archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
Vaarwel commandant | Willem Minderhout | |||
In een vorig nummer van de Leunstoel* schreef ik dat de uitvoering van Song for Che door Robert Wyatt mijn eerste kennismaking met de muziek van Charlie Haden was. Eerlijk gezegd vond en vind ik de uitvoering van Robert Wyatt beter dan de uitvoering van dit nummer van Charlie Haden zelf. De oorspronkelijke uitvoering uit 1970 hoorde ik pas in 1996 toen die plaat van het Liberation Music Orchestra op CD uitkwam.
Ik kreeg bij het beluisteren van de originele versie een acute flash back. Haden heeft er namelijk een flard van Hasta Siempre van Carlos Puebla doorheen gemengd. Nu ben ik geen kenner van Cubaanse muziek, maar dit fragment herkende ik meteen. Als achttienjarige jongen was ik al zwervend door Frankrijk en Spanje in Alcira, in de buurt van Valencia, terechtgekomen om werk te zoeken. Alcira – la patria de la naranja (het vaderland van de sinaasappel) – is omringd door enorme sinaasappelboomgaarden en er zou in de oogsttijd veel werk te vinden zijn.
Wij, een Engelsman, een Spanjaard, een Fransman en ik, woonden eerst in een droge rivierbedding, totdat het iets te vaak begon te regenen. Daarop betrokken we een verlaten krot dat op het punt stond gesloopt te worden. Iedere ochtend, heel vroeg, gingen we naar een pleintje in het dorp waar de ploegbazen hun plukploegen samenstelden. De sinaasappelboomgaarden waren echte latifundiae, waarvan de eigenaars ergens in de stad woonden. Het oogsten werd uitbesteed aan een soort jefes die iedere dag weer een groep dagloners ronselden. Aanbod zat, want het pleintje zag altijd zwart van de mensen.
Helaas werden de Engelsman Glen en ik nooit gekozen. Werken in de sinaasappelpluk was namelijk illegaal voor buitenlanders. Gelukkig werden we op een avond gerekruteerd door de voorman van een sinaasappelfabriek, die blijkbaar werk had dat geen enkele Spanjaard wilde doen. Glen moest alle sinaasappels op een lopende band gooien. Aan de lopende band stonden een heleboel meisjes die de op grootte gesorteerde sinaasappels in een papiertje verpakten en in sierkratjes stopten. Aan het eind van de lopende band stond ik. Ik moest alles wat niet aan de eisen voldeed weer in kratten gooien. Die gingen naar de sinaasappelverwerkende industrie. Prachtig werk van zonsopgang tot zonsondergang. Ik stonk een uur in de wind, want ik kon me alleen een beetje opfrissen bij een openbare wasplaats. Om weer een beetje mens te worden huurde ik ieder weekeinde een kamer in Valencia om te douchen en goed te slapen.
Het was najaar 1977, Franco was nog maar twee jaar dood, en het wemelde van de ‘revolutionairen’ in de straten van Valencia, rond de Plaza de la Virgen. De communistische (CCOO, Commissiones Obreras) en de anarchistische vakbond (CNT, Confederacion Nacional del Trabajo) waren overal zichtbaar aanwezig. Ik vond het prachtig, want ik waande me ineens in de wereld van For Whom the Bell Tolls van Hemingway, Homage to Catalonia van George Orwell, en De Korte Zomer van de Anarchie van Hans Magnus Enzensberger. (Drie van mijn lievelingsboeken in die tijd.)
Ook in Alcira was de CNT actief onder de dagloners. Op een avond werden we door een jongen van die anarchistische vakbond meegenomen naar een concert. Op een podium in een wat vervallen loods, of zoiets, zaten vier – in mijn herinnering – stokoude mannen, van wie er één op een theekist zat waar een aantal ijzeren tongen uitstaken. Dat was de bas. Toen de ouwetjes begonnen te zingen liepen de rillingen over mijn rug. Wat een kracht! Ze zongen een lied over ‘Comandante Che Guevarra’, een lied dat een verpletterende indruk op me maakte. Ik was het al weer lang vergeten tot ik het twintig jaar later ineens herkende op die plaat van Charlie Haden. Het bleek Hasta Siempre, (Voor altijd. Steeds weer), te heten en is het officieuze volkslied van Cuba. Achteraf verbaast het me dat die oude Cubaanse communisten voor de Spaanse anarchisten optraden. Dat kon toen blijkbaar.
Is het een revolutionair lied? Nu ik in staat ben om de tekst te verstaan blijkt die van een zoetheid die het glazuur van je tanden doet springen. La Virgen lijkt als object van devotie te zijn vervangen door El Comandante. Het volk gaat weer in aanbidding op de knietjes.
Wat een sentimentele schmalz! Maar die muziek en die stemmen blijven prachtig en doen me telkens weer terugdenken aan mijn sinaasappelfabriek in Alcira en die onbezorgde avonden in Valencia.
* Willem Minderhout (2006). Het andere Amerika van Charlie Haden. De Leunstoel, 3, 10 (16 maart).
** De tekst en de vertaling (ook in andere talen) vindt men hier: http://www.marxists.org/subject/art/music/puebla-carlos/lyrics/hasta-siempre.htm
**************************************
Beetje tot rust komen? Kijk op www.canarias.nl . |
||||
© 2006 Willem Minderhout | ||||
powered by CJ2 |