archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > Een rustig mens delen printen terug
Peter van Bergen, 'loos' in de muziek Willem Minderhout

1812BS Berger1Peter van Bergen gaat nog steeds helemaal loos in de muziek.
De rietblazer en componist Peter van Bergen is oprichter en directeur van LOOS en Studio LOOS, gevestigd in ‘de DCR’ een voormalig kantoorgebouw van het Gemeentelijk Energiebedrijf aan het Haagse De Constant Rebecqueplein dat is omgebouwd tot ‘culturele broedplaats’. LOOS is net ‘aan de dood ontsnapt’ omdat er na 16 jaar structurele subsidie van de stad Den Haag een negatief advies lag voor het Kunstenplan 2021-2024. Dankzij inzet van gemeenteraadsleden van VVD, Haagse Stadspartij en PvdA is LOOS, samen met een aantal andere kleine culturele instellingen, alsnog toegevoegd. Peter kan weer vier jaar verder.

‘Het probleem was en is om beleidsmakers duidelijk te maken wat LOOS en Studio LOOS precies zijn. Op het stadhuis en door die adviescommissie worden we gezien als een podium voor hedendaagse muziek, maar dat is slechts één aspect. LOOS is vooral een laboratorium waar musici – en vooral ook jonge talenten – kunnen werken aan nieuwe concepten. Optreden kan daar een afsluitende activiteit van zijn. Daarnaast is LOOS, zo is het ooit begonnen, een ensemble. Dat laatste aspect wilden we in de laatste subsidieaanvraag wat meer benadrukken. Naast al het organisatiewerk wilde ik zelf ook weer aan de slag met een groep musici. Dat bleek echter tot een hoop spraakverwarring te leiden. Gelukkig is het toch nog goed afgelopen. Van de PvdA en van de Haagse Stadspartij, die de culturele broedplaatsen altijd hebben gestimuleerd, konden we altijd al op steun rekenen en we vonden dan ook een luisterend oor bij Bülent Aydin van de PvdA en Peter Bos van de HSP. We hebben ook geluk dat de Haagse VVD in de persoon van Det Regts nog een cultuurminnende woordvoerder heeft uit de school van Hans Dijkstal. Afijn. We zijn er nog!’

‘LOOS komt van ‘loos gaan’. Uit je dak gaan, dus. Het was de naam van mijn eerste bandje. Ik kwam vanuit Tubbergen naar Den Haag om aan het conservatorium te gaan studeren. In 1982 vonden we in de Weissenbruchstraat een oefenruimte en daar zijn Jan den Boer, Willem Jansen en ik met een free funk-band begonnen, improvisaties op basis van free funk thema’s en beats. LOOS, dus. LOOS heeft daarna vele incarnaties doorgemaakt, met mijzelf als constante factor. JanWillem van der Ham, Greg Moore, Jacques Palinckx, Paul Koek, Wolter Wierbos, Rob Daenen, Michael Vatcher, Hans Hasebos en nog vele anderen maakten langere of kortere tijd deel uit van de groep.’

'Ik raakte in de begin jaren tachtig ook in contact met ‘Hoketus’, een ensemble dat was opgericht door Louis Andriessen. Daar ontmoette ik musici als Paul Koek, Huib Emmer, pianist Gerard Bouwhuis en Patricio Wang.'

'Na enige tijd vroeg ik hen voor LOOS, dat werd het LOOS Ensemble. Het repertoire bestond aanvankelijk  alleen uit mijn composities, Factorseries, waarin geschreven materiaal naadloos overging in improvisaties en luisteraars soms niet meer wisten wat er nu gecomponeerd of geïmproviseerd was. Vervolgens gingen componisten als Huib Emmer, Cornelis de Bondt, Guus Janssen, Paul Termos, Martijn Padding, Gilius van Bergeijk en Louis Andriessen ook composities voor LOOS schrijven. ‘Hout’ van Andriessen is speciaal voor ons geschreven en is samen met LOOS ontwikkeld.'

