archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Bestuurlijke organisatie Henk Klaren

1113BS BestuurSinds Thorbecke (in 1848) is er aan de inrichting van ons staatsbestel niet zo veel veranderd.We hebben nog steeds één nationale overheid, provincies (geen elf meer maar twaalf) en een groot aantal gemeenten. En dan is er natuurlijk nog de parallelle bestuursstructuur van de waterschappen.

Wat betreft het aantal gemeenten is er in de tussentijd wel veel veranderd. Er zijn nog maar 403 gemeenten in Nederland. Toen ik in de jaren zeventig van de vorige eeuw begon met werken waren dat er nog meer dan duizend. Sinds die tijd, en misschien daarvoor ook wel, zijn er allerlei voorstellen geweest voor aanpassing van het huis van Thorbecke. Provincies moesten vervangen worden door vijf landsdelen of juist door iets van 25 tot 40 gewesten, miniprovincies of (stads)regio's/plusregio's.

Op basis van de toenmalige Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) en min of meer anticiperend op zo'n ontwikkeling werd een aantal van dergelijke plusregio's opgericht, waarvan het Openbaar Lichaam Rijnmond de meest opvallende was. Maar er waren er nóg zeven (zie link). Ze worden binnenkort opgeheven, tot droefenis van de betrokken bestuurders. Grote steden kregen stadsdelen, soms met een eigen stadsdeelraad en -bestuur. Aan dat soort stadsdelen komt dit jaar een einde, dan zijn stadsdelen alleen nog maar (clusters van) wijken. Amsterdam en Rotterdan zijn niet blij. En, o ja, er is ook nog sprake van geweest de waterschappen op te heffen en die taken bij de provincies onder te brengen. De waterschappen verzetten zich daar heftig tegen en ze bestaan nog steeds.

In 1983 werd de Wgr aangepast, in die zin dat er geen sprake meer kon zijn van een vierde bestuurslaag op grond van de Wgr, maar alleen van 'verlengd lokaal bestuur'. Daarbij werd expliciet uitgesproken dat drie bestuurslagen voor ons land wel voldoende zou zijn. Dat lijkt mij ook wel. Nederland is natuurlijk geen klein land, behalve qua oppervlakte, maar zo enorm groot is het nou ook weer niet. En het aantal binnenlandse overheidstaken neemt een beetje af zou je zo zeggen met het afstaan van soevereiniteit aan Europa (lang niet altijd verkeerd) en de voortschrijdende en wat mij betreft vaak vermaledijde privatisering. Het laatste nieuws is dat Plasterk nog steeds naar vijf landsdelen wil, om te beginnen met een noordelijke Randstadprovincie, bestaande uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland (nadat eerst gedacht werd aan een provincie voor de Randstad als geheel). De provinciebesturen liggen voorlopig dwars. Verder riep hij onlangs dat er voor gemeenten beneden de 100.000 inwoners eigenlijk geen plaats is. Dat leverde ook nogal wat gemopper op en hij heeft het sindsdien wel ietwat genuanceerd.

Kortom, er is geen sprake van een consistente visie op de bestuurlijke organisatie van ons land, laat staan van consensus bij de bestaande bestuursorganen. Er is maar één consistentie te ontdekken. Die stoelt naar mijn gevoel nauwelijks op een visie, maar lijkt eerder te worden ingegeven door allerlei schijnbaar los van elkaar staande ontwikkelingen. Het aantal gemeenten daalt al decennia spectaculair en daar lijkt voorlopig geen einde aan te komen. Plasterk heeft zijn uitspraak dan wel genuanceerd, maar niet ingetrokken. Er zit ook een zekere logica in omdat er op veel terreinen sprake is van schaalvergroting, onder meer als gevolg van vergrote mobiliteit op alle niveaus. Beleidsterreinen als verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, veiligheid, brandweer, volkshuisvesting en milieu hebben tegenwoordig een functionele samenhang die de oude gemeentegrenzen (soms ruimschoots) overschrijdt. In veel gevallen is dat nog steeds zo. Daarbij komt nu de decentralisatie van de (uitvoerende) zorgtaken. Dat leidt niet tot schaalvergroting in verband met grensoverschrijdende effecten, maar vanwege de noodzaak tot professionalisering. Martin Sommer in de Volkskrant citeert uit een artikel van Joop van den Berg in Socialisme en Democratie, dat 'er wordt gewerkt aan 35 tot 40 regio's ter uitvoering van de drie grote decentralisaties in het sociale domein'. Die regio's zouden dan weer samenvallen met de bekende regio's op het gebied van veiligheid, brandweer, ambulance en milieuhandhaving. Wellicht gaan we via een sluipweg toch naar een soort vierde bestuurslaag. Daar staat tegenover dat gemeenten dikwijls verschillende samenwerkingsverbanden zoeken voor verschillende beleidsterreinen. Dat leidt, denk ik, niet tot vergroting van de overzichtelijkheid.

