archiefvorig nr.lopend nr.

Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
De Roemeense New Wave Hans Knegtmans

0812VG Christmas
Tuesday, after Christmas opent met een postcoïtale bedscène. Middelbare Paul en de jonge blondine Raluca zijn onmiskenbaar verliefd. Dat kun je opmaken uit hun kleffe zoentjes, gepaard met onaangename smakgeluiden. Ze praten over piepkleine dingetjes en plagen elkaar op de flauwe manier die verliefden zo onuitstaanbaar maakt. Je hoopt dat het gauw afgelopen zal zijn, maar dan ken je regisseur Radu Mutean nog niet. Na het opstaan (eindelijk!) praten ze nog wat over de naderende kerstdagen en cadeautjes. Dan verlaat Paul het pand. Op weg naar? Drie keer raden.

Natuurlijk, op weg naar zijn wettige echtgenote, Adriana. Die moet het al jaren stellen zonder al die lieve zoentjes. Voor de kijker is dat wel zo prettig. (In Le Bonheur uit 1965 liet Agnes Varda zien hoe een man zijn huwelijksgeluk verrijkt met een nieuwe vriendin, en probeert zijn vrouw te betrekken in het nieuwgevonden geluk. Zelden zo’n deprimerende film gezien.) In plaats daarvan bezoeken ze een sportzaak om, met het oog op het naderende vakantie-uitstapje, ski’s voor hun dochter en skischoenen voor de man aan te schaffen. En, nu ze er toch zijn, een jurkje voor Adriana’s zuster.

De kijker weet genoeg. Paul hunkert naar de mooie Raluca en hoopt dat, als door een wonder, zijn huwelijk zal ophouden te bestaan. Liefst op zo’n manier dat Adriana de klap zonder al te veel heisa te boven komt. Raluca intussen bevindt zich in de welbekende rol van nieuwe vriendin die meer wil dan geheime ontmoetingen met haar minnaar. Anderzijds vraagt ze zich af of ze die grote stap wel aandurft. Natuurlijk, deze thematiek is zo oud als de weg naar Rome, maar dat geldt voor 90% van de speelfilms. Blue Valentine (zie vorige Leunstoelaflevering) was thematisch evenmin een toppunt van originaliteit, en toch gaf die film de kijker het gevoel dat regisseur Derek Cianfrance een nieuw filmgenre had uitgevonden.

Muntean echter lijkt vastbesloten, een speelfilm te maken die volledig recht doet aan de alledaagse realiteit. Niets minder, maar vooral ook niets meer. De vrijage aan het begin is keurig uit het boekje, en de plichtmatige, afgestompte omgang van Paul met Adriana evenzeer. Een onaangekondigd bezoek van Paul aan zijn geliefde – die op dat moment bij haar moeder logeert – verloopt precies zo onhandig als we mochten vrezen. Haar moeder serveert hem koffie en taart, voordat ze het gesprek moeizaam op Raduca’s ongewisse toekomst brengt.

Het enige dat werkelijk de moeite van het doordenken waard is, zijn de gespreksonderwerpen. Je zou verwachten dat ook de gesprekken van de geliefden haaks staan op de dagelijkse kost: het avontuur van elkaar verkennen tegenover de routineconversaties van het echtpaar. Maar dat valt tegen. Zodra de plagerijtjes overgaan in huis-, tuin- en keukenonderwerpen, worden ze even banaal als waar iedereen met niet al te veel culturele bagage op uitkomt.

Meestal gaat het over kerstcadeautjes. Van de personages aan elkaar, of van hun familieleden aan elkaar. Naast de eerder genoemde wintersportartikelen horen we wie aan wie een synthesizer cadeau zal doen of al gedaan heeft, en wie een verzamel-cd. Of slofjes, of een Barbieboot. Of, als de fantasie tekortschiet, geld.

Behalve over cadeaus hebben de personages het wat druk met afspraken maken wie wanneer bij wie het kerstdiner gebruikt, of oud en nieuw viert. Waarbij natuurlijk rekening gehouden moet worden met reeds geboekte vakanties, of juist het cancellen daarvan. Het werd mij niet duidelijk of de regisseur het Roemeense consumentengedrag van na het tijdperk Ceaucescu aan de kaak wil stellen, of de leegheid van de dagelijkse communicatie. Misschien geen van beide, en laat hij ons slechts de realiteit zien. Dat lijkt gezien de toonzetting van de film wel zo waarschijnlijk.

