archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Van de verkeerde kant Willem Minderhout

0603BS Fietsgoot1
Geachte Heer X,

Hoewel ik mij realiseer dat ik over de schreef ben gegaan en ik mijn optreden ten zeerste betreur, wil ik u mijn kant van het verhaal niet onthouden. Ik ben er van overtuigd dat u begrip zult hebben voor de situatie waarin ik mij bevind. Mijn misstap jegens, in overdreven bewoordingen ‘mishandeling’ van, collega Y zal, zo hoop ik, in een heel ander licht komen te staan.

Ik behoor namelijk tot een kleine minderheidsgroep. Een minderheidsgroep die vrijwel onbekend is bij het grote publiek. Sterker nog: veel van mijn lotgenoten weten zelf niet eens dat ze tot deze minderheidsgroep behoren.
Ook ikzelf heb pas op latere leeftijd ontdekt dat ik ‘anders’ ben dan mijn medemensen. Niet dat er geen aanwijzingen waren. Vanaf mijn eerste voetbalwedstrijdje kwam het al aan het licht, maar er werd niet over gepraat. Stilzwijgend werd ik op links opgesteld, zonder dat daar verder een woord aan vuil werd gemaakt.

Ik realiseerde me mijn afwijking pas toen ik bijna de veertigjarige leeftijd had bereikt. Ik was toen werkzaam bij een bedrijf dat, net als dit bedrijf, over een fietsenkelder beschikt. Ik leidde mijn fiets instinctief via de linker goot naar beneden. Tot mijn verbazing zag ik dat al mijn collega’s de rechter goot namen. Ineens begreep ik iets, waar ik mij mijn leven lang over verbaasd had. Ik had namelijk nooit begrepen waarom de fietsenstandaard altijd aan de verkeerde kant van de fiets zit. Ik moest altijd om mijn fiets heenlopen om de standaard uit of in te klappen. Die standaard stond dus wel aan de goede kant! Ik stond zelf aan de verkeerde kant! Anders dan de overgrote meerderheid van de mensheid zit mijn standbeen rechts en mijn speelbeen links. Ik ben een zielige linkspoot. Ik ben van de verkeerde kant!

Natuurlijk probeerde ik me aan te passen. Krampachtig probeerde ik net als mijn collega’s mijn fiets via de rechter goot de fietsenkelder in en uit te leiden. Struikelingen, schrammen en verstuikingen waren mijn deel.
Nu denkt u natuurlijk dat ik overdrijf. Probeert u, als doodnormale rechtspoot, maar eens de linker goot te nemen. Of, eenvoudiger nog, leg deze brief even ter zijde en loop naar een waterkraan. Neemt u eerst een slok op de wijze waarop u dat gewoon bent. Neem vervolgens een slok waarbij uw hoofd in de andere richting buigt. Wedden dat uw hele colbert onder de spetters zit!

Op een dag zag ik een collega schichtig om zich heen kijken bij de fietsenkelder. Hij zag niemand en stuurde met een opgelucht gezicht zijn fiets de linker goot in. Ik had een lotgenoot ontdekt. Ik zag als het ware mezelf lopen en ik werd getroffen door de schuldbewuste onderdanige houding van de man die de linker goot waagt te nemen. Zo wilde ik niet langer leven. Vanaf die dag neem ik met fier opgeheven hoofd de linker goot en negeer ik de afkeurende blikken van de omstanders. Ik kwam als linkspoot uit de kettingkast!

En, zegt u nu zelf, wat is het probleem? ’s Ochtends gaat iedereen naar beneden, ’s avonds iedereen naar boven. Tegenliggers kom je dus nauwelijks tegen en0603BS Fietsgoot2 als het gebeurt dan ben ik hoffelijk genoeg om mijn fiets op te tillen en even een zijstap te maken.
Mijn zelfbewuste optreden als linkspoot inspireerde een aantal van mijn lotgenoten om hun schuchterheid te laten varen. Ik bleek niet alleen te staan.
Aan deze paradijselijke situatie kwam een einde toen de heer Y mijn afwijkend gedrag gewaar werd. Eerst beperkte hij zich tot het werpen van vuile blikken en het maken van afkeurende opmerkingen. Toen ik hier niet op reageerde veranderde hij van tactiek. Iedere ochtend als ik wilde afdalen naar de fietsenkelder stond hij beneden op me te wachten om via dezelfde goot zijn fiets naar boven te duwen. ‘Gebruik de rechter goot, vuile linkspoot,' beet hij me telkenmale toe als we wiel aan wiel tegenover elkaar stonden. ’s Avonds herhaalde zich deze toestand in omgekeerde richting.

