archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Hoe zal het nu met ze zijn Nienke Nieuwenhuizen

2011BS Hoe gaat tHet is nu ongeveer 21 jaar geleden dat ik mijn eerste reis naar Zuid-Amerika wilde verwezenlijken.
Je regelde in die tijd je reizen nog bij een reisbureau en ik vroeg me af waar ik een betaalbaar ticket zou kunnen bemachtigen. Ik woonde toen al in Portugal en zag zo'n reisbureau in Portimão. De reizen die daar aangeprezen werden, waren echter boven mijn budget. Rechtstreeks een ticket kopen bij het vliegveld leek me een beter idee
Met in mijn weekendtas alleen zomerse kleding reisde ik met trein en bus naar Madrid. Ik dacht daar de ultieme plek te vinden voor vliegreizen naar de Spaans sprekende landen aan de overkant van de oceaan.
Ook op het vliegveld bleek een goedkoop ticket niet tot de mogelijkheden te behoren.

Dan maar Turkije!

Niet getreurd, naast deze vliegtuigmaatschappij was een Turkse maatschappij gevestigd, die een goedkope vlucht naar Istanbul kon leveren. Aangekomen in die stad bezocht ik de gebruikelijke toeristische trekpleisters en kwam onder de indruk van alle prachtige Ottomaanse bouwwerken. Vooral het werk van Sinan was opzienbarend. Hij had vele bouwwerken op zijn naam staan en niet alleen in Turkije. Ik vroeg me af hoe men had gereisd in die tijd en hoe men communiceerde met opdrachtgevers enzovoort.

In een folder over de Aya Sofia zag ik dat de architect in de provincie Hatay een karavaansaray had gebouwd. Die wilde ik wel eens in het echt zien. Ik besloot een trein naar Adana te nemen met een tussenstop in Ankara. Onderweg kreeg de nachttrein te maken met sneeuw op de rails. Dat leverde wat oponthoud op maar toch kwamen we de volgende morgen al vroeg aan in een totaal ondergesneeuwd Ankara en het was -15C. Mooi om te zien maar minder om de kou, zonder doelmatige kleding, te voelen. Gelukkig was er dichtbij het station een verwarmd restaurant open. Later kocht ik een dikke trui en kreeg ik een nog veel beter idee: De Hamam! Binnen dit warme Turkse badhuis baadde ik me tot de trein naar Adana, in de namiddag, zou vertrekken.
Die reis naar het Zuiden bleek een goede keuze: Wat was het er mooi en wat was er veel te bekijken! Ik had nog nooit zoveel overblijfselen van verschillende culturen bij elkaar gezien. Langzaam, hier en daar stoppend voor een bezichtiging, reisde ik met de dolmus of ander openbaar vervoer door Luilekkerland.

De karavaanserai

Ik bezocht de karavaanserai in de plaats Payas en werd daar van de locatie weggeplukt door drie jonge teenagers van een middelbare school. Ik had hen op de heenweg gevraagd waar de Mehmed Pasha zich bevond. Zij hadden op hun beurt de juf van de Engelse les verteld dat ze een Hollandse vrouw hadden ontmoet. En deze juf dacht dat het leuk zou zijn, voor hen en voor mij, om samen een Engelse les mee te maken. Ik voelde me door deze uitnodiging verbijsterd en vereerd! Met de leerlingen ging ik op een bus terug naar de stad. Ze wilden eerst een foto van ons vieren. Die maakten we bij een fotograaf. We konden een keuze maken uit vier kitscherige achtergronden.
 
Na dit intermezzo nam woordvoerder Emrah, me mee naar zijn huis voor de lunch. Ik had mijn wandelschoenen aan. Dat gaf niet, zei moeder, als ik die maar in de sloffen stak die bij de deur stonden. Met mijn maat 41 kreeg ik daar alleen de schoenneuzen in. Na de lunch liepen we samen, gedrenkt en gevoederd, naar de school om de hoek.
Emrah bracht me naar de juf. En zij nam me mee naar de lerarenkamer om me voor te stellen aan het personeel. Ik verwonderde me over de vele meisjes, die de school bezochten en vroeg hoe dat mogelijk was. Er werd me uitgelegd dat het een speciale school was. Wat ze daar precies mee bedoelden, durfde ik uit beleefdheid niet te vragen.

