archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 12
Jaargang 21
21 maart 2024
Nummer 13 verschijnt op
4 april 2024
Beschouwingen > Brief uit ... delen printen terug
De wereld van Peter Stuyvesant (2) Thomas van der Steen

1508BS WereldIn de jaren 90 van de vorige eeuw reisde mijn vriend IJsbrand in het kielzog van Boudewijn Büch de wereld over. Als geluidsman holde hij met hengel en microfoon achter de fantast aan die een van zijn vele fascinaties najoeg: verafgelegen eilanden. Als hij zich na zo’n expeditie zich weer meldde aan de kaarttafel van ons stamcafé vroegen we ‘m honderduit over St Helena, Bikini en Pitcairn. Terwijl wij ons naar ons werk hadden gesleept, zag IJsbrand het Noorderlicht, lava uit vulkanen stromen en walvissen pluimen van drie meter hoog spuiten. Jaloers wachtten we op zijn verhalen maar het enige wat hij uitbracht, tussen het naar binnen klokken van bier, was: ‘Thomas, moet jij niet delen?’

Ik lig op een leren bank op Dubai International Airport; hoe ik daar kwam vertelde ik in een vorige Leunstoel (Nr. 1409).
Ongeduldig kijk ik naar het scherm waar de vertrekkende vluchten worden aangekondigd. ‘Ping, ping, flight EK406 to Melbourne departs from T3.’ Over afzichtelijke tapijten loop ik langs schriele palmboompjes door oneindige gangen. Een fonkelende zilveren metro flitst me naar terminal 3. De rij voor mijn gate zou je eerder verwachten voor vak RR van De Kuip. De reden is het vliegtuig dat ons gaat vervoeren: de Airbus A380, het grootste passagiersvliegtuig ter wereld. Vandaag gaan er 555 mensen mee, maar als ze de 1e klas - de beau monde krijgt ruimte, kreeft, een bed en een douche! - zouden ontmantelen, kunnen er 860 in.

Als ik zit, gaan de deuren dicht voor de komende 14 uur. Dat is grofweg twee werkdagen aan een stuk. Een man schuin voor me kijkt de eerste episode, seizoen 2 van Better Call Saul, die zit de komende 10 uur geramd. Heb ik al gezien, net als veel van de voorradige films. Of ze zijn Chinees, uit Bollywood, oninteressant of domweg slecht. Ik slaap overal behalve, inderdaad, in een vliegtuig. Berustend kijk ik naar mijn scherm, een klein vliegtuigje kruipt over een onmetelijke Indische Oceaan.

Het geratel, gewrik, geduw en getrek, van en aan cateringtrolleys begint meteen. De 21e eeuw, zo’n modern vliegtuig en dan nog steeds die ouderwetse karretjes. Ik kijk naar de hemel van de lange huls waarin we zitten. Daar kan met gemak een monorail hangen waar vanaf computergestuurde versnaperingen aan de passagiers geserveerd kunnen worden. Dan hoef ik me ook niet meer te ergeren aan die ijzige glimlach van stewardessen.
Uren later fluistert mijn topografisch instinct dat we de evenaar naderen. Ik kruis ‘m voor het eerst, maar er is geen ritueel, geen oorlam, het wordt zelfs niet meegedeeld door de captain.
Het vliegtuig is in rust, de schermen voor de ramen dicht, de lichten gedempt, er is maar één die oplet en dat ben ik. Het gesnurk om me heen, het heen en weer schuiven op steeds maar diezelfde stoel, mijn slapende benen (ja, zij wel!) het monotone gegons van de motoren; zo langzamerhand wordt het ondraaglijk. Na 9 uur speelt mijn claustrofobie ook op; ach, nog maar 5 uur. Dat er niet minimaal één passagier per vlucht gedwangbuisd moet worden afgevoerd is mij een raadsel.

De zon gaat op, de anderen ontwaken, het lijkt waarachtig dat de daling wordt ingezet. Het gepiep van de banden op de landingsbaan klinkt als een symfonie. Taxiën gaat tergend langzaam, het schuifelen naar de slurf evenzo. Eindelijk ben ik in Australië, in 24 uur hebben mijn voeten drie continenten getoucheerd. Ik pak mijn koffer van de band en loop naar de uitgang. Er zijn er twee, voor de ene staat een enkeling, voor de andere staat een rij die zo lang is dat-ie zich als een slang door de ruimte kronkelt. Volslagen murw verleng ik de slang en plof op mijn koffer.

Vrijdagmiddag vertrok ik uit een zomers Hilversum, ik ril op zondagochtend in een winters Melbourne. Eindelijk begrijp ik IJsbrand; lieve hemel, wat heb ik zin in een biertje en hé IJsbrand, moet jij niet delen?