Lang heb ik geprobeerde de eer aan mezelf te houden en gaf ik de heer Y ruim baan. Maar tijdens onze laatste confrontatie knapte er iets. Ik had werk meegenomen naar huis. Daardoor was mijn tas, die ik op de bagagedrager had gebonden, propvol en zwaar. Het had bovendien geregend waardoor de fietsgoot erg glibberig was en ik mijn fiets nauwelijks onder controle had. Halverwege de afdaling zag ik de heer Y opduiken, die met een satanische blik in zijn ogen zijn fiets in mijn goot zette. ´Alstublieft,’ zei ik hem, ’kunt u even wachten tot ik beneden ben? De goot is deze morgen erg glad’. Op het gezicht van Y brak een meedogenloze grijnslach door en hij zette er flink de pas in voor onze dagelijkse confrontatie. Ik zag zijn fiets in hoog tempo naderen. Deze keer hield hij niet eens de pas in toen hij mij naderde. De heer Y lag op ramkoers. 'Hij is een linkspotenrammer', schoot het door me heen. Ik besloot niet te wijken. Te lang had ik gezucht onder zijn terreur. Helaas bleek ik, toen onze fietsen met elkaar in botsing kwamen, de zwakkere partij te zijn. Mijn overladen fiets werd uit de goot gebeukt en ik ging languit.

Ik verloor mijn zelfbeheersing en heb de heer Y een klap - met mijn rechter vuist, want ik ben wel rechtshandig – op zijn grijnzende tronie gegeven. Ik begrijp dat dit onvolwassen gedrag van mijn kant is, maar wel verklaarbaar. Ik werd in mijn identiteit ontkend en dat is niet niks. Ook mensen als ik, met een lichte genetische afwijking, hebben recht op respect. Ik zal mijn ontslag, als u daarin volhardt, dan ook aanvechten bij de Commissie Gelijke Behandeling. Ik ga er vanuit dat u het feit dat u het bestond om mij ‘op staande voet’ te ontslaan uw zaak er niet sterker op maakt. U weet niet eens aan welke kant mijn staande voet zit! Kortom: ik mag dan een linkspoot zijn, maar u heeft helemaal geen poot om op te staan.
 
Uiteraard zal ik, als dit betreurenswaardige incident achter de rug is, weer als vanouds mijn beste beentje voorzetten. 

Met de meeste hoogachting …
 
*****************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?


© 2008 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Het leven zelf" -
Beschouwingen > Het leven zelf
Van de verkeerde kant Willem Minderhout
0603BS Fietsgoot1
Geachte Heer X,

Hoewel ik mij realiseer dat ik over de schreef ben gegaan en ik mijn optreden ten zeerste betreur, wil ik u mijn kant van het verhaal niet onthouden. Ik ben er van overtuigd dat u begrip zult hebben voor de situatie waarin ik mij bevind. Mijn misstap jegens, in overdreven bewoordingen ‘mishandeling’ van, collega Y zal, zo hoop ik, in een heel ander licht komen te staan.

Ik behoor namelijk tot een kleine minderheidsgroep. Een minderheidsgroep die vrijwel onbekend is bij het grote publiek. Sterker nog: veel van mijn lotgenoten weten zelf niet eens dat ze tot deze minderheidsgroep behoren.
Ook ikzelf heb pas op latere leeftijd ontdekt dat ik ‘anders’ ben dan mijn medemensen. Niet dat er geen aanwijzingen waren. Vanaf mijn eerste voetbalwedstrijdje kwam het al aan het licht, maar er werd niet over gepraat. Stilzwijgend werd ik op links opgesteld, zonder dat daar verder een woord aan vuil werd gemaakt.

Ik realiseerde me mijn afwijking pas toen ik bijna de veertigjarige leeftijd had bereikt. Ik was toen werkzaam bij een bedrijf dat, net als dit bedrijf, over een fietsenkelder beschikt. Ik leidde mijn fiets instinctief via de linker goot naar beneden. Tot mijn verbazing zag ik dat al mijn collega’s de rechter goot namen. Ineens begreep ik iets, waar ik mij mijn leven lang over verbaasd had. Ik had namelijk nooit begrepen waarom de fietsenstandaard altijd aan de verkeerde kant van de fiets zit. Ik moest altijd om mijn fiets heenlopen om de standaard uit of in te klappen. Die standaard stond dus wel aan de goede kant! Ik stond zelf aan de verkeerde kant! Anders dan de overgrote meerderheid van de mensheid zit mijn standbeen rechts en mijn speelbeen links. Ik ben een zielige linkspoot. Ik ben van de verkeerde kant!

