archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Vermaak en Genot > Poëtisch | ||||
Met de Blauwbilgorgel in het verzet | Mas Papo | |||
Toen ik C. (roepnaam Kees) Buddingh’ het zwart-witprogramma Poets zag presenteren, had ik niet gedacht dat hij dezelfde persoon was als degene die de Blauwbilgorgel had geschreven. Met lijzige, bijna trieste stem praatte hij de voordegekhouderij van de voorloper van Bananasplit aan elkaar. Zoals hij later ook zijn werk zou voordragen.
In de tweede klas van de middelbare school leerden wij voor het vak Nederlands gedichten uit ons hoofd en zegden die tijdens de les op. Het cijfer gold gelijk als een repetitie, dus dat was makkelijk verdiend. Niet voor iedereen. Erik de Strijder, hij zat links voor mij in de klas, had het gedicht de Blauwbilgorgel van C. Buddingh’ uitgekozen. Erik had bolle ogen en een enorme krullenbos, die boven op zijn hoofd stond. Hij stond langzaam op en draaide zich met een diepe zucht om en declameerde: ‘Ik ben de Blauwbilgorgel’, waarna hij in een diep stilzwijgen verbleef. Het was niet de stem van C. Buddinh’ die hij nadeed, hij had een zware stem en na die zin stopte hij met dezelfde zucht als waar hij mee begonnen was, hij trok een hulpeloos gezicht. Zijn ogen bolden verder op en zijn haar leek nog hoger dan voorheen. Het kon niet anders: daar stond onze eigen Blauwbilgorgel. Na een minuut hielp de leraar hem met het vervolg: ‘Mijn vader was een…’, maar het hielp niet. Toen de leraar de zinnen over de vader en moeder van de Blauwbilgorgel voorlas, schoot Erik de volgende zin weer te binnen. Met zijn machteloze blik zei hij, nee, riep hij haast: ‘Daar komen rare kind’ren van’. En wij, de rest van de klas, we konden er niets aan doen, maar vervolgden met z’n allen: ‘Raban, raban, raban.’ In de Tweede Wereldoorlog was er een verzetsgroep, die zich de PP-groep noemde. Een groep die zich bezighield met de joodse onderduik. Jan Hemelrijk en Bob van Amerongen begonnen de groep in 1943. Het was een van 38 Amsterdamse verzetsgroepen die zich verenigden in de Vrije Groepen Amsterdam. Veel leden waren zelf Joods of hadden een Joodse achtergrond. Er werd gezorgd voor goederen en onderduikadressen. Ze hadden afgesproken dat als er iets zou gebeuren met een van de leiders van de groep, alle onderduikers direct naar andere adressen zouden worden gebracht. Er was een aparte afdeling documentatie die persoonsbewijzen vervalste en die de persoonsbewijzen zelfs in het gemeenteregister wist te krijgen. De letters PP stonden voor Porgel en Porulan. De ouders van de Blauwbilgorgel. En zo komen dingen samen: de fantasie, de machteloosheid en het verzet. Net zoals de verzetsgroep verdween na de oorlog, verdwijnt de Blauwbilgorgel aan het eind van het gedicht. ‘Ik ben de blauwbilgorgel, /Eens sterf ik aan de schorgel, / En schrompel als een kriks ineen /
En word een blauwe kiezelsteen. / Ga heen! Ga heen! Ga heen!’ ---------------------------------------- C. Buddingh’ schreef het gedicht in het sanatorium Zonnegloren, toen hij daar werd verpleegd voor tuberculose. Dat C. Buddingh’ meer is dan alleen de Blauwbilgorgel bewijst de prijs voor het beste poëziedebuut, die zijn naam draagt. ----------------------------------------------------------------------------------- De Leunstoel wordt uitgegeven door Het Genootschap De Leunstoel.
Leden van het Genootschap zijn: Jaap van Lakerveld, Jan Hoorweg, Katharina Kouwenhoven, Henk Klaren, Dik Kruithof, Maeve van der Steen, Cobi Hoorweg, Willem Minderhout, Barbara Muller, Joop Quint, Gerda-Joke Zwart, Hans Meijer, Gerbrand Muller, Ann Paulusma, Peter Schröder, Carlo van Praag, Ruud van Ruijven, Frits Hoorweg, Tom Duijkers, Haitze Meurs, Rob Kieft en Ruud Klein. |
||||
© 2014 Mas Papo | ||||
powered by CJ2 |