archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Klussen delen printen terug
Zelf muziek maken* Willem Minderhout

2218BZ Sax
Ik heb al van jongs af aan een nagenoeg religieuze bewondering voor muziek. Ik heb echter nooit zelf muziek gemaakt. Althans: niet echt. De gelegenheid was er wel. Mijn moeder speelt niet onverdienstelijk piano en er stond altijd een piano in huis. Verder dan 'Boer daar ligt een kip in het water', 'Vader Jacob' en - het hoogtepunt van mijn muzikale kunnen - 'De Vlooienmars' ben ik echter nooit gekomen. Mijn moeder had een broer die viool speelde. Hij bouwde zelfs zelf violen. Een andere broer kon uitstekend klarinet en saxofoon spelen. Mijn broers en ik blijken echter niet die muzikale genen van moederskant geërfd te hebben.

Wellicht kunnen als verzachtende omstandigheden gelden dat noch op mijn lagere noch op mijn middelbare school muziekonderwijs werd gegeven. Ik had echter wel vriendjes die desondanks enig geluid uit een gitaar konden halen, dus als ik gewild had ... Ik leende wel eens zo'n gitaar en maakte er dan met behulp van een bierfles of zoiets een 'slide gitaar' van. Dat was het dan wel zo'n beetje. Ik heb dat altijd als een gemiste kans gezien. Mijn kinderen zou dat niet overkomen! Als kleuter sleepten we ze al naar het Haagse Koorenhuis naar de lessen 'Spelen met Muziek'. Hoewel ze dat erg leuk vonden leidde dat niet tot een grote muzikale ontplooiing. Geen van de drie bespeelt een instrument. 

Ik had me er al bij neergelegd om mijn leven als luisteraar die zelf geen toon kan produceren te eindigen, tot ik het onderwerp bij mijn vriend, de saxofonist Peter van Bergen, ter sprake bracht. Hij stelde voor om het eens te proberen. Sinds een aantal jaar heb ik één keer per week les van hem. Ik begon op een geleende alt sax. Na enige tijd kocht ik bij een saxofoonwinkel in Muiderberg een mooie tenor sax. Het is een Selmer. 'Modele 26'. Nummer 5256. Op een aan Selmer gewijde website las ik dat het instrument uit 1926 stamt. Volgend jaar honderd, dus! Ik ben verliefd op dat ding. https://www.selmer.fr/en/blogs/infos/history-notes-modeles-26-et-28?

Het instrument heeft een prachtig geluid. Althans, in potentie. Ik moet wel flink mijn best doen om het er uit te halen. Soms schoten de tranen me in de ogen als ik dacht dat ik er geen enkele fatsoenlijke noot meer uit kon persen. Gelukkig bleek er dan iets mis te zijn met het rietje, of was er per ongeluk een rager in de beker blijven steken. De meeste noten komen er nu vrijwel altijd redelijk tot goed uit. Ik worstel wel met de hele lage en de hele hoge noten die zowel qua vingerzetting als embouchure erg lastig zijn. Toch is ook dat een kwestie van oefenen. De hoge D komt er tegenwoordig moeiteloos uit. De hoge F blijft een worsteling die ik meestal verlies. Gelukkig is dat geen veelgebruikte noot. 

Maar dan dat notenschrift! Het interpreteren van de muzieknotatie is voor mij een enorm gepuzzel. Ik zet met potlood de letters boven de noten en probeer stukje bij beetje te doorgronden hoe het zou moeten klinken. Met behulp van het ezelsbruggetje FACE kan ik nu 'binnen de lijnen van de balk' redelijk goed zien welke noot er is aangegeven, maar de noten die onder of boven de balk uitsteken zorgen altijd weer voor veel telwerk. En dan die kruisen en mollen! Het zweet breekt me uit. Als ik die probeer om te zetten in de corresponderende letters krijg ik op mijn kop als ik een 'bis' een 'c' noem, of een 'eis = 'f', terwijl het volgens mij toch echt dezelfde tonen zijn. 

Wat wel lekker makkelijk is, is een rijtje letters opschrijven van een melodie die ik goed ken. Het 'Wilhelmus', bijvoorbeeld. Maar tot mijn vreugde lukt het ook met klassiekers als St. Thomas, Giant Steps en Lonely Woman. Er is eigenlijk niets mooiers dan te horen dat je getoeter op een zeker moment op echte muziek begint te lijken. 