Natuurlijk probeerde ik me aan te passen. Krampachtig probeerde ik net als mijn collega’s mijn fiets via de rechter goot de fietsenkelder in en uit te leiden. Struikelingen, schrammen en verstuikingen waren mijn deel.
Nu denkt u natuurlijk dat ik overdrijf. Probeert u, als doodnormale rechtspoot, maar eens de linker goot te nemen. Of, eenvoudiger nog, leg deze brief even ter zijde en loop naar een waterkraan. Neemt u eerst een slok op de wijze waarop u dat gewoon bent. Neem vervolgens een slok waarbij uw hoofd in de andere richting buigt. Wedden dat uw hele colbert onder de spetters zit!

Op een dag zag ik een collega schichtig om zich heen kijken bij de fietsenkelder. Hij zag niemand en stuurde met een opgelucht gezicht zijn fiets de linker goot in. Ik had een lotgenoot ontdekt. Ik zag als het ware mezelf lopen en ik werd getroffen door de schuldbewuste onderdanige houding van de man die de linker goot waagt te nemen. Zo wilde ik niet langer leven. Vanaf die dag neem ik met fier opgeheven hoofd de linker goot en negeer ik de afkeurende blikken van de omstanders. Ik kwam als linkspoot uit de kettingkast!

En, zegt u nu zelf, wat is het probleem? ’s Ochtends gaat iedereen naar beneden, ’s avonds iedereen naar boven. Tegenliggers kom je dus nauwelijks tegen en0603BS Fietsgoot2 als het gebeurt dan ben ik hoffelijk genoeg om mijn fiets op te tillen en even een zijstap te maken.
Mijn zelfbewuste optreden als linkspoot inspireerde een aantal van mijn lotgenoten om hun schuchterheid te laten varen. Ik bleek niet alleen te staan.
Aan deze paradijselijke situatie kwam een einde toen de heer Y mijn afwijkend gedrag gewaar werd. Eerst beperkte hij zich tot het werpen van vuile blikken en het maken van afkeurende opmerkingen. Toen ik hier niet op reageerde veranderde hij van tactiek. Iedere ochtend als ik wilde afdalen naar de fietsenkelder stond hij beneden op me te wachten om via dezelfde goot zijn fiets naar boven te duwen. ‘Gebruik de rechter goot, vuile linkspoot,' beet hij me telkenmale toe als we wiel aan wiel tegenover elkaar stonden. ’s Avonds herhaalde zich deze toestand in omgekeerde richting.

Lang heb ik geprobeerde de eer aan mezelf te houden en gaf ik de heer Y ruim baan. Maar tijdens onze laatste confrontatie knapte er iets. Ik had werk meegenomen naar huis. Daardoor was mijn tas, die ik op de bagagedrager had gebonden, propvol en zwaar. Het had bovendien geregend waardoor de fietsgoot erg glibberig was en ik mijn fiets nauwelijks onder controle had. Halverwege de afdaling zag ik de heer Y opduiken, die met een satanische blik in zijn ogen zijn fiets in mijn goot zette. ´Alstublieft,’ zei ik hem, ’kunt u even wachten tot ik beneden ben? De goot is deze morgen erg glad’. Op het gezicht van Y brak een meedogenloze grijnslach door en hij zette er flink de pas in voor onze dagelijkse confrontatie. Ik zag zijn fiets in hoog tempo naderen. Deze keer hield hij niet eens de pas in toen hij mij naderde. De heer Y lag op ramkoers. 'Hij is een linkspotenrammer', schoot het door me heen. Ik besloot niet te wijken. Te lang had ik gezucht onder zijn terreur. Helaas bleek ik, toen onze fietsen met elkaar in botsing kwamen, de zwakkere partij te zijn. Mijn overladen fiets werd uit de goot gebeukt en ik ging languit.

Ik verloor mijn zelfbeheersing en heb de heer Y een klap - met mijn rechter vuist, want ik ben wel rechtshandig – op zijn grijnzende tronie gegeven. Ik begrijp dat dit onvolwassen gedrag van mijn kant is, maar wel verklaarbaar. Ik werd in mijn identiteit ontkend en dat is niet niks. Ook mensen als ik, met een lichte genetische afwijking, hebben recht op respect. Ik zal mijn ontslag, als u daarin volhardt, dan ook aanvechten bij de Commissie Gelijke Behandeling. Ik ga er vanuit dat u het feit dat u het bestond om mij ‘op staande voet’ te ontslaan uw zaak er niet sterker op maakt. U weet niet eens aan welke kant mijn staande voet zit! Kortom: ik mag dan een linkspoot zijn, maar u heeft helemaal geen poot om op te staan.
 
Uiteraard zal ik, als dit betreurenswaardige incident achter de rug is, weer als vanouds mijn beste beentje voorzetten. 

Met de meeste hoogachting …
 
*****************************
Literair cabaretprogramma bij u thuis?
© 2008 Willem Minderhout
powered by CJ2