archiefvorig nr.lopend nr.

Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Het Joost Niemöller taboe Ewout Klei

1010BS Niemoller
Joost Niemöller houdt niet van taboes. In de zomer van 2012 verscheen zijn boek Het immigratietaboe. Hierin probeert hij – vijftien jaar na Moslim in de polder van Frits Bolkestein en Tegen de islamisering van onze cultuur van Pim Fortuyn, twaalf jaar na Paul Scheffers essay ‘Het multiculturele drama’, zes jaar na de entree van de PVV in de Tweede Kamer en drie jaar na Voorwaarden voor vrede: De komst van de islam, de integratie van moslims en de identiteit van Nederland van ChristenUnie-politicus Gert-Jan Segers – het taboe op immigratie te doorbreken. Heel vernieuwend was het volgens mij allemaal niet, maar Niemöller mocht zijn boekje wel in debatcentrum De Balie presenteren. En vorige week dus verscheen Niemöllers artikel ‘Het etnisch taboe’, waarin hij beweert dat genetische en raciale verschillen tussen bevolkingsgroepen niet benoemd mogen worden of wetenschappelijk onderzocht.
 
Over de inhoud wil ik het in mijn artikel niet hebben. Hierover heeft opiniemaker Miko Flohr op The Post Online mijns inziens genoeg gezegd. Veel interessanter vind ik Niemöllers retoriek, Niemöllers stijl. Volgens Niemöller rust er op bepaalde onderwerpen een taboe, wat de schuld zou zijn van de politiek en de wetenschap die de werkelijkheid niet onder ogen zouden willen zien. De werkelijkheid dat de multiculturele samenleving zou zijn mislukt, dat de immigratie meer zou kosten dan dat ze oplevert en dat zwarten agressiever zouden zijn dan blanken. Omdat de gevestigde politiek en de gevestigde wetenschap door en door progressief en dus verrot zouden zijn, moeten dappere journalisten als Niemöller het ondankbare werk doen en de vinger op de zere plek leggen. Aan Niemöller cum suis daarom de heilige opdracht, de etterende zweren en puisten van onze moderne maatschappij uit te drukken. Net als Don Quichotte bevechten deze populistische journalisten, opiniemakers en politici echter windmolens. Ze maken problemen die er niet zijn.
 
Miko Flohr wil een inhoudelijk debat. Maar uiteraard is Joost Niemöller hier niet op uit. Dat Niemöller zich niet aan de feiten houdt en klinkklare onzin verkondigt komt namelijk niet omdat hij zich vergist of slordig is, maar omdat hij de waarheid niet interessant vindt. Niemöller doet aan fact free journalism. Het gaat hem alleen maar om het beeld. Het beeld dat blanke Nederlanders zielig zijn, dat ze worden bedreigd door de allochtonen (in Amsterdam door Marokkaanse, Antilliaanse, Turkse en andere niet-westerse Nederlanders) en dat de politiek dit niet onder ogen wil zien. Het postmoderne relativisme is niet alleen het filosofische fundament van de ideologie van de multiculturele samenleving, maar heeft ook pathologische leugenaars als Niemöller voortgebracht. Ook voor Niemöller geldt immers het devies van mei 1968 l’imagination au poivoir.
 
Niemöller is, zoals gezegd, niet de enige. Geert Wilders is er bijvoorbeeld ook erg goed in om bepaalde beelden op te roepen, die Henk en Ingrid in hun zelfbeeld en wereldbeeld bevestigen. Wilders presenteert zich net als Niemöller als de buitenstaander die de vinger op de zere plek durft te leggen, en zijn vinger net als Hansje Brinker in de dijk steekt om zo de tsunami van islamisering tegen te houden. Wilders is een beroepsnihilist, die beseft dat het niet gaat om wat hij precies weet te bereiken in de Tweede Kamer (heel weinig namelijk), maar hoe hij het in de media doet. Ook zelfbenoemde intellectueel Thierry Baudet is vooral in beelden geïnteresseerd. Het Europese project ziet hij als ‘een aanval op de natiestaat’ en om Europa te redden moeten we van de Europese Unie af. Het opheffen van de Europese Unie is echter net zo reëel als het afschaffen van de islam in Nederland. Niemöller, Wilders en Baudet creëren hersenschimmen die ze vervolgens gaan bestrijden en drijven daardoor de politieke discussie tot in het waanzinnige op de spits. Ze hebben een klap van de windmolen gekregen, maar niet zo hard dat ze wakker zijn geworden uit hun droom. De Don Quichottes draven dapper door, op zoek naar reuzen om te doden.
 
