archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Galerie delen printen terug
Art Unlimited: kaartenrekkenmuseum Peter Schröder

0718BZ Jossmit
Jos Smits’ Art Unlimited: intuïtieve cultuurspreiding

Prentbriefkaarten waren ooit een belangrijk medium voor de verspreiding van een zeer breed en levendig aanbod aan nieuwswaardige en kunstzinnige plaatjes. Vandaag is het aanbod sterk gekrompen en vooral verschraald - tot fantasieloos Grootste Gemene Deler werk. Gelukkig zijn er nog een paar onafhankelijker opererende kaartenuitgevers die met succes een eigenzinnige collectie aan de man weten te brengen. Zo zorgt Mieke Plaizier vanuit Brussel voor een verrassende collectie en brengt vanuit Amsterdam Jos Smit een nog veel uitgebreider verzameling. De geschiedenis wil dat de eerste postkaarten van zowel Mieke als Jos in 1981 werden gedrukt bij de Brusselse drukkerij van Mieke’s man Wijnand. (1) Later hopelijk iets over uitgeverij Plaizier, deze keer meer over Jos Smits’ Art Unlimited, een gedroomd voorbeeld van succesvolle cultuurspreiding.
 
Niet zo….
Je loopt naar de winkel voor een kaart om iemand te feliciteren met iets heuglijks (zijn verjaardag, jubileum) of haar/hem het beste te wensen in het Nieuwe Jaar of met het herstel van zijn gezondheid. Je treft daar een rek met wenskaarten, een bonte verzameling kaarten, maar allemaal even wezenloos: plaatjes van grappige beertjes, babietjes, kuikentjes, bloemetjes, taarten en champagneflessen voorzien van al even olijke uitroepen.
Wat een treurnis. Wat moet je er mee? Wie zit hierop te wachten?

Hoe zit het ook weer: sinds de Internetrevolutie leven we in een wereld van beeldcultuur, was het niet? We worden overspoeld met images; plaatjes, foto’s, films, beeldschermwerk, tekeningen en schilderwerk. Steeds meer eigen apparaten (telefoons, computers, muziekspelers) met een plaatjesfunctie, iedereen zijn eigen plaatjesleven uit zijn eigen camera’s. We versturen nu toch onze eigen individuele plaatjesboodschappen? Nemen we niet deel aan de digitale massa-individualisering waarin we ons eigen individuele ding doen? We mailen, Twitteren en Flickeren toch onze eigen e-cards, kiekjes en tekeningen naar de hele massa-mensheid waarmee we digitaal genetwerkt zijn? We hebben dat voorgeprogrammeerde ouderwetse drukwerk van de prentbriefkaart toch helemaal niet meer nodig?

Ja en nee; van de traditionele prentbriefkaartencultuur van onze ouders die tussen 1900 en 1955 bloeide is niet veel meer over. De plaatjes van de Perenstraat / hoek Appelstraat, In de duinen, de Watersnood van 1916, Maria Callas, Een panfluitbespeler, Het boerenleven en meer van dat moois, die maken we nu zelf of zien we op de beeldbuis en in de kranten. Ook de categorie (vakantie) Groeten uit… is behoorlijk uitgedund. Voor die wezenloze wenskaarten is er nog steeds een onverwoestbare massamarkt met ouderwetse confectie - die niet beperkt is tot de rollatorgeneratie.
Maar gelukkig is er naast dit massaverdriet nog veel te beleven in omvangrijke niche markten met een veel mooier aanbod.

Maar zo…….
Je staat bij het kaartenrek van een museum of een boekhandel en vindt daar in een sobere uniforme vormgeving een willekeurig aandoende verzameling. Je wordt verrast door onverwacht mooie, intrigerende, originele plaatjes: een affiche voor de Holland Afrika Lijn van Jan Lavies, een vooroorlogse foto van Straatmuzikanten in de sneeuw (uit het Spaarnestadarchief), de tekening Vrije Geluiden van Frank Dam, een foto van Shocking Blue, de tekening De school der snelheid van Jeroen Henneman, maar ook La toilette van Bonnard of Dag en nacht van Escher. Wat een onverwacht genoegen! En voor je het weet ga je naar huis met verrassende aanwinsten uit deze verzameling, om zomaar wat weg te sturen, of om thuis ergens neer te zetten.

