archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
London revisited Frits Hoorweg

1611BS LondenHeel lang geleden waren we ook al eens aangekomen op London City Airport. Dat herinner ik me nog vrij goed omdat de eerste landingspoging toen halverwege werd onderbroken. De verklaring die ervoor werd gegeven staat me niet meer bij. Misschien waaide het wel heel hard, net als nu. Dat was deze keer de reden dat we twee uur te laat arriveerden, vertraging die overigens al eerder op de dag was ontstaan. Ach, ik hoop altijd maar dat de veiligheid met dat soort ongemak gediend is. Al merk je in de wachtruimte om je heen soms dat het bij anderen juist het omgekeerde effect heeft.

De vooruitgang staat niet stil. Er rijdt tegenwoordig een ‘light rail’ vanaf het vliegveld, die bij Bank (en Liverpool Street Station) aansluit op ‘The Underground’. Vanuit het treintje heb je goed zicht op wat hier in de loop der tijd allemaal uit de grond is gestampt: indrukwekkend en op een bepaalde manier ook wel mooi. Tot onze verrassing gingen we ergens onder een kabelbaan over de Thames door, waarschijnlijk overgebleven van de Olympische Spelen (?). Trouwens: als we vanaf het vliegveld het treintje de andere kant op hadden genomen (onder het water door), waren we bij het nieuwe stadion van Arsenal terechtgekomen. Voor Nederlandse fans van Arsenal (die bestaan!) moet dit de ideale manier zijn om naar thuiswedstrijden te reizen.

Maar ja, de stad kent niet alleen vooruitgang. Zo bleek Whiteley’s, het imposante winkelcentrum op Queensway, de dominante winkelstraat in de buurt waar wij altijd verblijven, over de kop te zijn, er wordt aan ‘gewerkt’ (zie foto). Wat ze ermee van plan zijn is niet duidelijk. Het zou me niets verbazen als er woningen in komen. Ach ja, stadswijken komen op en raken weer in verval. Een Engelse oud-collega wist mij te vertellen dat toen hij hier ooit als jonge agent dienst deed (60-er jaren moet dat geweest zijn) er nogal wat hoertjes zaten. Nou ja, zo’n vaart zal het nu wel niet weer lopen.

Met die oud-collega en zijn vrouw brachten we een groot deel van onze tweede dag (een zaterdag) door. Ze kwamen ons afhalen in het hotel. Na het eerste drankje staken we Kensington Gardens over, met het vage plan om in Kensington wat te eten en het een en ander te bekijken. Hij wist wel ‘iets’. Toen bleek maar weer eens dat niets zo verraderlijk is als ‘denken dat je de weg (nog) weet’. Niet dat het ons erg deerde. We dwaalden rond, aten wat, zagen van museumbezoek af vanwege de gigantische rijen bij de ingang en gingen even bij Harrod’s naar binnen om aan de wind te ontsnappen. Vervolgens liepen we weer terug via het park, dat daar overigens nog Hyde Park heet. Het mag wat nikserig klinken dit verslag, maar toch was het een genoeglijke dag.

Een dag later moesten we dan toch echt naar een museum. De keus was op Tate Modern gevallen, vanwege een daar lopende tentoonstelling van Bonnard. De toegang tot het museum als zodanig is vrij, maar dat bleek niet te gelden voor Bonnard, daar moest 20 Pond voor worden neergeteld. Dat vonden wij te gek (ja, ik weet het, voor een maaltijd betaal je dat ook). Nou is er in dat museum verder ook nog genoeg te zien. Zoveel dat we er na enige tijd helemaal tureluurs van werden, wat ook door de drukte zou kunnen komen. Hoewel drukte, het museum is zo groot dat het vele volk zich makkelijk spreidt. Het is eerder de aankleding (er zijn veel warenhuisachtige roltrappen) en de belichting, die voor een constante overbelasting van de zintuigen zorgt.

Nee, dan beviel het kleine Museum of the Order of St.John, dat we de volgende dag even aandeden, ons veel beter. We kwamen er terecht doordat we een wandeling maakten door de wijk Clerkenwell, beschreven door Janet Street-Porter (u weet misschien wel, zij met die stem en dat accent). Zij beschreef daarin een wijk die nog maar net in opgang was, waar het wemelde van tweedehands boekwinkeltjes en zaakjes waar interessante dingen plaatsvonden. Nou de vooruitgang heeft doorgezet en veel van die interessante lui zijn helaas verdwenen. We hebben niet één winkel met oude boeken kunnen ontdekken, desalniettemin maakten we een heel aardige wandeling. Het museum zag er picobello uit en maakt de geschiedenis van de orde, van de kruistochten, via Malta tot vrijwilligersorganisatie nu, aardig inzichtelijk. Thuisgekomen zag ik dat de beschrijving van deze wandeling afkomstig is uit een boekje dat in 1998 gepubliceerd is. Ach, wie wat bewaart heeft wat, zelfs als het fysiek bijna verdwenen is.

O ja, we gingen om te kijken hoe de Engelsen de laatste dagen voor Brexit doorkomen. Nou, niet best en het schijnt ook nog niet vast te staan of de laatste dagen al wel zijn aangebroken. Veel verstandigs daarover heb ik niet te melden. Wat mij vooral opvalt is de overgave waarmee men trucjes probeert te bedenken om een beetje gelijk te krijgen, of: vooral te voorkomen dat de ander een puntje scoort. Jonge Nederlandse schakers leerden vroeger van Prof. Dr. Max Euwe dat tactiek in functie dient te staan van een strategie. Een wijsheid die natuurlijk veel verder reikt dan het schaakspel. In Engeland lijkt dat besef totaal in de mist verdwenen te zijn.

