archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Feuilleton delen printen terug
De kwaaie goede man (5) Gerbrand Muller

0810BZ Poaskerels
Geschreeuw onder de wachtende menigte verstomde toen Hans met het paard naar buiten kwam. Hij liet zijn ogen langs de gezichten gaan. Sommigen keken kwaad, enkelen lachten brutaal, anderen keken van hem weg of staarden naar de grond. Opstand! De geschiedenis ging haar eentonige gang. Aan hem om de opstand te onderdrukken voordat die zich als een veenbrand over het land had verspreid.
 
Drie mannen maakten zich uit de menigte los. Hans monsterde hen terwijl ze naar hem toeliepen. Een slanke rijzige man met zilvergrijze haren. Twee mannen in beige regenjassen met gesloten gezichten. Zij bleven staan terwijl de man met zilvergrijze haren aarzelend op hem toetrad. Hun ogen ontmoetten elkaar- de man sloeg de zijne neer.
‘Incidenten... geen!’ zei Hans voordat de man een woord had uitgebracht. ‘Gevallen van... vult u maar in... geen! Geen bericht, goed bericht! Wij gaan over tot de orde van de dag. Al het geld is al driemaal uitgegeven, de mensen worden betaald met hun eigen schuldbekentenis; wie daar nog niet zijn conclusies uit heeft getrokken is niet meer van deze tijd! Bankdirecteuren hebben met de waardepapieren van hun banken hun slaapkamers behangen! De betekenis van het begrip waarde is in meerdere opzichten verschoven, dus waar wachten jullie nog op? Jij, Alfredo, dat is voortaan je naam, gaat kriskras door het land voor Sinterklaas spelen. Beloof wat de mensen maar verlangen. De twee sympathieke heren achter je gaan op strooptocht. Wat gapen jullie me nog aan! Aan het werk!’
Hans besteeg zijn paard en gaf het de sporen. Na korte tijd lag de stad achter hem. Het paard vloog voort zonder dat hij het scheen te moeten leiden. De wind benam hem de adem. Stof dat hem omgaf belette hem te zien. Laat stof me bedekken, dacht hij, laat mijn stem rauw worden. Laat ik onherkenbaar worden, allereerst voor mezelf!

Tegen de avond bereikte hij de hoofdstad. Het paard ging stapvoets door verlaten straten. De hoefstappen klonken op in de doodse stilte. Hans hield de leidsels los, het paard vond zonder aarzelen zijn weg. Nergens brandde licht, toch twijfelde Hans er niet aan of achter de muren luisterden mensen naar de stappen van zijn paard.
Er klonken stemmen. Een man en een halfnaakte vrouw verschenen om de hoek, de man wankelde, greep naar haar borsten en viel. De vrouw lachte uitzinnig. Een plein met dronken mannen en vrouwen. Mannen dromden om een vrouw heen, ze sloeg op hen in met een fles, krijste en smeet de fles op de stenen. Het paard stapte voort, het lawaai stierf weg.
 
Ze kwamen door straten waar barricades van bakstenen waren opgeworpen. Het paard sprong er soepel overheen. Woede bruiste in hem op bij de gedachte dat ze meenden hem op deze manier te kunnen tegenhouden – een woede zoals hij vroeger nooit gekend had, grenzend aan dronkenschap. Voor hem verrees een hoge wal. Het paard bleef staan. Hans zag geweerlopen op hem gericht voordat lichtbundels zijn ogen verblindden. Hij drukte zijn voeten tegen de flanken van het paard. Terwijl hij vooruitvloog schreeuwde hij. Het geluid van zijn stem galmde in zijn oren en overstemde dat van de schoten. Hij zweefde over de wal, de soldaten lieten lachend hun geweren zakken. Hij galoppeerde in de richting van een massief gebouw met verlichte ramen.
 
* De foto is een detail van het beeld de Paoskearls uit Ootmarsum. Het beeld is van Kiny Coping-Scholten.
 
*************************************
Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag
is weer gewoon een boekhandel!