Het wordt misschien toch eens tijd om een soort visie op hoofdlijnen op de bestuurlijke organisatie van Nederland neer te leggen met een overzichtelijk maar niet te kort tijdpad en met enige flexibiliteit in de uitwerking. Geen masterplan dus, want dat wordt natuurlijk afgeschoten. Te beantwoorden vragen zouden moeten zijn:

- Welke taak hoort logischerwijs op welk niveau?
- Hoe voorkom je overbodige bestuurlijke drukte en organiseer je noodzakelijk overleg?
- Hoe kom je aan draagvlak bij de burger en genereer je betrokkenheid bij diezelfde burger?
- Hoe kom je aan draagvlak voor de plucheplakkende bestuurders?

Er zijn op voorhand natuurlijk wel een paar dingen te zeggen:

- De provinciegrenzen slaan eigenlijk nergens meer op.
- Grotere provincies dan de huidige zijn onzin, zeker als het gaat om een hele of een halve Randstadprovincie. De dingen die op zo'n schaal moeten worden gedaan kunnen net zo goed of beter op nationaal niveau.
- Regionale samenwerking moet niet worden versnipperd over beleidsterreinen.
- Bepaal zorgvuldig het niveau waarop gekozen bestuurders en democratische controle daarop noodzakelijk zijn.
- Hou rekening met gevoelens van regionale en lokale identiteit.
- Niet elke bestuurslaag hoeft het hele scala van overheidstaken af te dekken.
- Zorg voor daadwerkelijke burgerinvloed en dus betrokkenheid op buurt- wijk- en dorpsniveau bij taken die op dat niveau geregeld kunnen en dus moeten worden.

Maar voor de plucheplakkers bestaat vast geen oplossing, dus ik heb er een hard hoofd in.

Vroeger dacht ik dit: (Jrg.4, nr.7) 
-------------------------------------
Het plaatje is van Henk Klaren
----------------------------------------------------------------------------------------------
Wie zijn bestellingen via deze link: (www.bol.com) doet, steunt De Leunstoel!


© 2014 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Bestuurlijke organisatie Henk Klaren
1113BS BestuurSinds Thorbecke (in 1848) is er aan de inrichting van ons staatsbestel niet zo veel veranderd.We hebben nog steeds één nationale overheid, provincies (geen elf meer maar twaalf) en een groot aantal gemeenten. En dan is er natuurlijk nog de parallelle bestuursstructuur van de waterschappen.

Wat betreft het aantal gemeenten is er in de tussentijd wel veel veranderd. Er zijn nog maar 403 gemeenten in Nederland. Toen ik in de jaren zeventig van de vorige eeuw begon met werken waren dat er nog meer dan duizend. Sinds die tijd, en misschien daarvoor ook wel, zijn er allerlei voorstellen geweest voor aanpassing van het huis van Thorbecke. Provincies moesten vervangen worden door vijf landsdelen of juist door iets van 25 tot 40 gewesten, miniprovincies of (stads)regio's/plusregio's.

Op basis van de toenmalige Wet Gemeenschappelijke Regelingen (Wgr) en min of meer anticiperend op zo'n ontwikkeling werd een aantal van dergelijke plusregio's opgericht, waarvan het Openbaar Lichaam Rijnmond de meest opvallende was. Maar er waren er nóg zeven (zie link). Ze worden binnenkort opgeheven, tot droefenis van de betrokken bestuurders. Grote steden kregen stadsdelen, soms met een eigen stadsdeelraad en -bestuur. Aan dat soort stadsdelen komt dit jaar een einde, dan zijn stadsdelen alleen nog maar (clusters van) wijken. Amsterdam en Rotterdan zijn niet blij. En, o ja, er is ook nog sprake van geweest de waterschappen op te heffen en die taken bij de provincies onder te brengen. De waterschappen verzetten zich daar heftig tegen en ze bestaan nog steeds.

