archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
In de slagerij Rob van Olphen

2106BZ Slagerij
Onze vader was een ouderwetse ambachtelijke slager en worstmaker. (Tegenwoordig komt bijna alles uit de fabriek; het ziet er misschien mooi uit maar heeft totaal geen smaak). Wij hadden een kleine rookkast. Op de bodem werd zaagsel van eikenhout gelegd en daar bovenop houtkrullen. Die werden dan aangestoken en dan begon het rookproces.
In de kast zaten op verschillende hoogtes buizen met haken; daar werden dan de rookworsten, hammen, runderrookvlees en rundertongen aan opgehangen. Dat proces duurde zo een uur of 12. Eerst ging de rundertong een tijdje in een pekelbad, daarna werd er met een enorme grote injectiespuit een pekeloplossing in de aderen gespoten. Na deze behandeling werd de tong gedroogd en ging dan de rookkast in. De gerookte rundertongen waren heel duur omdat door het indrogingsproces dertig tot veertig procent gewicht verloren gaat. Daarbij heeft een koe uiteraard maar 1 tong.

Deze rundertongen waren een ware delicatesse voor onze klantenkring die voor 80% uit mensen afkomstig van Nederlands Indië bestond. Een reuze aardige vaste klant, die zo klein was dat ze maar net over de toonbank kon kijken en regelmatig bij ons in de winkel kwam zei  ’Rob geef mij maar een hele gerookte rundertong want wij krijgen bezoek van een heleboel na soebats (vrienden) en die wil ik lekker verwennen’.
Naast haar stond een hele lange gedistingeerde dame die op bekakte Haagse toon zei ‘Oh mevrouw hoe kunt u zo ‘n ding in hemelsnaam eten wat dat beest zijn hele leven in zijn bek heeft gehad?’. Het kleine Indische dametje draaide zich om, keek omhoog en antwoordde heel droog: ’Ach mevrouw misschien geeft U de voorkeur aan een gekookt ei?’

Inmiddels ben ik al jaren vegetariër en dat bevalt mij prima.

----------

De plaat is van Petra Busstra.
Meer informatie: www.petrabusstra.com


© 2023 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
In de slagerij Rob van Olphen
2106BZ Slagerij
Onze vader was een ouderwetse ambachtelijke slager en worstmaker. (Tegenwoordig komt bijna alles uit de fabriek; het ziet er misschien mooi uit maar heeft totaal geen smaak). Wij hadden een kleine rookkast. Op de bodem werd zaagsel van eikenhout gelegd en daar bovenop houtkrullen. Die werden dan aangestoken en dan begon het rookproces.
In de kast zaten op verschillende hoogtes buizen met haken; daar werden dan de rookworsten, hammen, runderrookvlees en rundertongen aan opgehangen. Dat proces duurde zo een uur of 12. Eerst ging de rundertong een tijdje in een pekelbad, daarna werd er met een enorme grote injectiespuit een pekeloplossing in de aderen gespoten. Na deze behandeling werd de tong gedroogd en ging dan de rookkast in. De gerookte rundertongen waren heel duur omdat door het indrogingsproces dertig tot veertig procent gewicht verloren gaat. Daarbij heeft een koe uiteraard maar 1 tong.

Deze rundertongen waren een ware delicatesse voor onze klantenkring die voor 80% uit mensen afkomstig van Nederlands Indië bestond. Een reuze aardige vaste klant, die zo klein was dat ze maar net over de toonbank kon kijken en regelmatig bij ons in de winkel kwam zei  ’Rob geef mij maar een hele gerookte rundertong want wij krijgen bezoek van een heleboel na soebats (vrienden) en die wil ik lekker verwennen’.
Naast haar stond een hele lange gedistingeerde dame die op bekakte Haagse toon zei ‘Oh mevrouw hoe kunt u zo ‘n ding in hemelsnaam eten wat dat beest zijn hele leven in zijn bek heeft gehad?’. Het kleine Indische dametje draaide zich om, keek omhoog en antwoordde heel droog: ’Ach mevrouw misschien geeft U de voorkeur aan een gekookt ei?’

Inmiddels ben ik al jaren vegetariër en dat bevalt mij prima.

----------

De plaat is van Petra Busstra.
Meer informatie: www.petrabusstra.com
© 2023 Rob van Olphen
powered by CJ2