archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Luister! delen printen terug
Rinkelende gitaren Henk Klaren

0313VG Luister
Soms word je een beetje iebel van teksten. Zojuist - zondagmorgen 18 maart 2007, 9.15 uur - hoorde ik een lied van Nynke Laverman en J.W. Roy. Het zijn best interessante artiesten. Nynke Laverman zingt Portugese fado’s in het Fries. Dat klinkt ingewikkeld en dat ís het ook.
Er was eens een Portugees in Nederland: José Melo, voorzitter van een Portugese culturele kring in Nederland. Hij hield van de poëzie van Slauerhoff en van de fado en het leek hem een goed idee om die twee samen te brengen. Dat leidde uiteindelijk tot Cristina Branco’s prachtige CD: Cristina Branco canta Slauerhoff.

Dat hoorde Nynke Laverman, die altijd al van de fado had gehouden. Zij vertaalde Slauerhoff in het Fries, wat weer niet zo gek is, want Slauerhoff kwam uit Leeuwarden. Zo was de cirkel min of meer rond. Het resultaat is geslaagd. Het klinkt gek, maar het is zo. Bijna had ik haar live kunnen bewonderen in het kerkje van Hoorn tijdens een Oerol-festival op Terschelling, maar jammer genoeg ging het concert niet door. Nynke was haar stem kwijt. Jammer, maar later zag ik op Omrop Fryslân – een enkele keer kruipt het bloed waar het niet gaan kan – een registratie van dat programma: Sielesâlt. Heel mooi. Nu doet ze ook andere dingen, onder meer duetten met Jack Poels van Rowwen Hèze en met J.W. Roy.

J.W. Roy loopt al weer een poosje mee. Een authentiek klinkende songwriter in het Americana-idioom. Zijn laatste CD is in het Brabants. Tot dan toe schreef en zong hij in het Engels. En nu dus dat duet. ‘Rínkelende gitaren’ doen iets met het gemoed van de zangeres. Iedere keer als ik dat hoor schrik ik op. Gitaren rínkelen helemaal niet! Tamboerijnen rinkelen. Triángels. Gitaren niet. Dan heb ik het meteen gehad met zo’n lied.
Ik heb dat ook met Boudewijn de Groot’s klassieke protestsong Meneer de President. De tekst is uiteraard van Lennaert Nijgh, die zo ongeveer de reputatie heeft van de beste songtekstschrijver van Nederland. In Meneer de President zitten liefst drie van die schrikmomenten:
‘Droom maar van de overwinning en de zege’. ‘En de zege’ lijkt me hier overbodig.
‘Bajonetten met bloedige gevesten’. Het zal wel moeten vanwege het metrum, maar er zal bij correct gebruik toch meer bloed op het lemmet van de bajonet terecht komen?
‘Die vergissing laatst bij dat bombardement’. Kan dat wat specifieker asjeblieft? Dit soort gemakzucht tref je ook vaak aan in dialogen van slechte TV-series.

Verkeerde klemtonen kunnen me ook mateloos storen. Het vreselijkste voorbeeld vind ik het stokoude Ruthléss Queen van Kayak. Maar met dat verschijnsel is al briljant afgerekend door De Vliegende Panters in het lied Tongzóen.
En dan taalvervuiling. Veldhuis en Kemper komen in interviews over als aardige intelligente jongens, maar om in songteksten de vreselijke mode-uitdrukking ‘als geen ander’ op te nemen is te erg. Nou ja, het is nog zeurmuziek ook.

Terwijl het ook gewoon goed kan. Soms zit er in een verder onbelangrijk lied een zinnetje waar je iedere keer dat je het hoort warm van wordt. In Tol Hansse’s Big City bijvoorbeeld: ‘Een Engelsman zit schocking klem between de deuren van de tram’. Geweldig!
En dan Eén Kopje Koffie van VOF de Kunst. Een eenvoudige meezinger, dat wel. Maar je wordt er best vrolijk van en de tekst is vakwerk. ‘Al die lui in kantoren, je mag ze in principe niet storen’. Goed toch? Dan vergeef je ze de inconsistentie over het gebruik van melk en suiker in de koffie*.

* In het eerste couplet is sprake van ‘een gebruiker van ‘t pure spul, dus zonder suiker’ en in het laatste couplet van ‘een gebruiker ……… met melk en suiker’.
 