Maar hoe ontmasker je deze zelfbenoemde ‘taboe-ontmaskeraars’? Een debat over feiten overtuigt alleen mensen die open staan voor argumenten, niet de reeds overtuigden. De PVV-stemmers, Henk en Ingrid, zijn niet in feiten geïnteresseerd. De racisme-kaart trekken werkt bij Niemöller en Wilders daarom ook niet. Daarmee wordt alleen de martelaarsstatus van deze ‘helden’ versterkt, dat ze zo fel worden bestreden omdat ze taboes willen doorbreken. Op het trekken van de racisme-kaart ligt bij Joost Niemöller cum suis een taboe. Miko Flohr is volgens Niemöller een fascist die zich een antifascist noemt.
 
Trouwens, ook een parodie werkt niet altijd. In 1980 richtte het komische duo Van Kooten en De Bie in reactie op de opkomst van extreem-rechts als de typetjes Jacobse en Van Es De Tegenpartij op. De Tegenpartij werd zo populair, dat men verwachtte dat de partij tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 1981 een aantal zetels zou kunnen veroveren. De partij werd daarom vlak voor de verkiezingen ‘ontbonden’, toen Jacobse en Van Es vlak op het Binnenhof werden ‘neergeschoten’ tijdens een mislukte couppoging. De Centrumpartij van Hans Janmaat, die wel serieus bedoeld was en in 1982 in de Tweede Kamer verkozen werd, nam bovendien sommige slogans (‘vrije jongens’) en programmapunten van De Tegenpartij over. De reus kwam tot leven.
 
Een oplossing voor het Joost Niemöller taboe heb ik dan helaas ook niet. Niemöller is vrij om zijn mijns inziens abjecte mening te uiten en er zullen altijd volksstammen (van de Nederlandse stam waar Pieter Geyl over schreef) blijven bestaan die zijn losse flodders slikken als zoete koek. Af en toe moet je er toch eens wat kritisch over zeggen, maar de vraag is natuurlijk of dit effect sorteren zal. Ik hoop dat ik tenminste u heb kunnen overtuigen van mijn kleine discoursanalyse, wat goed zou zijn voor mijn eigen zelf- en wereldbeeld. Een beetje meer hoop en optimisme is in deze tijden namelijk wel een beetje nodig.
 
*******************************
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren


© 2013 Ewout Klei meer Ewout Klei - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Het Joost Niemöller taboe Ewout Klei
1010BS Niemoller
Joost Niemöller houdt niet van taboes. In de zomer van 2012 verscheen zijn boek Het immigratietaboe. Hierin probeert hij – vijftien jaar na Moslim in de polder van Frits Bolkestein en Tegen de islamisering van onze cultuur van Pim Fortuyn, twaalf jaar na Paul Scheffers essay ‘Het multiculturele drama’, zes jaar na de entree van de PVV in de Tweede Kamer en drie jaar na Voorwaarden voor vrede: De komst van de islam, de integratie van moslims en de identiteit van Nederland van ChristenUnie-politicus Gert-Jan Segers – het taboe op immigratie te doorbreken. Heel vernieuwend was het volgens mij allemaal niet, maar Niemöller mocht zijn boekje wel in debatcentrum De Balie presenteren. En vorige week dus verscheen Niemöllers artikel ‘Het etnisch taboe’, waarin hij beweert dat genetische en raciale verschillen tussen bevolkingsgroepen niet benoemd mogen worden of wetenschappelijk onderzocht.
 
Over de inhoud wil ik het in mijn artikel niet hebben. Hierover heeft opiniemaker Miko Flohr op The Post Online mijns inziens genoeg gezegd. Veel interessanter vind ik Niemöllers retoriek, Niemöllers stijl. Volgens Niemöller rust er op bepaalde onderwerpen een taboe, wat de schuld zou zijn van de politiek en de wetenschap die de werkelijkheid niet onder ogen zouden willen zien. De werkelijkheid dat de multiculturele samenleving zou zijn mislukt, dat de immigratie meer zou kosten dan dat ze oplevert en dat zwarten agressiever zouden zijn dan blanken. Omdat de gevestigde politiek en de gevestigde wetenschap door en door progressief en dus verrot zouden zijn, moeten dappere journalisten als Niemöller het ondankbare werk doen en de vinger op de zere plek leggen. Aan Niemöller cum suis daarom de heilige opdracht, de etterende zweren en puisten van onze moderne maatschappij uit te drukken. Net als Don Quichotte bevechten deze populistische journalisten, opiniemakers en politici echter windmolens. Ze maken problemen die er niet zijn.
 