Waar komen die kaarten vandaan? Tien tegen één dat ze zijn uitgegeven door het Nederlandse bedrijf Art Unlimited. Jos Smit (*2 december 1952) is de samensteller en uitgever van een opmerkelijke stroom Onbegrensde Kunst op postkaarten die zeer heterogeen, maar tegelijk herkenbaar is. Art Unlimited is de rode draad die de Zonnebloemen van Van Gogh verbindt met het Parlophone label van Seven lonely days van Bonnie Lou, met de Teddyberen van Mirja de Vries, met Het zonnedier van Karel Appel, met Pulling babies van Ger van Elk, met het bordje Niet zingen, met Nijntje van Dick Bruna, met een foto van Kerstfeest vierende soldaten uit de WO 1 (Spaarnestadarchief), Ochtendwandeling van Nicolaas Werkman, en ja, ook met dames van Nico Vrielink, landschap van Martin Kers en bloemen van Paul Huf. Het is de gelukkige greep uit canonieke kunst, toevallige vondsten en publieksvriendelijke plaatjes van Jos Smit: voor elck wat wils, maar toch persoonlijk.
Unlimited: Lucebert hierover gezegd: ’Slechte naam want kunst is al ongelimiteerd’. Maar Unlimited is dan ook een programma: niet de kunst van gelimiteerde oplagen van grafiek en foto’s, of van alleen voor miljonairs bereikbare schilder- en beeldhouwwerk, maar kwalitatief goede reproducties voor iedere liefhebber – op postkaarten.

Wat voor wie?
Smit brengt plaatjes die hij zelf mooi vindt: 'Als ik het mooi vindt zullen er wel meer zijn,' is zijn uitgangspunt. Er waren en zijn flink wat meer liefhebbers en dat leverde tot nu toe in 35 verschillende landen meer dan 300 miljoen verkochte postkaarten op met 20.000 verschillende plaatjes. En jaarlijks komen er 2.000 nieuwe plaatjes bij. Smit rept van 'bewuste toepassing van marketing techniek', maar kan over zijn koperspubliek niet veel meer melden dan dat het om mensen gaat met 'een passie voor plaatjes', een 'segment met een geïnteresseerde blik'. Daarmee wordt weinig verklaard. Het vage publiek van Art Unlimited wordt wat betreft de samenstelling van het aanbod eigenlijk bestookt met een weinig precies schot hagel en dat raakt tot nu toe behoorlijk wat geïnteresseerden.

Jos Smit studeerde tot 1975 kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit bij Hans Rookmaaker, die de studenten bombardeerde met eindeloze reeksen plaatjes (van kunstwerken). Het leerde hem vooral goed kijken naar wat er op een schilderij of tekening te zien was. Smit zag al gauw dat hij later met de bij Rookmaaker opgedane kunstkennis op de arbeidsmarkt niet veel voor elkaar zou kunnen krijgen, maar het systematische kijken dat hij daar leerde komt Smit nog steeds goed van pas. Goede plaatjes moeten iets oproepen, een verhaal kunnen vertellen.
De studie werd in 1979 afgebroken en Jos begon een boekwinkel en daarna (1980) met Adriaan van der Have de eerste Art Unlimited winkel. Een opvallend signaal was de affiche (later ook een kaart) met een intrigerende foto, van Cees van Gelderen, van een blote dikke vrouw in Lotuszit: Maja van den Broecke (gedrukt bij Plaizier). Het eerste succes (1981) was een overzichtstekening van de Leidsestraat in Amsterdam, in de stijl van Saul Steinberg.

De wereld van kunst en cultuur
Al gauw volgden uitgaven van (levende) Nederlandse kunstenaars als Jeroen Henneman, Teun Hocks, Ger van Elk, Jan Dibbets en Frank Dam en van daaruit kwamen de museale collecties in binnen- en buitenland aan de beurt, waarmee een representatieve steekproef uit de Canon van de schilderkunst van Middeleeuwen tot nu tot stand kwam. In het begin was het niet makkelijk om contemporaine kunstenaars (als Karel Appel) te strikken voor postkaarten, omdat er vergeleken met de verkoop van een werk nauwelijks mee te verdienen valt. Maar al snel werd in de kunstwereld duidelijk dat postkaarten geweldig belangrijk konden zijn als (heel goedkope) reclame voor een oeuvre. Vóór een galeriehouder of een museumdirecteur werk van je in huis haalt heeft hij al lang en breed een hele serie kaarten met je werk op zijn bureau.
Na de traditionele Kunst vormden foto’s van contemporaine fotografen, maar ook uit collecties als het Spaarnestad fotoarchief, een steeds groter bestanddeel van het aanbod. En door dat alles heen kwamen steeds meer kaarten uit met plaatjes uit oude paperassen: verpakkingsmateriaal, catalogi, affiches, bordjes en wat al niet; zeg maar het erfgoed van de meer volkse cultuur.