Vragenuurtje

Het was tijd voor de les en we liepen naar de klas. Daar stonden de kinderen achter hun bank en spraken in koor: Good Afternoon teacher! Ze mochten gaan zitten en tegen mij zei ze: Mogen de kinderen u vragen stellen! Ik zei dat ze me mochten vragen wat ze wilden en dat ik zou antwoorden als ik daartoe in staat was. Ze zette me voor de klas, ging zelf in een bankje zitten en het vragenvuur barstte los. Eerst werd mijn doopceel gelicht en daarna kwamen de vragen over Nederland. Wat wist ik weinig! Ze vroegen wat het Bruto Nationaal Product (BNP) was. Ik moest ze teleurstellen, ik wist het niet. Verdere vragen gingen over de belangrijkste exportproducten. Ik wauwelde wat over tulpen, agrarische- en zuivelproducten en kreeg het over de diamantindustrie in Amsterdam en Antwerpen. Ik had namelijk gehoord dat er in dit gebied van Turkije, dat vaak aardverschuivingen heeft, veel bodemschatten waren, zoals ruwe diamant. Ik had toen voor mezelf uitgemaakt dat het onrechtvaardig was, dat de juwelen niet in het land van herkomst geslepen werden. Bij de tulpen, die oorspronkelijk ook uit Turkije komen had ik daar ook al vreemde gevoelens bij. En wat te zeggen van de Turks blauwe tegels, waarvan wij de techniek hadden afgekeken en omgedoopt hadden in Delfts blauw.

Ik voelde me steeds dommer worden ten opzichte van deze 13-jarige leerlingen die graag later wilden reizen als ik, maar waarvoor de grenzen hermetisch gesloten waren, terwijl ze waarschijnlijk meer in hun mars hadden dan ik. Maar ik genoot ook met volle teugen van dit totaal onverwachte moment in mijn leven.
De bel ging, het uur was om en ik nam afscheid. Toen ik de school verliet hing de hele klas uit het raam om zwaaiend afscheid te nemen.
De glimlach, van oor tot oor, week de rest van de dag niet meer van mijn gezicht!

Abraham

Ik reisde verder, Emrah had me verteld dat hij tot de Za-Za behoorde, een stam die oorspronkelijk uit Sanli Urfa kwam maar verdreven was. In Urfa (het oude Ur) was ook de geboortegrot van Abraham. Dichtbij die grot bevond zich een riviertje, waar vissen in zwommen die niet gevangen werden, omdat zij de dode lichamen hadden gegeten van zijn voorouders en daardoor heilig verklaard waren.
Ik bezocht de grot van Abraham en zag het riviertje waarin de vissen nauwelijks ruimte hadden om adem te halen en Ik besefte tevens dat ik me in het tweestromenland bevond tussen de Eufraat en de Tigris. De lessen van de 'Geschiedenis van de Godsdienst'-leraar op onze HBS, de Socialistische dominee Van der Veen, kwamen weer tot leven.

De dag na het bezoek aan de grot, begaf ik me met 7 mannen met Arafat-doeken in een dolmus naar Haran, om daar de plaats te bezoeken waar Abraham zijn vrouw had gevonden.
Daar werd me in een behuizing van 4000 jaar oud, tijdens een regenbui, een soort pannenkoek aangeboden, die zo groot was als een tafelkleedje. Op het moment dat ik er was, werden de behuizingen bewoond door gevluchte Syriërs met heel grote gezinnen. Er lag een meterhoge stapel van die pannenkoektafelkleedjes op de grond, dat was ook het enige dat ik zag aan eetbaars en toch werd er gedeeld en mocht ik schuilen voor de regen. De gebouwen hadden koepelvormige daken, die 4000 jaar geleden met de hand waren gemaakt en er waren venstergaten zonder beglazing. Ze leken onverwoestbaar.

Met Emrah heb ik nog drie jaar gecorrespondeerd, tot hij naar de Universiteit in Ankara vertrok. In 2004 schreef hij nog één brief, waarin stond dat zijn familie het huis in Payas had moeten verlaten door een aardbeving en dat er door de overheid niets aan werd gedaan omdat ze, in zijn woorden, tot de Zaza behoorden, maar dat ze gelukkig uiteindelijk tenten hadden gekregen van het Rode Kruis, dat geen scheidslijnen trok voor de ene of andere groepering.

Met alle vreselijke berichten van de laatste tijd, vroeg ik me af hoe het met al de mensen die ik toen heb ontmoet nu zou zijn.