In 1983 werd de Wgr aangepast, in die zin dat er geen sprake meer kon zijn van een vierde bestuurslaag op grond van de Wgr, maar alleen van 'verlengd lokaal bestuur'. Daarbij werd expliciet uitgesproken dat drie bestuurslagen voor ons land wel voldoende zou zijn. Dat lijkt mij ook wel. Nederland is natuurlijk geen klein land, behalve qua oppervlakte, maar zo enorm groot is het nou ook weer niet. En het aantal binnenlandse overheidstaken neemt een beetje af zou je zo zeggen met het afstaan van soevereiniteit aan Europa (lang niet altijd verkeerd) en de voortschrijdende en wat mij betreft vaak vermaledijde privatisering. Het laatste nieuws is dat Plasterk nog steeds naar vijf landsdelen wil, om te beginnen met een noordelijke Randstadprovincie, bestaande uit Noord-Holland, Utrecht en Flevoland (nadat eerst gedacht werd aan een provincie voor de Randstad als geheel). De provinciebesturen liggen voorlopig dwars. Verder riep hij onlangs dat er voor gemeenten beneden de 100.000 inwoners eigenlijk geen plaats is. Dat leverde ook nogal wat gemopper op en hij heeft het sindsdien wel ietwat genuanceerd.

Kortom, er is geen sprake van een consistente visie op de bestuurlijke organisatie van ons land, laat staan van consensus bij de bestaande bestuursorganen. Er is maar één consistentie te ontdekken. Die stoelt naar mijn gevoel nauwelijks op een visie, maar lijkt eerder te worden ingegeven door allerlei schijnbaar los van elkaar staande ontwikkelingen. Het aantal gemeenten daalt al decennia spectaculair en daar lijkt voorlopig geen einde aan te komen. Plasterk heeft zijn uitspraak dan wel genuanceerd, maar niet ingetrokken. Er zit ook een zekere logica in omdat er op veel terreinen sprake is van schaalvergroting, onder meer als gevolg van vergrote mobiliteit op alle niveaus. Beleidsterreinen als verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening, veiligheid, brandweer, volkshuisvesting en milieu hebben tegenwoordig een functionele samenhang die de oude gemeentegrenzen (soms ruimschoots) overschrijdt. In veel gevallen is dat nog steeds zo. Daarbij komt nu de decentralisatie van de (uitvoerende) zorgtaken. Dat leidt niet tot schaalvergroting in verband met grensoverschrijdende effecten, maar vanwege de noodzaak tot professionalisering. Martin Sommer in de Volkskrant citeert uit een artikel van Joop van den Berg in Socialisme en Democratie, dat 'er wordt gewerkt aan 35 tot 40 regio's ter uitvoering van de drie grote decentralisaties in het sociale domein'. Die regio's zouden dan weer samenvallen met de bekende regio's op het gebied van veiligheid, brandweer, ambulance en milieuhandhaving. Wellicht gaan we via een sluipweg toch naar een soort vierde bestuurslaag. Daar staat tegenover dat gemeenten dikwijls verschillende samenwerkingsverbanden zoeken voor verschillende beleidsterreinen. Dat leidt, denk ik, niet tot vergroting van de overzichtelijkheid.

Het wordt misschien toch eens tijd om een soort visie op hoofdlijnen op de bestuurlijke organisatie van Nederland neer te leggen met een overzichtelijk maar niet te kort tijdpad en met enige flexibiliteit in de uitwerking. Geen masterplan dus, want dat wordt natuurlijk afgeschoten. Te beantwoorden vragen zouden moeten zijn:

- Welke taak hoort logischerwijs op welk niveau?
- Hoe voorkom je overbodige bestuurlijke drukte en organiseer je noodzakelijk overleg?
- Hoe kom je aan draagvlak bij de burger en genereer je betrokkenheid bij diezelfde burger?
- Hoe kom je aan draagvlak voor de plucheplakkende bestuurders?

Er zijn op voorhand natuurlijk wel een paar dingen te zeggen:

- De provinciegrenzen slaan eigenlijk nergens meer op.
- Grotere provincies dan de huidige zijn onzin, zeker als het gaat om een hele of een halve Randstadprovincie. De dingen die op zo'n schaal moeten worden gedaan kunnen net zo goed of beter op nationaal niveau.
- Regionale samenwerking moet niet worden versnipperd over beleidsterreinen.
- Bepaal zorgvuldig het niveau waarop gekozen bestuurders en democratische controle daarop noodzakelijk zijn.
- Hou rekening met gevoelens van regionale en lokale identiteit.
- Niet elke bestuurslaag hoeft het hele scala van overheidstaken af te dekken.
- Zorg voor daadwerkelijke burgerinvloed en dus betrokkenheid op buurt- wijk- en dorpsniveau bij taken die op dat niveau geregeld kunnen en dus moeten worden.

Maar voor de plucheplakkers bestaat vast geen oplossing, dus ik heb er een hard hoofd in.

Vroeger dacht ik dit: (Jrg.4, nr.7) 
-------------------------------------
Het plaatje is van Henk Klaren
----------------------------------------------------------------------------------------------
Wie zijn bestellingen via deze link: (www.bol.com) doet, steunt De Leunstoel!
© 2014 Henk Klaren
powered by CJ2