archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Rutte IV Arie de Jong

1907BS RutteIV
Van de formatie van het kabinet Rutte IV kun je veel zeggen, maar niet dat die onder stoom en kokend water tot stand is gekomen. Zelfs toen iedereen ongeduldig werd en de suggestie werd gewekt dat inschakeling van Johan Remkes er grote vaart in zou brengen had het voeten in de aarde om het kabinet te vormen.

Hoe dan ook, het is gelukt, voortzetting van de coalitie uit de periode 2017-2021, al kwam die al voor de verkiezingen van maart 2021 ten val als gevolg van de commotie over de hufterige wijze waarop de Belastingdienst omging met onregelmatigheden bij toeslagen voor kinderopvang.

Als we de formatie door de oogharen beschouwen, wat valt dan het meest op?

Dat het lang duurde: er werd een nieuw record gevestigd van tien maanden. Zoals wel vaker bleek het niet zo veel uit te maken of je met een kabinet te maken hebt of met een demissionair kabinet. Er wordt gewoon geregeerd, en hooguit worden door een demissionair kabinet wat zware beslissingen naar achter geschoven. Maar dat gebeurt ook vaak genoeg door een gewoon kabinet.

Zoals zo vaak gaat de aandacht van de pers direct naar oppervlakkige zaken. Dat het aantal ministers nog nooit zo groot is geweest (20) en dat het zowaar is gelukt evenveel mannen als vrouwen te vinden als minister. Vreemd is echter dat van alle 20 ministers alleen Mark Rutte dezelfde functie vervulde in het vorige kabinet, minister-president. Bij de andere 19 is er geen een die dezelfde portefeuille eerder had. Een paar waren wel eerder minister, buiten Mark Rutte nog vijf anderen.

Dus 14 nieuwelingen als minister, van wie slechts een enkeling eerder staatssecretaris of een blauwe maandag (enkele maanden) invalminister, toen het kabinet al demissionair was en ministers om allerlei redenen moesten afhaken. En dat dus bij een kabinet waaraan dezelfde partijen meedoen.

Ook opmerkelijk was dat D66 drie mensen naar voren schoof die nog geen lid waren van die partij. Laten we aannemen dat deze drie zich wel rekenden tot de aanhang van D66, anders wordt het erg bont.

Zo ging het in 2002 met ministers die door de LPF (voor wie dat gemist heeft: de lijst Pim Fortuyn) naar voren werden geschoven. Die waren geen van allen lid van de LPF, wat moeilijk kon; die partij bestond nog maar net.

Herman Heinsbroek was de achterbuurman van een prominent Tweede Kamerlid van de LPF, Ferry Hoogendijk; Eduard Bomhoff was lid van de PvdA en Roelf de Boer van de VVD. De Boer wilde zelfs zijn lidmaatschap van de VVD niet inwisselen voor dat van de LPF, maar dat werd te dol gevonden. Na zijn ministerschap keerde hij gewoon weer terug bij de VVD. Hilbrand Nawijn was losgeweekt uit het CDA, maar die ging na zijn Haagse avontuur door als onafhankelijke plaatselijke partij in Zoetermeer. Al met al zorgde de LPF voor een soort nationaal kabinet. 86 dagen dan.

Weer terug naar Rutte IV. Het meest bevreemdende is het regeerakkoord. Daar zouden PvdA en GroenLinks best mee uit de voeten kunnen, maar die mochten niet meedoen. Eerst liet Wopke Hoekstra van het CDA weten dat het meedoen van die twee partijen (in gezamenlijkheid) onaanvaardbaar was en Mark Rutte sloot zich daarbij aan. In de achterban van de VVD krijgt men immers een rood en groen waas voor ogen bij het idee samen te moeten werken met GroenLinks.

Vreemd is echter dat het regeerakkoord veel minder past bij VVD en CDA, maar wellicht hebben ze het licht gezien, of erger: ze denken dat in de dagelijkse praktijk de scherpe randen er wel af zullen gaan. Hoe dan ook, was de opstelling van PvdA en GroenLinks vermeldenswaard, evenzeer de weerzin van CDA en VVD.

De fracties van PvdA en GroenLinks verbonden zich in een samen uit, samen thuis-constructie en het werd samen uit. Om er toch uit te komen was D66 weer bereid de weerzin tegen de ChristenUnie te overwinnen. Al met al een opmerkelijke start van een kabinet dat vier jaar moet uitzitten. Of dat gaat lukken, ik durf geen weddenschappen meer aan te gaan.