© 2011 Gerbrand Muller meer Gerbrand Muller - meer "Feuilleton" -
Bezigheden > Feuilleton
De kwaaie goede man (5) Gerbrand Muller
0810BZ Poaskerels
Geschreeuw onder de wachtende menigte verstomde toen Hans met het paard naar buiten kwam. Hij liet zijn ogen langs de gezichten gaan. Sommigen keken kwaad, enkelen lachten brutaal, anderen keken van hem weg of staarden naar de grond. Opstand! De geschiedenis ging haar eentonige gang. Aan hem om de opstand te onderdrukken voordat die zich als een veenbrand over het land had verspreid.
 
Drie mannen maakten zich uit de menigte los. Hans monsterde hen terwijl ze naar hem toeliepen. Een slanke rijzige man met zilvergrijze haren. Twee mannen in beige regenjassen met gesloten gezichten. Zij bleven staan terwijl de man met zilvergrijze haren aarzelend op hem toetrad. Hun ogen ontmoetten elkaar- de man sloeg de zijne neer.
‘Incidenten... geen!’ zei Hans voordat de man een woord had uitgebracht. ‘Gevallen van... vult u maar in... geen! Geen bericht, goed bericht! Wij gaan over tot de orde van de dag. Al het geld is al driemaal uitgegeven, de mensen worden betaald met hun eigen schuldbekentenis; wie daar nog niet zijn conclusies uit heeft getrokken is niet meer van deze tijd! Bankdirecteuren hebben met de waardepapieren van hun banken hun slaapkamers behangen! De betekenis van het begrip waarde is in meerdere opzichten verschoven, dus waar wachten jullie nog op? Jij, Alfredo, dat is voortaan je naam, gaat kriskras door het land voor Sinterklaas spelen. Beloof wat de mensen maar verlangen. De twee sympathieke heren achter je gaan op strooptocht. Wat gapen jullie me nog aan! Aan het werk!’
Hans besteeg zijn paard en gaf het de sporen. Na korte tijd lag de stad achter hem. Het paard vloog voort zonder dat hij het scheen te moeten leiden. De wind benam hem de adem. Stof dat hem omgaf belette hem te zien. Laat stof me bedekken, dacht hij, laat mijn stem rauw worden. Laat ik onherkenbaar worden, allereerst voor mezelf!

Tegen de avond bereikte hij de hoofdstad. Het paard ging stapvoets door verlaten straten. De hoefstappen klonken op in de doodse stilte. Hans hield de leidsels los, het paard vond zonder aarzelen zijn weg. Nergens brandde licht, toch twijfelde Hans er niet aan of achter de muren luisterden mensen naar de stappen van zijn paard.
Er klonken stemmen. Een man en een halfnaakte vrouw verschenen om de hoek, de man wankelde, greep naar haar borsten en viel. De vrouw lachte uitzinnig. Een plein met dronken mannen en vrouwen. Mannen dromden om een vrouw heen, ze sloeg op hen in met een fles, krijste en smeet de fles op de stenen. Het paard stapte voort, het lawaai stierf weg.
 
Ze kwamen door straten waar barricades van bakstenen waren opgeworpen. Het paard sprong er soepel overheen. Woede bruiste in hem op bij de gedachte dat ze meenden hem op deze manier te kunnen tegenhouden – een woede zoals hij vroeger nooit gekend had, grenzend aan dronkenschap. Voor hem verrees een hoge wal. Het paard bleef staan. Hans zag geweerlopen op hem gericht voordat lichtbundels zijn ogen verblindden. Hij drukte zijn voeten tegen de flanken van het paard. Terwijl hij vooruitvloog schreeuwde hij. Het geluid van zijn stem galmde in zijn oren en overstemde dat van de schoten. Hij zweefde over de wal, de soldaten lieten lachend hun geweren zakken. Hij galoppeerde in de richting van een massief gebouw met verlichte ramen.
 
* De foto is een detail van het beeld de Paoskearls uit Ootmarsum. Het beeld is van Kiny Coping-Scholten.
 
*************************************
Buddenbrooks aan het Noordeinde in Den Haag
is weer gewoon een boekhandel!
© 2011 Gerbrand Muller
powered by CJ2