Het museale publiek vormt een belangrijke kern van de markt van Art Unlimited. Bezoekers van musea kennen de Mona Lisa van een plaatje uit een boek of van een kaart en komen haar dan in het ‘echt’ bekijken – en kopen dan weer kaarten van haar om een stoffelijke herinnering aan die museumervaring mee naar huis te nemen. Postkaarten zijn betaalbaar en hanteerbaarder dan de plaatjes op Internet, of die plaatjes in een Kunstboek. Aanschaf van museale kunst vraagt om het budget van een topsporter of een financiële knoeier, postkaarten zijn voor iedereen bereikbaar en vormen een uitbreiding van de cultuurparticipatie in de breedte.
De museale markt is een stabiele markt, zo oud als de postkaart, en Art Unlimited is daar niet uniek, de musea zelf en zeer grote internationale uitgevers zijn er actief. Wel wist Jos Smit daar door te dringen in een periode waarin de musea beseften dat museumwinkels belangrijke winstmakers waren geworden en een steeds breder aanbod gingen voeren. Zo gingen ze naast kaarten met De Nachtwacht ook kaarten met journalistieke foto’s, plaatjes van mooie etiketten programmaboekjes (en ook puzzels en glazen) verkopen.

Voorbeeldige cultuurspreiding
Dezelfde kaarten van Art Unlimited kwamen ook in steeds meer boekwinkels en andere winkels te liggen: vooral betere boekwinkels voor iets beschaafdere mensen. Bij de boeken gaan makkelijk wat laagdrempelige kaarten (wat kost dat nu helemaal) uit het zich steeds vernieuwende aanbod van Art Unlimited over de toonbank. En zo was er weer een uitgebreider liefhebbersbalie voor de kennismaking met oude en nieuwe kunst en meer volkse cultuur. De kaarten werden verstuurd naar al die vrienden en kennissen. En de kaartenkopers gingen op bezoek bij het theatermuseum of naar die film waar die affiches naar verwezen. De (door ons gezamenlijk betaalde) collecties van musea en archieven werden door Internet veel en veel beter toegankelijk. Maar tegelijk kregen de verzamelde werken van die collecties op postkaarten een nog elegantere verspreiding.
Art Unlimited heeft met zijn postkaarten de latente belangstelling voor allerhande hogere en lagere cultuur wakker gemaakt en blijft de ontstane vraag met een verfrissend aanbod bedienen. Aan deze succesvolle cultuurspreiding is geen cultuurbeleid (noch overheidssubsidie) te pas gekomen.
 
Jos Smit mag trots zijn op het resultaat van zijn intuïtie en goede smaak bij het opbouwen van het virtuele Art Unlimited kaartenmuseum (virtueel, zou het niet een idee zijn om al die kaarten eens in het echt te exposeren?). Maar ook op zijn improviserende organisatietalent, want ideeën zijn belangrijk, maar zonder zakelijke daden kom je er niet. Zonder het oplossen van al die hardnekkige problemen die de productie en distributie met zich meebrengen was het nooit iets geworden. De juiste man was met de juiste zaken op de juiste plaats op het juiste moment. En heeft nog steeds weinig collega’s. Kunstenaar Wim Schippers zei eens dat hij niet in een traditionele galerie hoefde te hangen omdat zijn galerie de televisie was. Jos Smit heeft een eigen wereldmuseum opgebouwd in kaartenrekken.
 