----------

De internationale reistas is vervaardigd door Linda Hulshoff.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com


© 2023 Nienke Nieuwenhuizen meer Nienke Nieuwenhuizen - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Hoe zal het nu met ze zijn Nienke Nieuwenhuizen
2011BS Hoe gaat tHet is nu ongeveer 21 jaar geleden dat ik mijn eerste reis naar Zuid-Amerika wilde verwezenlijken.
Je regelde in die tijd je reizen nog bij een reisbureau en ik vroeg me af waar ik een betaalbaar ticket zou kunnen bemachtigen. Ik woonde toen al in Portugal en zag zo'n reisbureau in Portimão. De reizen die daar aangeprezen werden, waren echter boven mijn budget. Rechtstreeks een ticket kopen bij het vliegveld leek me een beter idee
Met in mijn weekendtas alleen zomerse kleding reisde ik met trein en bus naar Madrid. Ik dacht daar de ultieme plek te vinden voor vliegreizen naar de Spaans sprekende landen aan de overkant van de oceaan.
Ook op het vliegveld bleek een goedkoop ticket niet tot de mogelijkheden te behoren.

Dan maar Turkije!

Niet getreurd, naast deze vliegtuigmaatschappij was een Turkse maatschappij gevestigd, die een goedkope vlucht naar Istanbul kon leveren. Aangekomen in die stad bezocht ik de gebruikelijke toeristische trekpleisters en kwam onder de indruk van alle prachtige Ottomaanse bouwwerken. Vooral het werk van Sinan was opzienbarend. Hij had vele bouwwerken op zijn naam staan en niet alleen in Turkije. Ik vroeg me af hoe men had gereisd in die tijd en hoe men communiceerde met opdrachtgevers enzovoort.

In een folder over de Aya Sofia zag ik dat de architect in de provincie Hatay een karavaansaray had gebouwd. Die wilde ik wel eens in het echt zien. Ik besloot een trein naar Adana te nemen met een tussenstop in Ankara. Onderweg kreeg de nachttrein te maken met sneeuw op de rails. Dat leverde wat oponthoud op maar toch kwamen we de volgende morgen al vroeg aan in een totaal ondergesneeuwd Ankara en het was -15C. Mooi om te zien maar minder om de kou, zonder doelmatige kleding, te voelen. Gelukkig was er dichtbij het station een verwarmd restaurant open. Later kocht ik een dikke trui en kreeg ik een nog veel beter idee: De Hamam! Binnen dit warme Turkse badhuis baadde ik me tot de trein naar Adana, in de namiddag, zou vertrekken.
Die reis naar het Zuiden bleek een goede keuze: Wat was het er mooi en wat was er veel te bekijken! Ik had nog nooit zoveel overblijfselen van verschillende culturen bij elkaar gezien. Langzaam, hier en daar stoppend voor een bezichtiging, reisde ik met de dolmus of ander openbaar vervoer door Luilekkerland.

De karavaanserai

Ik bezocht de karavaanserai in de plaats Payas en werd daar van de locatie weggeplukt door drie jonge teenagers van een middelbare school. Ik had hen op de heenweg gevraagd waar de Mehmed Pasha zich bevond. Zij hadden op hun beurt de juf van de Engelse les verteld dat ze een Hollandse vrouw hadden ontmoet. En deze juf dacht dat het leuk zou zijn, voor hen en voor mij, om samen een Engelse les mee te maken. Ik voelde me door deze uitnodiging verbijsterd en vereerd! Met de leerlingen ging ik op een bus terug naar de stad. Ze wilden eerst een foto van ons vieren. Die maakten we bij een fotograaf. We konden een keuze maken uit vier kitscherige achtergronden.
 
Na dit intermezzo nam woordvoerder Emrah, me mee naar zijn huis voor de lunch. Ik had mijn wandelschoenen aan. Dat gaf niet, zei moeder, als ik die maar in de sloffen stak die bij de deur stonden. Met mijn maat 41 kreeg ik daar alleen de schoenneuzen in. Na de lunch liepen we samen, gedrenkt en gevoederd, naar de school om de hoek.
Emrah bracht me naar de juf. En zij nam me mee naar de lerarenkamer om me voor te stellen aan het personeel. Ik verwonderde me over de vele meisjes, die de school bezochten en vroeg hoe dat mogelijk was. Er werd me uitgelegd dat het een speciale school was. Wat ze daar precies mee bedoelden, durfde ik uit beleefdheid niet te vragen.