'Bijzonder was het experimentele karakter van het LOOS Ensemble, een optredend laboratorium. We werden qua esthetiek en concept in binnen- en buitenland gezien als een typische exponent van de Haagse School. In de Haagsche School werd niet veel geïmproviseerd. In LOOS was improviseren echter een voorwaarde. Dat heeft alles te maken met mijn achtergrond van samenwerken met beroemde jazzmusici als Cecil Taylor, Anthony Braxton, John Zorn, Evan Parker, Derek Bailey, Butch Morris, Roscoe Mitchell, George Lewis enz. enz. LOOS pianist Gerard Bouwhuis wist alles van Xenakis, Stockhausen en Cage, maar improviseren was nieuw voor hem. Hij lachte zich eerst rot. Het waren de hoogtijdagen van de Nederlandse ensemblemuziek. Ik speelde met de bands van Guus Janssen, Paul Termos, Maarten van Regteren Altena, de gebroeders Palinckx, Michiel Braam, ... Het waren de tijden dat geïnteresseerde politici als Aad Nuis staatssecretaris van cultuur waren. Gouden en interessante tijden, maar dat is allemaal wegbezuinigd. De periode Halbe Zijlstra gaf de nekslag en die zijn we nog lang niet te boven. Verre van dat. ’

‘In 1988 won ik de Podiumprijs. Ik trad toen op in het Gemeentemuseum Den Haag met Odean Pope, één van de weinige leerlingen van John Coltrane. Eigenlijk wilde de organisatie toen John Gilmore, de tenorsaxofonist van het Sun Ra Arkestra die een goede vriend van me was en een voorbeeld voor John Coltrane, naar Nederland halen maar hij kon toen niet vrij krijgen van Sun Ra. In dezelfde tijd hoorde Cecil Taylor me tijdens de Oktober Jazz Meeting in het BIMhuis te Amsterdam. Dat maakte blijkbaar indruk, want Taylor nodigde me uit voor een weekje Berlijn, waar de fine fleur van de internationale improviserende muziek bij elkaar kwam. Ik speelde in Cecil Taylors ‘European Orchestra’ met mensen als Han Bennink, Peter Brötzmann, William Parker, Wolter Wierbos, Louis Sclavis en Evan Parker. Dat was een geweldige beleving. Cecil Taylor is de meester van het ‘loos gaan’, nog veel beter dan ik. Hij was dag en nacht in touw en dat deed en doe ik hem niet na. Ik ga eigenlijk alleen maar loos in mijn muziek.’

‘Recent heb ik vooral veel contact met de Engelse saxofonist Evan Parker. Ik treed nog steeds af en toe op met zijn Electro Acoustic Ensemble.’

‘Nederland was in die tijd nog trots op onze sterke positie in de wereld van de vernieuwende muziek. We werden zelfs regelmatig uitgenodigd door ambassades om in het buitenland te komen spelen voor de ‘Holland Promotion’. Vernieuwende, experimentele muziek voor Holland promotie is echter helemaal weg. Een laatste oprisping was het ‘Koningsdagconcert’ in 2015 in Dordrecht. Ik speelde daar met de David Kweksilber Bigband voor de koninklijke familie, echt een fantastisch optreden. Ik weet nog dat jij na afloop vroeg of we Studio LOOS nu voortaan ‘Koninklijke Studio Loos’ mochten noemen.‘

‘Dat concert was een meesterlijk staaltje van Davids organisatietalent. Via zijn moeder, de sopraan Marianne Kweksilber, kende hij de high brow muziekwereld natuurlijk goed. Dat heeft echter niet mogen baten. Niet lang daarna werd ook de David Kweksilber Bigband opgedoekt vanwege geldgebrek. Ik heb er wel leuke herinneringen aan overgehouden. Tegen het eind van dat – best heel keurige – concert speelde ik een wat abstracte solo op de tenorsax. Na afloop vroeg prinses Beatrix wat ik daar mee bedoeld had. Ik vertelde haar dat ik een dialoog tussen Willem Alexander en Maxima in mijn hoofd had. ‘O, ik dacht dat u boerderijgeluiden probeerde uit te beelden’, antwoordde ze me toen met een grote lach.’

