archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden delen printen terug
Nooit meer een auto Julius Pasgeld

2017BS AutoVorige week heb ik mijn auto weggedaan. Zomaar ineens. Ik gebruikte hem toch bijna nooit meer. Alleen voor boodschappen als het regende. Een enkele keer voor een ritje op de autoweg naar Middelburg. Maar naar Den Haag durfde ik niet meer. Zeker niet alleen achter het stuur.
Bij de garage kreeg ik er nog 250 euro voor. Het was een Renault Megane Scenic 2.0 met zes versnellingen, die ik in 2008 had gekocht voor 18.500 euro.

De eerste

In 1961 kocht ik mijn eerste auto. Een derdehands Volkswagen (Kever). Voor 100 gulden. Het was er zo een met een in tweeën gedeeld, ovalen achterraampje. En de raampjes opzij moest je nog op eigen kracht, met de hand opendraaien. Zonder een beroep te doen op energiebronnen die het leven nóg gemakkelijker maakten.
De meeste werkzaamheden aan dat autootje verrichtte ik zelf. Banden vervangen, ontkolen, tectyleren (!), nieuwe bougies indraaien, uitlaat vernieuwen, enzovoort.
Daarna had ik auto’s in tal en last waaronder een spiksplinternieuwe Toyota Corolla. Al die auto’s brachten me trouw van en naar mijn werk en verplaatsten mij in mijn vakanties door Europa. Van de westkust van Ierland tot aan de Russische grens. Van Kopenhagen tot aan Sicilië.

De laatste

En tenslotte dus die Renault Scenic 2.0. Vorige week bracht ik hem naar de garage nadat hij 15 jaar lang mijn trouwe knecht was geweest. Beter kan ik zeggen: mijn vastberaden vriend. Want nooit week hij van mijn zijde.
‘Waarom doe je mij weg?’, vroeg hij zich triestig af toen ik bij het afscheid zachtjes zijn metallic dak streelde. ‘Ik durf niet meer met je op de autoweg’, antwoordde ik. Ja, die twintig minuten van ons dorp naar Middelburg over de A58 dat gaat nog net. Maar die anderhalf, of tegenwoordig vaak zelfs 2 uur naar Den Haag en dan in Den Haag gemiddeld 3 keer voor één stoplicht moeten wachten en dan weer terug, dat gaat niet meer. Dat ligt echt niet aan jou, maar aan mij. Ik ben er te oud voor. Ik gebruikte je alleen nog maar voor boodschappen in het dichtstbijzijnde dorp. En daar ben je, met je motorrijtuigenbelasting, je APK-beurten en je verzekeringspremies toch echt te duur voor’.
De Renault Scenic knikte. Hij scheen het te begrijpen. Toch kon ik aan alles merken, dat hij het maar niks vond.

Helm op

Mevrouw Pasgeld heeft nog wel een auto. Zij is een stuk jonger dan ik. Dus als we naar Den Haag moeten, rijdt zij en zit ik naast haar te roepen dat het heus wel wat langzamer kan.
En als het regent terwijl ik boodschappen moet doen gebruik ik haar auto. Iedere keer noteer ik de begin- en eind kilometerstand op mijn tochten met haar auto. Aan het eind van de maand vermenigvuldigen we het totaal aantal kilometers met 0,25 cent en reken ik dat met haar af. Zo is het ook voor haar wat goedkoper dat ik mijn auto heb weggedaan.

En voor de rest doe ik nu dus alles, als het tenminste niet regent, op mijn scootertje.
Dit jaar voor het eerst moest ik daar een helm bij op. Heel vervelend. Niet alleen omdat mevrouw Pasgeld, iedere keer als ze mij met die helm op ziet, niet meer bijkomt van het lachen. Maar vooral ook omdat ik op mijn scootertochtjes over de Zeeuwse dijken nauwelijks verkeer tegenkom.
En die helm dan dus ook absoluut nergens voor nodig is.

----------

Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven.