Vragenuurtje

Het was tijd voor de les en we liepen naar de klas. Daar stonden de kinderen achter hun bank en spraken in koor: Good Afternoon teacher! Ze mochten gaan zitten en tegen mij zei ze: Mogen de kinderen u vragen stellen! Ik zei dat ze me mochten vragen wat ze wilden en dat ik zou antwoorden als ik daartoe in staat was. Ze zette me voor de klas, ging zelf in een bankje zitten en het vragenvuur barstte los. Eerst werd mijn doopceel gelicht en daarna kwamen de vragen over Nederland. Wat wist ik weinig! Ze vroegen wat het Bruto Nationaal Product (BNP) was. Ik moest ze teleurstellen, ik wist het niet. Verdere vragen gingen over de belangrijkste exportproducten. Ik wauwelde wat over tulpen, agrarische- en zuivelproducten en kreeg het over de diamantindustrie in Amsterdam en Antwerpen. Ik had namelijk gehoord dat er in dit gebied van Turkije, dat vaak aardverschuivingen heeft, veel bodemschatten waren, zoals ruwe diamant. Ik had toen voor mezelf uitgemaakt dat het onrechtvaardig was, dat de juwelen niet in het land van herkomst geslepen werden. Bij de tulpen, die oorspronkelijk ook uit Turkije komen had ik daar ook al vreemde gevoelens bij. En wat te zeggen van de Turks blauwe tegels, waarvan wij de techniek hadden afgekeken en omgedoopt hadden in Delfts blauw.

Ik voelde me steeds dommer worden ten opzichte van deze 13-jarige leerlingen die graag later wilden reizen als ik, maar waarvoor de grenzen hermetisch gesloten waren, terwijl ze waarschijnlijk meer in hun mars hadden dan ik. Maar ik genoot ook met volle teugen van dit totaal onverwachte moment in mijn leven.
De bel ging, het uur was om en ik nam afscheid. Toen ik de school verliet hing de hele klas uit het raam om zwaaiend afscheid te nemen.
De glimlach, van oor tot oor, week de rest van de dag niet meer van mijn gezicht!

Abraham

Ik reisde verder, Emrah had me verteld dat hij tot de Za-Za behoorde, een stam die oorspronkelijk uit Sanli Urfa kwam maar verdreven was. In Urfa (het oude Ur) was ook de geboortegrot van Abraham. Dichtbij die grot bevond zich een riviertje, waar vissen in zwommen die niet gevangen werden, omdat zij de dode lichamen hadden gegeten van zijn voorouders en daardoor heilig verklaard waren.
Ik bezocht de grot van Abraham en zag het riviertje waarin de vissen nauwelijks ruimte hadden om adem te halen en Ik besefte tevens dat ik me in het tweestromenland bevond tussen de Eufraat en de Tigris. De lessen van de 'Geschiedenis van de Godsdienst'-leraar op onze HBS, de Socialistische dominee Van der Veen, kwamen weer tot leven.

De dag na het bezoek aan de grot, begaf ik me met 7 mannen met Arafat-doeken in een dolmus naar Haran, om daar de plaats te bezoeken waar Abraham zijn vrouw had gevonden.
Daar werd me in een behuizing van 4000 jaar oud, tijdens een regenbui, een soort pannenkoek aangeboden, die zo groot was als een tafelkleedje. Op het moment dat ik er was, werden de behuizingen bewoond door gevluchte Syriërs met heel grote gezinnen. Er lag een meterhoge stapel van die pannenkoektafelkleedjes op de grond, dat was ook het enige dat ik zag aan eetbaars en toch werd er gedeeld en mocht ik schuilen voor de regen. De gebouwen hadden koepelvormige daken, die 4000 jaar geleden met de hand waren gemaakt en er waren venstergaten zonder beglazing. Ze leken onverwoestbaar.

Met Emrah heb ik nog drie jaar gecorrespondeerd, tot hij naar de Universiteit in Ankara vertrok. In 2004 schreef hij nog één brief, waarin stond dat zijn familie het huis in Payas had moeten verlaten door een aardbeving en dat er door de overheid niets aan werd gedaan omdat ze, in zijn woorden, tot de Zaza behoorden, maar dat ze gelukkig uiteindelijk tenten hadden gekregen van het Rode Kruis, dat geen scheidslijnen trok voor de ene of andere groepering.

Met alle vreselijke berichten van de laatste tijd, vroeg ik me af hoe het met al de mensen die ik toen heb ontmoet nu zou zijn.

----------

De internationale reistas is vervaardigd door Linda Hulshoff.
Meer informatie: lindahulshof71@gmail.com
© 2023 Nienke Nieuwenhuizen
powered by CJ2