archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de fiets | ||||
Beach cruising | Thomas van der Steen | |||
Hazel kijkt me over haar bril indringend aan. Ze knikt naar de fietsen en zegt me dat ze die in dertig jaar nog nooit heeft verhuurd aan iemand ouder dan 16. Belinda en ik zijn in South Beach State Park, Oregon en snakken zo langzamerhand naar een fietstochtje, haren in de wind. We zijn al drie weken op pad door het noordwesten van de VS, hier kunnen we fietsen huren, nu moet het gebeuren. Ik overtuig Hazel dat het echt niet erg is dat de sturen belachelijk breed zijn en de banden dik. Tegen de man die over de tweewielers waakt, zegt ze: ‘Okay Wyatt, they want them anyway.’ De brede banden blijken comfortabel en die brede sturen, ach, we zijn wel wat gewend. We rijden meteen richting oceaan, snel kijken hoe die Stille erbij ligt. Het is zonnig, de lucht helder en vanaf de lage duinen is het uitzicht groots. Het strand is compleet verlaten, we zijn alleen op de wereld. Over de boardwalk fietsen we naar het noorden. Na een kwartiertje fietsen langs de kust bereiken we twee enorme strekdammen, die zo’n 500 meter de zee in steken. Langs de basaltblokken rijden we landinwaarts. We steken de drukke 101 over naar de Yaquina rivier. De trechtermonding is beschermd natuurgebied, maar anders dan bij ons niet ingedamd en aangeharkt. Over een smal zandpad trekken we het ruige, ongetemde gebied in. Kale, grillig gevormde boomstronken liggen op zompig en verraderlijk zand. Belinda is meer thuis in de natuur en door haar word ik gewezen op brem (wist ik) zeekraal, lupine, kornoelje, verschillende soorten rododendrons en draaidennen. Zwaluwen (wist ik ook) blue jays, plevieren en zelfs een knalrode kardinaalvogel zwieren langs ons. Als de rivier overgaat in de baai staan reigers en aalscholvers op palen te turen naar slachtoffers. Er is ook een eindeloze pier. Op de kop gooien mensen doorlopend iets ronds in het water wat ze erna weer ophalen. Nieuwsgierig fietsen we erheen, de houten planken roffelen in cadans onder onze wielen. Een Chinese familie jaagt op krabben met rauwe kip als aas. De dochters halen de vallen op, vader keurt de krabben streng op grootte en geslacht. Te klein of vrouw: teruggooien. De meisjes praten Engels met elkaar, maar Chinees met pa en ma. Het must-go restaurant waarover we zijn getipt ligt aan de overkant. Tussen ons en lunch ligt een machtige brug. Fietsers moeten, voordat ze de overtocht wagen, op een knop drukken. Waarschuwingslichten moeten de automobilisten (in hun brullende 8-cilinder pick ups) dwingen hun snelheid van 60 mijl te reduceren tot een sukkelgang. Ondanks het eeuwige geduld en de hoffelijkheid die Amerikanen in het verkeer hebben, nemen we toch maar het veilige voetpad, fietsen aan de hand. In de haven van Newport rijgen eettentjes, souvenirwinkeltjes en visfabrieken zich aaneen. In het water onder die fabrieken liggen zeeleeuwen loom te wachten op visafval. Als we bij restaurant Clearwater arriveren wijst Belinda mij op het ontbreken van een slot op onze fietsen. Uit angst voor Hazels toorn vragen we of ze een schuurtje of iets dergelijks hebben. Nee hoor, we mogen ze meenemen en naast onze tafel op het terras aan het water zetten. We generen ons maar niemand vindt het gek, ?that’s America for you. Harmony serveert clam chowder, Caesar salad, crab cakes, halibut and chips en schenkt er een frisse Californische Riesling bij. Dat ze haar zonnebril ophoudt nemen we voor lief. Op drijvende pontons naast ons liggen zeeleeuwen in de zon te luieren. Na de lunch eerst weer die vermaledijde brug over maar dan reppen we ons op onze beach cruisers naar het strand. We koesteren het warme zand maar rillen van het koude oceaanwater. Tot onze enkels erin, verder zou fataal zijn. Als we de fietsen inleveren vraag ik aan Wyatt of hij weet wat de temperatuur van het zeewater is. ‘53 degrees tops, did you enjoy your trip?’ PS. 53 graden Fahrenheit = 11,6 graden Celsius ----- De plaatjes zijn van de schrijver |
||||
© 2019 Thomas van der Steen | ||||
powered by CJ2 |