archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
Landjepik in Mau-forest Jan Dekker

0705BS Squatters
Tijdens het bewind van President Moi, in de jaren ‘80 en ‘90, werd allerlei overheidseigendom, in het bijzonder land, cadeau gedaan aan politici, hoge ambtenaren, militairen en hun vriendjes. Er was zelfs een naam voor deze zelfverrijking bedacht – ‘land grabbing’.

Schoolterreinen werden plotseling opgedeeld en uitgegeven aan nieuwe eigenaren. Er werden huizen gebouwd op ‘road reserves’, land bestemd voor wegverbreding of toekomstige wegenaanleg. Grote stukken land werden afgesplitst van overheidsinstellingen en verdeeld, bijvoorbeeld de officiële residentie van een District Commissioner, een huis met een grote tuin en uitzicht op de Indische Oceaan. De commissioner verkocht delen van de tuin aan nieuwe eigenaren en stak het geld in eigen zak.
In deze sfeer van wetteloosheid liet het gewone volk zich niet kennen en begon her en der invasies van bosreservaten en zelfs wildparken. IJverig begon men bomen en struiken te kappen en het land te ontginnen om eigendomsrechten te verwerven volgens de traditionele regels van landbezit. Privé-landeigenaren liepen eveneens gevaar, tenzij ze politiek goed ingevoerd waren en een beroep konden doen op de politie. Overigens ging het niet alleen om land. Ook woningen bestemd voor overheidspersoneel werden voor een habbekrats verkocht aan nieuwe eigenaren, buiten de officiële regels om. Een spraakmakend voorbeeld was dat van een rechter die zijn ambtswoning plotseling moest ontruimen voor een nieuwe (privé) eigenaar en die in de pers klaagde dat hij niet in staat was hier iets aan te doen – zelfs niet als rechter.

Het was diefstal, maar onder een deklaagje van legaliteit, omdat in veel gevallen eigendomsactes werden verstrekt aan de betrokkenen. Naar thans blijkt zijn grote gebieden op Mount Kenya en de Mau Escarpment, aan weerszijden van de Rift Valley, eveneens uitgegeven dan wel illegaal bezet. Het bos werd gekapt voor timmerhout en houtskool; de verbouw van gewassen betrof niet alleen voedsel maar behelsde ook marihuana op Mount Kenya.
De Mau Escarpment is echter een uitgestrekt gebied, dichtbegroeid met bossen, en een waterwinningsgebied van nationaal belang. De vernietiging van het bos nam zodanige proporties aan dat de nationale watervoorziening volgens de milieuexperts in gevaar dreigde te komen – zeker met het oog op de verre toekomst.

Er werd besloten een eind te maken aan de ontginningen; wettelijke maatregelen werden goedgekeurd door het parlement, en de illegale bezetters, bekend als ‘squatters’, zouden desnoods met geweld worden verwijderd. Fondsen voor herbebossing waren inmiddels toegezegd door internationale organisaties.
Zelf heb ik ooit, aan de Keniase kust, een stuk land beheerd voor een van de universiteiten en een invasie van dergelijke ‘squatters’ meegemaakt. Ze beweerden met een stalen gezicht dat hun voorouders precies op dit land begraven lagen. Het vereiste duivelskunsten om ze weer weg te krijgen en ik sympathiseer dan ook met Raila Odinga, de premier, die de ondankbare taak heeft de squatters op Mau Encarpment te verwijderen en daar ook daadwerkelijk een begin mee heeft gemaakt.

Hij wordt gesteund door de milieugroepen die hem aanmoedigen vooral door te gaan met de uitzettingen maar die eigenlijk niet kunnen geloven dat het echt zover zal komen. De kleine boertjes, die het doen voorkomen alsof ze nergens anders naar toe kunnen, worden het eerst aangepakt. Ze worden opgevangen in kampen. Plotseling ging de roep op om financiële compensatie. Compensatie voor wat illegaal was bezet! Zodra het woord compensatie viel vermeerderde het aantal mensen in de kampen opvallend snel. Het was onduidelijk waar die nieuwelingen allemaal vandaan kwamen.