----------
De foto is van Cobi Klein


© 2019 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
London revisited Frits Hoorweg
1611BS LondenHeel lang geleden waren we ook al eens aangekomen op London City Airport. Dat herinner ik me nog vrij goed omdat de eerste landingspoging toen halverwege werd onderbroken. De verklaring die ervoor werd gegeven staat me niet meer bij. Misschien waaide het wel heel hard, net als nu. Dat was deze keer de reden dat we twee uur te laat arriveerden, vertraging die overigens al eerder op de dag was ontstaan. Ach, ik hoop altijd maar dat de veiligheid met dat soort ongemak gediend is. Al merk je in de wachtruimte om je heen soms dat het bij anderen juist het omgekeerde effect heeft.

De vooruitgang staat niet stil. Er rijdt tegenwoordig een ‘light rail’ vanaf het vliegveld, die bij Bank (en Liverpool Street Station) aansluit op ‘The Underground’. Vanuit het treintje heb je goed zicht op wat hier in de loop der tijd allemaal uit de grond is gestampt: indrukwekkend en op een bepaalde manier ook wel mooi. Tot onze verrassing gingen we ergens onder een kabelbaan over de Thames door, waarschijnlijk overgebleven van de Olympische Spelen (?). Trouwens: als we vanaf het vliegveld het treintje de andere kant op hadden genomen (onder het water door), waren we bij het nieuwe stadion van Arsenal terechtgekomen. Voor Nederlandse fans van Arsenal (die bestaan!) moet dit de ideale manier zijn om naar thuiswedstrijden te reizen.

Maar ja, de stad kent niet alleen vooruitgang. Zo bleek Whiteley’s, het imposante winkelcentrum op Queensway, de dominante winkelstraat in de buurt waar wij altijd verblijven, over de kop te zijn, er wordt aan ‘gewerkt’ (zie foto). Wat ze ermee van plan zijn is niet duidelijk. Het zou me niets verbazen als er woningen in komen. Ach ja, stadswijken komen op en raken weer in verval. Een Engelse oud-collega wist mij te vertellen dat toen hij hier ooit als jonge agent dienst deed (60-er jaren moet dat geweest zijn) er nogal wat hoertjes zaten. Nou ja, zo’n vaart zal het nu wel niet weer lopen.

Met die oud-collega en zijn vrouw brachten we een groot deel van onze tweede dag (een zaterdag) door. Ze kwamen ons afhalen in het hotel. Na het eerste drankje staken we Kensington Gardens over, met het vage plan om in Kensington wat te eten en het een en ander te bekijken. Hij wist wel ‘iets’. Toen bleek maar weer eens dat niets zo verraderlijk is als ‘denken dat je de weg (nog) weet’. Niet dat het ons erg deerde. We dwaalden rond, aten wat, zagen van museumbezoek af vanwege de gigantische rijen bij de ingang en gingen even bij Harrod’s naar binnen om aan de wind te ontsnappen. Vervolgens liepen we weer terug via het park, dat daar overigens nog Hyde Park heet. Het mag wat nikserig klinken dit verslag, maar toch was het een genoeglijke dag.

Een dag later moesten we dan toch echt naar een museum. De keus was op Tate Modern gevallen, vanwege een daar lopende tentoonstelling van Bonnard. De toegang tot het museum als zodanig is vrij, maar dat bleek niet te gelden voor Bonnard, daar moest 20 Pond voor worden neergeteld. Dat vonden wij te gek (ja, ik weet het, voor een maaltijd betaal je dat ook). Nou is er in dat museum verder ook nog genoeg te zien. Zoveel dat we er na enige tijd helemaal tureluurs van werden, wat ook door de drukte zou kunnen komen. Hoewel drukte, het museum is zo groot dat het vele volk zich makkelijk spreidt. Het is eerder de aankleding (er zijn veel warenhuisachtige roltrappen) en de belichting, die voor een constante overbelasting van de zintuigen zorgt.

Nee, dan beviel het kleine Museum of the Order of St.John, dat we de volgende dag even aandeden, ons veel beter. We kwamen er terecht doordat we een wandeling maakten door de wijk Clerkenwell, beschreven door Janet Street-Porter (u weet misschien wel, zij met die stem en dat accent). Zij beschreef daarin een wijk die nog maar net in opgang was, waar het wemelde van tweedehands boekwinkeltjes en zaakjes waar interessante dingen plaatsvonden. Nou de vooruitgang heeft doorgezet en veel van die interessante lui zijn helaas verdwenen. We hebben niet één winkel met oude boeken kunnen ontdekken, desalniettemin maakten we een heel aardige wandeling. Het museum zag er picobello uit en maakt de geschiedenis van de orde, van de kruistochten, via Malta tot vrijwilligersorganisatie nu, aardig inzichtelijk. Thuisgekomen zag ik dat de beschrijving van deze wandeling afkomstig is uit een boekje dat in 1998 gepubliceerd is. Ach, wie wat bewaart heeft wat, zelfs als het fysiek bijna verdwenen is.

O ja, we gingen om te kijken hoe de Engelsen de laatste dagen voor Brexit doorkomen. Nou, niet best en het schijnt ook nog niet vast te staan of de laatste dagen al wel zijn aangebroken. Veel verstandigs daarover heb ik niet te melden. Wat mij vooral opvalt is de overgave waarmee men trucjes probeert te bedenken om een beetje gelijk te krijgen, of: vooral te voorkomen dat de ander een puntje scoort. Jonge Nederlandse schakers leerden vroeger van Prof. Dr. Max Euwe dat tactiek in functie dient te staan van een strategie. Een wijsheid die natuurlijk veel verder reikt dan het schaakspel. In Engeland lijkt dat besef totaal in de mist verdwenen te zijn.

----------
De foto is van Cobi Klein
© 2019 Frits Hoorweg
powered by CJ2