archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
NRC/Handelsblad en Blue Note Peter Schröder

0820VG Blue Note
De lamme helpt de blinde verder van huis
Het gaat niet zo goed met de traditionele dagbladpers (lezers kijken op Internet en lezen gratis ochtendkrantjes) en met de traditionele platenindustrie (liefhebbers hebben hun kast al overvol en kunnen ook via Internet al aan hun muziekjes komen). Zo kan het gebeuren dat dagbladen willen bijverdienen met postorderwinkeltjes voor wijn, boeken en platen en dat platenmaatschappijen voor het aanboren van nieuwe distributiekanalen allianties aangaan met dagbladen. Geen opzienbarend nieuws dat NRC/Handelsblad nu komt met een CD Box ‘Best of Blue Note’, met 50er jaren jazz en dat die box wordt geïntroduceerd met ‘Best of Blue Note 01. Miles Davis: Birth Of The Cool’.
Ruim 200.000. exemplaren van de CD zijn in gezelschap van een raar boekje gratis (en toch voor niks!) verstuurd naar de lezers van de Kwaliteitskrant. Maar toch nog wel verbazend dat de winkeliers van deze krant een zo lullig en liefdeloos platenproduct aan de lezers proberen te slijten als nu is gebeurd.

Vriendenjazz
Blue Note was een klein huiskamermaatschappijtje dat in 1939 in New York werd opgericht door de Duitse emigré Alfred Lion, met lotgenoot Max Margulis en even later (weer Duits lotgenoot) Francis Wolff (die daarnaast ook fotografeerde). Lion nam in die jaren boogie woogie en ‘hot’ jazz op, ‘Summertime’ door Sidney Bechet was het eerste succes van deze jazzliefhebbers. Blue Note zou beroemd worden met de 50/begin60 jaren ‘hard bop’ jazz van oa. Art Blakey & The Jazz Messengers, Theolonious Monk, Horace Silver, Jimmy Smith, Bud Powell en Clifford Brown (en in de late 60er jaren met Lee Morgan, Herbie Hancock en weer Horace Silver). De muziek van het kleinschalige Blue Note werd zo mooi en belangrijk door de goede smaak van Lion en Wolff (keuze van de belangrijke talenten), hun engagement (geduld, tijd & moeite) en de prachtige afwerking van hun elpees. Graficus Reid Miles bracht op de hoezen de harde zwart/wit foto’s uit Wolff’s Rolleiflex en beschreef de inhoud met niet meer dan simpele schreefloze letters (een Europees artistiekerige innovatie). De vrouw van Lion zei nog: ‘Waarom zetten jullie niet een lekkere meid op die covers?’ maar de geschiedenis bewees dat Reids hoezen meer hebben bijgedragen aan het succes van Blue Note dan welke meid dan ook had kunnen doen.

Icoon
Mooie nieuwe muziek en dat gepresenteerd met de juiste stijl: Blue Note was net beter herkenbaar dan vergelijkbare maatschappijtjes met vergelijkbare jazz als: Prestige, World Pacific, Riverside. En Blue Note jazz werd een begrip voor de ‘modernisten’ onder de (pre-)babyboomers van de jaren 50 en begin60 van de vorige eeuw.
Met de komst van The Beatles daalde de publieksbelangstelling voor jazz en de kleine jazzmaatschappijtjes kregen het steeds moeilijker en namen minder nieuwe muziek op. Blue Note werd in 1965 opgekocht door het veel grotere Liberty, Lion trok zich terug (later gevolgd door Reid Miles en Wolff) en dat was het begin van het einde, een einde in de multinational EMI records. De komst van de CD zorgde voor een opleving van de belangstelling voor Blue Note en aanverwante jazz toen de babyboomers hun grijsgedraaide elpees konden vervangen door mooie geruisloze heruitgaven en hun enthousiasme ook wisten over te dragen op jonger volk. De muziek van Blue Note werd heruitgebracht (net als die van Prestige, Riverside etc. door Fantasy en natuurlijk ook van de grotere maatschappijen als Columbia/Sony) en uitgemolken (weer andere compilaties, nieuwe re-mastering etc.) tot de kasten van de liefhebbers overvol waren.

