archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Ook wij hebben politieke dynastieën! Paul Bordewijk

1319BS DynastiënLilian Marijnissen staat op plaats 3 op de kandidatenlijst van de SP. Misschien wordt zij na het vertrek van Emiel Roemer, dat toch niet erg lang op zich kan laten wachten, wel de nieuwe partijleider. Zij lijkt daarvoor bijna geboren; toen ze vier jaar was stond ze al op een verkiezingsaffiche van de SP, in een fietszitje voorop bij haar vader. Geen slechte zet, want het was de eerste keer dat de SP in de Tweede Kamer kwam (1994). Het roept wel de vraag op of zich nu ook in Nederland een politieke dynastie gaat ontwikkelen, zoals in Amerika de Kennedy’s, de Bushes en de Clintons.

Lilian Marijnissen zal echter niet het eerste Tweede-Kamerlid zijn van wie de vader partijleider was. Van 1994-2006 was Saskia Noorman–den Uyl, dochter van Ome Joop, lid van de Tweede Kamer. En tweemaal was er een Ir. C.N. van Dis lid van de Tweede Kamer, de oude van 1946 tot 1971, en vanaf 1961 fractievoorzitter, zijn zoon van 1971 tot 1994. Bijna was die ook fractievoorzitter geweest, maar hij werd in 1986 gepasseerd voor het lijsttrekkerschap door Bas van der Vlies. Maar bij elkaar heeft er dus bijna vijftig jaar een Ir C.N. van Dis in de Tweede Kamer gezeten.

Er treden ook regelmatig ministers aan van wie de vader dat ambt ooit bekleedde. Van Prins Hendrik wordt verteld dat hij ooit op bezoek in Zuid-Limburg aan een pastoor vroeg ‘… en was uw vader hier ook pastoor?’, waarop hij door iemand uit zijn gevolg werd aangestoten en zichzelf corrigeerde: ‘O nee, pastoors hebben geen vader’. Met de vraag ‘was uw vader ook minister?’ is echter niets mis.

De huidige burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen, was van 1994 tot 2002 minister, eerst van Landbouw en daarna van Binnenlandse Zaken. Hij was de zoon van J.J. van Aartsen, die van 1958 tot 1965 minister was, voor de ARP. Niettemin keerde die partij zich in 1960 tegen zijn beleid als minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Ouderen herinneren zich het lied ‘Lijmen Jan’ waarmee Wim Kan deze crisis bezong en er werd ook gelijmd. Voor zoonlief was de affaire reden zich van de ARP af te keren en lid van de VVD te worden.

De oude Van Aartsen was lid van het kabinet De Quay. Daarvan maakten ook deel uit: H.A. Korthals, wiens zoon Benk ook minister zou worden en samen met Jozias van Aartsen in het tweede paarse kabinet zat (1998-2002) en Ch.J.M.A. van Rooy, wiens dochter Yvonne van 1990 tot 1994 staatssecretaris zou worden. Staatssecretaris in het kabinet De Quay was Th.H. Bot, die daarna ook tweemaal minister zou worden en wiens zoon Ben minister van Buitenlandse Zaken werd onder Balkenende. Ik weet geen verklaring waarom nu juist de bewindslieden in dat kabinet kinderen hadden die in hun voetspoor traden. Daarbij was Jozias van Aartsen de enige die voor een andere partij koos.

Dat laatste gold ook voor Wim Drees, zoon van de legendarische ‘Vadertje Drees’, die van 1948 tot 1958 premier voor de PvdA was, en vooral de geschiedenis in is gegaan als de geestelijke vader van de Noodwet-Drees uit 1948, een voorloper van  de AOW. Rond 1970 brak de familie Drees met de PvdA en werd Wim Drees lijsttrekker van het afgescheiden DS’70, dat met acht zetels de Tweede Kamer in kwam. Drees werd toen minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet Biesheuvel, maar door zijn gebrek aan flexibiliteit kwam dat kabinet al snel ten val, waarmee er ruimte kwam voor het kabinet Den Uyl. Na dat kabinet was het met DS’70 gedaan.

Wim Drees’ dochter Marijke keerde terug naar de PvdA en werd statenlid in Noord-Holland en Groningen. Ze trouwde met Jacques Wallage, staatssecretaris in Lubbers III en daarna voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de PvdA. Na een echtscheiding trouwde hij met Marijke’s zuster Fransien. Intussen is er een neefje Johannes Drees die stage heeft gelopen bij de PvdA. Dit gaat de kant van een politieke dynastie uit.

