archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Wat een pestpokkenweer Nienke Nieuwenhuizen

2105BZ PokkenweerIk denk het sinds mijn aankomst in Nederland, op 31 oktober, elke dag. Toch moet er iets in die stormachtige Hollandse luchten zitten waarop je goed gedijt. Mijn moeder is 85 geworden en mijn natuurlijke vader werd 96. Mijn zoons en dochters kunnen zich ook beroemen op een goede gezondheid. En ook de derde en vierde generatie staat soms nog kort maar al heel stevig in het leven. Misschien is dat eeuwen wind en storm trotseren daar wel debet aan.

Ik ben nu tijdens deze regenachtige novembermaand van 2023 in Nederland omdat er op 7 oktober een nieuw achterkleinkind is geboren en de oudste van deze in mijn familie derde generatie op 1 november alweer 5 jaar is geworden. Tegenwoordig is het niet bijzonder om overgrootouders te hebben. We worden steeds ouder.

Opa Gerrit

Zelf heb ik als jongste uit het gezin alleen een opa van moederskant meegemaakt. Opa Gerrit, een leuke opa. Toen ik hem leerde kennen was hij al 70. Hij woonde in die jaren bij mijn tante in Bloemendaal. Vanuit die woonplaats reisde hij heel Nederland, van Texel tot Limburg, door om de acht gezinnen van zijn kinderen te bezoeken. Hij bleef dan een weekje of twee. Op die manier hebben zijn kleinkinderen opa goed leren kennen.
Ik kan me herinneren dat hij liedjes voor ons zong. Liedjes die op latere leeftijd weer bij me terugkwamen via Fred Piek, zanger van Fungus en de Amazing Stroopwafels: ‘In Hellevoetsluis daar staat een huis, daar zijn de dames van Bachermans thuis!’ of: ‘Meisje van 18 jaren’, waarbij je leerde wat er met je gebeurde als je een jonkman beschaamde. Je ogen werden uitgebrand en je armen afgesneden.

Hij zong uit zijn hoofd liederen met 14 coupletten. Eens vroeg hij aan me of ik dacht dat we allebei in verschillende ruimtes, zonder dat we elkaar konden zien, op één krant konden staan. Ik was toen zes denk ik, en we waren beiden vroeg op. Zo vroeg dat de kachel nog niet brandde. Want ik kan me mijn koude blauwe voeten op die krant nog heel goed herinneren. Hij legde de krant over de drempel tussen huiskamer en gang. Ik moest in de huiskamer op de krant gaan staan. Hij duwde de deur dicht en nam plaats op de krant in de gang. Een ervaring om over na te denken. Ook wist hij hoe je door de in die tijd gebruikelijke briefkaarten kon stappen. Hij leerde me ze op een bepaalde manier te knippen, waardoor je er een soort cirkel van kon maken. Hij vermaakte ons ook bij de trouwerij van mijn oudste broer. Ik weet dat iemand een schilderij won dat ‘Het gezicht op het IJ’ heette, maar dat in werkelijkheid een schilderijlijst was waarachter een ei op een lepel verscheen. Ook liet hij je geblinddoekt kennismaken met een oorlogsinvalide. Hij liet je dan met je wijsvinger de oren, neus, lippen en ogen voelen van één van de ooms, waarbij je bij het oog in een rijpe tomaat prikte, die hij voor het oog hield. De invalide had zijn oog verloren in de strijd verklaarde hij dan.
Geen spelletjes voor tere kinderzieltjes. Maar ik heb er niets aan overgehouden.

Opa hield ervan netjes voor de dag te komen. Goed zichtbaar droeg hij zijn zakhorloge met ketting over het vestje van zijn pak gedrapeerd. In de zak van zijn colbert had hij altijd een plat borsteltje om de sigarenas van de opbubbelende buik onder zijn streepjespak af te borstelen. Hij had een vreemde onderlip, een soort dubbele lip. Als hij zijn mond gesloten hield viel het niet op, dan verdween de uitstulping van onderlip achter zijn bovenlip. Die lip had hij te danken aan een dorpentocht op de schaats, waaraan hij een bevroren lip had overgehouden.

Gegoede burgerij

Hij liep met een mooie houten stok en droeg altijd een hoed. In zijn gedachten hoorde hij bij de 'gegoede burgerij', terwijl hij en zijn gezin eigenlijk nooit rijkdom hadden gekend. Ik denk niet dat hij op een socialistische partij stemde. Want buiten de vreugde die opa's bezoeken meebrachten, kan ik me ook heftige discussies herinneren tussen mijn moeder en opa. Eens zei hij trots dat we alle rijkdom aan Indië te danken hadden. En dat juist in de periode dat moeder zich inzette voor steun aan Piet van Staveren, die opgesloten zat omdat hij had geweigerd, als dienstplichtige, in Indië te vechten. Mijn moeder liep toen driftig blozend, onder haar rode haren, de deur uit. Onderwijl snauwend dat zij die rijkdom van Indië nooit aan de lijve had ondervonden. Gelukkig voor mij kwam ze een poosje later, afgekoeld, weer terug om ons in te fluisteren dat ze het die oude man, die niet beter wist, niet kwalijk kon nemen. Ondanks die andere politieke interesse hield mijn moeder heel veel van haar vader.
En voor mij waren ze beiden helden op hun eigen manier!

----------

De plaat is van Han Busstra.



