archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de fiets | ||||
Op zoek naar Janine | Thomas van der Steen | |||
Natuurlijk kan ik beweren dat we Boer zoekt Vrouw kijken vanuit intercultureel perspectief of omdat we uitermate geïnteresseerd zijn in rurale bedrijfsdynamiek maar dat is niet zo. Samen met mijn dochter kijk ik om precies dezelfde redenen als ieder ander, namelijk om te gruwen van dat onbehouwen, autistische geklungel van de boeren. Afgelopen seizoen deed ook een boerin mee, ze deed in horkerigheid niets onder voor de mannen. Janine is schapenboer (3000 stuks) in het zuidelijkste puntje van Limburg. Tijdens de logeerweek vielen onze monden geregeld open van verrukking. Janine stond dan wel weer te schutteren tegen Sander of Christiaan maar het decor was betoverend. Glooiende groene heuvels, het dal nog dampend in de ochtendmist, holle wegen, een kabbelend beekje, je zou er op slag verliefd worden. Zo niet Janine. In het vestingstadje Grave stap ik op voor een rondje door drie provincies: Noord-Brabant, Limburg en Gelderland. Als ik halverwege de route in Limburg naar knooppunt 61 fiets moet ik in de beugels, het pad stijgt on-Nederlands venijnig. En is lang. Op het hoogste punt hijg ik uit en geniet van het uitzicht. Janine’s habitat ligt dan wel 100 kilometer zuidelijker maar het lijkt er verdomd veel op. Ik stuur een fotootje naar Zoë met de mededeling dat ik in Limburg ben. ‘Daar wil ik ook fietsen, ASAP!’, appt ze terug. Duidelijk. Een week later ben ik weer in Grave, nu met Zoë. Met links de Maas en rechts de Kraaijenbergse Plassen fietsen we oostwaarts. Weilanden, trekkers, boeren, koeien, schapen, slootjes, kippen, paarden, varkens, alleen Yvon ontbreekt. Bij Cuijk steken we de rivier over met de veerpont. We moeten wachten op een boot zonder boeg, een duwboot. Nooit eerder gezien, een koddig gezicht. Aan de overkant zijn we in Limburg. Er is nog geen heuvel te bekennen maar het is nu al overweldigend mooi. Over grindpaden die lijken op Italiaanse ‘strade bianche’ koersen we op de kerktoren van Middelaar af. De rust en ruimte is weldadig. Vorige week nam ik de Zevendalseweg al te driest. Nu ben ik gewaarschuwd en kan de steile klim tot de top wél fietsend volbrengen. Zoë volgt ontspannen, duh, zij is op een E-bike. Boven gekomen genieten we van het schitterende uitzicht. Door corona ontdekten velen weer hoe mooi hun eigen land eigenlijk is. Dat zijn wij nooit vergeten maar verbazen ons hier toch over de grenzeloze schoonheid. De snelheid van de E-bike is begrensd maar ik daal met duizelingwekkende snelheid de Heumensebaan af. Zonder helm ( hoe lang nog? ) zoef ik langs Jachtslot de Mookerheide zo de provincie Gelderland in. Via de sluizen van het Maas Waalkanaal bereiken we de winterdijk van de Maas. Weer treffen we een machtig uitzicht. In de schaduw van populieren graast een kudde stamboekvee in de uiterwaard terwijl een binnenvaartschip door de rivier zwoegt. Stroomafwaarts zien we de brug naar Grave al liggen. Limburg hebben we gezien maar geen schim van Janine. ---------- De foto is van de schrijver |
||||
© 2022 Thomas van der Steen | ||||
powered by CJ2 |