archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
Een geschikte appetizer Katharina Kouwenhoven

0208 Een geschikte appetizer

Voor wie eens een keer ’s middags om half zes al televisie wil kijken, is er eigenlijk maar één mogelijkheid: BBC 2. Dat zendt op dat moment namelijk het verrukkelijke programma ‘Ready, steady, cook’ uit.
In het algemeen is koken niet iets dat zich leent voor televisie. In kookprogramma’s zie je wel mensen allerlei aan koken gerelateerde handelingen verrichten – uien snijden, groente hakken, vlees malen, slagroom kloppen, beslag roeren – maar er wordt niet echt gekookt. Het uiteindelijk resultaat dat je te zien krijgt was van tevoren klaar gemaakt, want moest een paar uur sudderen of een halve dag in de oven. Dat is dus allemaal verlakkerij. Bovendien wordt er in die programma’s volgens een recept ‘gekookt’, met nauwkeurig voorgeschreven hoeveelheden, zoveel zus en zoveel zo en een mespuntje zout. Alsof goed koken een kwestie is van ‘de juiste hoeveelheden’ en het opvolgen van de ‘juiste instructies’. Als je maar precies doet wat Braakhekke zegt, is succes verzekerd. Mooi niet, dus.

‘Ready, steady, cook’ is echter een kookprogramma met een formule die het uitgesproken televisiegeniek maakt. Dat komt door het wedstrijdelement en het improvisatietalent dat van de koks gevraagd wordt, en niet in de laatste plaats door de presentator. Elke uitzending zijn twee koks (chefs) aanwezig die elk een gast krijgen toegewezen, die voor ongeveer 5 pond etenswaren heeft aangeschaft. Met die etenswaren – een stukje vlees, vis of vogel, verschillende groeten en aardappelen, rijst of pasta – moet elke chef binnen twintig minuten een maaltijd op tafel zetten en liefst een om van te watertanden. Het publiek beslist welke chef dit het beste gedaan heeft. De gasten leveren hand- en spandiensten – citroentje uitpersen, peterselie snijden – terwijl de presentator ze afleidt met allerlei vragen, maar ondertussen ook handige tips verschaft en zelf niet te beroerd is het koksmes te hanteren. De presentator Ainsley is namelijk zelf een topkok. Donker, kaalhoofdig, atletisch gebouwd, met een strak truitje om zijn brede schouders en een innemende glimlach – aantrekkelijker zijn ze niet in de aanbieding – danst hij lichtvoetig van het ene aanrecht naar het andere, dient hij de chefs van repliek en stelt hij de gasten op hun gemak.

Met die povere ingrediënten van de gasten valt natuurlijk niet veel eer te behalen. Gelukkig staat de studiokeuken vol met aanvullende producten, zoals eieren, bloem, melk, boter, oud en vers brood, wijn, olie, bouillon, kokend water, sinaasappels en citroenen, allerhande verse kruiden en niet te vergeten room, waarmee de koks hun toverkunsten kunnen verrichten. Vooral die room moet het hem meestal doen; er komt praktisch geen gerecht tot stand zonder dat er niet tenminste één zo’n bekertje vette smurrie in is gekieperd. Regelmatig wordt de loftrompet gestoken over de beroemde ‘Devon cream’ (90% vet!). Het kookbeest Ross, ook een leuke verschijning, kreeg het te kwaad toen hij een keer kosjer moest koken en zijn gast hem een vis presenteerde. In de kosjere keuken schijnen vissen niet gecombineerd te mogen worden met melkproducten en van dat feit raakte hij danig van slag. Koken zonder room, dat is voor deze chefs wassen zonder water, voetballen zonder bal.

In het algemeen zijn de koks niet zo te spreken over gasten die in hun ogen vreemde ideeën hebben over het bereiden van maaltijden, of het nu vegetarisch, organisch, zonder alcohol, zonder vet of zonder koolhydraten is. Zo kookt en chef niet, het is eigenlijk een belediging voor zijn vakmanschap. Gezond koken? Lekker eten is altijd gezond! Dat het topkoks zijn kan iedereen aanschouwen. Ze zitten nooit om ideeën verlegen, weten inventieve oplossingen te bedenken voor de krappe tijd waar ze mee te maken hebben (snelle risotto) en komen iedere keer weer met verrassende spijzen op de proppen. De ene chef is wat creatiever dan de andere, maar goed zijn ze allemaal. En ondertussen zijn de grappen niet van de lucht, al zijn ze niet altijd van het fijnzinnigste soort. Tenslotte zijn koks van niveau voornamelijk mannen; in het programma treedt slecht één vrouwelijke chef op, maar die kan die mannen wel aan, ook wat laag-bij-de-grondse grappen betreft.

