archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Een Marokkaans feestje Joop Quint

1420BS MarokkaansHalima is het schoolvriendinnetje van onze dochter Martine. Nu zijn ze allebei 33, afgestudeerd en hebben ze kinderen. Martine heeft er een, Halima drie. We waren uitgenodigd voor het feestje ter gelegenheid van de geboorte van Isaac, de jongste. Een zogenoemde ‘babyshower’.

Maar eerst de voorgeschiedenis. Toen ze bij elkaar in de klas zaten kwam Halima vaak bij ons  huiswerk maken en eten. Bernadette, mijn vrouw, hielp wel met huiswerk en legde tussendoor uit, voor zover nodig, hoe Nederland in elkaar zat. Halima beschouwde Bernadette een beetje als haar tweede moeder. Halima kon goed dansen. Soms waren er nog meer vriendinnetjes en dan studeerden ze, onder leiding van Halima, dansjes in.

Een paar keer zijn we bij Halima thuis uitgenodigd. Dat was om meerdere redenen een genoegen. Er waren vier zusjes, de een nog mooier dan de ander. Gelukkig was er ook nog een broertje gekomen, Mustafa. We zaten met z’n allen op de bank en aten grote stukken kip met onze handen. De vader en ik trokken ons zo nu en dan terug op het balkon om te roken. Hij sprak heel slecht Nederlands, maar dat gaf niet: we hadden het altijd over voetbal. Het gezin draaide om de moeder. Een bewonderenswaardige vrouw in een lange jurk met hoofddoek, die iets beter Nederlands sprak en die zorgde dat haar kinderen naar een goede school gingen en goed gekleed waren.

Halima en Martine zijn elkaar wat uit het oog verloren, maar we zijn wel uitgenodigd voor haar huwelijk. Halima was inmiddels advocaat en ze trouwde met Moes, ook een advocaat. Dat was een gigantisch feest in een partycentrum op een industrieterrein ergens bij Zaandam. We konden het moeilijk vinden en zijn zelden zo verdwaald geweest.

En nu gingen we dus naar het geboortefeest van Isaac. Er was direct een overeenkomst met het huwelijksfeest: het was in een partycentrum, dat was op een bedrijventerrein en we konden het weer moeilijk vinden. Het bedrijventerrein was groot. Er liepen vrij veel mensen zoekend rond. Het bleek dat er ook mensen waren die naar een Turkse bruiloft gingen. Die was in de andere helft van ons partycentrum.

Op de uitnodiging stond 18 uur. Toen we om 18.30 uur binnenkwamen waren we de eerste gasten. Er was nog een mevrouw van de catering en in een hoek met allerlei apparatuur zaten drie vrolijke meisjes met hoofddoekjes. Dat bleken later de dj’s te zijn. Martine en Kai, onze schoonzoon, en hun dochtertje, Marie Julie, waren ook vroeg.

Het zag er bijzonder uit. Bij de ingang was er een tafel met heel veel blauw gekleurde snoepjes. Iets verderop was er een chocoladefontein van witte chocolade, met heel veel koekjes, aardbeien en wafeltjes er omheen. Boven ons was een heel grote, verlichte, glazen kroonluchter. Alles was wit. Er waren tien witte tafels met elk tien witte stoelen. Op de tafels stonden literflessen Cola en Fanta. Ik ging naar de mevrouw van de catering en vroeg om een biertje. Ik wist het antwoord al, ze lachte een beetje en zei dat ze dat niet hadden.

Intussen kwamen er langzaam meer mensen (de laatsten kwamen om half negen). Halima kwam met Moes, en de twee oudste kinderen. Isaac werd gedragen door de schoonmoeder. Hij was drie maanden en droeg een pakje met een vlinderdasje. Halima was onherkenbaar. Ze had lang blond haar, was erg Westers opgemaakt en droeg een lange, strakke goudkleurige jurk. Moes had gymschoenen en droeg een spijkerbroek, overigens net als de andere mannen. Ik viel uit de toon in mijn pak.