Wie schetst mijn verbazing toen een paar weken terug – de film had inmiddels een drietal Nederlandse filmtheaters bereikt – vrijwel alle filmjournalisten in de zevende hemel waren. NRC/Handelsblad bleef wat achter, maar andere kranten kwamen superlatieven te kort. Weer een triomf van de Roemeense New Wave, was het oordeel. Te laat besefte ik dat ik in mijn naïviteit Tuesday after Christmas bekeken en beoordeeld had als ware het, zegmaar, een gewone film, in plaats van de zoveelste parel aan het immer groeiende snoer uit dit magnifieke filmland.

Tijd om even bij te praten. In 2005 won de Roemeense regisseur Cristi Puiu op het festival van Cannes de hoofdprijs in het bijprogramma Un certain regard met The Death of Mr. Lazarescu. De dieptreurige film schetst de laatste levensdag van een doodzieke oude man, die zonder resultaat van het ene naar het andere ziekenhuis wordt gesleept. Prachtige film, terecht gehonoreerd. Twee jaar later was het heel wat minder vanzelfsprekend dat op ditzelfde festival debutant Corneliu Porumboiu de debutantenprijs ontving voor de nogal melige politieke satire 12:08 East of Bucharest. (Zie De0812VG Aurora Leunstoel, jaargang 4, nr. 8). In Cannes hadden ze kennelijk zo’n plezier gekregen in de Roemeense nieuwlichterij, dat in 2007 Cristian Mungiu met 4 months, 3 weeks and two days beslag legde op de felbegeerde Gouden Palm. Een rauw drama over een zwanger meisje dat, samen met haar boezemvriendin, in handen valt van een immorele aborteur.

Vanaf dat moment was het hek van de dam, en kon elke Roemeense film rekenen op een koninklijk onthaal op de festivals die er toe doen. Dat van New York bijvoorbeeld, waar traditioneel de meest geanticipeerde avantgarde-films terechtkomen. Ironisch genoeg verzetten juist de bekroonde regisseurs zich tegen de mythe dat zij deel zouden uitmaken van een nieuwe filmstroming, waarin zij welbewust radicaal breken met de rommel uit het tijdvak Ceaucescu. Met name de vermeende oprichter van de stroming, Cristian Puiu, moet er blijkens interviews niets van hebben. Ten eerste wijst hij op de thematische verscheidenheid van de films. Verder lijkt de overeenkomst tussen de filmmakers groter dan hij is, doordat een stel minder bedeelde volgelingen probeert het prijswinnende kunstje te imiteren: lange shots, naturalistische verteltrant, weinig of geen muziek. Maar vooral hekelt hij de westerse interpretatie dat de huidige Roemeense speelfilm een – al dan niet verkapte – aanklacht tegen het regime zou zijn, of dat nu het huidige is of het voormalige, van dictator Ceauscescu.

New Wave of niet, Puiu is een van de interessantere filmers van het moment. Zijn tweede lange speelfilm Aurora wordt als vanouds door de critici bejubeld en door de liefhebbers genegeerd. In het Amsterdamse Filmmuseum hadden op zaterdagavond 15 bezoekers zich gemeld voor dit avontuur. Het beloofde een lange zit te worden: de film duurt exact 181 minuten. Omdat de bezoekers van het Filmmuseum de jongste niet meer zijn, voorzag ik de nodige onrust vanwege toiletbezoek. En interviews met de maker wierpen twijfels op over de structuur van het verhaal. Uiteindelijk gaan volgens Puiu zijn films over het onvermogen de medemens volledig te doorgronden. Als moordenaars die hij in de gevangenis heeft geïnterviewd niet kunnen reconstrueren wat aan hun misdaad ten grondslag lag, hoe zouden buitenstaanders dit wél kunnen? (Dit standpunt is in de psychologie al dertig jaar geleden losgelaten, maar je kunt bezwaarlijk verwachten dat een drukbezette filmer alle vaktijdschriften van de menswetenschappen bijhoudt.)

Volgens de regisseur was dan ook uitgesloten dat iemand anders dan hijzelf de rol van de geestelijk ontwrichte Viorel zou vertolken. Maar het moet gezegd, hij doet dat met verve. Viorel is meestal een man van weinig woorden. Na een nacht bij een vriendin te hebben doorgebracht zitten ze samen aan de ontbijttafel. Zijn vriendin vertelt een anekdote over haar dochtertje, dat iets grappigs heeft bedacht over Roodkapjes oma, toen die uit de opengesneden wolvenbuik werd verlost. Het is een eenzijdige conversatie. Viorel beperkt zich tot reacties als ‘wie?’, ‘waarom?’ en ‘dat klopt’. Geen man om gezellig mee op vakantie te gaan.

