archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Is een kaart een kaart? Henk Klaren

0809BS Blaeu
In Maastricht, waar ik een paar jaar gewoond en gewerkt heb, sprak ik ooit een Limburger die een zakelijk conflict had met iemand uit Doetinchem. ‘Ach’, zei hij, ‘die lui uit het westen denken ook altijd dat ze het beter weten’. Toen ik hem er voorzichtig op wees, dat Doetinchem in het oosten ligt maakte hij een wegwerpgebaar en zei: ‘Nou ja, daarboven dan’. Het was me al eens eerder opgevallen, dat Limburgers de rest van Nederland aanduiden met Holland. Friezen doen dat trouwens ook vaak. Dàt snap ik nog wel. Wij en de anderen nietwaar. Maar daarboven … . Zuid Limburg ligt toch gemiddeld tientallen meters hoger dan de rest van Nederland. Toch zijn de Limburgers niet alleen, we spreken immers allemaal van het diepe zuiden en het hoge noorden.

Het kan volgens mij alleen maar komen door de toevallige gewoonte om op kaarten het noorden aan de bovenkant af te beelden. In de geschiedenis van de cartografie is dat niet altijd het geval geweest. Op oude kaarten vind je dikwijls het oosten aan de bovenkant. Het schijnt dat het woord oriëntatie daar in oorsprong nog iets mee te maken heeft. Ik bezit een facsimile van een kaart van Nederland en België uit de Atlas Major van Blaeu, deel Belgica uit 1662, met het westen aan de bovenkant. Maar inmiddels worden kaarten in verreweg de meeste gevallen gemaakt met een noordelijke oriëntatie (al is dat strikt genomen een contradictio enzovoorts). Het is natuurlijk wel handig dat vrijwel iedereen dat doet. Het voorkomt allerlei misverstanden. Maar het heeft merkwaardige gevolgen zoals het Maastrichtse voorbeeld aangeeft. En zou iemand overwogen hebben om Australië Down Under te noemen als we per ongeluk hadden afgesproken de wereldkaarten (en de globes) te maken met het zuiden boven?

‘Beneden’ klinkt op de één of andere manier negatiever dan ‘boven’. Zo voelde die Maastrichtenaar dat volgens mij ook. Noord-Zuid tegenstellingen vind je overal. Op wereldschaal: het rijke noorden en het arme zuiden. De Italiaanse Lega-Nord wil zelfs afscheiden van de arme mezzogiorno. In de toen iets minder verenigde Staten werd een burgeroorlog gevoerd langs die lijnen. Wallonië ligt ten zuiden van Vlaanderen. Mensen afkomstig van de Kaukasus worden in Moskou met de nek aangekeken. Er zijn vast ook wel voorbeelden van het tegenovergestelde: Noorwegen, Zweden, Finland, Canada. Maar ja, daar is het0809BS Afrika noorden veel te koud.

Kaarten zijn altijd een vertekening van de werkelijkheid. Dat geeft niet, ze hebben zo hun nut. Navigatie, het vinden van de weg, is misschien oorspronkelijk wel het belangrijkste geweest. Dat wil zeggen, dat bijvoorbeeld de afstanden moeten kloppen en de kompaskoersen recht moeten zijn. Overbodige gegevens kunnen weggelaten worden en er moet altijd gegeneraliseerd worden. Hoe kleiner de schaal hoe meer. En: hoe kleiner de schaal hoe meer de kaartenmaker er last van krijgt dat de aarde niet plat is. Een wereldkaart maken die aan alle eisen die je aan een kaart kunt stellen voldoet is onmogelijk. Hoe geef je een soort bolvorm (eigenlijk een ellipsoïde) weer in een plat vak? Het kan niet. Er zijn veel pogingen gedaan om tot acceptabele projecties te komen. En – afhankelijk van het doel – soms nog wel redelijk geslaagd ook, maar het zijn altijd compromissen en ze leiden bij de argeloze beschouwer tot misverstanden. Zo zijn Canada, Siberië en Antarctica véél kleiner dan je bij het bezien van een cilindrische projectie zou denken. Afrika is veel groter. Er is een kaart (zie afbeelding) van Afrika met zowat de rest van de wereld erin getekend: heel Europa, de Verenigde Staten, India, China en Japan. Bizar!

En al zouden oppervlaktes niet dikwijls vertekend zijn (er zijn wel oppervlaktegetrouwe wereldkaarten, maar die kennen weer andere problemen) dan nog kunnen er misverstanden ontstaan door onoordeelkundige interpretatie van kaarten. Het wijd verbreide misverstand dat Nederland een klein (en dus onbelangrijk) landje zou zijn. ‘Dat kleine landje heeft dat toch maar gefikst’ en ‘Toch knap voor zo’n klein landje’. Inderdaad, we zien een klein oppervlak op de kaart. Maar we zijn wel de zestiende economie op de wereld en de vijfde exporteur (zag ik onlangs tot mijn verrassing in de krant). En qua inwonertal zijn er ook nogal wat landen die minder voorstellen. Van zo’n land mag toch wat gevraagd worden zou je zeggen. In dat verband doet oppervlakte niet ter zake.