© 2023 Nienke Nieuwenhuizen meer Nienke Nieuwenhuizen - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
Wat een pestpokkenweer Nienke Nieuwenhuizen
2105BZ PokkenweerIk denk het sinds mijn aankomst in Nederland, op 31 oktober, elke dag. Toch moet er iets in die stormachtige Hollandse luchten zitten waarop je goed gedijt. Mijn moeder is 85 geworden en mijn natuurlijke vader werd 96. Mijn zoons en dochters kunnen zich ook beroemen op een goede gezondheid. En ook de derde en vierde generatie staat soms nog kort maar al heel stevig in het leven. Misschien is dat eeuwen wind en storm trotseren daar wel debet aan.

Ik ben nu tijdens deze regenachtige novembermaand van 2023 in Nederland omdat er op 7 oktober een nieuw achterkleinkind is geboren en de oudste van deze in mijn familie derde generatie op 1 november alweer 5 jaar is geworden. Tegenwoordig is het niet bijzonder om overgrootouders te hebben. We worden steeds ouder.

Opa Gerrit

Zelf heb ik als jongste uit het gezin alleen een opa van moederskant meegemaakt. Opa Gerrit, een leuke opa. Toen ik hem leerde kennen was hij al 70. Hij woonde in die jaren bij mijn tante in Bloemendaal. Vanuit die woonplaats reisde hij heel Nederland, van Texel tot Limburg, door om de acht gezinnen van zijn kinderen te bezoeken. Hij bleef dan een weekje of twee. Op die manier hebben zijn kleinkinderen opa goed leren kennen.
Ik kan me herinneren dat hij liedjes voor ons zong. Liedjes die op latere leeftijd weer bij me terugkwamen via Fred Piek, zanger van Fungus en de Amazing Stroopwafels: ‘In Hellevoetsluis daar staat een huis, daar zijn de dames van Bachermans thuis!’ of: ‘Meisje van 18 jaren’, waarbij je leerde wat er met je gebeurde als je een jonkman beschaamde. Je ogen werden uitgebrand en je armen afgesneden.

Hij zong uit zijn hoofd liederen met 14 coupletten. Eens vroeg hij aan me of ik dacht dat we allebei in verschillende ruimtes, zonder dat we elkaar konden zien, op één krant konden staan. Ik was toen zes denk ik, en we waren beiden vroeg op. Zo vroeg dat de kachel nog niet brandde. Want ik kan me mijn koude blauwe voeten op die krant nog heel goed herinneren. Hij legde de krant over de drempel tussen huiskamer en gang. Ik moest in de huiskamer op de krant gaan staan. Hij duwde de deur dicht en nam plaats op de krant in de gang. Een ervaring om over na te denken. Ook wist hij hoe je door de in die tijd gebruikelijke briefkaarten kon stappen. Hij leerde me ze op een bepaalde manier te knippen, waardoor je er een soort cirkel van kon maken. Hij vermaakte ons ook bij de trouwerij van mijn oudste broer. Ik weet dat iemand een schilderij won dat ‘Het gezicht op het IJ’ heette, maar dat in werkelijkheid een schilderijlijst was waarachter een ei op een lepel verscheen. Ook liet hij je geblinddoekt kennismaken met een oorlogsinvalide. Hij liet je dan met je wijsvinger de oren, neus, lippen en ogen voelen van één van de ooms, waarbij je bij het oog in een rijpe tomaat prikte, die hij voor het oog hield. De invalide had zijn oog verloren in de strijd verklaarde hij dan.
Geen spelletjes voor tere kinderzieltjes. Maar ik heb er niets aan overgehouden.

Opa hield ervan netjes voor de dag te komen. Goed zichtbaar droeg hij zijn zakhorloge met ketting over het vestje van zijn pak gedrapeerd. In de zak van zijn colbert had hij altijd een plat borsteltje om de sigarenas van de opbubbelende buik onder zijn streepjespak af te borstelen. Hij had een vreemde onderlip, een soort dubbele lip. Als hij zijn mond gesloten hield viel het niet op, dan verdween de uitstulping van onderlip achter zijn bovenlip. Die lip had hij te danken aan een dorpentocht op de schaats, waaraan hij een bevroren lip had overgehouden.

Gegoede burgerij

Hij liep met een mooie houten stok en droeg altijd een hoed. In zijn gedachten hoorde hij bij de 'gegoede burgerij', terwijl hij en zijn gezin eigenlijk nooit rijkdom hadden gekend. Ik denk niet dat hij op een socialistische partij stemde. Want buiten de vreugde die opa's bezoeken meebrachten, kan ik me ook heftige discussies herinneren tussen mijn moeder en opa. Eens zei hij trots dat we alle rijkdom aan Indië te danken hadden. En dat juist in de periode dat moeder zich inzette voor steun aan Piet van Staveren, die opgesloten zat omdat hij had geweigerd, als dienstplichtige, in Indië te vechten. Mijn moeder liep toen driftig blozend, onder haar rode haren, de deur uit. Onderwijl snauwend dat zij die rijkdom van Indië nooit aan de lijve had ondervonden. Gelukkig voor mij kwam ze een poosje later, afgekoeld, weer terug om ons in te fluisteren dat ze het die oude man, die niet beter wist, niet kwalijk kon nemen. Ondanks die andere politieke interesse hield mijn moeder heel veel van haar vader.
En voor mij waren ze beiden helden op hun eigen manier!

----------

De plaat is van Han Busstra.

© 2023 Nienke Nieuwenhuizen
powered by CJ2