archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Brief uit ... | ||||
Leven als Nederlander in Frankrijk | Jan Jansonius | |||
“Mijn vrouw heeft geen kanker, ze is niet in de boeien geslagen door de politie, wij gaan niet scheiden, ik ben niet gevlucht naar de V.S., en ik gebruik geen gemeenteambtenaren voor de verbouwing van mijn tweede huis”, aldus de burgemeester van Nice tijdens een recente persconferentie (20 oktober, 2003). Ik woon sinds drie jaar in Nice, maar het is nog steeds even wennen. Ik voel me wel eens als een vroegere collega van mij, die werd overgeplaatst naar China. Hij vertelde mij bij een bezoek dat hij na een verblijf van één dag een week over China kon praten; na verblijf van één week kon hij er een maand over spreken en na één maand sprak hij er liever niet meer over. Inmiddels heb ik echter hier in Frankrijk wel een aantal zaken begrepen. Hoe sterker iets wordt ontkend, hoe meer waar het is of andersom. Zo hebben alle regeringen vanaf 1986, het jaar van Tsjernobyl, ontkend dat er radioactieve neerslag was gevallen in Frankrijk. Pas nu, in 2003, 17 jaar later, is officieel een kaartje gepubliceerd dat laat zien dat er evenveel césium-137 in Frankrijk is terechtgekomen als in de omringende landen. Vooral het oosten van het land, zoals de Côte d’Azur en het achterland, kreeg een flinke dosis. De verklaring van de burgemeester moet daarom niet al te letterlijk worden genomen. Hijzelf doet dat ook niet. Om de verkeersveiligheid in Nice te verhogen verklaarde hij dat er zero tolerantie zou worden toegepast bij verkeersovertredingen. Bedoelde hij echt zero tolerantie zoals in Engeland of Nederland? Nou nee, zero tolerantie begint bij snelheden die meer dan 20 Km liggen boven de wettelijke snelheid. U zult dan ook in Nice niet gehinderd worden door langzame rijders Ook weet ik inmiddels dat Fransen graag de loftrompet over hun eigen kunnen blazen. Praktisch iedereen die bij de bouw van mijn huis in Nice betrokken was, van architect tot grondwerker, hebben mij verteld hoe fantastisch goed zij waren, en hoe ongelofelijk slecht andere werkers. Toch ging er een onbeschrijfelijke hoeveelheid zaken mis bij de bouw. De laatste expert die mij vertelde hoe goed hij was, was mijn belasting adviseur. Ik heb hem 3 jaren geloofd tot ik vorige maand een brief van de inspectie der belastingen alhier kreeg, waarin zij terugkwamen op de aanslag van het jaar 2000, het jaar dat ik mij in Frankrijk vestigde. Het kwam erop neer dat zij mij ook wilden belasten voor de periode in 2000 dat ik nog in België woonde, waar ik natuurlijk ook een aanslag had gekregen. De Franse belastingdienst wilde mij wel een verklaring geven dat ik voor het hele jaar 2000 in Frankrijk was belast en daarmee kon ik dan volgens hen naar België gaan om daar belasting terug te krijgen. Alsof die daar gek zijn. In de voorbereiding van mijn bezwaarschrift heb ik mijn de belastingopgave voor het jaar 2000 nog eens goed bekeken. Toen bleek dat diverse bedragen in de verkeerde vakjes stonden. Ach, zei mijn belastingexpert, dat doe ik altijd, even kijken of ze wakker zijn. Nu wakker waren ze wel, of in ieder geval de computer werkte. Familie en vrienden kunnen je kwijtraken bij vertrek naar het buitenland, maar de belasting vergeet je nooit. Zo vraagt de Nederlandse fiscus mij om de zoveel jaren te bewijzen dat ik elders belasting betaal, alhoewel ik al meer dan 20 jaren uit Nederland weg ben, de Belgische belasting stuurde mij vorig jaar nog een aanslagformulier voor niet ingezetenen en zoals gezegd wenst Frankrijk mij ook te belasten toen ik daar nog niet ingezeten was. Volgen de nationale belastingdiensten je tot over de grens, de sociale zekerheid daarentegen wil zo snel mogelijk van je af en het nieuwe land van vestiging moet je liever ook niet. Het heeft ons jaren gekost om in de Sécu, zoals de sécurité sociale hier wordt genoemd, te worden opgenomen. Documenten moesten vertaald worden, correspondentie ging verloren, dossiers werden aan andere afdelingen overgedragen zonder uitleg, kortom: moedwil en misverstand. Eén van de brieven die wij van de Sécu ontvingen begon als volgt: "Aangezien uw vrouw in het orkest van de Opera van Lyon speelt…" Mijn vrouw bespeelt geen enkel muziekinstrument en zal dan ook in geen enkel orkest worden aangenomen. Ik probeerde deze fout te doen corrigeren. Uiteindelijk vertelde een geïrriteerde ambtenaar mij dat de finale beslissing over onze toetreding tot de Sécu in ieder geval onafhankelijk van mijn reacties zou worden genomen, Tenslotte weet ik nu ook dat wanneer je als buitenlander iets gedaan wilt krijgen, dat je het meeste bereikt door je onderdanig te gedragen. Fransen hebben sowieso een lage dunk van buitenlanders. Dat blijkt onder meer uit de namen van stammen die nog steeds aan andere volken worden gegeven. Zo zijn Nederlanders nog steeds Batavieren, Engelsen (en Amerikanen) Anglo-Saksen, Duitsers Germanen en de Belgen zijn natuurlijk les petits Belges, termen die frequent gebruikt worden in kranten, op de radio en de televisie. Toen ik mijn auto invoerde moest ik langs verschillende publieke instellingen, zoals de prefectuur en de belastingen, voordat ik bij de autokeuringsdienst kwam. Ik moest daar een gecompliceerd formulier invullen, de factuur van de elektriciteit laten zien als bewijs dat ik in hun mooie land woonde en wat geld betalen. Ongeveer 6 weken later kreeg ik als antwoord dat mijn auto niet te vinden was op de Minitel van de keuringsdienst en daarom dus niet ingevoerd kon worden. Dat was vreemd, want de auto waarin ik rijd, zie ik overal in Nice, ook onderweg naar de keuringsdienst. Terug bij de keuringsdienst bood ik mijn verontschuldigingen aan en verklaarde mezelf als buitenlander incompetent. Mijn ambtenaar glimlachte, kwam zelfs vanachter zijn loket, liet me zien dat ik één klein vakje niet had ingevuld en wees bij mijn auto aan waar de gegevens stonden. Twee weken later had ik mijn Franse nummerplaten. Ik ben natuurlijk niet alleen naar Frankrijk gegaan om de autoriteiten te vermaken. Ik ontmoet liever het Frankrijk van d’en bas (van daaronder) zoals Eerste Minister Raffarin de gewone werkende Fransen noemt. Met enkelen van hen ga ik binnenkort naar een gezellige bijeenkomst in Colomars, een dorpje in de heuvels achter Nice. Op het programma staat het proeven van de nieuwe Beaujolais met een assiette de tripes et pommes vapeur (een bord met pens en gestoomde aardappelen). Het water loopt me nu al in de mond. |
||||
© 2004 Jan Jansonius | ||||
powered by CJ2 |