Het achterlijke neefje aan het werk
En dan komt nu NRCHandelsblad met ‘Best of Blue Note Jazz’: unieke jazzcollectie/ samengesteld door NRC/ 15 nooit eerder verschenen biografieën/ 15 geremasterde CD’s’. Laten we er kort over zijn. In een doos zitten 7 authentieke elpees uit de goede tijden van Blue Note (Blakey, Hancock, Shorter, Rollins, Gordon, Coltrane en Coleman) en 2 serieuze platen uit de nadagen (Petrucciani en Norah Jones). De andere 6 platen werden ooit uitgebracht door United Artists, Roulette, World Pacific en Capitol en werden door EMI ‘omgelabeld’ (branding!) tot Blue Note platen. De gratis introductieplaat, 'Birth of the Cool' van het Miles Davis Nonet uit 1948/49 is een mooi voorbeeld van zwakzinnige ‘branding’: Als musicus is Miles Davis waarschijnlijk de ‘sterkste merknaam’ in de jazz, zoals dat Blue Note dat als label is, plak die twee aan elkaar en je hebt een geheide klapper, toch? Niet dan? Hm. Miles Davis heeft ooit een paar (zwakkere) dingetjes opgenomen voor Blue Note, maar maakte zijn belangrijkste muziek voor Prestige en Columbia, ‘Birth of the Cool’ werd opgenomen voor Capitol Records en heeft, laten we zeggen ‘inhoudelijk’, niks met Blue Note te maken. En dan de bijgeleverde ‘nooit eerder verschenen biografie’: mooie plaatjes en erbarmelijke copywriters kletspraat, plak en knipwerk dat wemelt van de idiootste fouten.

Bedrog?
Wil de wereld bedrogen worden? De lezers van de krant (die zich ‘Slijpsteen van de geest’ noemde) lezen jazzrecensies van Amanda Kuyper die de serie van harte aanbeveelt. (de krant brengt ook klassieke CD boxen uit, bijv. van Herbert von Karajan, waarover recensent/ samensteller Kasper Jansen in zijn aanbeveling opmerkt dat Herbert zich zo onafhankelijk opstelde tegenover Hitler.) Die lezers krijgen hier een raar mengsel van feiten en meningen, reclame en verslaggeving voorgeschoteld.
Is dat erg? Is dat erg voor lezers voor wie Youp van ’t Hek de populairste medewerker van de krant is?

Er zijn erger zaken. En wie graag Blue Note jazz wil hebben kan voor weinig geld gewoon in de winkel (of bij Bol.com of Amazon) terecht. En wie nog nooit iets van Miles Davis heeft gehoord doet er goed aan in die winkel ‘Kind of Blue’ (een van de meest verkochte jazzplaten ooit) te kopen.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2011 Peter Schröder meer Peter Schröder - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
NRC/Handelsblad en Blue Note Peter Schröder
0820VG Blue Note
De lamme helpt de blinde verder van huis
Het gaat niet zo goed met de traditionele dagbladpers (lezers kijken op Internet en lezen gratis ochtendkrantjes) en met de traditionele platenindustrie (liefhebbers hebben hun kast al overvol en kunnen ook via Internet al aan hun muziekjes komen). Zo kan het gebeuren dat dagbladen willen bijverdienen met postorderwinkeltjes voor wijn, boeken en platen en dat platenmaatschappijen voor het aanboren van nieuwe distributiekanalen allianties aangaan met dagbladen. Geen opzienbarend nieuws dat NRC/Handelsblad nu komt met een CD Box ‘Best of Blue Note’, met 50er jaren jazz en dat die box wordt geïntroduceerd met ‘Best of Blue Note 01. Miles Davis: Birth Of The Cool’.
Ruim 200.000. exemplaren van de CD zijn in gezelschap van een raar boekje gratis (en toch voor niks!) verstuurd naar de lezers van de Kwaliteitskrant. Maar toch nog wel verbazend dat de winkeliers van deze krant een zo lullig en liefdeloos platenproduct aan de lezers proberen te slijten als nu is gebeurd.

Vriendenjazz
Blue Note was een klein huiskamermaatschappijtje dat in 1939 in New York werd opgericht door de Duitse emigré Alfred Lion, met lotgenoot Max Margulis en even later (weer Duits lotgenoot) Francis Wolff (die daarnaast ook fotografeerde). Lion nam in die jaren boogie woogie en ‘hot’ jazz op, ‘Summertime’ door Sidney Bechet was het eerste succes van deze jazzliefhebbers. Blue Note zou beroemd worden met de 50/begin60 jaren ‘hard bop’ jazz van oa. Art Blakey & The Jazz Messengers, Theolonious Monk, Horace Silver, Jimmy Smith, Bud Powell en Clifford Brown (en in de late 60er jaren met Lee Morgan, Herbie Hancock en weer Horace Silver). De muziek van het kleinschalige Blue Note werd zo mooi en belangrijk door de goede smaak van Lion en Wolff (keuze van de belangrijke talenten), hun engagement (geduld, tijd & moeite) en de prachtige afwerking van hun elpees. Graficus Reid Miles bracht op de hoezen de harde zwart/wit foto’s uit Wolff’s Rolleiflex en beschreef de inhoud met niet meer dan simpele schreefloze letters (een Europees artistiekerige innovatie). De vrouw van Lion zei nog: ‘Waarom zetten jullie niet een lekkere meid op die covers?’ maar de geschiedenis bewees dat Reids hoezen meer hebben bijgedragen aan het succes van Blue Note dan welke meid dan ook had kunnen doen.

