archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Lubbers-handjes Marianne Bernard

0205 Leven MB
Vroeger, toen ik nog op de HBS zat, bestond seksuele intimidatie niet. Een meisje dat in verwachting raakte moest van school af. Ze was een ‘sloerie’, zei mijn moeder. De handenarbeidleraar, die haar had bezwangerd, bleef gewoon op school. Het werd niet eens een schandaal. Ook later, toen ik ging werken, kon je je als vrouw beter koest houden tegen mannen die dachten dat ze zich alles konden permitteren. In de bibliotheek moest een man altijd net voor je langs op borsthoogte iets uit de kast halen. Stond je op een krukje om een boek van de hoogste plank te pakken, dan moest die man net iets op de onderste plank zoeken. Je wist dan zeker dat hij probeerde onder je rok te kijken. Het was in de tijd dat rokken de standaard waren – een broek was voor de wintersport, niet voor op het werk. En dan droegen we rokken met daaronder kousen met jarretelles. Je haalde het niet in je hoofd om iets tegen zo’n man te zeggen. Dat zou je wel eens je baantje en je goede reputatie kunnen kosten. Hooguit fluisterde je iets tegen een collega, die dan meewarig zei dat mannen nu eenmaal zo zijn.

Nu leven we gelukkig in andere tijden. Als een man al zoiets zou proberen kun je om te beginnen een dreun geven, of een grote mond. Maar de meeste mannen piekeren er niet meer over. Vrouwen hebben de wet aan hun kant: niet de vrouw, maar de man kan zijn baan, wellicht zijn carrière verder vergeten. Toch zijn er ook nu nog steeds hopeloze, hardnekkige sukkels, die je even in je taille pakken of een ‘kameraadschappelijk’ tikje op de bil geven. Er zijn nu eenmaal altijd mannen die ‘losse’ handjes hebben.

Het is alweer een jaar of tien geleden dat er een lijstje van ‘ongewenste overtredingen’ in de Volkskrant stond, met ‘boetes’ erbij. Handen in de taille: zoveel boete, handen op de billen: zoveel boete, et cetera, eindigend met ‘het doen’: tienduizend gulden boete. Ik had dat lijstje destijds op het prikbord boven mijn bureau gehangen. Een zakenrelatie die vaak over de vloer kwam, boog zich voorover om het knipsel te lezen en terwijl hij dat deed, gleden zijn beide handen aan weerskanten onder mijn trui.
‘Dat is dus vijfduizend gulden boete’, zei ik monter.
‘Hoezo?’, vroeg hij. Hij had de hele aanraking op de automatische piloot gedaan. Het idee dat het hier om seksuele intimidatie ging was nog nooit bij hem opgekomen. We kennen er allemaal wel een paar. Op ieder kantoor, in elke vriendenkring, lopen ze rond. Ze hebben geen besef, laat staan controle over hun handjes. Ze hebben wat we sinds kort onder vriendinnen noemen ‘Lubbers-handjes’.Het hangt er soms nog een beetje van af hoe goed ze je kennen, maar aanraken, al dan niet met stoute bedoelingen, is voor sommige mannen heel normaal. En dan proberen ze gewoon hoe ver ze kunnen gaan. Soms proberen ze ook je te zoenen. Als ik dan zeg: ‘Hé, wat denk je wel?’, is het antwoord: ‘Bert is toch in de keuken.’

De kwestie-Lubbers is inmiddels weer op raadselachtige wijze de wereld uit. Zou hij het met een groot geldbedrag hebben afgekocht? Of wist hij iets over Kofi Annan dat tegenwicht kon bieden? Of had zijn medewerkster het toch verzonnen? In eerste instantie kreeg ze nog bijval van collega’s. We zullen het nooit weten. Wel las ik in een buitenlands blad wat hij precies gedaan zou hebben: niet alleen had hij met zijn handen haar billen (zogenaamd vriendschappelijk) aangeraakt, maar ook nog eens lekker tegen haar aan staan rijden. Je kunt je voorstellen hoe het gegaan is. Ze zei: ‘Stop ermee.’ Hij zei: ‘Waarmee?’ En ging vrolijk verder. Tot ze dacht: nu pak ik je terug. Met alle treurige gevolgen van dien.

Lubbers deed gewoon zoals hij altijd al in Den Haag had gedaan. Niets bijzonders dus (dat zei hij zelf ook), dus hersenloos en op de automatische piloot met zijn handjes vrouwen beetpakken. Daar was hij tot nu toe altijd mee weggekomen, doordat de meeste vrouwen het gewoon zielig (pathetic) vonden, maar geen kwestie om naar de rechter te stappen. Hij was kennelijk even vergeten dat je in het buitenland beter moet oppassen en nadenken.

Zijn we in al die jaren een stap verder gekomen? Vrouwen misschien, die laten zich niet meer een-twee-drie intimideren. En de wetgeving is aangepast, dus we hebben (in theorie) een poot om op te staan. Maar mannen? Ik ben bang dat onze jagers voor altijd en eeuwig in het stenen tijdperk zijn blijven steken.