Er zijn ook gevallen waarin het ministerschap een generatie overslaat. De grootvader van Frits Bolkestein, G. Bolkestein, was minister in het Nederlandse kabinet in Londen. Hij kondigde via Radio Oranje aan dat oorlogsdagboeken zouden worden ingezameld om de bezettingstijd te documenteren, wat voor Anne Frank aanleiding was haar dagboek om te werken tot een publieksversie.

Piet Hein Donner vervulde tussen 2002 en 2011 verschillende ministerschappen. Zijn grootvader J. Donner ging hem van 1926 tot 1933 voor als minister van Justitie. Zijn vader A.M. Donner was geen minister, maar speelde wel een belangrijke rol als lid van de Commissie van Drie die in 1976 Prins Bernhard de oren waste wegens corruptie. Ook andere Donners waren politiek actief.

Een minister van wie de overgrootvader ook minister was, was Molly Geertsema, minister van Binnenlandse Zaken onder Biesheuvel. Zijn overgrootvader J.H. Geertsema Czn bekleedde dezelfde functie in 1866. Met hem was in de negentiende eeuw een hele reeks Geertsema’s politiek actief. In het monumentale huis van zijn achter-achterkleinzoon Alexander, die wethouder in Leiden is geweest, hangt een levensgroot portret van hem.

Je kunt ook als zoon van een minister Kamerlid worden, zoals Bas de Gaay Fortman. Er zijn families waar men meerdere burgemeesters geleverd heeft, zoals de Van Walsums, of zowel burgemeesters als politici: Patijn, Bruins Slot, Van Haersma Buma. Dat zijn vooral protestantse families, waaruit sommigen na de oorlog naar de PvdA zijn overgegaan.

Het is niet vreemd dat binnen gezinnen van politici de belangstelling voor politiek wordt overgedragen op de kinderen en dat sommige kinderen dan ook die kant op gaan. Er is geen enkele reden waarom dat binnen de SP niet zou gebeuren.

---------
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl

© 2016 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Ook wij hebben politieke dynastieën! Paul Bordewijk
1319BS DynastiënLilian Marijnissen staat op plaats 3 op de kandidatenlijst van de SP. Misschien wordt zij na het vertrek van Emiel Roemer, dat toch niet erg lang op zich kan laten wachten, wel de nieuwe partijleider. Zij lijkt daarvoor bijna geboren; toen ze vier jaar was stond ze al op een verkiezingsaffiche van de SP, in een fietszitje voorop bij haar vader. Geen slechte zet, want het was de eerste keer dat de SP in de Tweede Kamer kwam (1994). Het roept wel de vraag op of zich nu ook in Nederland een politieke dynastie gaat ontwikkelen, zoals in Amerika de Kennedy’s, de Bushes en de Clintons.

Lilian Marijnissen zal echter niet het eerste Tweede-Kamerlid zijn van wie de vader partijleider was. Van 1994-2006 was Saskia Noorman–den Uyl, dochter van Ome Joop, lid van de Tweede Kamer. En tweemaal was er een Ir. C.N. van Dis lid van de Tweede Kamer, de oude van 1946 tot 1971, en vanaf 1961 fractievoorzitter, zijn zoon van 1971 tot 1994. Bijna was die ook fractievoorzitter geweest, maar hij werd in 1986 gepasseerd voor het lijsttrekkerschap door Bas van der Vlies. Maar bij elkaar heeft er dus bijna vijftig jaar een Ir C.N. van Dis in de Tweede Kamer gezeten.

Er treden ook regelmatig ministers aan van wie de vader dat ambt ooit bekleedde. Van Prins Hendrik wordt verteld dat hij ooit op bezoek in Zuid-Limburg aan een pastoor vroeg ‘… en was uw vader hier ook pastoor?’, waarop hij door iemand uit zijn gevolg werd aangestoten en zichzelf corrigeerde: ‘O nee, pastoors hebben geen vader’. Met de vraag ‘was uw vader ook minister?’ is echter niets mis.

