 |
 |
 |
 |
 |
 |
 |

archief vorig nr. lopend nr. |
 |
 |
 |

Nummer 19
Jaargang 22
5 juli 2025 Nummer 20 verschijnt op 14 augustus 2025 |  |
 |
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept |
delen printen
terug
|
 |
 |
 |
 |
 |
 |
Zijn dit echt ingezonden brieven? |
Frits Hoorweg |
 |
 |

Het Engelse
weekblad The Spectator bracht kortgeleden een bloemlezing uit met ‘Wit, Humor
& Mischief’ (redactie: Marcus Berkmann). Daar had ik hoge verwachtingen
van, maar het viel tegen. Veel grapjasserij blijkt niet bestand tegen de tand
des tijds. Soms is dat zozeer het geval dat het historisch interessant wordt.
Zo werd op 31 januari 1998 de volgende vraag voorgelegd aan ‘Dear Mary’, een
soort ‘agony aunt’.
‘Hoe kan ik in contact blijven met oude vrienden, die ik graag mag, zonder bij
ze op bezoek te hoeven gaan?’. Het antwoord was toen: ‘Rijdt erlangs, op een
motor of in een auto met open dak, en roep heel hard: Goede morgen Susan
of Goede morgen John en Harriet’.
Hoe leuk dat toentertijd was weet ik eigenlijk niet, maar in ieder geval heeft
de tijd het hele probleem de wereld uit geholpen. We hebben nu immers Facebook!
Zou er echt iemand geweest zijn die deze vraag aan ‘Dear Mary’ heeft
voorgelegd? De verleiding moet groot zijn, vooral als de spoeling dun is, zelf
maar iets te verzinnen. Die vraag komt ook een keer voorbij in het boek en
wordt vanwege de redactie met klem ontkennend beantwoord.
Ook gewone ingezonden brievenrubrieken van Engelse kranten en tijdschriften
zijn vaak zo grappig dat ze wantrouwen opwekken. Bedenkt de redactie niet af en
toe zelf een brief? In Trouw van 20 januari 2017 behandelt Willem Pekelder een
voorbeeld. In de Daily Telegraph van 8 januari daaraan voorafgaand had ene
David Williams omstandig uit de doeken gedaan dat hij iedere avond om 19.30 uur
een vreselijke niesbui krijgt. Hij vroeg om goede raad. Pekelder deed pogingen
meer over deze persoon te weten te komen. Uiteindelijk kreeg hij via de redactie
van de Daily Telegraph een telefoonnummer, maar daar werd niet opgenomen en ook
niet gereageerd op het verzoek terug te bellen.
Het kost niet veel moeite je voor te stellen dat hier een spelletje werd
gespeeld. Op de redactie van de Telegraph zal die vraag uit Nederland
waarschijnlijk tot grote hilariteit hebben geleid. ‘Weet je nog die nepbrief
die jij in elkaar hebt gesleuteld? Daar is een vraag over binnengekomen van een
Nederlandse journalist! Wat we eraan gaan doen? Nou, ik dacht hem jouw telefoonnummer
maar te geven. Heb je nog een toestel dat je bijna niet meer gebruikt? Dan geef
ik dat nummer wel door!’

|
 |
 |
|
 |
 |
 |
 |
Vermaak en Genot > De wereldliteratuur roept |
Zijn dit echt ingezonden brieven? |
Frits Hoorweg |
Het Engelse
weekblad The Spectator bracht kortgeleden een bloemlezing uit met ‘Wit, Humor
& Mischief’ (redactie: Marcus Berkmann). Daar had ik hoge verwachtingen
van, maar het viel tegen. Veel grapjasserij blijkt niet bestand tegen de tand
des tijds. Soms is dat zozeer het geval dat het historisch interessant wordt.
Zo werd op 31 januari 1998 de volgende vraag voorgelegd aan ‘Dear Mary’, een
soort ‘agony aunt’.
‘Hoe kan ik in contact blijven met oude vrienden, die ik graag mag, zonder bij
ze op bezoek te hoeven gaan?’. Het antwoord was toen: ‘Rijdt erlangs, op een
motor of in een auto met open dak, en roep heel hard: Goede morgen Susan
of Goede morgen John en Harriet’.
Hoe leuk dat toentertijd was weet ik eigenlijk niet, maar in ieder geval heeft
de tijd het hele probleem de wereld uit geholpen. We hebben nu immers Facebook!
Zou er echt iemand geweest zijn die deze vraag aan ‘Dear Mary’ heeft
voorgelegd? De verleiding moet groot zijn, vooral als de spoeling dun is, zelf
maar iets te verzinnen. Die vraag komt ook een keer voorbij in het boek en
wordt vanwege de redactie met klem ontkennend beantwoord.
Ook gewone ingezonden brievenrubrieken van Engelse kranten en tijdschriften
zijn vaak zo grappig dat ze wantrouwen opwekken. Bedenkt de redactie niet af en
toe zelf een brief? In Trouw van 20 januari 2017 behandelt Willem Pekelder een
voorbeeld. In de Daily Telegraph van 8 januari daaraan voorafgaand had ene
David Williams omstandig uit de doeken gedaan dat hij iedere avond om 19.30 uur
een vreselijke niesbui krijgt. Hij vroeg om goede raad. Pekelder deed pogingen
meer over deze persoon te weten te komen. Uiteindelijk kreeg hij via de redactie
van de Daily Telegraph een telefoonnummer, maar daar werd niet opgenomen en ook
niet gereageerd op het verzoek terug te bellen.
Het kost niet veel moeite je voor te stellen dat hier een spelletje werd
gespeeld. Op de redactie van de Telegraph zal die vraag uit Nederland
waarschijnlijk tot grote hilariteit hebben geleid. ‘Weet je nog die nepbrief
die jij in elkaar hebt gesleuteld? Daar is een vraag over binnengekomen van een
Nederlandse journalist! Wat we eraan gaan doen? Nou, ik dacht hem jouw telefoonnummer
maar te geven. Heb je nog een toestel dat je bijna niet meer gebruikt? Dan geef
ik dat nummer wel door!’
|
© 2025 Frits Hoorweg |
 |
 |
 |
 |
powered by CJ2 |
|