‘In 2005 zijn we met Studio LOOS begonnen. Wij behoorden1812BS Berger2 tot de pioniers van de ‘DCR’. Toen eenmaal alles klaar was kwamen we echter in een uiterst Kafkaëske positie terecht. De cultuurafdeling van de gemeente vond dat we concerten moesten organiseren, maar we kregen van de omgevingsdienst geen vergunning. Die patstelling is gelukkig doorbroken door een actie van een toenmalig gemeenteraadslid van de PvdA die tegenwoordig voor de Leunstoel schrijft. We hebben hem als dank maar in het bestuur opgenomen.’

‘Al onze plannen hebben natuurlijk een optater gekregen door de corona-ellende. We zijn bezig met streaming-concerten. Niet alleen om “toch nog iets te doen”, maar juist ook om aan de internetconcerten op het YouTube kanaal LOOS Channel veel extra’s toe te voegen en de nadelen van de huidige tijd om te zetten in voordelen. Onze relatie met het Koninklijk Conservatorium is in de afgelopen twee coronajaren steeds hechter geworden. Ze huren de studio tegenwoordig regelmatig voor hun eigen programma’s. De studenten van het KC konden ons altijd al vinden. Het ‘Royal Improvisers Orchestra’, bijvoorbeeld, dat voornamelijk uit conservatoriumstudenten bestond, is in Studio LOOS begonnen. De leden daarvan zijn over de wereld uitgezwermd en maken nu naam voor zichzelf. Het kunstenaarscollectief ‘iii’ heeft in de periode 2013-2016 in Studio LOOS kansen gekregen om zich te ontwikkelen en profileren. Zo gaat dat. LOOS is, onder meer, een plek om te beginnen en te rijpen en het is niet meer dan natuurlijk dat groepen die in Studio LOOS kansen hebben gekregen en groot zijn geworden hun eigen weg gaan en dan nemen anderen hun plaats weer in. Creatieve vernieuwing begint op de bodem en niet aan de top. Daarom zijn instellingen als Studio LOOS zo belangrijk.

'Op dit moment is LOOS/Studio LOOS zich aan het vernieuwen met nieuwe kunstenaars, nieuwe activiteiten voor nieuwe doelgroepen, een nieuw publiciteitsbeleid en inhoudelijke verdieping met nieuwe invalshoeken. En natuurlijk hopen we ook weer snel onze functie als podium op te pakken. Creatieve musici uit heel de wereld weten LOOS en Studio LOOS te vinden en dat willen we vasthouden. Er zijn bijna geen podia meer over in Nederland, dus daar moeten we zuinig op zijn.’

‘Zelf promoveer ik binnenkort in artistiek onderzoek, het onderwerp van LOOS. Mijn proefschrift heet ‘Improvisation, interactivity, instability: artistic transformations'. Muzikale vernieuwing en ontwikkeling is vaak alleen mogelijk door alles wat vast lijkt te staan, te destabiliseren, af te breken en opnieuw te beginnen. Het vermogen om te kunnen improviseren, reageren op onverwachte situaties – kenmerkend voor onderzoek - is daarbij essentieel. Muziek moet een eeuwig avontuur blijven met een ongewisse uitkomst. Wat dat betreft lijkt het Nederlandse cultuurbeleid inderdaad op geïmproviseerde muziek.’