----------

De illustratie is van Petra Busstra
Meer informatie: www.petrabusstra.com


© 2022 Arie de Jong meer Arie de Jong - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Rutte IV Arie de Jong
1907BS RutteIV
Van de formatie van het kabinet Rutte IV kun je veel zeggen, maar niet dat die onder stoom en kokend water tot stand is gekomen. Zelfs toen iedereen ongeduldig werd en de suggestie werd gewekt dat inschakeling van Johan Remkes er grote vaart in zou brengen had het voeten in de aarde om het kabinet te vormen.

Hoe dan ook, het is gelukt, voortzetting van de coalitie uit de periode 2017-2021, al kwam die al voor de verkiezingen van maart 2021 ten val als gevolg van de commotie over de hufterige wijze waarop de Belastingdienst omging met onregelmatigheden bij toeslagen voor kinderopvang.

Als we de formatie door de oogharen beschouwen, wat valt dan het meest op?

Dat het lang duurde: er werd een nieuw record gevestigd van tien maanden. Zoals wel vaker bleek het niet zo veel uit te maken of je met een kabinet te maken hebt of met een demissionair kabinet. Er wordt gewoon geregeerd, en hooguit worden door een demissionair kabinet wat zware beslissingen naar achter geschoven. Maar dat gebeurt ook vaak genoeg door een gewoon kabinet.

Zoals zo vaak gaat de aandacht van de pers direct naar oppervlakkige zaken. Dat het aantal ministers nog nooit zo groot is geweest (20) en dat het zowaar is gelukt evenveel mannen als vrouwen te vinden als minister. Vreemd is echter dat van alle 20 ministers alleen Mark Rutte dezelfde functie vervulde in het vorige kabinet, minister-president. Bij de andere 19 is er geen een die dezelfde portefeuille eerder had. Een paar waren wel eerder minister, buiten Mark Rutte nog vijf anderen.

Dus 14 nieuwelingen als minister, van wie slechts een enkeling eerder staatssecretaris of een blauwe maandag (enkele maanden) invalminister, toen het kabinet al demissionair was en ministers om allerlei redenen moesten afhaken. En dat dus bij een kabinet waaraan dezelfde partijen meedoen.

Ook opmerkelijk was dat D66 drie mensen naar voren schoof die nog geen lid waren van die partij. Laten we aannemen dat deze drie zich wel rekenden tot de aanhang van D66, anders wordt het erg bont.

Zo ging het in 2002 met ministers die door de LPF (voor wie dat gemist heeft: de lijst Pim Fortuyn) naar voren werden geschoven. Die waren geen van allen lid van de LPF, wat moeilijk kon; die partij bestond nog maar net.

Herman Heinsbroek was de achterbuurman van een prominent Tweede Kamerlid van de LPF, Ferry Hoogendijk; Eduard Bomhoff was lid van de PvdA en Roelf de Boer van de VVD. De Boer wilde zelfs zijn lidmaatschap van de VVD niet inwisselen voor dat van de LPF, maar dat werd te dol gevonden. Na zijn ministerschap keerde hij gewoon weer terug bij de VVD. Hilbrand Nawijn was losgeweekt uit het CDA, maar die ging na zijn Haagse avontuur door als onafhankelijke plaatselijke partij in Zoetermeer. Al met al zorgde de LPF voor een soort nationaal kabinet. 86 dagen dan.

Weer terug naar Rutte IV. Het meest bevreemdende is het regeerakkoord. Daar zouden PvdA en GroenLinks best mee uit de voeten kunnen, maar die mochten niet meedoen. Eerst liet Wopke Hoekstra van het CDA weten dat het meedoen van die twee partijen (in gezamenlijkheid) onaanvaardbaar was en Mark Rutte sloot zich daarbij aan. In de achterban van de VVD krijgt men immers een rood en groen waas voor ogen bij het idee samen te moeten werken met GroenLinks.

Vreemd is echter dat het regeerakkoord veel minder past bij VVD en CDA, maar wellicht hebben ze het licht gezien, of erger: ze denken dat in de dagelijkse praktijk de scherpe randen er wel af zullen gaan. Hoe dan ook, was de opstelling van PvdA en GroenLinks vermeldenswaard, evenzeer de weerzin van CDA en VVD.

De fracties van PvdA en GroenLinks verbonden zich in een samen uit, samen thuis-constructie en het werd samen uit. Om er toch uit te komen was D66 weer bereid de weerzin tegen de ChristenUnie te overwinnen. Al met al een opmerkelijke start van een kabinet dat vier jaar moet uitzitten. Of dat gaat lukken, ik durf geen weddenschappen meer aan te gaan.

----------

De illustratie is van Petra Busstra
Meer informatie: www.petrabusstra.com
© 2022 Arie de Jong
powered by CJ2