Politici uit de streek, waaronder zelfs leden van het kabinet, beginnen zich te verzetten, zogenaamd om de belangen van hun kiezers te verdedigen. Zij scharen zich daarom onverbloemd achter de eis voor compensatie. Een van hen is Ruto, de minister die prominent figureerde tijdens de onlusten na de verkiezingen van 2007, en die gevaar loopt te worden aangeklaagd voor het Internationale Hof in Den Haag. Er dreigt zelfs een scheuring binnen de partij van de premier, ODM, die haar voornaamste basis heeft in het Westen van het land. De werkelijkheid is echter dat de betrokkenen vooral hun eigen belang verdedigen. Sommige van hen hebben zelf grote stukken land in bezit in de Mau Forest, met eigendomsaktes en al. In fase 2 van de ontruimingen zouden deze heren moeten worden aangepakt. Een van hen blijkt ex-president Moi te zijn die zelf theeplantages heeft in het gebied. In een interview opperde hij dat theestruiken net zo goed zijn voor het milieu als bomen en dat de regering hem moeilijk weg zal krijgen omdat hij zijn rechten kent.

Inderdaad is er in dit soort gevallen een spagaat; enerzijds het bestrijden van de uitwassen van corruptie en anderzijds de door iedereen gewenste rechtszekerheid. Het is bijzonder moeilijk om dergelijke toewijzingen, hoe corrupt ook, zonder meer terug te draaien. Dat kan alleen door wetswijzigingen en uiteindelijk via juridische weg met alle mogelijkheden voor hoger beroep en uitstel. Het gaat verder om zulke grote aantallen dat het onderbemande juridische apparaat dat met geen mogelijkheid aankan. Noteer overigens dat een voormalig president die alom wordt verketterd, zich publiekelijk kan uiten en voor zijn belangen op durft te komen.
 
****************************


© 2009 Jan Dekker meer Jan Dekker - meer "Brief uit ..."
Beschouwingen > Brief uit ...
Landjepik in Mau-forest Jan Dekker
0705BS Squatters
Tijdens het bewind van President Moi, in de jaren ‘80 en ‘90, werd allerlei overheidseigendom, in het bijzonder land, cadeau gedaan aan politici, hoge ambtenaren, militairen en hun vriendjes. Er was zelfs een naam voor deze zelfverrijking bedacht – ‘land grabbing’.

Schoolterreinen werden plotseling opgedeeld en uitgegeven aan nieuwe eigenaren. Er werden huizen gebouwd op ‘road reserves’, land bestemd voor wegverbreding of toekomstige wegenaanleg. Grote stukken land werden afgesplitst van overheidsinstellingen en verdeeld, bijvoorbeeld de officiële residentie van een District Commissioner, een huis met een grote tuin en uitzicht op de Indische Oceaan. De commissioner verkocht delen van de tuin aan nieuwe eigenaren en stak het geld in eigen zak.
In deze sfeer van wetteloosheid liet het gewone volk zich niet kennen en begon her en der invasies van bosreservaten en zelfs wildparken. IJverig begon men bomen en struiken te kappen en het land te ontginnen om eigendomsrechten te verwerven volgens de traditionele regels van landbezit. Privé-landeigenaren liepen eveneens gevaar, tenzij ze politiek goed ingevoerd waren en een beroep konden doen op de politie. Overigens ging het niet alleen om land. Ook woningen bestemd voor overheidspersoneel werden voor een habbekrats verkocht aan nieuwe eigenaren, buiten de officiële regels om. Een spraakmakend voorbeeld was dat van een rechter die zijn ambtswoning plotseling moest ontruimen voor een nieuwe (privé) eigenaar en die in de pers klaagde dat hij niet in staat was hier iets aan te doen – zelfs niet als rechter.