De hoofdpersoon is bijna permanent in beeld. Meermalen bezoekt hij dezelfde locatie, zoals een unheimische buitenwijk van Boekarest. Zijn blik lijkt gericht op een auto, waaruit een paar kinderen met begeleider opduiken. Kent hij ze? Is het toeval dat hij juist daar staat op dat moment? Hij beweegt zich traag en omslachtig, en kijkt voortdurend om zich heen, alsof hij zich bespied waant.

Hoewel hij zich in de meeste conversaties op de vlakte houdt, zijn er momenten dat hij plotseling een probleem ziet dat noch het publiek noch zijn tegenspeler heeft zien aankomen. Wanneer op het werk een collega hem een geleend geldbedrag terugbetaalt, schiet hij uit zijn slof. Waarom nu pas? Twee weken later dan ze hadden afgesproken? Nee, helemaal koosjer is Viorel zeker niet. Als de regisseur ons daar niet zo tegen gewaarschuwd had, zouden we geneigd zijn hem te beschuldigen van betrekkingswaan of zelfs paranoia.

In de regel vind ik elke film die langer dan twee uur duurt te lang, zeker als hij zo traag is als Aurora. Maar de wetenschap dat deze vreemde man in de loop van het verhaal aan het moorden slaat – al weten we nog niet wie het slachtoffer zal zijn en waarom – maakt dat de kijker nauw bij de intrige betrokken blijft. Hoewel, ik moet niet generaliseren: van de vijftien bezoekers haalden slechts acht de eindstreep. Opvallend genoeg allemaal volwassen mannen die in hun eentje op pad waren. Eén single meisje en drie die met hun vriend een avondje uitgingen, hielden het na een uur voor gezien. Ondanks de kleine steekproef mogen we hieruit voorzichtig concluderen dat Aurora een laag feel-good gehalte heeft. En dat de dames er minder goed tegen bestand zijn dan het manvolk.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.


© 2011 Hans Knegtmans meer Hans Knegtmans - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
De Roemeense New Wave Hans Knegtmans
0812VG Christmas
Tuesday, after Christmas opent met een postcoïtale bedscène. Middelbare Paul en de jonge blondine Raluca zijn onmiskenbaar verliefd. Dat kun je opmaken uit hun kleffe zoentjes, gepaard met onaangename smakgeluiden. Ze praten over piepkleine dingetjes en plagen elkaar op de flauwe manier die verliefden zo onuitstaanbaar maakt. Je hoopt dat het gauw afgelopen zal zijn, maar dan ken je regisseur Radu Mutean nog niet. Na het opstaan (eindelijk!) praten ze nog wat over de naderende kerstdagen en cadeautjes. Dan verlaat Paul het pand. Op weg naar? Drie keer raden.

Natuurlijk, op weg naar zijn wettige echtgenote, Adriana. Die moet het al jaren stellen zonder al die lieve zoentjes. Voor de kijker is dat wel zo prettig. (In Le Bonheur uit 1965 liet Agnes Varda zien hoe een man zijn huwelijksgeluk verrijkt met een nieuwe vriendin, en probeert zijn vrouw te betrekken in het nieuwgevonden geluk. Zelden zo’n deprimerende film gezien.) In plaats daarvan bezoeken ze een sportzaak om, met het oog op het naderende vakantie-uitstapje, ski’s voor hun dochter en skischoenen voor de man aan te schaffen. En, nu ze er toch zijn, een jurkje voor Adriana’s zuster.

De kijker weet genoeg. Paul hunkert naar de mooie Raluca en hoopt dat, als door een wonder, zijn huwelijk zal ophouden te bestaan. Liefst op zo’n manier dat Adriana de klap zonder al te veel heisa te boven komt. Raluca intussen bevindt zich in de welbekende rol van nieuwe vriendin die meer wil dan geheime ontmoetingen met haar minnaar. Anderzijds vraagt ze zich af of ze die grote stap wel aandurft. Natuurlijk, deze thematiek is zo oud als de weg naar Rome, maar dat geldt voor 90% van de speelfilms. Blue Valentine (zie vorige Leunstoelaflevering) was thematisch evenmin een toppunt van originaliteit, en toch gaf die film de kijker het gevoel dat regisseur Derek Cianfrance een nieuw filmgenre had uitgevonden.