Kortom: kaarten zijn handige, zelfs onmisbare, attributen. En ze leiden ras tot wijdverbreide misverstanden.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2011 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Is een kaart een kaart? Henk Klaren
0809BS Blaeu
In Maastricht, waar ik een paar jaar gewoond en gewerkt heb, sprak ik ooit een Limburger die een zakelijk conflict had met iemand uit Doetinchem. ‘Ach’, zei hij, ‘die lui uit het westen denken ook altijd dat ze het beter weten’. Toen ik hem er voorzichtig op wees, dat Doetinchem in het oosten ligt maakte hij een wegwerpgebaar en zei: ‘Nou ja, daarboven dan’. Het was me al eens eerder opgevallen, dat Limburgers de rest van Nederland aanduiden met Holland. Friezen doen dat trouwens ook vaak. Dàt snap ik nog wel. Wij en de anderen nietwaar. Maar daarboven … . Zuid Limburg ligt toch gemiddeld tientallen meters hoger dan de rest van Nederland. Toch zijn de Limburgers niet alleen, we spreken immers allemaal van het diepe zuiden en het hoge noorden.

Het kan volgens mij alleen maar komen door de toevallige gewoonte om op kaarten het noorden aan de bovenkant af te beelden. In de geschiedenis van de cartografie is dat niet altijd het geval geweest. Op oude kaarten vind je dikwijls het oosten aan de bovenkant. Het schijnt dat het woord oriëntatie daar in oorsprong nog iets mee te maken heeft. Ik bezit een facsimile van een kaart van Nederland en België uit de Atlas Major van Blaeu, deel Belgica uit 1662, met het westen aan de bovenkant. Maar inmiddels worden kaarten in verreweg de meeste gevallen gemaakt met een noordelijke oriëntatie (al is dat strikt genomen een contradictio enzovoorts). Het is natuurlijk wel handig dat vrijwel iedereen dat doet. Het voorkomt allerlei misverstanden. Maar het heeft merkwaardige gevolgen zoals het Maastrichtse voorbeeld aangeeft. En zou iemand overwogen hebben om Australië Down Under te noemen als we per ongeluk hadden afgesproken de wereldkaarten (en de globes) te maken met het zuiden boven?

‘Beneden’ klinkt op de één of andere manier negatiever dan ‘boven’. Zo voelde die Maastrichtenaar dat volgens mij ook. Noord-Zuid tegenstellingen vind je overal. Op wereldschaal: het rijke noorden en het arme zuiden. De Italiaanse Lega-Nord wil zelfs afscheiden van de arme mezzogiorno. In de toen iets minder verenigde Staten werd een burgeroorlog gevoerd langs die lijnen. Wallonië ligt ten zuiden van Vlaanderen. Mensen afkomstig van de Kaukasus worden in Moskou met de nek aangekeken. Er zijn vast ook wel voorbeelden van het tegenovergestelde: Noorwegen, Zweden, Finland, Canada. Maar ja, daar is het0809BS Afrika noorden veel te koud.

Kaarten zijn altijd een vertekening van de werkelijkheid. Dat geeft niet, ze hebben zo hun nut. Navigatie, het vinden van de weg, is misschien oorspronkelijk wel het belangrijkste geweest. Dat wil zeggen, dat bijvoorbeeld de afstanden moeten kloppen en de kompaskoersen recht moeten zijn. Overbodige gegevens kunnen weggelaten worden en er moet altijd gegeneraliseerd worden. Hoe kleiner de schaal hoe meer. En: hoe kleiner de schaal hoe meer de kaartenmaker er last van krijgt dat de aarde niet plat is. Een wereldkaart maken die aan alle eisen die je aan een kaart kunt stellen voldoet is onmogelijk. Hoe geef je een soort bolvorm (eigenlijk een ellipsoïde) weer in een plat vak? Het kan niet. Er zijn veel pogingen gedaan om tot acceptabele projecties te komen. En – afhankelijk van het doel – soms nog wel redelijk geslaagd ook, maar het zijn altijd compromissen en ze leiden bij de argeloze beschouwer tot misverstanden. Zo zijn Canada, Siberië en Antarctica véél kleiner dan je bij het bezien van een cilindrische projectie zou denken. Afrika is veel groter. Er is een kaart (zie afbeelding) van Afrika met zowat de rest van de wereld erin getekend: heel Europa, de Verenigde Staten, India, China en Japan. Bizar!

En al zouden oppervlaktes niet dikwijls vertekend zijn (er zijn wel oppervlaktegetrouwe wereldkaarten, maar die kennen weer andere problemen) dan nog kunnen er misverstanden ontstaan door onoordeelkundige interpretatie van kaarten. Het wijd verbreide misverstand dat Nederland een klein (en dus onbelangrijk) landje zou zijn. ‘Dat kleine landje heeft dat toch maar gefikst’ en ‘Toch knap voor zo’n klein landje’. Inderdaad, we zien een klein oppervlak op de kaart. Maar we zijn wel de zestiende economie op de wereld en de vijfde exporteur (zag ik onlangs tot mijn verrassing in de krant). En qua inwonertal zijn er ook nogal wat landen die minder voorstellen. Van zo’n land mag toch wat gevraagd worden zou je zeggen. In dat verband doet oppervlakte niet ter zake.

Kortom: kaarten zijn handige, zelfs onmisbare, attributen. En ze leiden ras tot wijdverbreide misverstanden.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2011 Henk Klaren
powered by CJ2