archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
Volkshuisvesting Henk Klaren

1901BS Vhv
Een maand of wat geleden stond er een interview in de krant met ene Han Lörzing, een planoloog, die – volgens de subkop bij het verhaal – van mening was, dat het oplossen van het woningtekort nog zo moeilijk niet is. Dat vond ik wel intrigerende tekst. In de eerste helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw was ik hoofd van de afdeling Planning en Programmering van de Volkshuisvesting bij het Rijk. Toen werden er structureel ruim 100.000 woningen per jaar opgeleverd.

Lörzing zegt veel, zij het niet uitsluitend, zinnige dingen in het interview. Het leek me wel een aardige aanleiding om eens wat te schrijven in De Leunstoel over hoe we in mijn tijd met de problematiek omgingen. Best zinnig ook, want tegen het eind van eerder genoemde jaren tachtig ‘was het woningtekort opgelost’.

Er schoten mij allerlei herinneringen te binnen, die tot een aardig stukje zouden kunnen leiden. Bleek te kloppen, zie: De Leunstoel Jrg. 16, Nr. 20. Dát stukje had ik al geschreven. Oplossingsrichtingen ontbraken in dat verhaal. Eén belangrijke voorwaarde is steeds meer binnen bereik gekomen. De prioriteit is terug. Nou ja, prioriteit - prioriteit voor de volkshuisvesting zou volgens mij betekenen, dat de woningnood (want ieder ander woord is een eufemisme) het belangrijkste probleem is waar de overheid mee te maken heeft.

Maar er is nog wel wat meer: het klimaat, de stikstof, de zorg, de energietransitie, de vermogensongelijkheid, de criminaliteit, het onderwijs, de infrastructuur. Noem maar op. Het vrije spel der maatschappelijke krachten heeft niet voor optimalisering van de kwaliteit van de samenleving gezorgd.  Dus net als de andere – soms overigens ook samenhangende - prioriteiten moet de volkshuisvesting geholpen worden om de aandacht te krijgen die nodig is om te bereiken, dat ‘iedere Nederlander een beetje fatsoenlijk moet kunnen wonen’. Dat vond Johan Koopman, in mijn tijd Directeur-Generaal van de Volkshuisvesting, het doel van onze organisatie. Iedere legale inwoner van Nederland zou misschien politiek correcter zijn geweest, maar minder bondig. Het is een eenvoudig zinnetje, maar alles zit erin: kwantiteit, kwaliteit en betaalbaarheid.

Op de vraag wat er moet gebeuren om dat te bereiken hoor je voornamelijk: bouwen, bouwen, bouwen en er moet weer een minister van Volkshuisvesting komen. Allebei waar. Zo’n minister kan het probleem natuurlijk niet met een knip van de vingers in het niet laten verdwijnen. Maar die aanpassing van de samenstelling van het kabinet zou moeten staan voor het terughalen van de rijksregie op het gebied van de volkshuisvesting en dus de bestrijding van de woningnood. En dat betekent nogal wat.

Om te beginnen zal er gezocht moeten worden naar voldoende ruimte voor woningbouw. Overal waar mogelijk: binnenstedelijk. Dat is lastig en duur en dat schreeuwt om ouderwetse (locatie)subsidiëring. Alleen binnenstedelijk zal niet gaan. Er zal een nieuwe ruimtelijke ordeningdoctrine moeten komen, zoals vroeger het groeikernenbeleid en de VINEX. Een nieuwe rijksvisie plús uitvoeringsstrategie op de ruimtelijke ordening is toch dringend noodzakelijk. Landbouw, natuur, industrie, verkeer en vervoer, recreatie, alles vergt ruimte en die is schaars. Dus niet alleen een minister van Volkshuisvesting; het moest maar VRO worden. Die onderwerpen zijn nu ondergeschoven bij Binnenlandse Zaken. (Ik heb wel te doen met Chris Kuipers, de huidige DG.) Voor 1980 was het onderwerp ook (nog) gestald bij BiZa. Na de oprichting van VRO (de M kwam er pas later bij) ging het toch een beetje beter.

Wat de Volkshuisvesting zelf betreft dient er wat mij betreft een heel informatiesysteem te zijn per woningmarktgebied. Informatie over het hele proces van ruimtelijke reservering via planvorming tot en met gereedmelding. Met rapportage, die knelpunten inventariseert en oplossingen aandraagt. Die rapportage moet worden afgezet tegen de uitvoeringsstrategie of –planning, die de vorm kan aannemen van taakstellingen per gemeente, eventueel gespecificeerd naar bijvoorbeeld binnenstedelijk en elders.

Dat is nog lang niet alles. Creatieve ideeën zijn er genoeg, zoals industriële bouw, tiny houses, woningsplitsing, bevordering van doorstroming met behulp van doorstroommakelaars of ziets. Die dingen gebeuren wel, maar zouden kwantitatief veel meer moeten aantikken, gestimuleerd door de overheid. Ook allerlei andere problemen zouden actief aangepakt moeten worden, zoals de prijsstijgingen, het tekort aan bouwvakkers.

Ik ben vast nog een heleboel vergeten. En zelfs als alles uit de kast wordt getrokken duurt het nog écht lang voordat we weer kunnen zeggen dat de woningnood voorbij is. Geen tijd te verliezen dus. Voor je het weet komt er weer gedwongen inwoning.