Een tijdje geleden vroeg ik me wel af wat ik nu eigenlijk met die sax wil. Gewoon een uurtje per week 'therapeutisch toeteren' onder vakkundige begeleiding? Af en toe wat 'freaken' op die sax - of hem verkopen - en de echte muziek overlaten aan echte muzikanten? Of echt muziek proberen te gaan maken? 

Ik probeer de laatste variant. Sinds enige tijd bezoek ik de repetities van het straatorkest 'Eigen Hulp'. Ik bak daar nog niet veel van. Eigen Hulp heeft een uitgebreid repertoire en ik bleek regelmatig de verkeerde nummers te hebben voorbereid. Tot mijn verbazing hebben ze me echter nog steeds niet de toegang tot de repetities ontzegd. Ik word zelfs vriendelijk welkom geheten. Ik zorg er tegenwoordig wel voor dat ik alle partituren bij me heb, dus dat scheelt wellicht. Ik zit tussen de tenoren Margot Erftemeijer en José van Poelje in. Vaak zijn er twee partijen voor de tenorsax. Dan probeer ik de partij van José mee te spelen, maar vaak beperk ik me tot het zo goed als ik kan meelezen van de partituur en luisteren naar de geluiden die ik geacht word te produceren. En de timing! Als je een fractie van een seconde te laat of te vroeg inzet heeft dat een rampzalig resultaat. Goed letten op mijn buurvrouwen helpt me de ergste schade te beperken.

Het is ontzettend hard werken om er iets van te maken. En dat kost tijd. En die tijd heb ik niet in overvloed. Dat is natuurlijk deels een kwestie van prioriteiten stellen, maar 's avonds saxofoon spelen wordt door de buren niet altijd op prijs gesteld en overdag werk ik.

Of het wat wordt met mijn kunstzinnige getoeter is dus nog lang geen uitgemaakte zaak. Mijn toch al grote bewondering voor muzikanten, zelfs voor de minder getalenteerden van de soort, is enorm toegenomen. Want hoe je het ook wendt of keert: muziek is het mooiste wat de mensheid heeft voortgebracht. Zelf muziek maken is een sacrale bezigheid. Ik ben nog een zeer onhandige misdienaar, maar wie weet ... Ooit!

----------

De saxofoon is van de auteur.


© 2025 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Klussen" -
Bezigheden > Klussen
Zelf muziek maken* Willem Minderhout
2218BZ Sax
Ik heb al van jongs af aan een nagenoeg religieuze bewondering voor muziek. Ik heb echter nooit zelf muziek gemaakt. Althans: niet echt. De gelegenheid was er wel. Mijn moeder speelt niet onverdienstelijk piano en er stond altijd een piano in huis. Verder dan 'Boer daar ligt een kip in het water', 'Vader Jacob' en - het hoogtepunt van mijn muzikale kunnen - 'De Vlooienmars' ben ik echter nooit gekomen. Mijn moeder had een broer die viool speelde. Hij bouwde zelfs zelf violen. Een andere broer kon uitstekend klarinet en saxofoon spelen. Mijn broers en ik blijken echter niet die muzikale genen van moederskant geërfd te hebben.

Wellicht kunnen als verzachtende omstandigheden gelden dat noch op mijn lagere noch op mijn middelbare school muziekonderwijs werd gegeven. Ik had echter wel vriendjes die desondanks enig geluid uit een gitaar konden halen, dus als ik gewild had ... Ik leende wel eens zo'n gitaar en maakte er dan met behulp van een bierfles of zoiets een 'slide gitaar' van. Dat was het dan wel zo'n beetje. Ik heb dat altijd als een gemiste kans gezien. Mijn kinderen zou dat niet overkomen! Als kleuter sleepten we ze al naar het Haagse Koorenhuis naar de lessen 'Spelen met Muziek'. Hoewel ze dat erg leuk vonden leidde dat niet tot een grote muzikale ontplooiing. Geen van de drie bespeelt een instrument. 

Ik had me er al bij neergelegd om mijn leven als luisteraar die zelf geen toon kan produceren te eindigen, tot ik het onderwerp bij mijn vriend, de saxofonist Peter van Bergen, ter sprake bracht. Hij stelde voor om het eens te proberen. Sinds een aantal jaar heb ik één keer per week les van hem. Ik begon op een geleende alt sax. Na enige tijd kocht ik bij een saxofoonwinkel in Muiderberg een mooie tenor sax. Het is een Selmer. 'Modele 26'. Nummer 5256. Op een aan Selmer gewijde website las ik dat het instrument uit 1926 stamt. Volgend jaar honderd, dus! Ik ben verliefd op dat ding. https://www.selmer.fr/en/blogs/infos/history-notes-modeles-26-et-28?