Muntean echter lijkt vastbesloten, een speelfilm te maken die volledig recht doet aan de alledaagse realiteit. Niets minder, maar vooral ook niets meer. De vrijage aan het begin is keurig uit het boekje, en de plichtmatige, afgestompte omgang van Paul met Adriana evenzeer. Een onaangekondigd bezoek van Paul aan zijn geliefde – die op dat moment bij haar moeder logeert – verloopt precies zo onhandig als we mochten vrezen. Haar moeder serveert hem koffie en taart, voordat ze het gesprek moeizaam op Raduca’s ongewisse toekomst brengt.

Het enige dat werkelijk de moeite van het doordenken waard is, zijn de gespreksonderwerpen. Je zou verwachten dat ook de gesprekken van de geliefden haaks staan op de dagelijkse kost: het avontuur van elkaar verkennen tegenover de routineconversaties van het echtpaar. Maar dat valt tegen. Zodra de plagerijtjes overgaan in huis-, tuin- en keukenonderwerpen, worden ze even banaal als waar iedereen met niet al te veel culturele bagage op uitkomt.

Meestal gaat het over kerstcadeautjes. Van de personages aan elkaar, of van hun familieleden aan elkaar. Naast de eerder genoemde wintersportartikelen horen we wie aan wie een synthesizer cadeau zal doen of al gedaan heeft, en wie een verzamel-cd. Of slofjes, of een Barbieboot. Of, als de fantasie tekortschiet, geld.

Behalve over cadeaus hebben de personages het wat druk met afspraken maken wie wanneer bij wie het kerstdiner gebruikt, of oud en nieuw viert. Waarbij natuurlijk rekening gehouden moet worden met reeds geboekte vakanties, of juist het cancellen daarvan. Het werd mij niet duidelijk of de regisseur het Roemeense consumentengedrag van na het tijdperk Ceaucescu aan de kaak wil stellen, of de leegheid van de dagelijkse communicatie. Misschien geen van beide, en laat hij ons slechts de realiteit zien. Dat lijkt gezien de toonzetting van de film wel zo waarschijnlijk.

Wie schetst mijn verbazing toen een paar weken terug – de film had inmiddels een drietal Nederlandse filmtheaters bereikt – vrijwel alle filmjournalisten in de zevende hemel waren. NRC/Handelsblad bleef wat achter, maar andere kranten kwamen superlatieven te kort. Weer een triomf van de Roemeense New Wave, was het oordeel. Te laat besefte ik dat ik in mijn naïviteit Tuesday after Christmas bekeken en beoordeeld had als ware het, zegmaar, een gewone film, in plaats van de zoveelste parel aan het immer groeiende snoer uit dit magnifieke filmland.

Tijd om even bij te praten. In 2005 won de Roemeense regisseur Cristi Puiu op het festival van Cannes de hoofdprijs in het bijprogramma Un certain regard met The Death of Mr. Lazarescu. De dieptreurige film schetst de laatste levensdag van een doodzieke oude man, die zonder resultaat van het ene naar het andere ziekenhuis wordt gesleept. Prachtige film, terecht gehonoreerd. Twee jaar later was het heel wat minder vanzelfsprekend dat op ditzelfde festival debutant Corneliu Porumboiu de debutantenprijs ontving voor de nogal melige politieke satire 12:08 East of Bucharest. (Zie De0812VG Aurora Leunstoel, jaargang 4, nr. 8). In Cannes hadden ze kennelijk zo’n plezier gekregen in de Roemeense nieuwlichterij, dat in 2007 Cristian Mungiu met 4 months, 3 weeks and two days beslag legde op de felbegeerde Gouden Palm. Een rauw drama over een zwanger meisje dat, samen met haar boezemvriendin, in handen valt van een immorele aborteur.

Vanaf dat moment was het hek van de dam, en kon elke Roemeense film rekenen op een koninklijk onthaal op de festivals die er toe doen. Dat van New York bijvoorbeeld, waar traditioneel de meest geanticipeerde avantgarde-films terechtkomen. Ironisch genoeg verzetten juist de bekroonde regisseurs zich tegen de mythe dat zij deel zouden uitmaken van een nieuwe filmstroming, waarin zij welbewust radicaal breken met de rommel uit het tijdvak Ceaucescu. Met name de vermeende oprichter van de stroming, Cristian Puiu, moet er blijkens interviews niets van hebben. Ten eerste wijst hij op de thematische verscheidenheid van de films. Verder lijkt de overeenkomst tussen de filmmakers groter dan hij is, doordat een stel minder bedeelde volgelingen probeert het prijswinnende kunstje te imiteren: lange shots, naturalistische verteltrant, weinig of geen muziek. Maar vooral hekelt hij de westerse interpretatie dat de huidige Roemeense speelfilm een – al dan niet verkapte – aanklacht tegen het regime zou zijn, of dat nu het huidige is of het voormalige, van dictator Ceauscescu.