LOOS Den Haag http://www.loosdenhaag.com/
David Kweksilber Bigband & Zapp 4, Koningsdagconcert 2015

-------
De plaatjes zijn van Peter van Bergen


© 2021 Willem Minderhout meer Willem Minderhout - meer "Een rustig mens" -
Beschouwingen > Een rustig mens
Peter van Bergen, 'loos' in de muziek Willem Minderhout
1812BS Berger1Peter van Bergen gaat nog steeds helemaal loos in de muziek.
De rietblazer en componist Peter van Bergen is oprichter en directeur van LOOS en Studio LOOS, gevestigd in ‘de DCR’ een voormalig kantoorgebouw van het Gemeentelijk Energiebedrijf aan het Haagse De Constant Rebecqueplein dat is omgebouwd tot ‘culturele broedplaats’. LOOS is net ‘aan de dood ontsnapt’ omdat er na 16 jaar structurele subsidie van de stad Den Haag een negatief advies lag voor het Kunstenplan 2021-2024. Dankzij inzet van gemeenteraadsleden van VVD, Haagse Stadspartij en PvdA is LOOS, samen met een aantal andere kleine culturele instellingen, alsnog toegevoegd. Peter kan weer vier jaar verder.

‘Het probleem was en is om beleidsmakers duidelijk te maken wat LOOS en Studio LOOS precies zijn. Op het stadhuis en door die adviescommissie worden we gezien als een podium voor hedendaagse muziek, maar dat is slechts één aspect. LOOS is vooral een laboratorium waar musici – en vooral ook jonge talenten – kunnen werken aan nieuwe concepten. Optreden kan daar een afsluitende activiteit van zijn. Daarnaast is LOOS, zo is het ooit begonnen, een ensemble. Dat laatste aspect wilden we in de laatste subsidieaanvraag wat meer benadrukken. Naast al het organisatiewerk wilde ik zelf ook weer aan de slag met een groep musici. Dat bleek echter tot een hoop spraakverwarring te leiden. Gelukkig is het toch nog goed afgelopen. Van de PvdA en van de Haagse Stadspartij, die de culturele broedplaatsen altijd hebben gestimuleerd, konden we altijd al op steun rekenen en we vonden dan ook een luisterend oor bij Bülent Aydin van de PvdA en Peter Bos van de HSP. We hebben ook geluk dat de Haagse VVD in de persoon van Det Regts nog een cultuurminnende woordvoerder heeft uit de school van Hans Dijkstal. Afijn. We zijn er nog!’

‘LOOS komt van ‘loos gaan’. Uit je dak gaan, dus. Het was de naam van mijn eerste bandje. Ik kwam vanuit Tubbergen naar Den Haag om aan het conservatorium te gaan studeren. In 1982 vonden we in de Weissenbruchstraat een oefenruimte en daar zijn Jan den Boer, Willem Jansen en ik met een free funk-band begonnen, improvisaties op basis van free funk thema’s en beats. LOOS, dus. LOOS heeft daarna vele incarnaties doorgemaakt, met mijzelf als constante factor. JanWillem van der Ham, Greg Moore, Jacques Palinckx, Paul Koek, Wolter Wierbos, Rob Daenen, Michael Vatcher, Hans Hasebos en nog vele anderen maakten langere of kortere tijd deel uit van de groep.’

'Ik raakte in de begin jaren tachtig ook in contact met ‘Hoketus’, een ensemble dat was opgericht door Louis Andriessen. Daar ontmoette ik musici als Paul Koek, Huib Emmer, pianist Gerard Bouwhuis en Patricio Wang.'

'Na enige tijd vroeg ik hen voor LOOS, dat werd het LOOS Ensemble. Het repertoire bestond aanvankelijk  alleen uit mijn composities, Factorseries, waarin geschreven materiaal naadloos overging in improvisaties en luisteraars soms niet meer wisten wat er nu gecomponeerd of geïmproviseerd was. Vervolgens gingen componisten als Huib Emmer, Cornelis de Bondt, Guus Janssen, Paul Termos, Martijn Padding, Gilius van Bergeijk en Louis Andriessen ook composities voor LOOS schrijven. ‘Hout’ van Andriessen is speciaal voor ons geschreven en is samen met LOOS ontwikkeld.'