---------
Het plaatje is van Coc van Duijn
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/


© 2021 Henk Klaren meer Henk Klaren - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
Volkshuisvesting Henk Klaren
1901BS Vhv
Een maand of wat geleden stond er een interview in de krant met ene Han Lörzing, een planoloog, die – volgens de subkop bij het verhaal – van mening was, dat het oplossen van het woningtekort nog zo moeilijk niet is. Dat vond ik wel intrigerende tekst. In de eerste helft van de jaren tachtig van de vorige eeuw was ik hoofd van de afdeling Planning en Programmering van de Volkshuisvesting bij het Rijk. Toen werden er structureel ruim 100.000 woningen per jaar opgeleverd.

Lörzing zegt veel, zij het niet uitsluitend, zinnige dingen in het interview. Het leek me wel een aardige aanleiding om eens wat te schrijven in De Leunstoel over hoe we in mijn tijd met de problematiek omgingen. Best zinnig ook, want tegen het eind van eerder genoemde jaren tachtig ‘was het woningtekort opgelost’.

Er schoten mij allerlei herinneringen te binnen, die tot een aardig stukje zouden kunnen leiden. Bleek te kloppen, zie: De Leunstoel Jrg. 16, Nr. 20. Dát stukje had ik al geschreven. Oplossingsrichtingen ontbraken in dat verhaal. Eén belangrijke voorwaarde is steeds meer binnen bereik gekomen. De prioriteit is terug. Nou ja, prioriteit - prioriteit voor de volkshuisvesting zou volgens mij betekenen, dat de woningnood (want ieder ander woord is een eufemisme) het belangrijkste probleem is waar de overheid mee te maken heeft.

Maar er is nog wel wat meer: het klimaat, de stikstof, de zorg, de energietransitie, de vermogensongelijkheid, de criminaliteit, het onderwijs, de infrastructuur. Noem maar op. Het vrije spel der maatschappelijke krachten heeft niet voor optimalisering van de kwaliteit van de samenleving gezorgd.  Dus net als de andere – soms overigens ook samenhangende - prioriteiten moet de volkshuisvesting geholpen worden om de aandacht te krijgen die nodig is om te bereiken, dat ‘iedere Nederlander een beetje fatsoenlijk moet kunnen wonen’. Dat vond Johan Koopman, in mijn tijd Directeur-Generaal van de Volkshuisvesting, het doel van onze organisatie. Iedere legale inwoner van Nederland zou misschien politiek correcter zijn geweest, maar minder bondig. Het is een eenvoudig zinnetje, maar alles zit erin: kwantiteit, kwaliteit en betaalbaarheid.

Op de vraag wat er moet gebeuren om dat te bereiken hoor je voornamelijk: bouwen, bouwen, bouwen en er moet weer een minister van Volkshuisvesting komen. Allebei waar. Zo’n minister kan het probleem natuurlijk niet met een knip van de vingers in het niet laten verdwijnen. Maar die aanpassing van de samenstelling van het kabinet zou moeten staan voor het terughalen van de rijksregie op het gebied van de volkshuisvesting en dus de bestrijding van de woningnood. En dat betekent nogal wat.

Om te beginnen zal er gezocht moeten worden naar voldoende ruimte voor woningbouw. Overal waar mogelijk: binnenstedelijk. Dat is lastig en duur en dat schreeuwt om ouderwetse (locatie)subsidiëring. Alleen binnenstedelijk zal niet gaan. Er zal een nieuwe ruimtelijke ordeningdoctrine moeten komen, zoals vroeger het groeikernenbeleid en de VINEX. Een nieuwe rijksvisie plús uitvoeringsstrategie op de ruimtelijke ordening is toch dringend noodzakelijk. Landbouw, natuur, industrie, verkeer en vervoer, recreatie, alles vergt ruimte en die is schaars. Dus niet alleen een minister van Volkshuisvesting; het moest maar VRO worden. Die onderwerpen zijn nu ondergeschoven bij Binnenlandse Zaken. (Ik heb wel te doen met Chris Kuipers, de huidige DG.) Voor 1980 was het onderwerp ook (nog) gestald bij BiZa. Na de oprichting van VRO (de M kwam er pas later bij) ging het toch een beetje beter.

Wat de Volkshuisvesting zelf betreft dient er wat mij betreft een heel informatiesysteem te zijn per woningmarktgebied. Informatie over het hele proces van ruimtelijke reservering via planvorming tot en met gereedmelding. Met rapportage, die knelpunten inventariseert en oplossingen aandraagt. Die rapportage moet worden afgezet tegen de uitvoeringsstrategie of –planning, die de vorm kan aannemen van taakstellingen per gemeente, eventueel gespecificeerd naar bijvoorbeeld binnenstedelijk en elders.

Dat is nog lang niet alles. Creatieve ideeën zijn er genoeg, zoals industriële bouw, tiny houses, woningsplitsing, bevordering van doorstroming met behulp van doorstroommakelaars of ziets. Die dingen gebeuren wel, maar zouden kwantitatief veel meer moeten aantikken, gestimuleerd door de overheid. Ook allerlei andere problemen zouden actief aangepakt moeten worden, zoals de prijsstijgingen, het tekort aan bouwvakkers.

Ik ben vast nog een heleboel vergeten. En zelfs als alles uit de kast wordt getrokken duurt het nog écht lang voordat we weer kunnen zeggen dat de woningnood voorbij is. Geen tijd te verliezen dus. Voor je het weet komt er weer gedwongen inwoning.

---------
Het plaatje is van Coc van Duijn
Meer informatie: http://cocvanduijn.nl/
© 2021 Henk Klaren
powered by CJ2