archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv? delen printen terug
De Ronde van Vlaanderen Katharina Kouwenhoven

0513VG TV
Toen ik jaren geleden de Ronde van Vlaanderen voor het eerst zag, vroeg ik mij af waar toch in 's hemelsnaam die geniepige beklimmingen plaatsvonden. Vlaanderen is immers plat en de heuvels liggen in de Ardennen en die zijn Waals. Nu blijkt Vlaanderen te bestaan uit twee delen: West en Oost Vlaanderen. En in Oost Vlaanderen bevinden zich de zogenaamde Vlaamse Ardennen en daar vinden die beklimmingen plaats. Dit jaar, in de 92e editie van de ronde op zondag 6 april, telde het parcours zeventien van deze kuitenbijters. Ik zag de koers op Canvas, 's middags vanaf een uur of één.

Enige tijd geleden besloot ik dat ik die Vlaamse Ardennen wel eens met eigen ogen wilde zien en ik heb toen een paar dagen rondgereden in Vlaanderen. Vlaanderen is inderdaad plat, tenminste ten westen van Antwerpen, en onaantrekkelijk tot aan Oostende. Oostende zelf viel niet tegen, te meer daar we er konden overnachten in een hotel tegenover het Station. In Stationshotels wil ik namelijk altijd wel overnachten, vooral als ze Hotel Terminus heten. En in Oostende kun je nog voor een deel over de boulevard langs de zee rijden. De rest van de kust van België moet gemeden worden. Pas over de grens in Frankrijk wordt die weer leuk. De Ronde van Vlaanderen start in Brugge, gaat voor de helft door het platte West Vlaanderen en doet daar onder andere Roeselare en Kortrijk aan. Daar krijg je nooit iets van te zien want de Tv-reportage begint pas als de coureurs aan Oost Vlaanderen beginnen.

Niettemin heb ik ze op mijn eigen tocht ook aan gedaan. Roeselare, omdat ik daar goede herinneringen aan had vanwege het feit dat ik er, lang geleden, bij het aansteken van een open haard bijna een huis in vlammen had doen opgaan en Kortrijk, omdat het me tot nu toe nooit gelukt was daar binnen te komen. Altijd stuitte ik op afzettingen die me dwongen om Kortrijk heen te rijden, omdat er een wielerronde plaats vond of een partijtje boogschieten. En natuurlijk was dat nu ook weer het geval. Je zou haast geloven dat de toegang tot Kortrijk altijd geblokkeerd is.

De wielrenners reden na Kortrijk Oost Vlaanderen binnen via Bellegem en Moen en kwamen bij Ruien de eerste 'berg' tegen, de Kluisberg. Die Kluisberg heb ik gezien, want die ligt in een hele aantrekkelijke, bosrijke omgeving. De beklimming ervan heeft niet veel om het lijf, maar in deze editie van de Ronde, 'Vlaanderens Mooiste', vond hier wel de eerste ontsnapping plaats, waarvan de kans op de overwinning overigens 'gehypothekeerd' moest worden. Kort daarna volgde de Nokereberg en daarna gebeurde er een hele tijd niets tot vlak vóór Mater de Molenberg zich aandiende en net daarbuiten de Wolvenberg. Daarmee is het echte 'berggedeelte' begonnen. Vervolgens deden ze Oudenaarde aan. Daar bevindt zich het Centrum van de Ronde van Vlaanderen en het wordt ook wel beschouwd als het centrum van de Vlaamse Ardennen. Bij Oudenaarde zijn 174 van de 264 kilometer afgelegd.

Vóór ikzelf Oost Vlaanderen binnenreed, deed ik vanuit Duinkerken Ieper aan, om me te vergapen aan het Stadhuis, dat eruit ziet als een authentiek oud gebouw, maar dat na de Eerste Wereldoorlog steen voor steen opnieuw is opgebouwd. Vervolgens reden wij via Petegem naar Oudenaarde, zodat je het vanuit het Westen binnenrijdt. Dat is een stuk korter dan wat de wielrenners moesten doen, die, om al die zeventien heuvels aan te kunnen doen, op een vreemde manier door Oost Vlaanderen slingeren en Oudenaarde vanuit het Oosten binnenkomen. Oudenaarde is zeker de moeite waard, maar mijn doel was Geraardsbergen, vanwege De Muur en vooral De Kapelmuur, een smalle kasseienstrook met een helling van 22%! Deze 'muur', die zo'n beetje aan het einde van het parcours beklommen moet worden, geldt als scherprechter voor de gehele koers. Als je met zo'n tien seconden voorsprong deze helling achter je laat, win je de Ronde. Hoe ziet zo'n 'muur' eruit?