*********************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie?
Ga naar www.hyperventilatie.org


© 2007 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "Luister!" -
Vermaak en Genot > Luister!
Rinkelende gitaren Henk Klaren
0313VG Luister
Soms word je een beetje iebel van teksten. Zojuist - zondagmorgen 18 maart 2007, 9.15 uur - hoorde ik een lied van Nynke Laverman en J.W. Roy. Het zijn best interessante artiesten. Nynke Laverman zingt Portugese fado’s in het Fries. Dat klinkt ingewikkeld en dat ís het ook.
Er was eens een Portugees in Nederland: José Melo, voorzitter van een Portugese culturele kring in Nederland. Hij hield van de poëzie van Slauerhoff en van de fado en het leek hem een goed idee om die twee samen te brengen. Dat leidde uiteindelijk tot Cristina Branco’s prachtige CD: Cristina Branco canta Slauerhoff.

Dat hoorde Nynke Laverman, die altijd al van de fado had gehouden. Zij vertaalde Slauerhoff in het Fries, wat weer niet zo gek is, want Slauerhoff kwam uit Leeuwarden. Zo was de cirkel min of meer rond. Het resultaat is geslaagd. Het klinkt gek, maar het is zo. Bijna had ik haar live kunnen bewonderen in het kerkje van Hoorn tijdens een Oerol-festival op Terschelling, maar jammer genoeg ging het concert niet door. Nynke was haar stem kwijt. Jammer, maar later zag ik op Omrop Fryslân – een enkele keer kruipt het bloed waar het niet gaan kan – een registratie van dat programma: Sielesâlt. Heel mooi. Nu doet ze ook andere dingen, onder meer duetten met Jack Poels van Rowwen Hèze en met J.W. Roy.

J.W. Roy loopt al weer een poosje mee. Een authentiek klinkende songwriter in het Americana-idioom. Zijn laatste CD is in het Brabants. Tot dan toe schreef en zong hij in het Engels. En nu dus dat duet. ‘Rínkelende gitaren’ doen iets met het gemoed van de zangeres. Iedere keer als ik dat hoor schrik ik op. Gitaren rínkelen helemaal niet! Tamboerijnen rinkelen. Triángels. Gitaren niet. Dan heb ik het meteen gehad met zo’n lied.
Ik heb dat ook met Boudewijn de Groot’s klassieke protestsong Meneer de President. De tekst is uiteraard van Lennaert Nijgh, die zo ongeveer de reputatie heeft van de beste songtekstschrijver van Nederland. In Meneer de President zitten liefst drie van die schrikmomenten:
‘Droom maar van de overwinning en de zege’. ‘En de zege’ lijkt me hier overbodig.
‘Bajonetten met bloedige gevesten’. Het zal wel moeten vanwege het metrum, maar er zal bij correct gebruik toch meer bloed op het lemmet van de bajonet terecht komen?
‘Die vergissing laatst bij dat bombardement’. Kan dat wat specifieker asjeblieft? Dit soort gemakzucht tref je ook vaak aan in dialogen van slechte TV-series.

Verkeerde klemtonen kunnen me ook mateloos storen. Het vreselijkste voorbeeld vind ik het stokoude Ruthléss Queen van Kayak. Maar met dat verschijnsel is al briljant afgerekend door De Vliegende Panters in het lied Tongzóen.
En dan taalvervuiling. Veldhuis en Kemper komen in interviews over als aardige intelligente jongens, maar om in songteksten de vreselijke mode-uitdrukking ‘als geen ander’ op te nemen is te erg. Nou ja, het is nog zeurmuziek ook.

Terwijl het ook gewoon goed kan. Soms zit er in een verder onbelangrijk lied een zinnetje waar je iedere keer dat je het hoort warm van wordt. In Tol Hansse’s Big City bijvoorbeeld: ‘Een Engelsman zit schocking klem between de deuren van de tram’. Geweldig!
En dan Eén Kopje Koffie van VOF de Kunst. Een eenvoudige meezinger, dat wel. Maar je wordt er best vrolijk van en de tekst is vakwerk. ‘Al die lui in kantoren, je mag ze in principe niet storen’. Goed toch? Dan vergeef je ze de inconsistentie over het gebruik van melk en suiker in de koffie*.

* In het eerste couplet is sprake van ‘een gebruiker van ‘t pure spul, dus zonder suiker’ en in het laatste couplet van ‘een gebruiker ……… met melk en suiker’.
 
*********************************
Wilt u meer weten over hyperventilatie?
Ga naar www.hyperventilatie.org
© 2007 Henk Klaren
powered by CJ2