archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Beschouwingen > Het zijn maar woorden | ||||
In het dorpscafé | Bram Schilperoord | |||
'Hoogmoed komt voor de val', mompelde de man en hij lachte als een boer die kiespijn heeft. 'Ach', antwoordde een ander 'wie hier zijn hoofd boven het maaiveld uitsteekt wordt met plezier een kopje kleiner gemaakt'. 'Hoge bomen vangen veel wind en rijkdom maakt niet gelukkig', was het norse antwoord. 'Maar de aanhouder wint en geld verzoet de arbeid', wierp de tweede tegen. 'Toch zou ik niet graag in zijn schoenen staan', zei de eerste weer, 'want hardlopers zijn doodlopers en de eersten zullen de laatsten zijn'. 'Je slaat de spijker op z'n kop', mengde een derde zich in het gesprek. 'Ik sta ook niet op goede voet met hem en zijn worsten mogen dan als warme broodjes over de toonbank gaan, ik vind er kraak noch smaak aan’. 'Hij staat hier bekend als de bonte hond. Zo vader, zo zoon, zeg ik altijd maar en wat dat betreft valt de appel niet ver van de boom’. 'Eens een dief, altijd een dief en er is geen koe of er is wel een vlekje aan'. 'Jullie zoeken spijkers op laag water', viel de tweede hem in de rede 'zeker, er gaat hem geen zee te hoog, dat staat als een paal boven water en soms loopt het wel eens de spuigaten uit, maar dat er met hem geen land te bezeilen valt, dat slaat als een tang op een varken. Toen hij huis en haard verliet, om hier voor een appel en ei te gaan werken, kende hij heg nog steg. Hij had kind noch kraai op de wereld en kreeg hier voornamelijk stank voor dank. Hij vertelde mij dat 't hem wel eens groen en geel voor ogen zag'. 'Dat raakt kant nog wal', viel de eerste hem in de rede. 'Wie goed doet, goed ontmoet maar wie wind zaait zal storm oogsten. Regeren is vooruitzien dus de kost gaat voor de baat uit maar hij moet je geen knollen voor citroenen verkopen'. Het was even zo stil dat je een speld kon horen vallen. 'Kijk', zei de derde en wees naar buiten: 'Achter de wolken schijnt de zon'. 'Gelijk heb je', beaamde de eerste, 'maar één zwaluw maakt nog geen zomer en na regen komt zonneschijn'. 'Dat kun je me niet in de mond leggen', schoot de derde uit zijn slof, 'elke wolk heeft een zilveren rand, maar zo komen we van de regen in de drup'. 'Ik ga eens op huis aan', meldde de eerste die een broertje dood had aan gekibbel en daarom het liefst de kool en de geit spaarde. 'De weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens maar de mens wikt en God beschikt', hoorde hij zijn buurman zeggen. 'Wat je van ver haalt is lekker en voor mij in ieder stadje een ander schatje', pochte de eerste. 'Geef mijn portie maar aan fikkie', zei de ander, ‘want het gras aan de einder is altijd groener en wie verre reizen maakt kan veel verhalen, maar zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens'. 'Oost west en thuis best', zei degene die aankondigde te vertrekken, maar omdat de wens de vader van de gedachte is bleef het bij goede voornemens. ------ Het plaatje is van Alex Verduijn den Boer Meer informatie op: http://www.verduijndenboer.nl/ |
||||
© 2020 Bram Schilperoord | ||||
powered by CJ2 |