© 2023 Julius Pasgeld meer Julius Pasgeld - meer "Beelden uit soberder tijden" -
Beschouwingen > Beelden uit soberder tijden
Nooit meer een auto Julius Pasgeld
2017BS AutoVorige week heb ik mijn auto weggedaan. Zomaar ineens. Ik gebruikte hem toch bijna nooit meer. Alleen voor boodschappen als het regende. Een enkele keer voor een ritje op de autoweg naar Middelburg. Maar naar Den Haag durfde ik niet meer. Zeker niet alleen achter het stuur.
Bij de garage kreeg ik er nog 250 euro voor. Het was een Renault Megane Scenic 2.0 met zes versnellingen, die ik in 2008 had gekocht voor 18.500 euro.

De eerste

In 1961 kocht ik mijn eerste auto. Een derdehands Volkswagen (Kever). Voor 100 gulden. Het was er zo een met een in tweeën gedeeld, ovalen achterraampje. En de raampjes opzij moest je nog op eigen kracht, met de hand opendraaien. Zonder een beroep te doen op energiebronnen die het leven nóg gemakkelijker maakten.
De meeste werkzaamheden aan dat autootje verrichtte ik zelf. Banden vervangen, ontkolen, tectyleren (!), nieuwe bougies indraaien, uitlaat vernieuwen, enzovoort.
Daarna had ik auto’s in tal en last waaronder een spiksplinternieuwe Toyota Corolla. Al die auto’s brachten me trouw van en naar mijn werk en verplaatsten mij in mijn vakanties door Europa. Van de westkust van Ierland tot aan de Russische grens. Van Kopenhagen tot aan Sicilië.

De laatste

En tenslotte dus die Renault Scenic 2.0. Vorige week bracht ik hem naar de garage nadat hij 15 jaar lang mijn trouwe knecht was geweest. Beter kan ik zeggen: mijn vastberaden vriend. Want nooit week hij van mijn zijde.
‘Waarom doe je mij weg?’, vroeg hij zich triestig af toen ik bij het afscheid zachtjes zijn metallic dak streelde. ‘Ik durf niet meer met je op de autoweg’, antwoordde ik. Ja, die twintig minuten van ons dorp naar Middelburg over de A58 dat gaat nog net. Maar die anderhalf, of tegenwoordig vaak zelfs 2 uur naar Den Haag en dan in Den Haag gemiddeld 3 keer voor één stoplicht moeten wachten en dan weer terug, dat gaat niet meer. Dat ligt echt niet aan jou, maar aan mij. Ik ben er te oud voor. Ik gebruikte je alleen nog maar voor boodschappen in het dichtstbijzijnde dorp. En daar ben je, met je motorrijtuigenbelasting, je APK-beurten en je verzekeringspremies toch echt te duur voor’.
De Renault Scenic knikte. Hij scheen het te begrijpen. Toch kon ik aan alles merken, dat hij het maar niks vond.

Helm op

Mevrouw Pasgeld heeft nog wel een auto. Zij is een stuk jonger dan ik. Dus als we naar Den Haag moeten, rijdt zij en zit ik naast haar te roepen dat het heus wel wat langzamer kan.
En als het regent terwijl ik boodschappen moet doen gebruik ik haar auto. Iedere keer noteer ik de begin- en eind kilometerstand op mijn tochten met haar auto. Aan het eind van de maand vermenigvuldigen we het totaal aantal kilometers met 0,25 cent en reken ik dat met haar af. Zo is het ook voor haar wat goedkoper dat ik mijn auto heb weggedaan.

En voor de rest doe ik nu dus alles, als het tenminste niet regent, op mijn scootertje.
Dit jaar voor het eerst moest ik daar een helm bij op. Heel vervelend. Niet alleen omdat mevrouw Pasgeld, iedere keer als ze mij met die helm op ziet, niet meer bijkomt van het lachen. Maar vooral ook omdat ik op mijn scootertochtjes over de Zeeuwse dijken nauwelijks verkeer tegenkom.
En die helm dan dus ook absoluut nergens voor nodig is.

----------

Het plaatje is van Katharina Kouwenhoven.

© 2023 Julius Pasgeld
powered by CJ2