[1] Zowel Mieke Plaizier als Art Unlimited (gedreven door Jos’ vriendin Sacha Siebels) hebben ook een winkel waarin eigen kaarten en die van anderen worden verkocht :
Art Unlimited, Keizersgracht 510, 1017 EJ Amsterdam + 31 (0)20 6248419
Plaizier, Spoormakersstraat 50 te 1000 Brussel, + 32 (0)02-513.47.30
 
*********************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2010 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Galerie" -
Bezigheden > Galerie
Art Unlimited: kaartenrekkenmuseum Peter Schröder
0718BZ Jossmit
Jos Smits’ Art Unlimited: intuïtieve cultuurspreiding

Prentbriefkaarten waren ooit een belangrijk medium voor de verspreiding van een zeer breed en levendig aanbod aan nieuwswaardige en kunstzinnige plaatjes. Vandaag is het aanbod sterk gekrompen en vooral verschraald - tot fantasieloos Grootste Gemene Deler werk. Gelukkig zijn er nog een paar onafhankelijker opererende kaartenuitgevers die met succes een eigenzinnige collectie aan de man weten te brengen. Zo zorgt Mieke Plaizier vanuit Brussel voor een verrassende collectie en brengt vanuit Amsterdam Jos Smit een nog veel uitgebreider verzameling. De geschiedenis wil dat de eerste postkaarten van zowel Mieke als Jos in 1981 werden gedrukt bij de Brusselse drukkerij van Mieke’s man Wijnand. (1) Later hopelijk iets over uitgeverij Plaizier, deze keer meer over Jos Smits’ Art Unlimited, een gedroomd voorbeeld van succesvolle cultuurspreiding.
 
Niet zo….
Je loopt naar de winkel voor een kaart om iemand te feliciteren met iets heuglijks (zijn verjaardag, jubileum) of haar/hem het beste te wensen in het Nieuwe Jaar of met het herstel van zijn gezondheid. Je treft daar een rek met wenskaarten, een bonte verzameling kaarten, maar allemaal even wezenloos: plaatjes van grappige beertjes, babietjes, kuikentjes, bloemetjes, taarten en champagneflessen voorzien van al even olijke uitroepen.
Wat een treurnis. Wat moet je er mee? Wie zit hierop te wachten?

Hoe zit het ook weer: sinds de Internetrevolutie leven we in een wereld van beeldcultuur, was het niet? We worden overspoeld met images; plaatjes, foto’s, films, beeldschermwerk, tekeningen en schilderwerk. Steeds meer eigen apparaten (telefoons, computers, muziekspelers) met een plaatjesfunctie, iedereen zijn eigen plaatjesleven uit zijn eigen camera’s. We versturen nu toch onze eigen individuele plaatjesboodschappen? Nemen we niet deel aan de digitale massa-individualisering waarin we ons eigen individuele ding doen? We mailen, Twitteren en Flickeren toch onze eigen e-cards, kiekjes en tekeningen naar de hele massa-mensheid waarmee we digitaal genetwerkt zijn? We hebben dat voorgeprogrammeerde ouderwetse drukwerk van de prentbriefkaart toch helemaal niet meer nodig?

Ja en nee; van de traditionele prentbriefkaartencultuur van onze ouders die tussen 1900 en 1955 bloeide is niet veel meer over. De plaatjes van de Perenstraat / hoek Appelstraat, In de duinen, de Watersnood van 1916, Maria Callas, Een panfluitbespeler, Het boerenleven en meer van dat moois, die maken we nu zelf of zien we op de beeldbuis en in de kranten. Ook de categorie (vakantie) Groeten uit… is behoorlijk uitgedund. Voor die wezenloze wenskaarten is er nog steeds een onverwoestbare massamarkt met ouderwetse confectie - die niet beperkt is tot de rollatorgeneratie.
Maar gelukkig is er naast dit massaverdriet nog veel te beleven in omvangrijke niche markten met een veel mooier aanbod.

Maar zo…….
Je staat bij het kaartenrek van een museum of een boekhandel en vindt daar in een sobere uniforme vormgeving een willekeurig aandoende verzameling. Je wordt verrast door onverwacht mooie, intrigerende, originele plaatjes: een affiche voor de Holland Afrika Lijn van Jan Lavies, een vooroorlogse foto van Straatmuzikanten in de sneeuw (uit het Spaarnestadarchief), de tekening Vrije Geluiden van Frank Dam, een foto van Shocking Blue, de tekening De school der snelheid van Jeroen Henneman, maar ook La toilette van Bonnard of Dag en nacht van Escher. Wat een onverwacht genoegen! En voor je het weet ga je naar huis met verrassende aanwinsten uit deze verzameling, om zomaar wat weg te sturen, of om thuis ergens neer te zetten.

