archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > Het leven zelf delen printen terug
Moeder Jo Rob van Olphen

1806BS JoAf en toe ging moeder naar de slagerij van Henk van Olphen. In 1938 zijn ze in het huwelijksbootje gestapt. Al heel snel kwamen de kindertjes: zes jongens, zes verschillende types en karakters. We moesten al jong meehelpen in het huishouden. Ma was al om 7 uur in de slagerij, om de vitrine klaar te maken. We woonden boven de slagerij, je had je ouders altijd in de buurt.

Het gebeurde regelmatig dat Ma om elf uur ’s avonds nog de strijkplank pakte, om de slagerskielen te strijken. Tussen de bedrijven door breide ze truien en sokken en vermaakte kleding. Op zekere dag was ze iets minder vriendelijk tegen ons. Drie uur later hadden we er een broertje bij. Later hoorde ik dat m’n oudste broer een briefje bij oma had afgeleverd waarop stond: ‘Het spul gaat weer beginnen’. We hebben elkaar zo’n beetje opgevoed. Ik kon al heel vroeg luiers verschonen en een flesje klaar maken. Ook de rest van het huishouden kende nauwelijks geheimen voor me.

Helaas zijn wij nooit met onze ouders op vakantie geweest. Pas later, toen m’n broer de zaak had overgenomen, hebben ze veel gereisd. Auto rijden vond ze heerlijk, het liefst richting Spanje. Tot haar 84e heeft ze zonder schade gereden en met veel plezier. Na het overlijden van onze vader heeft ze met tweelingzus Fie ‘leuke dingen’ ondernomen. Tussendoor heeft ze mij wel eens bijgestaan op de markt. Bij broer Han in de slagerij heeft ze Indische saucijsjes gemaakt. Met broer Fred ging ze mee naar buitensportbeurzen.

Als je vroeg: ‘Ma ben je niet moe?’, zei ze: ’Moe? Hoe kom je erbij?’ Helaas ging haar geheugen in de loop der jaren achteruit. Ze moest naar een verzorgingshuis, waar ze het erg naar haar zin had totdat ze naar de gesloten afdeling moest. Vaak heeft ze ons verweten: ‘Waarom hebben jullie mij hier in gestopt?’. Ik kwam wel eens kleine briefjes tegen met de tekst: ‘Als je blief haal me hier weg’. Midden in de nacht werd ik een keer gebeld door een zuster: of ik langs wilde komen, ze wisten niet wat ze met m’n moeder aan moesten, ze was heel opstandig. Ik er naar toe, bij binnenkomst zat ze rustig naar de televisie te kijken. ‘Wat doe jij hier?’

‘Oh, ik was in de buurt’, zei ik maar. De zusters hadden het verschrikkelijk druk. Soms moest ik helpen haar te verschonen. Dan probeerde ik er maar een vrolijke draai aan te geven. ‘Ma, wat heb je nog strakke billen’, waarop zij in stijl antwoordde: ‘Ik wou dat mijn gezicht nog zo was!’ Ook probeerde ze medebewoners wijs te maken dat ik de eigenaar van het tehuis was en dat ik er nog één ging kopen.

Een paar grepen uit haar conversatie: ‘Ma heeft U het koud?’ ‘Warm is anders!’ Bij het passen van een nieuw gebit: ‘Mevrouw even lachen’. Er valt niet veel te lachen.’ ‘Ma zullen we naar de oogarts gaan?’ ‘Nee laat maar, ik gebruik ze toch niet zo veel!’ ‘Van de week kwam een jongen om me te wassen, die was nog niet droog achter z’n oren. Maar ja, die moet het ook leren.’

---------
Het plaatje is van Han Busstra


© 2021 Rob van Olphen meer Rob van Olphen - meer "Het leven zelf"
Beschouwingen > Het leven zelf
Moeder Jo Rob van Olphen
1806BS JoAf en toe ging moeder naar de slagerij van Henk van Olphen. In 1938 zijn ze in het huwelijksbootje gestapt. Al heel snel kwamen de kindertjes: zes jongens, zes verschillende types en karakters. We moesten al jong meehelpen in het huishouden. Ma was al om 7 uur in de slagerij, om de vitrine klaar te maken. We woonden boven de slagerij, je had je ouders altijd in de buurt.

Het gebeurde regelmatig dat Ma om elf uur ’s avonds nog de strijkplank pakte, om de slagerskielen te strijken. Tussen de bedrijven door breide ze truien en sokken en vermaakte kleding. Op zekere dag was ze iets minder vriendelijk tegen ons. Drie uur later hadden we er een broertje bij. Later hoorde ik dat m’n oudste broer een briefje bij oma had afgeleverd waarop stond: ‘Het spul gaat weer beginnen’. We hebben elkaar zo’n beetje opgevoed. Ik kon al heel vroeg luiers verschonen en een flesje klaar maken. Ook de rest van het huishouden kende nauwelijks geheimen voor me.

Helaas zijn wij nooit met onze ouders op vakantie geweest. Pas later, toen m’n broer de zaak had overgenomen, hebben ze veel gereisd. Auto rijden vond ze heerlijk, het liefst richting Spanje. Tot haar 84e heeft ze zonder schade gereden en met veel plezier. Na het overlijden van onze vader heeft ze met tweelingzus Fie ‘leuke dingen’ ondernomen. Tussendoor heeft ze mij wel eens bijgestaan op de markt. Bij broer Han in de slagerij heeft ze Indische saucijsjes gemaakt. Met broer Fred ging ze mee naar buitensportbeurzen.

Als je vroeg: ‘Ma ben je niet moe?’, zei ze: ’Moe? Hoe kom je erbij?’ Helaas ging haar geheugen in de loop der jaren achteruit. Ze moest naar een verzorgingshuis, waar ze het erg naar haar zin had totdat ze naar de gesloten afdeling moest. Vaak heeft ze ons verweten: ‘Waarom hebben jullie mij hier in gestopt?’. Ik kwam wel eens kleine briefjes tegen met de tekst: ‘Als je blief haal me hier weg’. Midden in de nacht werd ik een keer gebeld door een zuster: of ik langs wilde komen, ze wisten niet wat ze met m’n moeder aan moesten, ze was heel opstandig. Ik er naar toe, bij binnenkomst zat ze rustig naar de televisie te kijken. ‘Wat doe jij hier?’

‘Oh, ik was in de buurt’, zei ik maar. De zusters hadden het verschrikkelijk druk. Soms moest ik helpen haar te verschonen. Dan probeerde ik er maar een vrolijke draai aan te geven. ‘Ma, wat heb je nog strakke billen’, waarop zij in stijl antwoordde: ‘Ik wou dat mijn gezicht nog zo was!’ Ook probeerde ze medebewoners wijs te maken dat ik de eigenaar van het tehuis was en dat ik er nog één ging kopen.

Een paar grepen uit haar conversatie: ‘Ma heeft U het koud?’ ‘Warm is anders!’ Bij het passen van een nieuw gebit: ‘Mevrouw even lachen’. Er valt niet veel te lachen.’ ‘Ma zullen we naar de oogarts gaan?’ ‘Nee laat maar, ik gebruik ze toch niet zo veel!’ ‘Van de week kwam een jongen om me te wassen, die was nog niet droog achter z’n oren. Maar ja, die moet het ook leren.’

---------
Het plaatje is van Han Busstra
© 2021 Rob van Olphen
powered by CJ2