Het instrument heeft een prachtig geluid. Althans, in potentie. Ik moet wel flink mijn best doen om het er uit te halen. Soms schoten de tranen me in de ogen als ik dacht dat ik er geen enkele fatsoenlijke noot meer uit kon persen. Gelukkig bleek er dan iets mis te zijn met het rietje, of was er per ongeluk een rager in de beker blijven steken. De meeste noten komen er nu vrijwel altijd redelijk tot goed uit. Ik worstel wel met de hele lage en de hele hoge noten die zowel qua vingerzetting als embouchure erg lastig zijn. Toch is ook dat een kwestie van oefenen. De hoge D komt er tegenwoordig moeiteloos uit. De hoge F blijft een worsteling die ik meestal verlies. Gelukkig is dat geen veelgebruikte noot. 

Maar dan dat notenschrift! Het interpreteren van de muzieknotatie is voor mij een enorm gepuzzel. Ik zet met potlood de letters boven de noten en probeer stukje bij beetje te doorgronden hoe het zou moeten klinken. Met behulp van het ezelsbruggetje FACE kan ik nu 'binnen de lijnen van de balk' redelijk goed zien welke noot er is aangegeven, maar de noten die onder of boven de balk uitsteken zorgen altijd weer voor veel telwerk. En dan die kruisen en mollen! Het zweet breekt me uit. Als ik die probeer om te zetten in de corresponderende letters krijg ik op mijn kop als ik een 'bis' een 'c' noem, of een 'eis = 'f', terwijl het volgens mij toch echt dezelfde tonen zijn. 

Wat wel lekker makkelijk is, is een rijtje letters opschrijven van een melodie die ik goed ken. Het 'Wilhelmus', bijvoorbeeld. Maar tot mijn vreugde lukt het ook met klassiekers als St. Thomas, Giant Steps en Lonely Woman. Er is eigenlijk niets mooiers dan te horen dat je getoeter op een zeker moment op echte muziek begint te lijken. 

Een tijdje geleden vroeg ik me wel af wat ik nu eigenlijk met die sax wil. Gewoon een uurtje per week 'therapeutisch toeteren' onder vakkundige begeleiding? Af en toe wat 'freaken' op die sax - of hem verkopen - en de echte muziek overlaten aan echte muzikanten? Of echt muziek proberen te gaan maken? 

Ik probeer de laatste variant. Sinds enige tijd bezoek ik de repetities van het straatorkest 'Eigen Hulp'. Ik bak daar nog niet veel van. Eigen Hulp heeft een uitgebreid repertoire en ik bleek regelmatig de verkeerde nummers te hebben voorbereid. Tot mijn verbazing hebben ze me echter nog steeds niet de toegang tot de repetities ontzegd. Ik word zelfs vriendelijk welkom geheten. Ik zorg er tegenwoordig wel voor dat ik alle partituren bij me heb, dus dat scheelt wellicht. Ik zit tussen de tenoren Margot Erftemeijer en José van Poelje in. Vaak zijn er twee partijen voor de tenorsax. Dan probeer ik de partij van José mee te spelen, maar vaak beperk ik me tot het zo goed als ik kan meelezen van de partituur en luisteren naar de geluiden die ik geacht word te produceren. En de timing! Als je een fractie van een seconde te laat of te vroeg inzet heeft dat een rampzalig resultaat. Goed letten op mijn buurvrouwen helpt me de ergste schade te beperken.

Het is ontzettend hard werken om er iets van te maken. En dat kost tijd. En die tijd heb ik niet in overvloed. Dat is natuurlijk deels een kwestie van prioriteiten stellen, maar 's avonds saxofoon spelen wordt door de buren niet altijd op prijs gesteld en overdag werk ik.

Of het wat wordt met mijn kunstzinnige getoeter is dus nog lang geen uitgemaakte zaak. Mijn toch al grote bewondering voor muzikanten, zelfs voor de minder getalenteerden van de soort, is enorm toegenomen. Want hoe je het ook wendt of keert: muziek is het mooiste wat de mensheid heeft voortgebracht. Zelf muziek maken is een sacrale bezigheid. Ik ben nog een zeer onhandige misdienaar, maar wie weet ... Ooit!

----------

De saxofoon is van de auteur.
© 2025 Willem Minderhout
powered by CJ2