archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 21
18 april 2024
Nummer 15 verschijnt op
9 mei 2024
Vermaak en Genot > Doe toch een spelletje mee delen printen terug
Mijn schaaklevenslijn Roel van Duijn

2114VG Schaker van Duijn 1
Schaken heb ik van mijn vader. Nadat Max Euwe in 1935 de grote Aljechin had verslagen en wereldkampioen was geworden, raakte hij enthousiast en speelde af en toe met oom Jan in de huiskamer aan het Haagse Bezuidenhout. Mij leerde hij de zetten en hij kocht op de rommelmarkt een uit ivoor gedraaid schaakspel, wit tegen rood, dat ik na mijn verhuizing niet terug kan vinden, Maar geeft niet, het zit in een doosje in mijn geheugen. En ‘s nachts haal ik de stukken uit dit doosje en lig in bed mijn partijen te analyseren. Goedroen kan, als we onder de dekens liggen, zien of ik gewoon slaap óf zwijgend en met gesloten ogen lig te blindschaken. ’Lig je weer aan dat twee a-drie van het Van Duijngambiet te denken?’ Ik begrijp niet hoe zij het verschil zien kan, maar ik bewonder haar, dat zij het verschil tussen stilletjes schaken en gewoon zwijgen zien of horen kan, alsof de schaakstukken mijn neus uitkomen als ik lig te analyseren.

DD

Eigenlijk was ik als kind een verwoede voetballer, maar toen ik de baard in de keel kreeg sloeg ik om, ging van de voetbalclub af en stortte me op schaken. Ik werd kampioen van het lyceum, versloeg in een match tussen de Haagse en de Amsterdamse jeugd Hans Ree, de latere grootmeester, en was al snel een van de sterksten van de beroemde schaakclub DD  -Discendo Discimus- die op dinsdagavond en zaterdagmiddag in het Nationaal Schaakgebouw in de Van Speijkstraat resideerde. Om lid te worden werd me bij de ballotage wel op het hart gedrukt dat ik er niet over politiek mocht praten, het was 1960. Op de krakende vloer speelde ik aan het tweede bord naast Jan-Hein Donner in de hoofdklasse. Hij en ik zagen elkaar zes jaar later weer terug bij zijn provovrouw, Irene, bekend van het Witte Wijvenplan.

Wereldkampioen

Het mooie van schaken is dat je je fragmenten van partijen een halve eeuw later nog kunt herinneren, net als muziek. In de lente van 1961 speelde ik met Henk Happel een match van 24 partijen ’om het wereldkampioenschap’ zeiden we, want we waren er beiden van overtuigd dat wij later kandidaat voor het wereldkampioenschap zouden worden en dus konden we de beslissende match die eens zou komen best maar meteen spelen. Ik herinner me een stelling waarin ik met wit een pionnenketen c3-d4-e5 had gebouwd en een paard op g6 wilde offeren toen mijn moeder mijn jongenskamer binnenkwam en riep dat we de balkondeuren open moesten zetten, het was zonde van het mooie weer wat we deden! Daardoor overdacht ik mijn plan nog eens, offerde het paard wijselijk niet en kon die partij winnen. In die tijd had ik een haast ongeneeslijke zucht om pionnen te offeren, waardoor mijn moeder me door haar geroep even vanaf gebracht had.
O ja, de match eindigde 12-12, zodat we gezamenlijk wereldkampioen waren.

Leidseplein

Waren dit mijn hoogtijjaren als schaker? Toen ik in Amsterdam studeerde oefende ik in het schaakcafé op het Leidseplein tegen spelers als Kick Langeweg, die spoedig Nederlands kampioen zou worden. Tegen mijn huisgenoot in de Valkenburgerstraat, de latere schaakmeester Bert Enklaar, speelde ik vier-vier. Er bestonden toen geen ratings, schaken was in die tijd veel meer zelfwerkzaamheid en eigen creativiteit dan nu, omdat er geen computers waren die je in elke stelling de sterkste zet konden voorschotelen, je kon dus minder makkelijk leren. Ik schat dat als ze er wel geweest waren ik er een van rond de 2350 had gehad. Ik wilde sterker worden, werkte het Van Duijngambiet (1.e4 c5 2.a3 Pc6 3 b4!) steeds verder uit, Maar toen kwam Provo. Wordt vervolgd!

