archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
Vakantie in Engeland | Arie de Jong | |||
Eindelijk, na drie jaar, konden we weer een week of vier naar Engeland, na alle restricties door corona. Dat was weer erg leuk. Engeland verschilt niet zo veel van Nederland, maar allerlei verschillen vallen op. Het is in Engeland niet beter of slechter dan in Nederland, en heel veel is ongeveer hetzelfde, maar er zitten soms flinke verschillen tussen. Kun je nagaan hoe het is als je Nederland vergelijkt met een land veel verder weg. Wat valt zoal op voor iemand uit Nederland die enkele weken in Engeland is? Rijden Het verkeer. Dat je links moet rijden, daar wen je snel aan. Dat veel wegen erg bochtig zijn en voor je gevoel te smal, dat is andere koek. Dat fietsers er niet welkom zijn en dat de wegen er niet op ingericht zijn, of dat automobilisten alleen met een boog van meters om een fietser willen rijden bij het passeren, met alle gedoe van dien. Dat veel wegen een desastreuze indruk maken, met kuilen, te diepe putten, gescheurd asfalt. Dat als ze wegen opknappen, dat nog vaak gebeurt met losse steenslag die op kan springen. En dat ze je dan vragen om hooguit 20 mijl per uur te rijden en dat helemaal niemand zich daaraan houdt. Dat overal rotondes zijn, ook waar een gewoon kruispunt is gebleven, maar dan wel met een witte stip in het midden. Dat alleen op de ‘echte snelwegen’ (motorways) geen fietsen of trekkers mogen, maar dat je op een gewone snelweg (met een A-nummer) wel geconfronteerd wordt met fietsers (die voor de zekerheid gaan rijden op soms aanwezige smalle voetpaden). Dat, vooral in de spits, nogal wat wegen het verkeer niet aankunnen en er forse files ontstaan, elke dag weer. Dat links rijden valt voor de bestuurder wel mee, maar voor mijn partner waren die smalle en bochtige wegen vaak genoeg reden om een gilletje of een vloek te laten horen, als er weer eens plotseling een tegemoetkomende auto opdook na een bocht of als een vrachtauto geen kans zag binnen de lijnen te blijven (een paar jaar terug werd onze buitenspiegel er af gereden, met een fikse klap). Kopen De winkels. Net als in Frankrijk en andere landen tref je buiten de winkelcentra grote vestigingen aan van Tesco, ASDA, Morrisons of Sainsbury. De kaalslag in winkelstraten is soms weerzinwekkend. Deze megawinkels zijn zo veel goedkoper dan zelfstandige slagers, bakkers en groentewinkels dat daar weinig of niets meer van over is. Zulke ‘superstores’ lijken wel wat op de Albert Heijn, Jumbo, Dirk of Hoogvliet zoals wij die kennen, maar dan groter en buiten het centrum en voorzien van grote parkeerterreinen. Het assortiment is grotendeels eender als in Nederland, maar dan met meer ‘non-food’-producten. Bij de heel grote winkels kun je zelfs televisies en kleren kopen. Maar geen karnemelk. Opvallend vind ik ook dat men alleen kleine en meestal onrijpe appels verkoopt. Bij de koffie is oploskoffie de norm, en heel veel producten zijn meer dan in Nederland extra gesuikerd. In Nederland koop ik wel ongezouten pinda’s en cashewnoten, maar daar moet je in Engeland niet mee aankomen. Alles is gezouten. Opvallend vond ik ook dat het merendeel van de sla voorgesneden in zakken zit en dat bij de slakroppen het gaat om kleine compacte ijsbergsla en slechts zelden gewone sla (en dan ook nog van die lullige kleine kroppen). En dan de componenten van een Engels ontbijt: witte bonen in tomatensaus, bacon, worstjes, alles in overvloed, net als ontbijtgranen (met de nadruk op de gesuikerde varianten). Alcoholvrij bier is er in minimale hoeveelheden en vrij duur als je dat vergelijkt met Nederland. Kortom, je moet wel goed opletten bij wat je wilt kopen, en het is ook in die superstores bijna allemaal duurder dan wij gewend zijn. Lopen Het wandelen. Hoe heerlijk is het niet dat je nagenoeg overal in Engeland veel en goed belopen wandelpaden hebt. Je moet soms wel veel klimmen en dalen, accepteren dat ook paarden en mountainbikes van de wandelpaden gebruik maken, maar in vergelijking met Nederland is het welhaast paradijselijk. Dwars door boerenland, door afwisselende natuur, lekker klimmen over opstapjes en voorzichtig lopen over bruggetjes. Meestal doe je er goed aan een wandelstok mee te nemen (en een rugzak). Wandelen doe je of vanuit huis of je gaat er naartoe met de auto. Het openbaar vervoer is in Engeland vaak heel behoorlijk, maar als je op het platteland wilt zijn heb je er niet zo veel aan. Eten Bijzondere vermelding verdient het volksvoedsel ‘fish and chips’. Overal tref je verkooppunten aan, die meestal alleen open zijn vanaf rond 4 uur ‘middags tot rond half acht ’s avonds. Iets anders dan ‘fish and chips’ verkopen ze niet. Gefrituurde vis (kabeljauw of andere witvis) met dikke en wat meelderige frieten. Meestal krijg je meer dan je op kunt, in vetvrij papier en daaromheen soms een krant om het warm te houden (want bezorgen is er niet bij, je moet er zelf op af). Je moet opletten dat ze er geen azijn overheen gooien, want dat is gebruikelijk. Er zijn trouwens steeds meer andere overdekte toonbanken, vaak gespecialiseerd in Indiaas afhaaleten, of pizza, maar soms kun je er alle soorten ‘fast food’ krijgen, staan er zelfs tafeltjes met stoelen om wat je gekocht hebt ter plekke op te eten. Erg gezond is het allemaal niet, maar dat is in Nederland niet anders. Prachtig land dus, Engeland, en je kunt je er verstaanbaar maken. Helaas spreekt niemand Nederlands. En denken velen, door je accent, dat je uit Duitsland komt. Om zich dan uitvoerig te verontschuldigen als blijkt dat dit onjuist is. ---------- Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven |
||||
© 2022 Arie de Jong | ||||
powered by CJ2 |