archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Ontmoetingen delen printen terug
Personeel via het arbeidsbureau Rob van Olphen

2101BZ Personeel
Na mijn herniaoperatie mocht ik beslist niet tillen of lang staan. Voor een marktkoopman betekent dat, dat je je werk niet kunt uitvoeren. Ik had echter, net als veel van mijn collega’s op de markt, geen ongevallenverzekering, want die was toentertijd onbetaalbaar, dus ik moest wel. Gelukkig kwam ik via het arbeidsbureau in contact met Danny, een jongen van zeventien. Hij wilde me wel komen helpen.

Aangezien Danny geen vervoer had moest ik hem iedere marktdag ophalen. Dat was altijd een heel gedoe, want meneer was nooit op tijd. Sinds Danny bij mij werkzaam was was er ineens een grote vraag naar discussloten, zware sloten waarmee je een ketting kunt vastmaken. Vooral als ik even de kraam had verlaten voor een bezoek aan het toilet waren er wel weer een paar discussloten minder. Helaas vond ik ik deze 'verkopen' niet terug in de omzet.

Op een zekere dag was hij niet thuis, maar een paar uur later kwam meneer met een auto naar de markt. Hij had helemaal geen rijbewijs! Ik zag toevallig dat er draden onder het dashboard aan elkaar vastgemaakt waren. Er zat ook geen sleutel in het contactslot. De auto had hij van zijn broer geleend.Een paar dagen later kwam Danny met de mededeling dat het marktgebeuren te zwaar voor hem was en hij nam gelijk ontslag. Ik was heel blij dat hij zelf ontslag heeft genomen, anders was het een heel gedoe geweest om te bewijzen dat hij had gestolen.

Ik ging weer naar het arbeidsbureau voor een nieuwe kandidaat. Deze keer kwam Melvin. Hem moest ik ook weer iedere keer ophalen maar hij stond in ieder geval altijd op tijd klaar.
Tijdens de werkzaamheden op de markt, zegt een klant tegen Melvin: ‘Dit is wel heel wat anders dan al die lijken’. Toen die klant was vertrokken vroeg ik aan Melvin: ‘Wat bedoelde hij met al die lijken?’
‘Oh ik heb bij een begrafenisondernemer gewerkt en daar moest ik lijken wassen.’ ‘En vond je dat niet eng?', vroeg ik hem. ‘Och, nee ze waren toch dood’, was zijn reactie.

Na Melvin kwam er één waar ik de naam liever niet van wil vermelden. Die vertelde dat hij met een paar vrienden in het Zuiderpark een jonge vrouw die daar aan het joggen was had aangerand. Toen ze door de politie waren ingerekend, en vast zaten op het bureau, vroeg één van de vaders of hij zijn zoon even mocht spreken. Toen zoonlief bij zijn vader kwam heeft die hem een paar enorme klappen verkocht.
Toen ik dit verhaal hoorde, was het of ik een koude douche over me heen kreeg. Ik heb onze samenwerking gelijk gestopt. Die wilde ik nooit en te nimmer meer zien.

Nummer 4, André genaamd, deed erg zijn best. Ik was aanvankelijk heel tevreden met hem. Op een gegeven ogenblik, toen ik even mijn kraam verliet en toevallig omkeek, zag ik dat hij iets van mijn kraam pakte en in zijn fietstas deponeerde. Ik heb hem weggestuurd om een gebakken visje te halen, en bij die gelegenheid ontdekte ik vier dure tangen in zijn fietstas! Ook André kon opzouten.

Nummer 5, een zekere Annie was reuze vlot en aardig tegen de klanten, maar ook reuze snel om muntjes van 5 in haar broekzak te laten verdwijnen. Toen ik dat een paar keer had gezien kon ik mijn ogen niet geloven. Ik maakte mijzelf wijs dat ik het niet had gezien, maar het was wel de harde realiteit!
In Israël hebben ze een gezegde als ze je niet mogen, dan zeggen ze: ‘Ik gun je heel veel personeel’.

Nummer 6, Jan, was  de uitzondering. Hij was een moordkerel, altijd op tijd en correct tegen de klanten. Jaren geleden had hij zijn bedrijf voor 10 miljoen gulden verkocht en had hij over de hele wereld gereisd. Na 9 jaar waren de centjes op. Met een Thaise vrouw en dochtertje was hij teruggekomen naar Nederland,
Jan heeft bij me gewerkt totdat ik het gelukkig weer allemaal zelf kon doen. Ik heb heel lang contact met hem gehouden, helaas is hij niet oud geworden.

----------

Het droeve plaatje is van Alex Verduijn den Boer.