Inmiddels was de muziek begonnen. De drie meisjes deden hun best. Het was letterlijk oorverdovende Arabische muziek, soms met een stukje Elvis Presley er door. Het was onmogelijk om een gesprek te voeren. De vrouwen gingen dansen. Ze zagen er meestal heel goed uit met hun lange, kleurige jurken. Het was een vrolijk gezicht, ook omdat de kleine kinderen, er waren er een stuk of tien, meedansten. Onze kleindochter van anderhalf deed van harte mee.

Naast de literflessen Cola en Fanta stond er op tafel ook nog brood en schaaltjes met onder andere humus. De tafel was zo gedekt dat je kon zien dat er nog meer eten kwam. Terwijl ik aan dat vooruitzicht dacht, voelde ik dat mijn mobieltje ging. Ik kon het absoluut niet horen. Ik liep naar buiten, naar het bedrijventerrein. Het was een oude vriend die me vroeg of ik binnenkort naar een lezing kwam die hij in Joure ging houden. Die zou gaan over de beginnende democratie in Joure in de achttiende eeuw. Ik zei dat ik daarover moest denken.

Maar ik zat alleen maar te denken hoe ik het beste afscheid van de Marokkanen kon nemen. Lopen naar het station Sloterdijk, dat was in de buurt en dan verder met de trein en de tram leek me een goede oplossing. Maar Bernadette had een betere: Kai en ik, zouden met de kleine Marie Julie naar huis gaan, want die werd moe en dan zouden Martine en Bernadette later met de andere auto komen.

Door het oorverdovende lawaai was het aan Halima en Moes niet uit te leggen waarom we weggingen, maar dat was niet erg. Er kwam een groot gevoel van rust over me toen ik naast Kai door Amsterdam op weg naar huis reed.       

---------
De tekening is van Via Dit
Meer informatie op: www.www.viadit.nl

© 2017 Joop Quint meer Joop Quint - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Een Marokkaans feestje Joop Quint
1420BS MarokkaansHalima is het schoolvriendinnetje van onze dochter Martine. Nu zijn ze allebei 33, afgestudeerd en hebben ze kinderen. Martine heeft er een, Halima drie. We waren uitgenodigd voor het feestje ter gelegenheid van de geboorte van Isaac, de jongste. Een zogenoemde ‘babyshower’.

Maar eerst de voorgeschiedenis. Toen ze bij elkaar in de klas zaten kwam Halima vaak bij ons  huiswerk maken en eten. Bernadette, mijn vrouw, hielp wel met huiswerk en legde tussendoor uit, voor zover nodig, hoe Nederland in elkaar zat. Halima beschouwde Bernadette een beetje als haar tweede moeder. Halima kon goed dansen. Soms waren er nog meer vriendinnetjes en dan studeerden ze, onder leiding van Halima, dansjes in.

Een paar keer zijn we bij Halima thuis uitgenodigd. Dat was om meerdere redenen een genoegen. Er waren vier zusjes, de een nog mooier dan de ander. Gelukkig was er ook nog een broertje gekomen, Mustafa. We zaten met z’n allen op de bank en aten grote stukken kip met onze handen. De vader en ik trokken ons zo nu en dan terug op het balkon om te roken. Hij sprak heel slecht Nederlands, maar dat gaf niet: we hadden het altijd over voetbal. Het gezin draaide om de moeder. Een bewonderenswaardige vrouw in een lange jurk met hoofddoek, die iets beter Nederlands sprak en die zorgde dat haar kinderen naar een goede school gingen en goed gekleed waren.

Halima en Martine zijn elkaar wat uit het oog verloren, maar we zijn wel uitgenodigd voor haar huwelijk. Halima was inmiddels advocaat en ze trouwde met Moes, ook een advocaat. Dat was een gigantisch feest in een partycentrum op een industrieterrein ergens bij Zaandam. We konden het moeilijk vinden en zijn zelden zo verdwaald geweest.

