archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de fiets | ||||
Zwart-wit | Thomas van der Steen | |||
Wenen leerde ik voor het eerst kennen door het Nieuwjaarsconcert van de Wiener Philharmoniker. Dat was vaste prik op 1 januari. Uitgezonden door de NTS in zwart-wit. Toen zag ik The Third Man met Orson Welles, een zwart-wit film. Ultravox zong meeslepend ‘Oh, Vienna’ en de clip was natuurlijk ook in zwart-wit. Wenen betekende voor mij vroeger, ooit, een andere tijd. Mijn belangstelling voor de Eerste Wereldoorlog deed daar nog een schepje bovenop. Paleizen, koetsen, lakeien, concertzalen, door medailles topzware uniformen, gala’s, pracht en praal, prinsen en gravinnen. Later las ik De Pianiste van Nobelprijswinnaar Elfriede Jelinek. Zij schetst een inktzwart beeld van de stad. Hoofdpersoon Erika struint bij nacht door de straten en begluurt stelletjes die zich aan elkaar vergrijpen in de bosjes rond het Prater. Onder het reuzenrad wachten prostituees op hun volgende klant, op voorhand huiverend voor zijn wensen. In Wenen is alles zwart, wit of grijs. We komen laat in de middag aan en huren een kamer op Seitenberggasse 13, 16. Gemeindebezirk Ottakring, Weenser wordt het niet. In ons appartement worden we prompt begroet door levensgrote portretten van Franz Joseph I en zijn Sissi, met moeite onderdrukken we een Knickschen. Het fietsen gaat makkelijk ondanks de drukte die nu eenmaal bij een metropool hoort. Er zijn brede fietspaden en duidelijke routes. Ik geef mij over aan mijn eigen gids: mijn telefoon op mijn stuur is mijn dashboard en google maps functioneert feilloos, tot op de centimeter. De tocht gaat verder naar de Donau. Oostenrijk-Hongarije werd ook wel de Donaumonarchie genoemd. Strauss schreef de wals An der schönen, blauen Donau maar als wij ‘m bereiken is ‘ie niet mooi en zeker niet blauw. Het lijkt eerder het afvalputje van de stad. De gebruikelijke grootsteedse troep van junks en andere onverlaten ligt overal; pizzadozen, papieren zakdoekjes, peuken en blikjes Red Bull vechten om voorrang. We fietsen een stukje stroomopwaarts maar mooi wordt het nergens en het water nooit blauw. Omdat Belinda haar zinnen op het Hundertwasserhaus heeft gezet, buigen wij bij Mexikoplatz af, de stad in. Het veelkleurige huis stelt niet teleur. Het is meer een complex dan een huis. Samen met veel, heel veel, belangstellenden lopen we er met onze hoofden in de nek omheen. Overduidelijk is dat de eigenzinnige kunstenaar en architect rechte lijnen goddeloos en immoreel vond. Voor het avondmaal fietsen we naar de Naschmarkt, een aaneenschakeling van marktkramen en eettentjes. Vroeger natuurlijk een authentieke plek waar Weners flaneerden en hier een wijntje dronken, daar een olijfje prikten en even verderop een visje aten. Nu is het een tourist trap met Aperol spritz en Gin tonic slurpende vakantiegangers. Voor ons geen hyperige cocktail maar een onvervalste pul bier. We eten een over de rand van onze borden kruipende schnitzel met een Grüner Veltliner ernaast. Wenn in Wien, iss wie Wiener. Terugfietsend naar ons appartement valt de schemer over de stad. In onze wijk Ottakring zijn de straten zo goed als verlaten op een paar onvermijdelijke koeriers na. Onder de spiedende blikken van Franz Joseph en Sissi vallen we subiet in slaap. Morgen meer Wenen. ---------- De foto linksboven is van Belinda Bouman. De andere is geschoten door de auteur. |
||||
© 2023 Thomas van der Steen | ||||
powered by CJ2 |