© 2023 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Ontmoetingen"
Bezigheden > Ontmoetingen
Personeel via het arbeidsbureau Rob van Olphen
2101BZ Personeel
Na mijn herniaoperatie mocht ik beslist niet tillen of lang staan. Voor een marktkoopman betekent dat, dat je je werk niet kunt uitvoeren. Ik had echter, net als veel van mijn collega’s op de markt, geen ongevallenverzekering, want die was toentertijd onbetaalbaar, dus ik moest wel. Gelukkig kwam ik via het arbeidsbureau in contact met Danny, een jongen van zeventien. Hij wilde me wel komen helpen.

Aangezien Danny geen vervoer had moest ik hem iedere marktdag ophalen. Dat was altijd een heel gedoe, want meneer was nooit op tijd. Sinds Danny bij mij werkzaam was was er ineens een grote vraag naar discussloten, zware sloten waarmee je een ketting kunt vastmaken. Vooral als ik even de kraam had verlaten voor een bezoek aan het toilet waren er wel weer een paar discussloten minder. Helaas vond ik ik deze 'verkopen' niet terug in de omzet.

Op een zekere dag was hij niet thuis, maar een paar uur later kwam meneer met een auto naar de markt. Hij had helemaal geen rijbewijs! Ik zag toevallig dat er draden onder het dashboard aan elkaar vastgemaakt waren. Er zat ook geen sleutel in het contactslot. De auto had hij van zijn broer geleend.Een paar dagen later kwam Danny met de mededeling dat het marktgebeuren te zwaar voor hem was en hij nam gelijk ontslag. Ik was heel blij dat hij zelf ontslag heeft genomen, anders was het een heel gedoe geweest om te bewijzen dat hij had gestolen.

Ik ging weer naar het arbeidsbureau voor een nieuwe kandidaat. Deze keer kwam Melvin. Hem moest ik ook weer iedere keer ophalen maar hij stond in ieder geval altijd op tijd klaar.
Tijdens de werkzaamheden op de markt, zegt een klant tegen Melvin: ‘Dit is wel heel wat anders dan al die lijken’. Toen die klant was vertrokken vroeg ik aan Melvin: ‘Wat bedoelde hij met al die lijken?’
‘Oh ik heb bij een begrafenisondernemer gewerkt en daar moest ik lijken wassen.’ ‘En vond je dat niet eng?', vroeg ik hem. ‘Och, nee ze waren toch dood’, was zijn reactie.

Na Melvin kwam er één waar ik de naam liever niet van wil vermelden. Die vertelde dat hij met een paar vrienden in het Zuiderpark een jonge vrouw die daar aan het joggen was had aangerand. Toen ze door de politie waren ingerekend, en vast zaten op het bureau, vroeg één van de vaders of hij zijn zoon even mocht spreken. Toen zoonlief bij zijn vader kwam heeft die hem een paar enorme klappen verkocht.
Toen ik dit verhaal hoorde, was het of ik een koude douche over me heen kreeg. Ik heb onze samenwerking gelijk gestopt. Die wilde ik nooit en te nimmer meer zien.

Nummer 4, André genaamd, deed erg zijn best. Ik was aanvankelijk heel tevreden met hem. Op een gegeven ogenblik, toen ik even mijn kraam verliet en toevallig omkeek, zag ik dat hij iets van mijn kraam pakte en in zijn fietstas deponeerde. Ik heb hem weggestuurd om een gebakken visje te halen, en bij die gelegenheid ontdekte ik vier dure tangen in zijn fietstas! Ook André kon opzouten.

Nummer 5, een zekere Annie was reuze vlot en aardig tegen de klanten, maar ook reuze snel om muntjes van 5 in haar broekzak te laten verdwijnen. Toen ik dat een paar keer had gezien kon ik mijn ogen niet geloven. Ik maakte mijzelf wijs dat ik het niet had gezien, maar het was wel de harde realiteit!
In Israël hebben ze een gezegde als ze je niet mogen, dan zeggen ze: ‘Ik gun je heel veel personeel’.

Nummer 6, Jan, was  de uitzondering. Hij was een moordkerel, altijd op tijd en correct tegen de klanten. Jaren geleden had hij zijn bedrijf voor 10 miljoen gulden verkocht en had hij over de hele wereld gereisd. Na 9 jaar waren de centjes op. Met een Thaise vrouw en dochtertje was hij teruggekomen naar Nederland,
Jan heeft bij me gewerkt totdat ik het gelukkig weer allemaal zelf kon doen. Ik heb heel lang contact met hem gehouden, helaas is hij niet oud geworden.

----------

Het droeve plaatje is van Alex Verduijn den Boer.

© 2023 Rob van Olphen
powered by CJ2