'Bijzonder was het experimentele karakter van het LOOS Ensemble, een optredend laboratorium. We werden qua esthetiek en concept in binnen- en buitenland gezien als een typische exponent van de Haagse School. In de Haagsche School werd niet veel geïmproviseerd. In LOOS was improviseren echter een voorwaarde. Dat heeft alles te maken met mijn achtergrond van samenwerken met beroemde jazzmusici als Cecil Taylor, Anthony Braxton, John Zorn, Evan Parker, Derek Bailey, Butch Morris, Roscoe Mitchell, George Lewis enz. enz. LOOS pianist Gerard Bouwhuis wist alles van Xenakis, Stockhausen en Cage, maar improviseren was nieuw voor hem. Hij lachte zich eerst rot. Het waren de hoogtijdagen van de Nederlandse ensemblemuziek. Ik speelde met de bands van Guus Janssen, Paul Termos, Maarten van Regteren Altena, de gebroeders Palinckx, Michiel Braam, ... Het waren de tijden dat geïnteresseerde politici als Aad Nuis staatssecretaris van cultuur waren. Gouden en interessante tijden, maar dat is allemaal wegbezuinigd. De periode Halbe Zijlstra gaf de nekslag en die zijn we nog lang niet te boven. Verre van dat. ’

‘In 1988 won ik de Podiumprijs. Ik trad toen op in het Gemeentemuseum Den Haag met Odean Pope, één van de weinige leerlingen van John Coltrane. Eigenlijk wilde de organisatie toen John Gilmore, de tenorsaxofonist van het Sun Ra Arkestra die een goede vriend van me was en een voorbeeld voor John Coltrane, naar Nederland halen maar hij kon toen niet vrij krijgen van Sun Ra. In dezelfde tijd hoorde Cecil Taylor me tijdens de Oktober Jazz Meeting in het BIMhuis te Amsterdam. Dat maakte blijkbaar indruk, want Taylor nodigde me uit voor een weekje Berlijn, waar de fine fleur van de internationale improviserende muziek bij elkaar kwam. Ik speelde in Cecil Taylors ‘European Orchestra’ met mensen als Han Bennink, Peter Brötzmann, William Parker, Wolter Wierbos, Louis Sclavis en Evan Parker. Dat was een geweldige beleving. Cecil Taylor is de meester van het ‘loos gaan’, nog veel beter dan ik. Hij was dag en nacht in touw en dat deed en doe ik hem niet na. Ik ga eigenlijk alleen maar loos in mijn muziek.’

‘Recent heb ik vooral veel contact met de Engelse saxofonist Evan Parker. Ik treed nog steeds af en toe op met zijn Electro Acoustic Ensemble.’

‘Nederland was in die tijd nog trots op onze sterke positie in de wereld van de vernieuwende muziek. We werden zelfs regelmatig uitgenodigd door ambassades om in het buitenland te komen spelen voor de ‘Holland Promotion’. Vernieuwende, experimentele muziek voor Holland promotie is echter helemaal weg. Een laatste oprisping was het ‘Koningsdagconcert’ in 2015 in Dordrecht. Ik speelde daar met de David Kweksilber Bigband voor de koninklijke familie, echt een fantastisch optreden. Ik weet nog dat jij na afloop vroeg of we Studio LOOS nu voortaan ‘Koninklijke Studio Loos’ mochten noemen.‘

‘Dat concert was een meesterlijk staaltje van Davids organisatietalent. Via zijn moeder, de sopraan Marianne Kweksilber, kende hij de high brow muziekwereld natuurlijk goed. Dat heeft echter niet mogen baten. Niet lang daarna werd ook de David Kweksilber Bigband opgedoekt vanwege geldgebrek. Ik heb er wel leuke herinneringen aan overgehouden. Tegen het eind van dat – best heel keurige – concert speelde ik een wat abstracte solo op de tenorsax. Na afloop vroeg prinses Beatrix wat ik daar mee bedoeld had. Ik vertelde haar dat ik een dialoog tussen Willem Alexander en Maxima in mijn hoofd had. ‘O, ik dacht dat u boerderijgeluiden probeerde uit te beelden’, antwoordde ze me toen met een grote lach.’