Dit jaar was er nog een andere vermeende scherprechter, namelijk de Koppenberg. Na Oudenaarde waren de Oude Kwaremont en de Paterberg aan de beurt en kort daarop de Koppenberg, die levensgevaarlijk is, vooral bij slecht weer. Gelukkig was het op dat moment slecht weer - regen, vettige bochten, sneeuw, hagel - maar er gebeurde niet veel, want de kopmannen zaten vóór in het peloton en konden Het Monster één voor één oprijden, Tom Boonen voorop. Wat daar achter gebeurde was erg naar; struikelend, vallend, lopend, huilend volgt de rest als paarden op het slagveld. Als het leed geleden is dienen de Steenbreekdries en de Taaienberg zich alweer aan, waarop onze eigen Sébastian Langeveld als eerste boven kwam en de Spanjaard Gomes ondertussen tegen een verkeersremmer was aangeknald en tegen het plaveisel smakte. Huiveringwekkend om te zien. Na de Taaienberg reed het sterk uitgedunde peloton door Etikhoven. De beklimmingen die daarop volgden gaan niet meer over kinderhoofdjes, behalve het op één na laatste Beest, De Muur.

Deze Muur loopt gewoon door het dorp en is wel steil maar tamelijk breed. Dan moeten de renners echter rechtsaf de Kapelmuur op en die is smal, steil, bochtig en glibberig en bijna elke renner komt daarop praktisch stil te staan. Die steile helling oogt daadwerkelijk als een 'muur', waarvan de sterke suggestie uitgaat dat hij onneembaar is. Lopend bleek het nog wel mee te vallen, maar ik zou er met geen mogelijkheid tegenop kunnen fietsen. Zelfs voor veel beroepsrenners geldt dat trouwens ook.
En ook dit jaar bleek dat degene, die De Kapelmuur het eerste bedwong, ook de Ronde won. In dit geval de Belg Stijn Devolder, die door Moerbeke, over de Bosberg, door Denderwindeke naar de eindstreep in Meerbeke dreunde, 'vechtend voor elke morzel grond' en niet meer achterhaald kon worden door zijn achtervolgers Flecha en Nuyens.

Na Geraardsbergen keerde ik weer terug naar West Vlaanderen, want wij hadden nog een boodschap in Deinze, het Amstelveen van Gent. In het plaatselijk museum bevindt zich namelijk een aantal bezienswaardige schilderijen van onder andere Permeke en Raveel. De eerste keer klopten we tevergeefs aan, want het museum opende pas om 14.00 uur. Toen we erin mochten, bleek de collectie echter ingepakt en vervangen door een Installatie. Ik heb mijn reisgenote ervan moeten weerhouden het museum ernstige schade te berokkenen.
Oost Vlaanderen is voor mij in ieder geval geen witte plek meer op de kaart en dat geeft het kijken naar de Ronde een extra dimensie. Voor de kunst moeten we nog maar eens een tripje maken naar Gent en omgeving.
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:


© 2008 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Was er nog wat op de tv?" -
Vermaak en Genot > Was er nog wat op de tv?
De Ronde van Vlaanderen Katharina Kouwenhoven
0513VG TV
Toen ik jaren geleden de Ronde van Vlaanderen voor het eerst zag, vroeg ik mij af waar toch in 's hemelsnaam die geniepige beklimmingen plaatsvonden. Vlaanderen is immers plat en de heuvels liggen in de Ardennen en die zijn Waals. Nu blijkt Vlaanderen te bestaan uit twee delen: West en Oost Vlaanderen. En in Oost Vlaanderen bevinden zich de zogenaamde Vlaamse Ardennen en daar vinden die beklimmingen plaats. Dit jaar, in de 92e editie van de ronde op zondag 6 april, telde het parcours zeventien van deze kuitenbijters. Ik zag de koers op Canvas, 's middags vanaf een uur of één.

Enige tijd geleden besloot ik dat ik die Vlaamse Ardennen wel eens met eigen ogen wilde zien en ik heb toen een paar dagen rondgereden in Vlaanderen. Vlaanderen is inderdaad plat, tenminste ten westen van Antwerpen, en onaantrekkelijk tot aan Oostende. Oostende zelf viel niet tegen, te meer daar we er konden overnachten in een hotel tegenover het Station. In Stationshotels wil ik namelijk altijd wel overnachten, vooral als ze Hotel Terminus heten. En in Oostende kun je nog voor een deel over de boulevard langs de zee rijden. De rest van de kust van België moet gemeden worden. Pas over de grens in Frankrijk wordt die weer leuk. De Ronde van Vlaanderen start in Brugge, gaat voor de helft door het platte West Vlaanderen en doet daar onder andere Roeselare en Kortrijk aan. Daar krijg je nooit iets van te zien want de Tv-reportage begint pas als de coureurs aan Oost Vlaanderen beginnen.

Niettemin heb ik ze op mijn eigen tocht ook aan gedaan. Roeselare, omdat ik daar goede herinneringen aan had vanwege het feit dat ik er, lang geleden, bij het aansteken van een open haard bijna een huis in vlammen had doen opgaan en Kortrijk, omdat het me tot nu toe nooit gelukt was daar binnen te komen. Altijd stuitte ik op afzettingen die me dwongen om Kortrijk heen te rijden, omdat er een wielerronde plaats vond of een partijtje boogschieten. En natuurlijk was dat nu ook weer het geval. Je zou haast geloven dat de toegang tot Kortrijk altijd geblokkeerd is.