------
Het plaatje is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl


© 2018 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Brief uit ..." -
Beschouwingen > Brief uit ...
De wereld van Peter Stuyvesant (2) Thomas van der Steen
1508BS WereldIn de jaren 90 van de vorige eeuw reisde mijn vriend IJsbrand in het kielzog van Boudewijn Büch de wereld over. Als geluidsman holde hij met hengel en microfoon achter de fantast aan die een van zijn vele fascinaties najoeg: verafgelegen eilanden. Als hij zich na zo’n expeditie zich weer meldde aan de kaarttafel van ons stamcafé vroegen we ‘m honderduit over St Helena, Bikini en Pitcairn. Terwijl wij ons naar ons werk hadden gesleept, zag IJsbrand het Noorderlicht, lava uit vulkanen stromen en walvissen pluimen van drie meter hoog spuiten. Jaloers wachtten we op zijn verhalen maar het enige wat hij uitbracht, tussen het naar binnen klokken van bier, was: ‘Thomas, moet jij niet delen?’

Ik lig op een leren bank op Dubai International Airport; hoe ik daar kwam vertelde ik in een vorige Leunstoel (Nr. 1409).
Ongeduldig kijk ik naar het scherm waar de vertrekkende vluchten worden aangekondigd. ‘Ping, ping, flight EK406 to Melbourne departs from T3.’ Over afzichtelijke tapijten loop ik langs schriele palmboompjes door oneindige gangen. Een fonkelende zilveren metro flitst me naar terminal 3. De rij voor mijn gate zou je eerder verwachten voor vak RR van De Kuip. De reden is het vliegtuig dat ons gaat vervoeren: de Airbus A380, het grootste passagiersvliegtuig ter wereld. Vandaag gaan er 555 mensen mee, maar als ze de 1e klas - de beau monde krijgt ruimte, kreeft, een bed en een douche! - zouden ontmantelen, kunnen er 860 in.

Als ik zit, gaan de deuren dicht voor de komende 14 uur. Dat is grofweg twee werkdagen aan een stuk. Een man schuin voor me kijkt de eerste episode, seizoen 2 van Better Call Saul, die zit de komende 10 uur geramd. Heb ik al gezien, net als veel van de voorradige films. Of ze zijn Chinees, uit Bollywood, oninteressant of domweg slecht. Ik slaap overal behalve, inderdaad, in een vliegtuig. Berustend kijk ik naar mijn scherm, een klein vliegtuigje kruipt over een onmetelijke Indische Oceaan.

Het geratel, gewrik, geduw en getrek, van en aan cateringtrolleys begint meteen. De 21e eeuw, zo’n modern vliegtuig en dan nog steeds die ouderwetse karretjes. Ik kijk naar de hemel van de lange huls waarin we zitten. Daar kan met gemak een monorail hangen waar vanaf computergestuurde versnaperingen aan de passagiers geserveerd kunnen worden. Dan hoef ik me ook niet meer te ergeren aan die ijzige glimlach van stewardessen.
Uren later fluistert mijn topografisch instinct dat we de evenaar naderen. Ik kruis ‘m voor het eerst, maar er is geen ritueel, geen oorlam, het wordt zelfs niet meegedeeld door de captain.
Het vliegtuig is in rust, de schermen voor de ramen dicht, de lichten gedempt, er is maar één die oplet en dat ben ik. Het gesnurk om me heen, het heen en weer schuiven op steeds maar diezelfde stoel, mijn slapende benen (ja, zij wel!) het monotone gegons van de motoren; zo langzamerhand wordt het ondraaglijk. Na 9 uur speelt mijn claustrofobie ook op; ach, nog maar 5 uur. Dat er niet minimaal één passagier per vlucht gedwangbuisd moet worden afgevoerd is mij een raadsel.

De zon gaat op, de anderen ontwaken, het lijkt waarachtig dat de daling wordt ingezet. Het gepiep van de banden op de landingsbaan klinkt als een symfonie. Taxiën gaat tergend langzaam, het schuifelen naar de slurf evenzo. Eindelijk ben ik in Australië, in 24 uur hebben mijn voeten drie continenten getoucheerd. Ik pak mijn koffer van de band en loop naar de uitgang. Er zijn er twee, voor de ene staat een enkeling, voor de andere staat een rij die zo lang is dat-ie zich als een slang door de ruimte kronkelt. Volslagen murw verleng ik de slang en plof op mijn koffer.

Vrijdagmiddag vertrok ik uit een zomers Hilversum, ik ril op zondagochtend in een winters Melbourne. Eindelijk begrijp ik IJsbrand; lieve hemel, wat heb ik zin in een biertje en hé IJsbrand, moet jij niet delen?

------
Het plaatje is van Linda Hulshof
Meer informatie op: www.lindahulshof.nl
© 2018 Thomas van der Steen
powered by CJ2