|
|
|
|
|
|
|
archiefvorig nr.lopend nr. |
|
|
|
Nummer 2
Jaargang 22
3 oktober 2024 Nummer 4 verschijnt op 31 oktober 2024 | |
|
Beschouwingen > Bij ons in de straat |
delen printen
terug
|
|
|
|
|
|
|
Schaatsgebeurtenissen* |
Rob van Olphen |
|
|
Ik was gek op schaatsen en had me aangemeld bij de Haagse IJshockeyclub HIJS. Helaas ik kwam niet door de ballotageprocedure. Mijn vader was slager en wij woonden aan de verkeerde kant van de Laan van Meerdervoort. Heel jammer.
Toertocht
Toen onze kinderen 6 en 10 jaar waren hebben we ons ingeschreven voor een toertocht van 15 km in Broek in Waterland. Bij de start hadden we mooi weer maar dat was maar van korte duur, het werd kouder, en mistiger. De jongste had moeite om op de been te blijven, die moest ik iedere keer overeind helpen, heel vermoeiend voor ons allebei. Opeens bemerkte ik na verloop van tijd dat we op onbeschadigd ijs schaatsten: wat bleek, kwajongens hadden de bordjes verzet, dus moesten we weer helemaal terug en dat gebeurde meerdere keren. Ook moesten we een grote plas over. Die nacht had het hard gewaaid en dat had van het ijs een hobbeltjesbaan gemaakt, heel moeilijk om daar op te schaatsen, we waren helemaal op. Mijn dochter zei: ik wil die rotmedaille niet, ik wil naar huis. Het was in the middle of nowhere in de polder en er waren nog geen mobieltjes. Ik heb ze heel veel moed in moeten spreken en ze van de ene naar de andere zopie tent gesleept. Toen we eindelijk bij het eindpunt waren bleken we 45 km te hebben geschaatst door al die verkeerd geplaatste bordjes. Wat waren ze trots op hun welverdiende medaille!
Jaap Eden
Iedere zondag, weer of geen weer, gingen we met acht schaatsers vanuit Voorburg in een Volkswagenbusje naar de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Om stipt 10 uur gingen we met zijn allen het ijs op, onderverdeeld in twee groepen: de marathon knarren en de toerrijders. Als jongste was ik allang blij dat ik de toerrijders kon bijhouden. We reden non-stop tot 13 uur. Dan waren we ook helemaal op maar meestal met een euforisch gevoel van: dat hebben we toch maar weer geflikt. Daarna in het restaurant van Sjaak Zwart aan de warme chocolademelk en dan kwamen de sterke verhalen naar boven, van al die Elfstedentochten die ze hadden uitgereden, steeds kouder, steeds meer afzien, steeds spannender. De een schepte meer op dan de ander, alleen ik had niks op te scheppen, ik had wel jaren contributie betaald voor de Elfstedenclub, helaas is het er nooit van gekomen.
Nieuw ijs
Zodra het begon te vriezen kregen al mijn maten de schaatskriebels. De meesten hadden vrije dagen opgespaard zodat ze tochten konden maken op natuurijs. Nou ik heb het ondervonden: als het maar net had gevroren gingen die waaghalzen het maagdelijke ijs op. Ik wilde me niet laten kennen, dus ook het ijs op. Wat een herrie van onder dat ijs, knallen en lange piew, piew geluiden en alle scheuren om je heen, echt ik heb doodsangsten uit gestaan. We hadden voor het geval dat je er door mocht zakken, een stokje omwonden met nylon koord en aan het einde een spijker met een kurk erop. We hebben met zijn allen heel wat tochten gemaakt door heel Nederland, sommige tochten deden we twee keer.
Vorig jaar heb ik mijn Noren met weemoed verkocht. Helaas ben ik nu de enige die nog in leven is van onze gezellige trouwe schaatsploeg.
----------
De tekening is van Han Busstra.
|
|
|
|
|
|
|
|
Beschouwingen > Bij ons in de straat |
Schaatsgebeurtenissen* |
Rob van Olphen |
Ik was gek op schaatsen en had me aangemeld bij de Haagse IJshockeyclub HIJS. Helaas ik kwam niet door de ballotageprocedure. Mijn vader was slager en wij woonden aan de verkeerde kant van de Laan van Meerdervoort. Heel jammer.
Toertocht
Toen onze kinderen 6 en 10 jaar waren hebben we ons ingeschreven voor een toertocht van 15 km in Broek in Waterland. Bij de start hadden we mooi weer maar dat was maar van korte duur, het werd kouder, en mistiger. De jongste had moeite om op de been te blijven, die moest ik iedere keer overeind helpen, heel vermoeiend voor ons allebei. Opeens bemerkte ik na verloop van tijd dat we op onbeschadigd ijs schaatsten: wat bleek, kwajongens hadden de bordjes verzet, dus moesten we weer helemaal terug en dat gebeurde meerdere keren. Ook moesten we een grote plas over. Die nacht had het hard gewaaid en dat had van het ijs een hobbeltjesbaan gemaakt, heel moeilijk om daar op te schaatsen, we waren helemaal op. Mijn dochter zei: ik wil die rotmedaille niet, ik wil naar huis. Het was in the middle of nowhere in de polder en er waren nog geen mobieltjes. Ik heb ze heel veel moed in moeten spreken en ze van de ene naar de andere zopie tent gesleept. Toen we eindelijk bij het eindpunt waren bleken we 45 km te hebben geschaatst door al die verkeerd geplaatste bordjes. Wat waren ze trots op hun welverdiende medaille!
Jaap Eden
Iedere zondag, weer of geen weer, gingen we met acht schaatsers vanuit Voorburg in een Volkswagenbusje naar de Jaap Edenbaan in Amsterdam. Om stipt 10 uur gingen we met zijn allen het ijs op, onderverdeeld in twee groepen: de marathon knarren en de toerrijders. Als jongste was ik allang blij dat ik de toerrijders kon bijhouden. We reden non-stop tot 13 uur. Dan waren we ook helemaal op maar meestal met een euforisch gevoel van: dat hebben we toch maar weer geflikt. Daarna in het restaurant van Sjaak Zwart aan de warme chocolademelk en dan kwamen de sterke verhalen naar boven, van al die Elfstedentochten die ze hadden uitgereden, steeds kouder, steeds meer afzien, steeds spannender. De een schepte meer op dan de ander, alleen ik had niks op te scheppen, ik had wel jaren contributie betaald voor de Elfstedenclub, helaas is het er nooit van gekomen.
Nieuw ijs
Zodra het begon te vriezen kregen al mijn maten de schaatskriebels. De meesten hadden vrije dagen opgespaard zodat ze tochten konden maken op natuurijs. Nou ik heb het ondervonden: als het maar net had gevroren gingen die waaghalzen het maagdelijke ijs op. Ik wilde me niet laten kennen, dus ook het ijs op. Wat een herrie van onder dat ijs, knallen en lange piew, piew geluiden en alle scheuren om je heen, echt ik heb doodsangsten uit gestaan. We hadden voor het geval dat je er door mocht zakken, een stokje omwonden met nylon koord en aan het einde een spijker met een kurk erop. We hebben met zijn allen heel wat tochten gemaakt door heel Nederland, sommige tochten deden we twee keer.
Vorig jaar heb ik mijn Noren met weemoed verkocht. Helaas ben ik nu de enige die nog in leven is van onze gezellige trouwe schaatsploeg.
----------
De tekening is van Han Busstra.
|
© 2023 Rob van Olphen |
|
|
|
|
powered by CJ2 |
|