‘In 2005 zijn we met Studio LOOS begonnen. Wij behoorden1812BS Berger2 tot de pioniers van de ‘DCR’. Toen eenmaal alles klaar was kwamen we echter in een uiterst Kafkaëske positie terecht. De cultuurafdeling van de gemeente vond dat we concerten moesten organiseren, maar we kregen van de omgevingsdienst geen vergunning. Die patstelling is gelukkig doorbroken door een actie van een toenmalig gemeenteraadslid van de PvdA die tegenwoordig voor de Leunstoel schrijft. We hebben hem als dank maar in het bestuur opgenomen.’

‘Al onze plannen hebben natuurlijk een optater gekregen door de corona-ellende. We zijn bezig met streaming-concerten. Niet alleen om “toch nog iets te doen”, maar juist ook om aan de internetconcerten op het YouTube kanaal LOOS Channel veel extra’s toe te voegen en de nadelen van de huidige tijd om te zetten in voordelen. Onze relatie met het Koninklijk Conservatorium is in de afgelopen twee coronajaren steeds hechter geworden. Ze huren de studio tegenwoordig regelmatig voor hun eigen programma’s. De studenten van het KC konden ons altijd al vinden. Het ‘Royal Improvisers Orchestra’, bijvoorbeeld, dat voornamelijk uit conservatoriumstudenten bestond, is in Studio LOOS begonnen. De leden daarvan zijn over de wereld uitgezwermd en maken nu naam voor zichzelf. Het kunstenaarscollectief ‘iii’ heeft in de periode 2013-2016 in Studio LOOS kansen gekregen om zich te ontwikkelen en profileren. Zo gaat dat. LOOS is, onder meer, een plek om te beginnen en te rijpen en het is niet meer dan natuurlijk dat groepen die in Studio LOOS kansen hebben gekregen en groot zijn geworden hun eigen weg gaan en dan nemen anderen hun plaats weer in. Creatieve vernieuwing begint op de bodem en niet aan de top. Daarom zijn instellingen als Studio LOOS zo belangrijk.

'Op dit moment is LOOS/Studio LOOS zich aan het vernieuwen met nieuwe kunstenaars, nieuwe activiteiten voor nieuwe doelgroepen, een nieuw publiciteitsbeleid en inhoudelijke verdieping met nieuwe invalshoeken. En natuurlijk hopen we ook weer snel onze functie als podium op te pakken. Creatieve musici uit heel de wereld weten LOOS en Studio LOOS te vinden en dat willen we vasthouden. Er zijn bijna geen podia meer over in Nederland, dus daar moeten we zuinig op zijn.’

‘Zelf promoveer ik binnenkort in artistiek onderzoek, het onderwerp van LOOS. Mijn proefschrift heet ‘Improvisation, interactivity, instability: artistic transformations'. Muzikale vernieuwing en ontwikkeling is vaak alleen mogelijk door alles wat vast lijkt te staan, te destabiliseren, af te breken en opnieuw te beginnen. Het vermogen om te kunnen improviseren, reageren op onverwachte situaties – kenmerkend voor onderzoek - is daarbij essentieel. Muziek moet een eeuwig avontuur blijven met een ongewisse uitkomst. Wat dat betreft lijkt het Nederlandse cultuurbeleid inderdaad op geïmproviseerde muziek.’

LOOS Den Haag http://www.loosdenhaag.com/
David Kweksilber Bigband & Zapp 4, Koningsdagconcert 2015

-------
De plaatjes zijn van Peter van Bergen
© 2021 Willem Minderhout
powered by CJ2