Na de kookwedstrijd van twintig minuten en het proeven van het resultaat komt Ainsley nog met een zak uiteenlopende waren te voorschijn; elke kok doet dan suggesties voor bereidingsmogelijkheden. Ook hier treedt het publiek op als scheidsrechter en bepaalt welke kok zijn suggesties ten uitvoer mag brengen. Hiervoor krijgt hij tien minuten (!) de tijd. Gelukkig worden de andere koks en Ainsley zelf – och, de manier waarop hij zijn pannenkoekjes in de lucht laat keren - hierbij stevig aan het werk gezet. En er worden in die korte tijd wonderen verricht door die drie kookgekken.

Of je nu wel of niet van koken houdt, het is een leuk programma. En het werkt aanstekelijk. De recepten zijn overigens op Ceefax beschikbaar. Wie zelf graag kookt kan er handige tips aan overhouden. Hoe je in een mum van tijd een teentje knoflook heel uit zijn jasje krijgt, hoe je in een paar seconden een sinaasappel tot partjes verwerkt, het gebruik van de vlammenwerper om ergens snel een bruin korstje op te goochelen, ik noem maar wat. Natuurlijk staat die studiokeuken vol met handige klop-, snij- en hakapparaten, een enorme batterij aan potten en pannen, ovens, grills, raspen en andere hulpmiddelen. Maar die hebben zelfs mensen die nooit koken tegenwoordig allemaal in huis. Het belangrijkste blijft echter het vervaarlijke koksmes, waar die chefs zo vaardig mee uit de voeten kunnen. Je moet zeker niet elke dag kijken, tenzij je zelf een kookverslaafde bent, want dan gaat natuurlijk ook deze formule vervelen. Zo nu en dan, als de krant nog niet in de bus is gevallen en het te koud is om op het balkon te zitten, is het heel aangenaam om Ainsli en zijn chefs weer eens aan het werk te zien. En een glaasje wijn smaakt er prima bij.




© 2005 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
Een geschikte appetizer Katharina Kouwenhoven
0208 Een geschikte appetizer

Voor wie eens een keer ’s middags om half zes al televisie wil kijken, is er eigenlijk maar één mogelijkheid: BBC 2. Dat zendt op dat moment namelijk het verrukkelijke programma ‘Ready, steady, cook’ uit.
In het algemeen is koken niet iets dat zich leent voor televisie. In kookprogramma’s zie je wel mensen allerlei aan koken gerelateerde handelingen verrichten – uien snijden, groente hakken, vlees malen, slagroom kloppen, beslag roeren – maar er wordt niet echt gekookt. Het uiteindelijk resultaat dat je te zien krijgt was van tevoren klaar gemaakt, want moest een paar uur sudderen of een halve dag in de oven. Dat is dus allemaal verlakkerij. Bovendien wordt er in die programma’s volgens een recept ‘gekookt’, met nauwkeurig voorgeschreven hoeveelheden, zoveel zus en zoveel zo en een mespuntje zout. Alsof goed koken een kwestie is van ‘de juiste hoeveelheden’ en het opvolgen van de ‘juiste instructies’. Als je maar precies doet wat Braakhekke zegt, is succes verzekerd. Mooi niet, dus.

‘Ready, steady, cook’ is echter een kookprogramma met een formule die het uitgesproken televisiegeniek maakt. Dat komt door het wedstrijdelement en het improvisatietalent dat van de koks gevraagd wordt, en niet in de laatste plaats door de presentator. Elke uitzending zijn twee koks (chefs) aanwezig die elk een gast krijgen toegewezen, die voor ongeveer 5 pond etenswaren heeft aangeschaft. Met die etenswaren – een stukje vlees, vis of vogel, verschillende groeten en aardappelen, rijst of pasta – moet elke chef binnen twintig minuten een maaltijd op tafel zetten en liefst een om van te watertanden. Het publiek beslist welke chef dit het beste gedaan heeft. De gasten leveren hand- en spandiensten – citroentje uitpersen, peterselie snijden – terwijl de presentator ze afleidt met allerlei vragen, maar ondertussen ook handige tips verschaft en zelf niet te beroerd is het koksmes te hanteren. De presentator Ainsley is namelijk zelf een topkok. Donker, kaalhoofdig, atletisch gebouwd, met een strak truitje om zijn brede schouders en een innemende glimlach – aantrekkelijker zijn ze niet in de aanbieding – danst hij lichtvoetig van het ene aanrecht naar het andere, dient hij de chefs van repliek en stelt hij de gasten op hun gemak.