De wielrenners reden na Kortrijk Oost Vlaanderen binnen via Bellegem en Moen en kwamen bij Ruien de eerste 'berg' tegen, de Kluisberg. Die Kluisberg heb ik gezien, want die ligt in een hele aantrekkelijke, bosrijke omgeving. De beklimming ervan heeft niet veel om het lijf, maar in deze editie van de Ronde, 'Vlaanderens Mooiste', vond hier wel de eerste ontsnapping plaats, waarvan de kans op de overwinning overigens 'gehypothekeerd' moest worden. Kort daarna volgde de Nokereberg en daarna gebeurde er een hele tijd niets tot vlak vóór Mater de Molenberg zich aandiende en net daarbuiten de Wolvenberg. Daarmee is het echte 'berggedeelte' begonnen. Vervolgens deden ze Oudenaarde aan. Daar bevindt zich het Centrum van de Ronde van Vlaanderen en het wordt ook wel beschouwd als het centrum van de Vlaamse Ardennen. Bij Oudenaarde zijn 174 van de 264 kilometer afgelegd.

Vóór ikzelf Oost Vlaanderen binnenreed, deed ik vanuit Duinkerken Ieper aan, om me te vergapen aan het Stadhuis, dat eruit ziet als een authentiek oud gebouw, maar dat na de Eerste Wereldoorlog steen voor steen opnieuw is opgebouwd. Vervolgens reden wij via Petegem naar Oudenaarde, zodat je het vanuit het Westen binnenrijdt. Dat is een stuk korter dan wat de wielrenners moesten doen, die, om al die zeventien heuvels aan te kunnen doen, op een vreemde manier door Oost Vlaanderen slingeren en Oudenaarde vanuit het Oosten binnenkomen. Oudenaarde is zeker de moeite waard, maar mijn doel was Geraardsbergen, vanwege De Muur en vooral De Kapelmuur, een smalle kasseienstrook met een helling van 22%! Deze 'muur', die zo'n beetje aan het einde van het parcours beklommen moet worden, geldt als scherprechter voor de gehele koers. Als je met zo'n tien seconden voorsprong deze helling achter je laat, win je de Ronde. Hoe ziet zo'n 'muur' eruit?

Dit jaar was er nog een andere vermeende scherprechter, namelijk de Koppenberg. Na Oudenaarde waren de Oude Kwaremont en de Paterberg aan de beurt en kort daarop de Koppenberg, die levensgevaarlijk is, vooral bij slecht weer. Gelukkig was het op dat moment slecht weer - regen, vettige bochten, sneeuw, hagel - maar er gebeurde niet veel, want de kopmannen zaten vóór in het peloton en konden Het Monster één voor één oprijden, Tom Boonen voorop. Wat daar achter gebeurde was erg naar; struikelend, vallend, lopend, huilend volgt de rest als paarden op het slagveld. Als het leed geleden is dienen de Steenbreekdries en de Taaienberg zich alweer aan, waarop onze eigen Sébastian Langeveld als eerste boven kwam en de Spanjaard Gomes ondertussen tegen een verkeersremmer was aangeknald en tegen het plaveisel smakte. Huiveringwekkend om te zien. Na de Taaienberg reed het sterk uitgedunde peloton door Etikhoven. De beklimmingen die daarop volgden gaan niet meer over kinderhoofdjes, behalve het op één na laatste Beest, De Muur.

Deze Muur loopt gewoon door het dorp en is wel steil maar tamelijk breed. Dan moeten de renners echter rechtsaf de Kapelmuur op en die is smal, steil, bochtig en glibberig en bijna elke renner komt daarop praktisch stil te staan. Die steile helling oogt daadwerkelijk als een 'muur', waarvan de sterke suggestie uitgaat dat hij onneembaar is. Lopend bleek het nog wel mee te vallen, maar ik zou er met geen mogelijkheid tegenop kunnen fietsen. Zelfs voor veel beroepsrenners geldt dat trouwens ook.
En ook dit jaar bleek dat degene, die De Kapelmuur het eerste bedwong, ook de Ronde won. In dit geval de Belg Stijn Devolder, die door Moerbeke, over de Bosberg, door Denderwindeke naar de eindstreep in Meerbeke dreunde, 'vechtend voor elke morzel grond' en niet meer achterhaald kon worden door zijn achtervolgers Flecha en Nuyens.

Na Geraardsbergen keerde ik weer terug naar West Vlaanderen, want wij hadden nog een boodschap in Deinze, het Amstelveen van Gent. In het plaatselijk museum bevindt zich namelijk een aantal bezienswaardige schilderijen van onder andere Permeke en Raveel. De eerste keer klopten we tevergeefs aan, want het museum opende pas om 14.00 uur. Toen we erin mochten, bleek de collectie echter ingepakt en vervangen door een Installatie. Ik heb mijn reisgenote ervan moeten weerhouden het museum ernstige schade te berokkenen.
Oost Vlaanderen is voor mij in ieder geval geen witte plek meer op de kaart en dat geeft het kijken naar de Ronde een extra dimensie. Voor de kunst moeten we nog maar eens een tripje maken naar Gent en omgeving.
 
*******************************
Over advieswerk wordt gepubliceerd op:
© 2008 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2