Zutphens schaakgenootschap

Eerst alvast een sprong naar nu, want ik heb me in mijn nieuwe2114VG Schaker van Duijn2 stad direct aangemeld bij de schaakclub. Zutphen heeft een oeroud Schaakgenootschap. Er hebben hier sterke schakers gewoond, zoals Nico Cortlever en Barry Withuis, de communistische vader van Jolande. Nu speel ik daar op maandagavond; de leden van het genootschap zijn heel sympathiek, halen en brengen de nieuweling met de auto, ondanks dat ik nu volgens sommige krantenlezers een ‘oorlogshitser’ ben. En ondanks dat ik voor Pasen de rapidkampioen van het Zutphens Schaakgenootschap ben geworden. O gelukkig, ik kreeg niet zo’n suffe zilveren beker, maar een partij eieren voor de kinderen.
Vorige week speelde ik in het eerste team van ons genootschap in Overijssel, tegen Raalte, ook zo’n geheimzinnige, oosterse plaats die in het arrogante Westen onbekend is. Over mijn partij schrijft de verslaggever van ons genootschap dit:
‘Roel van Duijn speelt met de paastoernooiwinst niet alleen met een groot ei overschot, maar ook met optimistisch vertrouwen. Hij durft met wit via 0-0-0 met vuur te spelen in een gesloten Siciliaan. En zoals ik in de korte tijd van zijn lidmaatschap bij ons heb kunnen zien: Roel is een hyperactieve speler die de gekste stellingen met verve speelt. Zo ook nu: zijn tegenstander heeft reeds een a-pion op a2 en dreigt via a3 binnen te vallen vlakbij de koning van Roel.. Maar Roel heeft zelf ook zeer concrete dreigingen op de koningsvleugel.’

Mijn partij in Raalte

Wit: Roel van Duijn, Zutphen   Zwart: Karel Bril, Raalte

1.e4 c5 2.b3 Ter afwisseling van het van Duijn-gambiet met 2. a3  
2...d6 3.Lb2 Pc6  4.Pf3  e5  5.Lc4  Pf6  6.d3  
Beter 6.Pg5!  Op Lg4? volgt dan 7.Lxf7+  Ke7  8.f3 
6...Lg4 7.Pbd2  Le7  8.h3  Lh5  9.g4 Lg6  10.Pf1  h5  11.g5  Pd7  12.h4 Pb6  13.Pe3  Dd7  14.Dd2  a6  15.0-0-0
0-0 16.Pg1  Pxc4  17.Pxc4  Dc7 18.Pe3  b5  19.Pd5  Db7  20.Pe2  a5
Zwart loopt storm, maar wit kan er ook wat van.
21.f4 a4 22.f5 axb3
Mijn tegenstander waagt het erop, vertrouwend dat hij een reusachtige vrijpion krijgt als ik zijn loper sla. Maar ik doe het toch! Had zwart in plaats van zijn offer de loper teruggetrokken naar 22...Lh7 dan had ik met 23.f6 een gevaarlijke koningsaanval, gekregen.
23.fxg6 bxa2 24.La1
De witte loper heeft niet alleen een aanvallende taak, hij blokkeert de vrijpion, die daardoor later schietschijf kan worden. 
24...Da7 25.Dc3 Ld8  26.Tdf1! fxg6  27.Txf8+ Kxf8  28.Tf1+  Kg8  29.Db3!
       Zie het diagram linksboven
Wit heeft de aanval overgenomen. Er dreigt Pe7+, dubbelschaak en mat met de witte Dame op g8.  
29...Da3+
Mocht zwart zich willen redden met 29...Kh7 dan volgt 30.Tf7 Dxf7  31.Pf6+ met  damewinst en spoedig mat. Zwart moet dus wel doen wat hij niet wil, knarsetandend de dames ruilen.
30.Dxa3 Txa3 31.Kb2 Ta7 32.Pc1 b4  33.Pxa2  Pd4  34.Pc1  La5 35. Pb3 Tf7
Hij maakt het nog even spannend. Als ik de torens ruil en zijn loper pak, kan hij met Pf3 mijn pion op h4 winnen en dame halen.
36. Txf7 Kxf7 37. Pxd4
Ik trap er niet in.
37……. cxd4 38. Kc1  Ld8 39. Kd1 Lxg5 40. hxg5  h4 41. Pf4!  exf4 42.  Lxd4  h3 43. Lg1. Ke6 44. Ke2  ….
Nu kon ik de zwarte vrijpionnen veroveren en daarmee was het afgelopen, we gingen de nacht in, op weg naar de trotse kabouterstad Zutphen.

----------

Net als de tekst komt het diagram van de Facebookpagina van de auteur. En ook de omslag van de kabouterkrant. Rijmt wel een beetje met een 'kabouterstad'.