En nu gingen we dus naar het geboortefeest van Isaac. Er was direct een overeenkomst met het huwelijksfeest: het was in een partycentrum, dat was op een bedrijventerrein en we konden het weer moeilijk vinden. Het bedrijventerrein was groot. Er liepen vrij veel mensen zoekend rond. Het bleek dat er ook mensen waren die naar een Turkse bruiloft gingen. Die was in de andere helft van ons partycentrum.

Op de uitnodiging stond 18 uur. Toen we om 18.30 uur binnenkwamen waren we de eerste gasten. Er was nog een mevrouw van de catering en in een hoek met allerlei apparatuur zaten drie vrolijke meisjes met hoofddoekjes. Dat bleken later de dj’s te zijn. Martine en Kai, onze schoonzoon, en hun dochtertje, Marie Julie, waren ook vroeg.

Het zag er bijzonder uit. Bij de ingang was er een tafel met heel veel blauw gekleurde snoepjes. Iets verderop was er een chocoladefontein van witte chocolade, met heel veel koekjes, aardbeien en wafeltjes er omheen. Boven ons was een heel grote, verlichte, glazen kroonluchter. Alles was wit. Er waren tien witte tafels met elk tien witte stoelen. Op de tafels stonden literflessen Cola en Fanta. Ik ging naar de mevrouw van de catering en vroeg om een biertje. Ik wist het antwoord al, ze lachte een beetje en zei dat ze dat niet hadden.

Intussen kwamen er langzaam meer mensen (de laatsten kwamen om half negen). Halima kwam met Moes, en de twee oudste kinderen. Isaac werd gedragen door de schoonmoeder. Hij was drie maanden en droeg een pakje met een vlinderdasje. Halima was onherkenbaar. Ze had lang blond haar, was erg Westers opgemaakt en droeg een lange, strakke goudkleurige jurk. Moes had gymschoenen en droeg een spijkerbroek, overigens net als de andere mannen. Ik viel uit de toon in mijn pak.

Inmiddels was de muziek begonnen. De drie meisjes deden hun best. Het was letterlijk oorverdovende Arabische muziek, soms met een stukje Elvis Presley er door. Het was onmogelijk om een gesprek te voeren. De vrouwen gingen dansen. Ze zagen er meestal heel goed uit met hun lange, kleurige jurken. Het was een vrolijk gezicht, ook omdat de kleine kinderen, er waren er een stuk of tien, meedansten. Onze kleindochter van anderhalf deed van harte mee.

Naast de literflessen Cola en Fanta stond er op tafel ook nog brood en schaaltjes met onder andere humus. De tafel was zo gedekt dat je kon zien dat er nog meer eten kwam. Terwijl ik aan dat vooruitzicht dacht, voelde ik dat mijn mobieltje ging. Ik kon het absoluut niet horen. Ik liep naar buiten, naar het bedrijventerrein. Het was een oude vriend die me vroeg of ik binnenkort naar een lezing kwam die hij in Joure ging houden. Die zou gaan over de beginnende democratie in Joure in de achttiende eeuw. Ik zei dat ik daarover moest denken.

Maar ik zat alleen maar te denken hoe ik het beste afscheid van de Marokkanen kon nemen. Lopen naar het station Sloterdijk, dat was in de buurt en dan verder met de trein en de tram leek me een goede oplossing. Maar Bernadette had een betere: Kai en ik, zouden met de kleine Marie Julie naar huis gaan, want die werd moe en dan zouden Martine en Bernadette later met de andere auto komen.

Door het oorverdovende lawaai was het aan Halima en Moes niet uit te leggen waarom we weggingen, maar dat was niet erg. Er kwam een groot gevoel van rust over me toen ik naast Kai door Amsterdam op weg naar huis reed.       

---------
De tekening is van Via Dit
Meer informatie op: www.www.viadit.nl
© 2017 Joop Quint
powered by CJ2