Met die povere ingrediënten van de gasten valt natuurlijk niet veel eer te behalen. Gelukkig staat de studiokeuken vol met aanvullende producten, zoals eieren, bloem, melk, boter, oud en vers brood, wijn, olie, bouillon, kokend water, sinaasappels en citroenen, allerhande verse kruiden en niet te vergeten room, waarmee de koks hun toverkunsten kunnen verrichten. Vooral die room moet het hem meestal doen; er komt praktisch geen gerecht tot stand zonder dat er niet tenminste één zo’n bekertje vette smurrie in is gekieperd. Regelmatig wordt de loftrompet gestoken over de beroemde ‘Devon cream’ (90% vet!). Het kookbeest Ross, ook een leuke verschijning, kreeg het te kwaad toen hij een keer kosjer moest koken en zijn gast hem een vis presenteerde. In de kosjere keuken schijnen vissen niet gecombineerd te mogen worden met melkproducten en van dat feit raakte hij danig van slag. Koken zonder room, dat is voor deze chefs wassen zonder water, voetballen zonder bal.

In het algemeen zijn de koks niet zo te spreken over gasten die in hun ogen vreemde ideeën hebben over het bereiden van maaltijden, of het nu vegetarisch, organisch, zonder alcohol, zonder vet of zonder koolhydraten is. Zo kookt en chef niet, het is eigenlijk een belediging voor zijn vakmanschap. Gezond koken? Lekker eten is altijd gezond! Dat het topkoks zijn kan iedereen aanschouwen. Ze zitten nooit om ideeën verlegen, weten inventieve oplossingen te bedenken voor de krappe tijd waar ze mee te maken hebben (snelle risotto) en komen iedere keer weer met verrassende spijzen op de proppen. De ene chef is wat creatiever dan de andere, maar goed zijn ze allemaal. En ondertussen zijn de grappen niet van de lucht, al zijn ze niet altijd van het fijnzinnigste soort. Tenslotte zijn koks van niveau voornamelijk mannen; in het programma treedt slecht één vrouwelijke chef op, maar die kan die mannen wel aan, ook wat laag-bij-de-grondse grappen betreft.

Na de kookwedstrijd van twintig minuten en het proeven van het resultaat komt Ainsley nog met een zak uiteenlopende waren te voorschijn; elke kok doet dan suggesties voor bereidingsmogelijkheden. Ook hier treedt het publiek op als scheidsrechter en bepaalt welke kok zijn suggesties ten uitvoer mag brengen. Hiervoor krijgt hij tien minuten (!) de tijd. Gelukkig worden de andere koks en Ainsley zelf – och, de manier waarop hij zijn pannenkoekjes in de lucht laat keren - hierbij stevig aan het werk gezet. En er worden in die korte tijd wonderen verricht door die drie kookgekken.

Of je nu wel of niet van koken houdt, het is een leuk programma. En het werkt aanstekelijk. De recepten zijn overigens op Ceefax beschikbaar. Wie zelf graag kookt kan er handige tips aan overhouden. Hoe je in een mum van tijd een teentje knoflook heel uit zijn jasje krijgt, hoe je in een paar seconden een sinaasappel tot partjes verwerkt, het gebruik van de vlammenwerper om ergens snel een bruin korstje op te goochelen, ik noem maar wat. Natuurlijk staat die studiokeuken vol met handige klop-, snij- en hakapparaten, een enorme batterij aan potten en pannen, ovens, grills, raspen en andere hulpmiddelen. Maar die hebben zelfs mensen die nooit koken tegenwoordig allemaal in huis. Het belangrijkste blijft echter het vervaarlijke koksmes, waar die chefs zo vaardig mee uit de voeten kunnen. Je moet zeker niet elke dag kijken, tenzij je zelf een kookverslaafde bent, want dan gaat natuurlijk ook deze formule vervelen. Zo nu en dan, als de krant nog niet in de bus is gevallen en het te koud is om op het balkon te zitten, is het heel aangenaam om Ainsli en zijn chefs weer eens aan het werk te zien. En een glaasje wijn smaakt er prima bij.


© 2005 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2