© 2024 Roel van Duijn meer Roel van Duijn - meer "Doe toch een spelletje mee"
Vermaak en Genot > Doe toch een spelletje mee
Mijn schaaklevenslijn Roel van Duijn
2114VG Schaker van Duijn 1
Schaken heb ik van mijn vader. Nadat Max Euwe in 1935 de grote Aljechin had verslagen en wereldkampioen was geworden, raakte hij enthousiast en speelde af en toe met oom Jan in de huiskamer aan het Haagse Bezuidenhout. Mij leerde hij de zetten en hij kocht op de rommelmarkt een uit ivoor gedraaid schaakspel, wit tegen rood, dat ik na mijn verhuizing niet terug kan vinden, Maar geeft niet, het zit in een doosje in mijn geheugen. En ‘s nachts haal ik de stukken uit dit doosje en lig in bed mijn partijen te analyseren. Goedroen kan, als we onder de dekens liggen, zien of ik gewoon slaap óf zwijgend en met gesloten ogen lig te blindschaken. ’Lig je weer aan dat twee a-drie van het Van Duijngambiet te denken?’ Ik begrijp niet hoe zij het verschil zien kan, maar ik bewonder haar, dat zij het verschil tussen stilletjes schaken en gewoon zwijgen zien of horen kan, alsof de schaakstukken mijn neus uitkomen als ik lig te analyseren.

DD

Eigenlijk was ik als kind een verwoede voetballer, maar toen ik de baard in de keel kreeg sloeg ik om, ging van de voetbalclub af en stortte me op schaken. Ik werd kampioen van het lyceum, versloeg in een match tussen de Haagse en de Amsterdamse jeugd Hans Ree, de latere grootmeester, en was al snel een van de sterksten van de beroemde schaakclub DD  -Discendo Discimus- die op dinsdagavond en zaterdagmiddag in het Nationaal Schaakgebouw in de Van Speijkstraat resideerde. Om lid te worden werd me bij de ballotage wel op het hart gedrukt dat ik er niet over politiek mocht praten, het was 1960. Op de krakende vloer speelde ik aan het tweede bord naast Jan-Hein Donner in de hoofdklasse. Hij en ik zagen elkaar zes jaar later weer terug bij zijn provovrouw, Irene, bekend van het Witte Wijvenplan.

Wereldkampioen

Het mooie van schaken is dat je je fragmenten van partijen een halve eeuw later nog kunt herinneren, net als muziek. In de lente van 1961 speelde ik met Henk Happel een match van 24 partijen ’om het wereldkampioenschap’ zeiden we, want we waren er beiden van overtuigd dat wij later kandidaat voor het wereldkampioenschap zouden worden en dus konden we de beslissende match die eens zou komen best maar meteen spelen. Ik herinner me een stelling waarin ik met wit een pionnenketen c3-d4-e5 had gebouwd en een paard op g6 wilde offeren toen mijn moeder mijn jongenskamer binnenkwam en riep dat we de balkondeuren open moesten zetten, het was zonde van het mooie weer wat we deden! Daardoor overdacht ik mijn plan nog eens, offerde het paard wijselijk niet en kon die partij winnen. In die tijd had ik een haast ongeneeslijke zucht om pionnen te offeren, waardoor mijn moeder me door haar geroep even vanaf gebracht had.
O ja, de match eindigde 12-12, zodat we gezamenlijk wereldkampioen waren.

Leidseplein

Waren dit mijn hoogtijjaren als schaker? Toen ik in Amsterdam studeerde oefende ik in het schaakcafé op het Leidseplein tegen spelers als Kick Langeweg, die spoedig Nederlands kampioen zou worden. Tegen mijn huisgenoot in de Valkenburgerstraat, de latere schaakmeester Bert Enklaar, speelde ik vier-vier. Er bestonden toen geen ratings, schaken was in die tijd veel meer zelfwerkzaamheid en eigen creativiteit dan nu, omdat er geen computers waren die je in elke stelling de sterkste zet konden voorschotelen, je kon dus minder makkelijk leren. Ik schat dat als ze er wel geweest waren ik er een van rond de 2350 had gehad. Ik wilde sterker worden, werkte het Van Duijngambiet (1.e4 c5 2.a3 Pc6 3 b4!) steeds verder uit, Maar toen kwam Provo. Wordt vervolgd!

