archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 21
18 april 2024
Nummer 15 verschijnt op
9 mei 2024
Beschouwingen > Buitenlandse zaken delen printen terug
Mijn eerste demo Paul Bordewijk

2114BS Eerste demoVan 1954 tot 1960 zat ik op het Haagse gymnasium, dus in de jaren vijftig. Later werd dat beschouwd als een hele saaie periode, maar dat was het toch echt niet. Het was een periode waarin de welvaart steeg en nieuwe ontwikkelingen de mensen bereikten. Dat was vooral opmerkelijk omdat vlak daarvoor Nederland de soevereiniteit over Indonesië had overgedragen, en de tegenstanders daarvan grote economische nadelen voor Nederland verwachtten: Indië verloren, rampspoed geboren.
De toegenomen welvaart uitte zich onder meer in het weer op gang komen van het buitenlandse toerisme, en dat richtte zich in sterke mate op Parijs, dat alles beloofde wat er in Nederland niet was, van stokbroden tot striptease. Toen mijn ouders in 1953 weer een auto hadden was Parijs de eerste buitenlandse bestemming. Zeer populair waren de reizen naar Parijs inclusief hotelverblijf die de Nederlandse Spoorwegen organiseerden, waarvoor je overigens wel getrouwd moest zijn.

Mieters Parijs

Toen mijn leraar aan de muziekschool met vakantie in Parijs was geweest, besteedde hij een hele les aan zijn ervaringen aldaar, in plaats van aan de theorie van de toonladders. In haar boek Parijse feesten beschreef Ethel Portnoy de Nederlandse kunstenaarskolonie in Parijs in de jaren vijftig. Uitgeverij Bruna gaf verschillende Zwarte Beertjes uit gewijd aan Parijs. En het Schiedams Museum organiseerde in 2004 een tentoonstelling van foto’s van Nederlandse fotografen uit die tijd onder de titel Parijs was mieters. Het woordje ‘mieters’ gaf ook de sfeer van de jaren vijftig weer.
Die fascinatie voor Parijs moet ertoe geleid hebben dat een aantal leraren van mijn school in 1958 een excursie voor de klassen 4 en 5 naar Parijs organiseerden. Als 14-jarige – gunstig jarig, klas overgeslagen – zou ik de jongste deelnemer zijn. Later organiseerden gymnasia Rome-reizen, maar dat het toen Parijs was lag niet alleen aan de kosten, maar ook aan de extreme belangstelling voor die stad. De leerlingen van klas 6 moesten blokken voor het eindexamen, de andere waren te jong. Ik denk niet dat de school zoiets eerder gedaan had, zeker niet na de oorlog, en daarvóór lijkt me ook onwaarschijnlijk, vanwege de kosten. Die kosten waren ook nu niet onproblematisch, en maakten ook dat niet elke leerling meeging.

Excursie

Initiatiefnemer was de nieuwe leraar tekenen en kunstgeschiedenis G.J. Beks, een flamboyante persoonlijkheid. Die zag er ook niet tegenop de leerlingen met zijn eigen opvattingen te choqueren, zo kregen we bij de bespreking van het vrouwelijk naakt in de schilderkunst te horen dat een vrouw van dertig oud was. Dat zou tegenwoordig toch voor de nodige ophef zorgen.
De excursie zou plaats vinden in mei 1958, maar juist toen kwam de wereldpolitiek tussenbeide. Naast de Koude Oorlog was de dekolonisatie een van de belangrijke ontwikkelingen in die tijd. In Noord-Afrika kwam de bevolking in opstand tegen de Franse kolonisator, en net als tien jaar eerder in Nederland leidde dat tot hevige spanningen in het moederland. In Algerije zelf vormden witte inwoners een eigen legermacht, waar de toch al zwakke regering in Parijs weinig tegenin kon brengen.
Charles de Gaulle, die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Engeland het Franse verzet had geleid, maar zich daarna teleurgesteld over de ongemakken van de democratie had teruggetrokken uit de politiek, bood zich aan als nieuwe politieke leider. ‘Je vous ai compris’ was de boodschap aan de Franse opstandelingen in Algerije. De zittende Franse president verzocht hem een nieuwe regering te vormen, die datzelfde jaar een nog steeds bestaand presidentieel stelsel invoerde, de Vijfde Republiek. Daarmee veroverde hij ook het gezag dat nodig was om Algerije onafhankelijkheid te geven. Je vous ai compris.

Wij willen naar Parijs!

Onze excursie was nu net gepland toen deze crisis op een hoogtepunt was. Je kon niet weten of er onlusten zouden uitbreken in Parijs, straatgevechten misschien, en daar moesten de leerlingen toch niet tussen terecht komen. Daarom besloot de schoolleiding dat het onverantwoord was de excursie door te laten gaan. Bij ons als leerlingen viel dat niet in goede aarde. We gingen zitten op de binnenplaats onder het roepen van “Pa, pa, pa, reis, reis, reis’. Die leuze was niet van creativiteit gespeend.
Voor mij was dat de eerste keer dat ik demonstreerde, later zouden wisselende onderwerpen volgen als de prijs van de maaltijden in de mensa en de oorlog in Vietnam. Aanvankelijk mocht het niet baten, maar een maand later was de druk van de ketel en ging de excursie alsnog door. In Parijs was op straat niets meer van politieke spanningen te merken.