Waar komen die kaarten vandaan? Tien tegen één dat ze zijn uitgegeven door het Nederlandse bedrijf Art Unlimited. Jos Smit (*2 december 1952) is de samensteller en uitgever van een opmerkelijke stroom Onbegrensde Kunst op postkaarten die zeer heterogeen, maar tegelijk herkenbaar is. Art Unlimited is de rode draad die de Zonnebloemen van Van Gogh verbindt met het Parlophone label van Seven lonely days van Bonnie Lou, met de Teddyberen van Mirja de Vries, met Het zonnedier van Karel Appel, met Pulling babies van Ger van Elk, met het bordje Niet zingen, met Nijntje van Dick Bruna, met een foto van Kerstfeest vierende soldaten uit de WO 1 (Spaarnestadarchief), Ochtendwandeling van Nicolaas Werkman, en ja, ook met dames van Nico Vrielink, landschap van Martin Kers en bloemen van Paul Huf. Het is de gelukkige greep uit canonieke kunst, toevallige vondsten en publieksvriendelijke plaatjes van Jos Smit: voor elck wat wils, maar toch persoonlijk.
Unlimited: Lucebert hierover gezegd: ’Slechte naam want kunst is al ongelimiteerd’. Maar Unlimited is dan ook een programma: niet de kunst van gelimiteerde oplagen van grafiek en foto’s, of van alleen voor miljonairs bereikbare schilder- en beeldhouwwerk, maar kwalitatief goede reproducties voor iedere liefhebber – op postkaarten.

Wat voor wie?
Smit brengt plaatjes die hij zelf mooi vindt: 'Als ik het mooi vindt zullen er wel meer zijn,' is zijn uitgangspunt. Er waren en zijn flink wat meer liefhebbers en dat leverde tot nu toe in 35 verschillende landen meer dan 300 miljoen verkochte postkaarten op met 20.000 verschillende plaatjes. En jaarlijks komen er 2.000 nieuwe plaatjes bij. Smit rept van 'bewuste toepassing van marketing techniek', maar kan over zijn koperspubliek niet veel meer melden dan dat het om mensen gaat met 'een passie voor plaatjes', een 'segment met een geïnteresseerde blik'. Daarmee wordt weinig verklaard. Het vage publiek van Art Unlimited wordt wat betreft de samenstelling van het aanbod eigenlijk bestookt met een weinig precies schot hagel en dat raakt tot nu toe behoorlijk wat geïnteresseerden.

Jos Smit studeerde tot 1975 kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit bij Hans Rookmaaker, die de studenten bombardeerde met eindeloze reeksen plaatjes (van kunstwerken). Het leerde hem vooral goed kijken naar wat er op een schilderij of tekening te zien was. Smit zag al gauw dat hij later met de bij Rookmaaker opgedane kunstkennis op de arbeidsmarkt niet veel voor elkaar zou kunnen krijgen, maar het systematische kijken dat hij daar leerde komt Smit nog steeds goed van pas. Goede plaatjes moeten iets oproepen, een verhaal kunnen vertellen.
De studie werd in 1979 afgebroken en Jos begon een boekwinkel en daarna (1980) met Adriaan van der Have de eerste Art Unlimited winkel. Een opvallend signaal was de affiche (later ook een kaart) met een intrigerende foto, van Cees van Gelderen, van een blote dikke vrouw in Lotuszit: Maja van den Broecke (gedrukt bij Plaizier). Het eerste succes (1981) was een overzichtstekening van de Leidsestraat in Amsterdam, in de stijl van Saul Steinberg.

De wereld van kunst en cultuur
Al gauw volgden uitgaven van (levende) Nederlandse kunstenaars als Jeroen Henneman, Teun Hocks, Ger van Elk, Jan Dibbets en Frank Dam en van daaruit kwamen de museale collecties in binnen- en buitenland aan de beurt, waarmee een representatieve steekproef uit de Canon van de schilderkunst van Middeleeuwen tot nu tot stand kwam. In het begin was het niet makkelijk om contemporaine kunstenaars (als Karel Appel) te strikken voor postkaarten, omdat er vergeleken met de verkoop van een werk nauwelijks mee te verdienen valt. Maar al snel werd in de kunstwereld duidelijk dat postkaarten geweldig belangrijk konden zijn als (heel goedkope) reclame voor een oeuvre. Vóór een galeriehouder of een museumdirecteur werk van je in huis haalt heeft hij al lang en breed een hele serie kaarten met je werk op zijn bureau.
Na de traditionele Kunst vormden foto’s van contemporaine fotografen, maar ook uit collecties als het Spaarnestad fotoarchief, een steeds groter bestanddeel van het aanbod. En door dat alles heen kwamen steeds meer kaarten uit met plaatjes uit oude paperassen: verpakkingsmateriaal, catalogi, affiches, bordjes en wat al niet; zeg maar het erfgoed van de meer volkse cultuur.