Het was diefstal, maar onder een deklaagje van legaliteit, omdat in veel gevallen eigendomsactes werden verstrekt aan de betrokkenen. Naar thans blijkt zijn grote gebieden op Mount Kenya en de Mau Escarpment, aan weerszijden van de Rift Valley, eveneens uitgegeven dan wel illegaal bezet. Het bos werd gekapt voor timmerhout en houtskool; de verbouw van gewassen betrof niet alleen voedsel maar behelsde ook marihuana op Mount Kenya.
De Mau Escarpment is echter een uitgestrekt gebied, dichtbegroeid met bossen, en een waterwinningsgebied van nationaal belang. De vernietiging van het bos nam zodanige proporties aan dat de nationale watervoorziening volgens de milieuexperts in gevaar dreigde te komen – zeker met het oog op de verre toekomst.

Er werd besloten een eind te maken aan de ontginningen; wettelijke maatregelen werden goedgekeurd door het parlement, en de illegale bezetters, bekend als ‘squatters’, zouden desnoods met geweld worden verwijderd. Fondsen voor herbebossing waren inmiddels toegezegd door internationale organisaties.
Zelf heb ik ooit, aan de Keniase kust, een stuk land beheerd voor een van de universiteiten en een invasie van dergelijke ‘squatters’ meegemaakt. Ze beweerden met een stalen gezicht dat hun voorouders precies op dit land begraven lagen. Het vereiste duivelskunsten om ze weer weg te krijgen en ik sympathiseer dan ook met Raila Odinga, de premier, die de ondankbare taak heeft de squatters op Mau Encarpment te verwijderen en daar ook daadwerkelijk een begin mee heeft gemaakt.

Hij wordt gesteund door de milieugroepen die hem aanmoedigen vooral door te gaan met de uitzettingen maar die eigenlijk niet kunnen geloven dat het echt zover zal komen. De kleine boertjes, die het doen voorkomen alsof ze nergens anders naar toe kunnen, worden het eerst aangepakt. Ze worden opgevangen in kampen. Plotseling ging de roep op om financiële compensatie. Compensatie voor wat illegaal was bezet! Zodra het woord compensatie viel vermeerderde het aantal mensen in de kampen opvallend snel. Het was onduidelijk waar die nieuwelingen allemaal vandaan kwamen.

Politici uit de streek, waaronder zelfs leden van het kabinet, beginnen zich te verzetten, zogenaamd om de belangen van hun kiezers te verdedigen. Zij scharen zich daarom onverbloemd achter de eis voor compensatie. Een van hen is Ruto, de minister die prominent figureerde tijdens de onlusten na de verkiezingen van 2007, en die gevaar loopt te worden aangeklaagd voor het Internationale Hof in Den Haag. Er dreigt zelfs een scheuring binnen de partij van de premier, ODM, die haar voornaamste basis heeft in het Westen van het land. De werkelijkheid is echter dat de betrokkenen vooral hun eigen belang verdedigen. Sommige van hen hebben zelf grote stukken land in bezit in de Mau Forest, met eigendomsaktes en al. In fase 2 van de ontruimingen zouden deze heren moeten worden aangepakt. Een van hen blijkt ex-president Moi te zijn die zelf theeplantages heeft in het gebied. In een interview opperde hij dat theestruiken net zo goed zijn voor het milieu als bomen en dat de regering hem moeilijk weg zal krijgen omdat hij zijn rechten kent.

Inderdaad is er in dit soort gevallen een spagaat; enerzijds het bestrijden van de uitwassen van corruptie en anderzijds de door iedereen gewenste rechtszekerheid. Het is bijzonder moeilijk om dergelijke toewijzingen, hoe corrupt ook, zonder meer terug te draaien. Dat kan alleen door wetswijzigingen en uiteindelijk via juridische weg met alle mogelijkheden voor hoger beroep en uitstel. Het gaat verder om zulke grote aantallen dat het onderbemande juridische apparaat dat met geen mogelijkheid aankan. Noteer overigens dat een voormalig president die alom wordt verketterd, zich publiekelijk kan uiten en voor zijn belangen op durft te komen.
 
****************************
© 2009 Jan Dekker
powered by CJ2