Icoon
Mooie nieuwe muziek en dat gepresenteerd met de juiste stijl: Blue Note was net beter herkenbaar dan vergelijkbare maatschappijtjes met vergelijkbare jazz als: Prestige, World Pacific, Riverside. En Blue Note jazz werd een begrip voor de ‘modernisten’ onder de (pre-)babyboomers van de jaren 50 en begin60 van de vorige eeuw.
Met de komst van The Beatles daalde de publieksbelangstelling voor jazz en de kleine jazzmaatschappijtjes kregen het steeds moeilijker en namen minder nieuwe muziek op. Blue Note werd in 1965 opgekocht door het veel grotere Liberty, Lion trok zich terug (later gevolgd door Reid Miles en Wolff) en dat was het begin van het einde, een einde in de multinational EMI records. De komst van de CD zorgde voor een opleving van de belangstelling voor Blue Note en aanverwante jazz toen de babyboomers hun grijsgedraaide elpees konden vervangen door mooie geruisloze heruitgaven en hun enthousiasme ook wisten over te dragen op jonger volk. De muziek van Blue Note werd heruitgebracht (net als die van Prestige, Riverside etc. door Fantasy en natuurlijk ook van de grotere maatschappijen als Columbia/Sony) en uitgemolken (weer andere compilaties, nieuwe re-mastering etc.) tot de kasten van de liefhebbers overvol waren.

Het achterlijke neefje aan het werk
En dan komt nu NRCHandelsblad met ‘Best of Blue Note Jazz’: unieke jazzcollectie/ samengesteld door NRC/ 15 nooit eerder verschenen biografieën/ 15 geremasterde CD’s’. Laten we er kort over zijn. In een doos zitten 7 authentieke elpees uit de goede tijden van Blue Note (Blakey, Hancock, Shorter, Rollins, Gordon, Coltrane en Coleman) en 2 serieuze platen uit de nadagen (Petrucciani en Norah Jones). De andere 6 platen werden ooit uitgebracht door United Artists, Roulette, World Pacific en Capitol en werden door EMI ‘omgelabeld’ (branding!) tot Blue Note platen. De gratis introductieplaat, 'Birth of the Cool' van het Miles Davis Nonet uit 1948/49 is een mooi voorbeeld van zwakzinnige ‘branding’: Als musicus is Miles Davis waarschijnlijk de ‘sterkste merknaam’ in de jazz, zoals dat Blue Note dat als label is, plak die twee aan elkaar en je hebt een geheide klapper, toch? Niet dan? Hm. Miles Davis heeft ooit een paar (zwakkere) dingetjes opgenomen voor Blue Note, maar maakte zijn belangrijkste muziek voor Prestige en Columbia, ‘Birth of the Cool’ werd opgenomen voor Capitol Records en heeft, laten we zeggen ‘inhoudelijk’, niks met Blue Note te maken. En dan de bijgeleverde ‘nooit eerder verschenen biografie’: mooie plaatjes en erbarmelijke copywriters kletspraat, plak en knipwerk dat wemelt van de idiootste fouten.

Bedrog?
Wil de wereld bedrogen worden? De lezers van de krant (die zich ‘Slijpsteen van de geest’ noemde) lezen jazzrecensies van Amanda Kuyper die de serie van harte aanbeveelt. (de krant brengt ook klassieke CD boxen uit, bijv. van Herbert von Karajan, waarover recensent/ samensteller Kasper Jansen in zijn aanbeveling opmerkt dat Herbert zich zo onafhankelijk opstelde tegenover Hitler.) Die lezers krijgen hier een raar mengsel van feiten en meningen, reclame en verslaggeving voorgeschoteld.
Is dat erg? Is dat erg voor lezers voor wie Youp van ’t Hek de populairste medewerker van de krant is?

Er zijn erger zaken. En wie graag Blue Note jazz wil hebben kan voor weinig geld gewoon in de winkel (of bij Bol.com of Amazon) terecht. En wie nog nooit iets van Miles Davis heeft gehoord doet er goed aan in die winkel ‘Kind of Blue’ (een van de meest verkochte jazzplaten ooit) te kopen.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2011 Peter Schröder
powered by CJ2