Het museale publiek vormt een belangrijke kern van de markt van Art Unlimited. Bezoekers van musea kennen de Mona Lisa van een plaatje uit een boek of van een kaart en komen haar dan in het ‘echt’ bekijken – en kopen dan weer kaarten van haar om een stoffelijke herinnering aan die museumervaring mee naar huis te nemen. Postkaarten zijn betaalbaar en hanteerbaarder dan de plaatjes op Internet, of die plaatjes in een Kunstboek. Aanschaf van museale kunst vraagt om het budget van een topsporter of een financiële knoeier, postkaarten zijn voor iedereen bereikbaar en vormen een uitbreiding van de cultuurparticipatie in de breedte.
De museale markt is een stabiele markt, zo oud als de postkaart, en Art Unlimited is daar niet uniek, de musea zelf en zeer grote internationale uitgevers zijn er actief. Wel wist Jos Smit daar door te dringen in een periode waarin de musea beseften dat museumwinkels belangrijke winstmakers waren geworden en een steeds breder aanbod gingen voeren. Zo gingen ze naast kaarten met De Nachtwacht ook kaarten met journalistieke foto’s, plaatjes van mooie etiketten programmaboekjes (en ook puzzels en glazen) verkopen.

Voorbeeldige cultuurspreiding
Dezelfde kaarten van Art Unlimited kwamen ook in steeds meer boekwinkels en andere winkels te liggen: vooral betere boekwinkels voor iets beschaafdere mensen. Bij de boeken gaan makkelijk wat laagdrempelige kaarten (wat kost dat nu helemaal) uit het zich steeds vernieuwende aanbod van Art Unlimited over de toonbank. En zo was er weer een uitgebreider liefhebbersbalie voor de kennismaking met oude en nieuwe kunst en meer volkse cultuur. De kaarten werden verstuurd naar al die vrienden en kennissen. En de kaartenkopers gingen op bezoek bij het theatermuseum of naar die film waar die affiches naar verwezen. De (door ons gezamenlijk betaalde) collecties van musea en archieven werden door Internet veel en veel beter toegankelijk. Maar tegelijk kregen de verzamelde werken van die collecties op postkaarten een nog elegantere verspreiding.
Art Unlimited heeft met zijn postkaarten de latente belangstelling voor allerhande hogere en lagere cultuur wakker gemaakt en blijft de ontstane vraag met een verfrissend aanbod bedienen. Aan deze succesvolle cultuurspreiding is geen cultuurbeleid (noch overheidssubsidie) te pas gekomen.
 
Jos Smit mag trots zijn op het resultaat van zijn intuïtie en goede smaak bij het opbouwen van het virtuele Art Unlimited kaartenmuseum (virtueel, zou het niet een idee zijn om al die kaarten eens in het echt te exposeren?). Maar ook op zijn improviserende organisatietalent, want ideeën zijn belangrijk, maar zonder zakelijke daden kom je er niet. Zonder het oplossen van al die hardnekkige problemen die de productie en distributie met zich meebrengen was het nooit iets geworden. De juiste man was met de juiste zaken op de juiste plaats op het juiste moment. En heeft nog steeds weinig collega’s. Kunstenaar Wim Schippers zei eens dat hij niet in een traditionele galerie hoefde te hangen omdat zijn galerie de televisie was. Jos Smit heeft een eigen wereldmuseum opgebouwd in kaartenrekken.
 
[1] Zowel Mieke Plaizier als Art Unlimited (gedreven door Jos’ vriendin Sacha Siebels) hebben ook een winkel waarin eigen kaarten en die van anderen worden verkocht :
Art Unlimited, Keizersgracht 510, 1017 EJ Amsterdam + 31 (0)20 6248419
Plaizier, Spoormakersstraat 50 te 1000 Brussel, + 32 (0)02-513.47.30
 
*********************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2010 Peter Schröder
powered by CJ2