Miko Flohr wil een inhoudelijk debat. Maar uiteraard is Joost Niemöller hier niet op uit. Dat Niemöller zich niet aan de feiten houdt en klinkklare onzin verkondigt komt namelijk niet omdat hij zich vergist of slordig is, maar omdat hij de waarheid niet interessant vindt. Niemöller doet aan fact free journalism. Het gaat hem alleen maar om het beeld. Het beeld dat blanke Nederlanders zielig zijn, dat ze worden bedreigd door de allochtonen (in Amsterdam door Marokkaanse, Antilliaanse, Turkse en andere niet-westerse Nederlanders) en dat de politiek dit niet onder ogen wil zien. Het postmoderne relativisme is niet alleen het filosofische fundament van de ideologie van de multiculturele samenleving, maar heeft ook pathologische leugenaars als Niemöller voortgebracht. Ook voor Niemöller geldt immers het devies van mei 1968 l’imagination au poivoir.
 
Niemöller is, zoals gezegd, niet de enige. Geert Wilders is er bijvoorbeeld ook erg goed in om bepaalde beelden op te roepen, die Henk en Ingrid in hun zelfbeeld en wereldbeeld bevestigen. Wilders presenteert zich net als Niemöller als de buitenstaander die de vinger op de zere plek durft te leggen, en zijn vinger net als Hansje Brinker in de dijk steekt om zo de tsunami van islamisering tegen te houden. Wilders is een beroepsnihilist, die beseft dat het niet gaat om wat hij precies weet te bereiken in de Tweede Kamer (heel weinig namelijk), maar hoe hij het in de media doet. Ook zelfbenoemde intellectueel Thierry Baudet is vooral in beelden geïnteresseerd. Het Europese project ziet hij als ‘een aanval op de natiestaat’ en om Europa te redden moeten we van de Europese Unie af. Het opheffen van de Europese Unie is echter net zo reëel als het afschaffen van de islam in Nederland. Niemöller, Wilders en Baudet creëren hersenschimmen die ze vervolgens gaan bestrijden en drijven daardoor de politieke discussie tot in het waanzinnige op de spits. Ze hebben een klap van de windmolen gekregen, maar niet zo hard dat ze wakker zijn geworden uit hun droom. De Don Quichottes draven dapper door, op zoek naar reuzen om te doden.
 
Maar hoe ontmasker je deze zelfbenoemde ‘taboe-ontmaskeraars’? Een debat over feiten overtuigt alleen mensen die open staan voor argumenten, niet de reeds overtuigden. De PVV-stemmers, Henk en Ingrid, zijn niet in feiten geïnteresseerd. De racisme-kaart trekken werkt bij Niemöller en Wilders daarom ook niet. Daarmee wordt alleen de martelaarsstatus van deze ‘helden’ versterkt, dat ze zo fel worden bestreden omdat ze taboes willen doorbreken. Op het trekken van de racisme-kaart ligt bij Joost Niemöller cum suis een taboe. Miko Flohr is volgens Niemöller een fascist die zich een antifascist noemt.
 
Trouwens, ook een parodie werkt niet altijd. In 1980 richtte het komische duo Van Kooten en De Bie in reactie op de opkomst van extreem-rechts als de typetjes Jacobse en Van Es De Tegenpartij op. De Tegenpartij werd zo populair, dat men verwachtte dat de partij tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 1981 een aantal zetels zou kunnen veroveren. De partij werd daarom vlak voor de verkiezingen ‘ontbonden’, toen Jacobse en Van Es vlak op het Binnenhof werden ‘neergeschoten’ tijdens een mislukte couppoging. De Centrumpartij van Hans Janmaat, die wel serieus bedoeld was en in 1982 in de Tweede Kamer verkozen werd, nam bovendien sommige slogans (‘vrije jongens’) en programmapunten van De Tegenpartij over. De reus kwam tot leven.
 
Een oplossing voor het Joost Niemöller taboe heb ik dan helaas ook niet. Niemöller is vrij om zijn mijns inziens abjecte mening te uiten en er zullen altijd volksstammen (van de Nederlandse stam waar Pieter Geyl over schreef) blijven bestaan die zijn losse flodders slikken als zoete koek. Af en toe moet je er toch eens wat kritisch over zeggen, maar de vraag is natuurlijk of dit effect sorteren zal. Ik hoop dat ik tenminste u heb kunnen overtuigen van mijn kleine discoursanalyse, wat goed zou zijn voor mijn eigen zelf- en wereldbeeld. Een beetje meer hoop en optimisme is in deze tijden namelijk wel een beetje nodig.
 
*******************************
Het plaatje is gemaakt door Henk Klaren
© 2013 Ewout Klei
powered by CJ2