overeenkomst was gesloten zodat het bedrijf verplaatst zou worden naar de nieuw aan te leggen weg. Allemaal goed te begrijpen. De vraag die echter bij me opkwam: als we het allemaal normaal vinden dat we overheidsgeld steken in het compenseren van nadelen die particulieren ondervinden door overheidshandelen, zou het dan ook mogelijk zijn om een heffing te leggen op voordelen die particulieren hebben door overheidshandelen? Vaak is het zelfs zo dat een beslissing van een overheid zowel voordelen voor de één als nadelen voor een ander betekenen. Dan zou het toch goed zijn dat de compensaties die aan de één moeten worden toegekend, gedekt worden door heffingen bij degene die voordelen geniet?
Hoeveel rechtszaken zijn er al niet geweest waarbij bewoners aanvoeren dat plannen van de overheid storend zijn voor hun woongenot? Door het aanleggen van een weg, het willen bouwen van nieuwe woningen of wat voor voornemens ook. En dan willen ze een schadevergoeding, en krijgen die soms toegekend. Maar ik heb nog nooit gehoord van een rechtszaak waarbij de overheid geld terug wil zien, omdat het woongenot wordt verhoogd (en daarmee de verkoopprijs van de woningen die in het geding zijn gunstiger uitvalt).
----------
Oog om oog getekend door Coc van Duijn.
|
© 2023 Arie de Jong |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|