New Wave of niet, Puiu is een van de interessantere filmers van het moment. Zijn tweede lange speelfilm Aurora wordt als vanouds door de critici bejubeld en door de liefhebbers genegeerd. In het Amsterdamse Filmmuseum hadden op zaterdagavond 15 bezoekers zich gemeld voor dit avontuur. Het beloofde een lange zit te worden: de film duurt exact 181 minuten. Omdat de bezoekers van het Filmmuseum de jongste niet meer zijn, voorzag ik de nodige onrust vanwege toiletbezoek. En interviews met de maker wierpen twijfels op over de structuur van het verhaal. Uiteindelijk gaan volgens Puiu zijn films over het onvermogen de medemens volledig te doorgronden. Als moordenaars die hij in de gevangenis heeft geïnterviewd niet kunnen reconstrueren wat aan hun misdaad ten grondslag lag, hoe zouden buitenstaanders dit wél kunnen? (Dit standpunt is in de psychologie al dertig jaar geleden losgelaten, maar je kunt bezwaarlijk verwachten dat een drukbezette filmer alle vaktijdschriften van de menswetenschappen bijhoudt.)

Volgens de regisseur was dan ook uitgesloten dat iemand anders dan hijzelf de rol van de geestelijk ontwrichte Viorel zou vertolken. Maar het moet gezegd, hij doet dat met verve. Viorel is meestal een man van weinig woorden. Na een nacht bij een vriendin te hebben doorgebracht zitten ze samen aan de ontbijttafel. Zijn vriendin vertelt een anekdote over haar dochtertje, dat iets grappigs heeft bedacht over Roodkapjes oma, toen die uit de opengesneden wolvenbuik werd verlost. Het is een eenzijdige conversatie. Viorel beperkt zich tot reacties als ‘wie?’, ‘waarom?’ en ‘dat klopt’. Geen man om gezellig mee op vakantie te gaan.

De hoofdpersoon is bijna permanent in beeld. Meermalen bezoekt hij dezelfde locatie, zoals een unheimische buitenwijk van Boekarest. Zijn blik lijkt gericht op een auto, waaruit een paar kinderen met begeleider opduiken. Kent hij ze? Is het toeval dat hij juist daar staat op dat moment? Hij beweegt zich traag en omslachtig, en kijkt voortdurend om zich heen, alsof hij zich bespied waant.

Hoewel hij zich in de meeste conversaties op de vlakte houdt, zijn er momenten dat hij plotseling een probleem ziet dat noch het publiek noch zijn tegenspeler heeft zien aankomen. Wanneer op het werk een collega hem een geleend geldbedrag terugbetaalt, schiet hij uit zijn slof. Waarom nu pas? Twee weken later dan ze hadden afgesproken? Nee, helemaal koosjer is Viorel zeker niet. Als de regisseur ons daar niet zo tegen gewaarschuwd had, zouden we geneigd zijn hem te beschuldigen van betrekkingswaan of zelfs paranoia.

In de regel vind ik elke film die langer dan twee uur duurt te lang, zeker als hij zo traag is als Aurora. Maar de wetenschap dat deze vreemde man in de loop van het verhaal aan het moorden slaat – al weten we nog niet wie het slachtoffer zal zijn en waarom – maakt dat de kijker nauw bij de intrige betrokken blijft. Hoewel, ik moet niet generaliseren: van de vijftien bezoekers haalden slechts acht de eindstreep. Opvallend genoeg allemaal volwassen mannen die in hun eentje op pad waren. Eén single meisje en drie die met hun vriend een avondje uitgingen, hielden het na een uur voor gezien. Ondanks de kleine steekproef mogen we hieruit voorzichtig concluderen dat Aurora een laag feel-good gehalte heeft. En dat de dames er minder goed tegen bestand zijn dan het manvolk.
 
*************************
Abonneert u op de Nieuwsbrief.
© 2011 Hans Knegtmans
powered by CJ2