© 2004 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Lubbers-handjes Marianne Bernard
0205 Leven MB
Vroeger, toen ik nog op de HBS zat, bestond seksuele intimidatie niet. Een meisje dat in verwachting raakte moest van school af. Ze was een ‘sloerie’, zei mijn moeder. De handenarbeidleraar, die haar had bezwangerd, bleef gewoon op school. Het werd niet eens een schandaal. Ook later, toen ik ging werken, kon je je als vrouw beter koest houden tegen mannen die dachten dat ze zich alles konden permitteren. In de bibliotheek moest een man altijd net voor je langs op borsthoogte iets uit de kast halen. Stond je op een krukje om een boek van de hoogste plank te pakken, dan moest die man net iets op de onderste plank zoeken. Je wist dan zeker dat hij probeerde onder je rok te kijken. Het was in de tijd dat rokken de standaard waren – een broek was voor de wintersport, niet voor op het werk. En dan droegen we rokken met daaronder kousen met jarretelles. Je haalde het niet in je hoofd om iets tegen zo’n man te zeggen. Dat zou je wel eens je baantje en je goede reputatie kunnen kosten. Hooguit fluisterde je iets tegen een collega, die dan meewarig zei dat mannen nu eenmaal zo zijn.

Nu leven we gelukkig in andere tijden. Als een man al zoiets zou proberen kun je om te beginnen een dreun geven, of een grote mond. Maar de meeste mannen piekeren er niet meer over. Vrouwen hebben de wet aan hun kant: niet de vrouw, maar de man kan zijn baan, wellicht zijn carrière verder vergeten. Toch zijn er ook nu nog steeds hopeloze, hardnekkige sukkels, die je even in je taille pakken of een ‘kameraadschappelijk’ tikje op de bil geven. Er zijn nu eenmaal altijd mannen die ‘losse’ handjes hebben.

Het is alweer een jaar of tien geleden dat er een lijstje van ‘ongewenste overtredingen’ in de Volkskrant stond, met ‘boetes’ erbij. Handen in de taille: zoveel boete, handen op de billen: zoveel boete, et cetera, eindigend met ‘het doen’: tienduizend gulden boete. Ik had dat lijstje destijds op het prikbord boven mijn bureau gehangen. Een zakenrelatie die vaak over de vloer kwam, boog zich voorover om het knipsel te lezen en terwijl hij dat deed, gleden zijn beide handen aan weerskanten onder mijn trui.
‘Dat is dus vijfduizend gulden boete’, zei ik monter.
‘Hoezo?’, vroeg hij. Hij had de hele aanraking op de automatische piloot gedaan. Het idee dat het hier om seksuele intimidatie ging was nog nooit bij hem opgekomen. We kennen er allemaal wel een paar. Op ieder kantoor, in elke vriendenkring, lopen ze rond. Ze hebben geen besef, laat staan controle over hun handjes. Ze hebben wat we sinds kort onder vriendinnen noemen ‘Lubbers-handjes’.Het hangt er soms nog een beetje van af hoe goed ze je kennen, maar aanraken, al dan niet met stoute bedoelingen, is voor sommige mannen heel normaal. En dan proberen ze gewoon hoe ver ze kunnen gaan. Soms proberen ze ook je te zoenen. Als ik dan zeg: ‘Hé, wat denk je wel?’, is het antwoord: ‘Bert is toch in de keuken.’

De kwestie-Lubbers is inmiddels weer op raadselachtige wijze de wereld uit. Zou hij het met een groot geldbedrag hebben afgekocht? Of wist hij iets over Kofi Annan dat tegenwicht kon bieden? Of had zijn medewerkster het toch verzonnen? In eerste instantie kreeg ze nog bijval van collega’s. We zullen het nooit weten. Wel las ik in een buitenlands blad wat hij precies gedaan zou hebben: niet alleen had hij met zijn handen haar billen (zogenaamd vriendschappelijk) aangeraakt, maar ook nog eens lekker tegen haar aan staan rijden. Je kunt je voorstellen hoe het gegaan is. Ze zei: ‘Stop ermee.’ Hij zei: ‘Waarmee?’ En ging vrolijk verder. Tot ze dacht: nu pak ik je terug. Met alle treurige gevolgen van dien.

Lubbers deed gewoon zoals hij altijd al in Den Haag had gedaan. Niets bijzonders dus (dat zei hij zelf ook), dus hersenloos en op de automatische piloot met zijn handjes vrouwen beetpakken. Daar was hij tot nu toe altijd mee weggekomen, doordat de meeste vrouwen het gewoon zielig (pathetic) vonden, maar geen kwestie om naar de rechter te stappen. Hij was kennelijk even vergeten dat je in het buitenland beter moet oppassen en nadenken.

Zijn we in al die jaren een stap verder gekomen? Vrouwen misschien, die laten zich niet meer een-twee-drie intimideren. En de wetgeving is aangepast, dus we hebben (in theorie) een poot om op te staan. Maar mannen? Ik ben bang dat onze jagers voor altijd en eeuwig in het stenen tijdperk zijn blijven steken.


© 2004 Marianne Bernard
powered by CJ2