De huidige burgemeester van Den Haag, Jozias van Aartsen, was van 1994 tot 2002 minister, eerst van Landbouw en daarna van Binnenlandse Zaken. Hij was de zoon van J.J. van Aartsen, die van 1958 tot 1965 minister was, voor de ARP. Niettemin keerde die partij zich in 1960 tegen zijn beleid als minister van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid. Ouderen herinneren zich het lied ‘Lijmen Jan’ waarmee Wim Kan deze crisis bezong en er werd ook gelijmd. Voor zoonlief was de affaire reden zich van de ARP af te keren en lid van de VVD te worden.

De oude Van Aartsen was lid van het kabinet De Quay. Daarvan maakten ook deel uit: H.A. Korthals, wiens zoon Benk ook minister zou worden en samen met Jozias van Aartsen in het tweede paarse kabinet zat (1998-2002) en Ch.J.M.A. van Rooy, wiens dochter Yvonne van 1990 tot 1994 staatssecretaris zou worden. Staatssecretaris in het kabinet De Quay was Th.H. Bot, die daarna ook tweemaal minister zou worden en wiens zoon Ben minister van Buitenlandse Zaken werd onder Balkenende. Ik weet geen verklaring waarom nu juist de bewindslieden in dat kabinet kinderen hadden die in hun voetspoor traden. Daarbij was Jozias van Aartsen de enige die voor een andere partij koos.

Dat laatste gold ook voor Wim Drees, zoon van de legendarische ‘Vadertje Drees’, die van 1948 tot 1958 premier voor de PvdA was, en vooral de geschiedenis in is gegaan als de geestelijke vader van de Noodwet-Drees uit 1948, een voorloper van  de AOW. Rond 1970 brak de familie Drees met de PvdA en werd Wim Drees lijsttrekker van het afgescheiden DS’70, dat met acht zetels de Tweede Kamer in kwam. Drees werd toen minister van Verkeer en Waterstaat in het kabinet Biesheuvel, maar door zijn gebrek aan flexibiliteit kwam dat kabinet al snel ten val, waarmee er ruimte kwam voor het kabinet Den Uyl. Na dat kabinet was het met DS’70 gedaan.

Wim Drees’ dochter Marijke keerde terug naar de PvdA en werd statenlid in Noord-Holland en Groningen. Ze trouwde met Jacques Wallage, staatssecretaris in Lubbers III en daarna voorzitter van de Tweede-Kamerfractie van de PvdA. Na een echtscheiding trouwde hij met Marijke’s zuster Fransien. Intussen is er een neefje Johannes Drees die stage heeft gelopen bij de PvdA. Dit gaat de kant van een politieke dynastie uit.

Er zijn ook gevallen waarin het ministerschap een generatie overslaat. De grootvader van Frits Bolkestein, G. Bolkestein, was minister in het Nederlandse kabinet in Londen. Hij kondigde via Radio Oranje aan dat oorlogsdagboeken zouden worden ingezameld om de bezettingstijd te documenteren, wat voor Anne Frank aanleiding was haar dagboek om te werken tot een publieksversie.

Piet Hein Donner vervulde tussen 2002 en 2011 verschillende ministerschappen. Zijn grootvader J. Donner ging hem van 1926 tot 1933 voor als minister van Justitie. Zijn vader A.M. Donner was geen minister, maar speelde wel een belangrijke rol als lid van de Commissie van Drie die in 1976 Prins Bernhard de oren waste wegens corruptie. Ook andere Donners waren politiek actief.

Een minister van wie de overgrootvader ook minister was, was Molly Geertsema, minister van Binnenlandse Zaken onder Biesheuvel. Zijn overgrootvader J.H. Geertsema Czn bekleedde dezelfde functie in 1866. Met hem was in de negentiende eeuw een hele reeks Geertsema’s politiek actief. In het monumentale huis van zijn achter-achterkleinzoon Alexander, die wethouder in Leiden is geweest, hangt een levensgroot portret van hem.

Je kunt ook als zoon van een minister Kamerlid worden, zoals Bas de Gaay Fortman. Er zijn families waar men meerdere burgemeesters geleverd heeft, zoals de Van Walsums, of zowel burgemeesters als politici: Patijn, Bruins Slot, Van Haersma Buma. Dat zijn vooral protestantse families, waaruit sommigen na de oorlog naar de PvdA zijn overgegaan.

Het is niet vreemd dat binnen gezinnen van politici de belangstelling voor politiek wordt overgedragen op de kinderen en dat sommige kinderen dan ook die kant op gaan. Er is geen enkele reden waarom dat binnen de SP niet zou gebeuren.

---------
De tekening is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2016 Paul Bordewijk
powered by CJ2