Zutphens schaakgenootschap

Eerst alvast een sprong naar nu, want ik heb me in mijn nieuwe2114VG Schaker van Duijn2 stad direct aangemeld bij de schaakclub. Zutphen heeft een oeroud Schaakgenootschap. Er hebben hier sterke schakers gewoond, zoals Nico Cortlever en Barry Withuis, de communistische vader van Jolande. Nu speel ik daar op maandagavond; de leden van het genootschap zijn heel sympathiek, halen en brengen de nieuweling met de auto, ondanks dat ik nu volgens sommige krantenlezers een ‘oorlogshitser’ ben. En ondanks dat ik voor Pasen de rapidkampioen van het Zutphens Schaakgenootschap ben geworden. O gelukkig, ik kreeg niet zo’n suffe zilveren beker, maar een partij eieren voor de kinderen.
Vorige week speelde ik in het eerste team van ons genootschap in Overijssel, tegen Raalte, ook zo’n geheimzinnige, oosterse plaats die in het arrogante Westen onbekend is. Over mijn partij schrijft de verslaggever van ons genootschap dit:
‘Roel van Duijn speelt met de paastoernooiwinst niet alleen met een groot ei overschot, maar ook met optimistisch vertrouwen. Hij durft met wit via 0-0-0 met vuur te spelen in een gesloten Siciliaan. En zoals ik in de korte tijd van zijn lidmaatschap bij ons heb kunnen zien: Roel is een hyperactieve speler die de gekste stellingen met verve speelt. Zo ook nu: zijn tegenstander heeft reeds een a-pion op a2 en dreigt via a3 binnen te vallen vlakbij de koning van Roel.. Maar Roel heeft zelf ook zeer concrete dreigingen op de koningsvleugel.’

Mijn partij in Raalte

Wit: Roel van Duijn, Zutphen   Zwart: Karel Bril, Raalte

1.e4 c5 2.b3 Ter afwisseling van het van Duijn-gambiet met 2. a3  
2...d6 3.Lb2 Pc6  4.Pf3  e5  5.Lc4  Pf6  6.d3  
Beter 6.Pg5!  Op Lg4? volgt dan 7.Lxf7+  Ke7  8.f3 
6...Lg4 7.Pbd2  Le7  8.h3  Lh5  9.g4 Lg6  10.Pf1  h5  11.g5  Pd7  12.h4 Pb6  13.Pe3  Dd7  14.Dd2  a6  15.0-0-0
0-0 16.Pg1  Pxc4  17.Pxc4  Dc7 18.Pe3  b5  19.Pd5  Db7  20.Pe2  a5
Zwart loopt storm, maar wit kan er ook wat van.
21.f4 a4 22.f5 axb3
Mijn tegenstander waagt het erop, vertrouwend dat hij een reusachtige vrijpion krijgt als ik zijn loper sla. Maar ik doe het toch! Had zwart in plaats van zijn offer de loper teruggetrokken naar 22...Lh7 dan had ik met 23.f6 een gevaarlijke koningsaanval, gekregen.
23.fxg6 bxa2 24.La1
De witte loper heeft niet alleen een aanvallende taak, hij blokkeert de vrijpion, die daardoor later schietschijf kan worden. 
24...Da7 25.Dc3 Ld8  26.Tdf1! fxg6  27.Txf8+ Kxf8  28.Tf1+  Kg8  29.Db3!
       Zie het diagram linksboven
Wit heeft de aanval overgenomen. Er dreigt Pe7+, dubbelschaak en mat met de witte Dame op g8.  
29...Da3+
Mocht zwart zich willen redden met 29...Kh7 dan volgt 30.Tf7 Dxf7  31.Pf6+ met  damewinst en spoedig mat. Zwart moet dus wel doen wat hij niet wil, knarsetandend de dames ruilen.
30.Dxa3 Txa3 31.Kb2 Ta7 32.Pc1 b4  33.Pxa2  Pd4  34.Pc1  La5 35. Pb3 Tf7
Hij maakt het nog even spannend. Als ik de torens ruil en zijn loper pak, kan hij met Pf3 mijn pion op h4 winnen en dame halen.
36. Txf7 Kxf7 37. Pxd4
Ik trap er niet in.
37……. cxd4 38. Kc1  Ld8 39. Kd1 Lxg5 40. hxg5  h4 41. Pf4!  exf4 42.  Lxd4  h3 43. Lg1. Ke6 44. Ke2  ….
Nu kon ik de zwarte vrijpionnen veroveren en daarmee was het afgelopen, we gingen de nacht in, op weg naar de trotse kabouterstad Zutphen.

----------

Net als de tekst komt het diagram van de Facebookpagina van de auteur. En ook de omslag van de kabouterkrant. Rijmt wel een beetje met een 'kabouterstad'.

© 2024 Roel van Duijn
powered by CJ2