----------

Het plaatje is van Marcia Meerum Terwogt.
Meer informatie: marciamt72@gmail.com



© 2024 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "Buitenlandse zaken" -
Beschouwingen > Buitenlandse zaken
Mijn eerste demo Paul Bordewijk
2114BS Eerste demoVan 1954 tot 1960 zat ik op het Haagse gymnasium, dus in de jaren vijftig. Later werd dat beschouwd als een hele saaie periode, maar dat was het toch echt niet. Het was een periode waarin de welvaart steeg en nieuwe ontwikkelingen de mensen bereikten. Dat was vooral opmerkelijk omdat vlak daarvoor Nederland de soevereiniteit over Indonesië had overgedragen, en de tegenstanders daarvan grote economische nadelen voor Nederland verwachtten: Indië verloren, rampspoed geboren.
De toegenomen welvaart uitte zich onder meer in het weer op gang komen van het buitenlandse toerisme, en dat richtte zich in sterke mate op Parijs, dat alles beloofde wat er in Nederland niet was, van stokbroden tot striptease. Toen mijn ouders in 1953 weer een auto hadden was Parijs de eerste buitenlandse bestemming. Zeer populair waren de reizen naar Parijs inclusief hotelverblijf die de Nederlandse Spoorwegen organiseerden, waarvoor je overigens wel getrouwd moest zijn.

Mieters Parijs

Toen mijn leraar aan de muziekschool met vakantie in Parijs was geweest, besteedde hij een hele les aan zijn ervaringen aldaar, in plaats van aan de theorie van de toonladders. In haar boek Parijse feesten beschreef Ethel Portnoy de Nederlandse kunstenaarskolonie in Parijs in de jaren vijftig. Uitgeverij Bruna gaf verschillende Zwarte Beertjes uit gewijd aan Parijs. En het Schiedams Museum organiseerde in 2004 een tentoonstelling van foto’s van Nederlandse fotografen uit die tijd onder de titel Parijs was mieters. Het woordje ‘mieters’ gaf ook de sfeer van de jaren vijftig weer.
Die fascinatie voor Parijs moet ertoe geleid hebben dat een aantal leraren van mijn school in 1958 een excursie voor de klassen 4 en 5 naar Parijs organiseerden. Als 14-jarige – gunstig jarig, klas overgeslagen – zou ik de jongste deelnemer zijn. Later organiseerden gymnasia Rome-reizen, maar dat het toen Parijs was lag niet alleen aan de kosten, maar ook aan de extreme belangstelling voor die stad. De leerlingen van klas 6 moesten blokken voor het eindexamen, de andere waren te jong. Ik denk niet dat de school zoiets eerder gedaan had, zeker niet na de oorlog, en daarvóór lijkt me ook onwaarschijnlijk, vanwege de kosten. Die kosten waren ook nu niet onproblematisch, en maakten ook dat niet elke leerling meeging.

Excursie

Initiatiefnemer was de nieuwe leraar tekenen en kunstgeschiedenis G.J. Beks, een flamboyante persoonlijkheid. Die zag er ook niet tegenop de leerlingen met zijn eigen opvattingen te choqueren, zo kregen we bij de bespreking van het vrouwelijk naakt in de schilderkunst te horen dat een vrouw van dertig oud was. Dat zou tegenwoordig toch voor de nodige ophef zorgen.
De excursie zou plaats vinden in mei 1958, maar juist toen kwam de wereldpolitiek tussenbeide. Naast de Koude Oorlog was de dekolonisatie een van de belangrijke ontwikkelingen in die tijd. In Noord-Afrika kwam de bevolking in opstand tegen de Franse kolonisator, en net als tien jaar eerder in Nederland leidde dat tot hevige spanningen in het moederland. In Algerije zelf vormden witte inwoners een eigen legermacht, waar de toch al zwakke regering in Parijs weinig tegenin kon brengen.
Charles de Gaulle, die tijdens de Tweede Wereldoorlog vanuit Engeland het Franse verzet had geleid, maar zich daarna teleurgesteld over de ongemakken van de democratie had teruggetrokken uit de politiek, bood zich aan als nieuwe politieke leider. ‘Je vous ai compris’ was de boodschap aan de Franse opstandelingen in Algerije. De zittende Franse president verzocht hem een nieuwe regering te vormen, die datzelfde jaar een nog steeds bestaand presidentieel stelsel invoerde, de Vijfde Republiek. Daarmee veroverde hij ook het gezag dat nodig was om Algerije onafhankelijkheid te geven. Je vous ai compris.

Wij willen naar Parijs!

Onze excursie was nu net gepland toen deze crisis op een hoogtepunt was. Je kon niet weten of er onlusten zouden uitbreken in Parijs, straatgevechten misschien, en daar moesten de leerlingen toch niet tussen terecht komen. Daarom besloot de schoolleiding dat het onverantwoord was de excursie door te laten gaan. Bij ons als leerlingen viel dat niet in goede aarde. We gingen zitten op de binnenplaats onder het roepen van “Pa, pa, pa, reis, reis, reis’. Die leuze was niet van creativiteit gespeend.
Voor mij was dat de eerste keer dat ik demonstreerde, later zouden wisselende onderwerpen volgen als de prijs van de maaltijden in de mensa en de oorlog in Vietnam. Aanvankelijk mocht het niet baten, maar een maand later was de druk van de ketel en ging de excursie alsnog door. In Parijs was op straat niets meer van politieke spanningen te merken.

----------

Het plaatje is van Marcia Meerum Terwogt.
Meer informatie: marciamt72@gmail.com

© 2024 Paul Bordewijk
powered by CJ2