archiefvorig nr.lopend nr. |
||||
|
|||||||||||||||||||||||||||||
Bezigheden > Op de fiets | ||||
GENIET! * | Thomas van der Steen | |||
Het plaatje is van Elène Klaren. De schrijver liet zich daardoor inspireren. ------------- In Portugal beminde ik niet alleen de zon maar ook de wrede branding van de Atlantische Oceaan. Twee weken vakantie en geen wekker, werk, tv en dus geen Sylvana Simons. Maar ook geen fiets en die ging ik missen. Thuisgekomen snakte ik naar een tochtje maar als ik vrij was hoosde het doorlopend. Gelaten wachtte ik op mijn kans. Het is zover, damp slaat van het asfalt, de zon heeft gewonnen. Het walmende fietspad ruil ik in voor een bospad in het Corversbos. Het rondje dat ik ga maken ken ik van buiten. Daar zijn de moestuinen al met de daarbij horende gebogen gestaltes. Erna de schitterende buitenplaatsen in ‘s Graveland. De provinciale weg naar Weesp, links de molen, rechts de misplaatste lama’s en struisvogels in het weiland. Vlak voor Weesp linksaf en langs de Vecht en de Spiegelplas; de strandjes zijn vol. Langs het huis van onze minister van Defensie, althans, tijdens een interview met Nieuwsuur stond ze ervoor. In Nederhorst den Berg zie ik het schattige kerkje op de terp en iets verder het prachtige kasteel. Ik verheug me al op het Bergse Pad naar Ankeveen. Dat pad loopt dwars door de Ankeveensche Plassen en is van de natuur, en een beetje van mij. Als ik over het bruggetje fiets zie ik torenhoge berenklauw, ze lijken wel buitenaards. Het zandpad is versmald door oprukkend groen. Ik kan het water van de plas niet zien door het hoogstaande riet. Stengels en bladeren striemen mijn kuiten. In de corridor vliegen reuzenlibellen hun onvoorspelbare koers. Kleine vogels fladderen vlak voor mijn voorwiel heen en weer het fietspad over. De tocht krijgt Freek Vonk-achtige allure als ringslangen hun kop opsteken. Maar regelrecht angstaanjagend wordt het als ik door wolken insecten rijd. Eerst is het getik op mijn wangen nog grappig, maar de wolken worden donkerder en talrijker. Als zelfs door mijn neus ademen geen soelaas biedt neem ik tussen de zwermen door een teug lucht en hou mijn adem in. Het is niet leuk meer en ik smacht naar het einde van het pad. Eindelijk, ik heb Ankeveen gehaald en plof neer op een bankje. Ik haal diep adem en kom een beetje bij. Voor me een strakblauwe lucht, de rimpelloze plas en een weiland met Friese koeien. Zalig, veilige natuur. Als ik opsta om naar huis te fietsen zie ik dat er GENIET! op het bankje staat. De gebiedende wijs en het uitroepteken ergert me. ‘Hé bank, dat maak ik zelf wel uit!’ |
||||
© 2016 Thomas van der Steen | ||||
powered by CJ2 |