archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 14
Jaargang 21
18 april 2024
Nummer 15 verschijnt op
9 mei 2024
Beschouwingen > In de polder delen printen terug
De terugval van links Paul Bordewijk

2112BS Terugval
Bij de laatste Tweede-Kamerverkiezingen hebben de linkse partijen (incl. D66 en Volt) gezamenlijk 18 zetels verloren. Weliswaar won de gezamenlijke lijst van GroenLinks en PvdA 8 zetels, maar dat ging ten koste van andere linkse partijen zoals D66 en de SP, terwijl PVV en NSC de echte winnaars waren. Toch kun je niet over de hele linie spreken van een rechts opinieklimaat, veel mensen staan achter de verhoging van het minimumloon en de afschaffing van de verhuurdersheffing, of willen af van het eigen risico in de ziektekostenverzekering.

Het is niet uniek dat een links opinieklimaat niet leidt tot electoraal succes voor links. In de jaren zestig was er een links opinieklimaat, maar leed de PvdA zware electorale nederlagen. Het linkse opinieklimaat kwam toen tot uitdrukking in het beleid van de rechtse regeringen, die het gras wegmaaiden voor de voeten van het kabinet Den Uyl. In de jaren tachtig daarentegen verhinderde het rechtse opinieklimaat niet dat de PvdA zijn op een na grootste verkiezingssucces boekte (52 zetels in 1986).

Ik zie drie redenen waarom links als geheel deze keer niet van het linkse opinieklimaat wist te profiteren: de loden last van Rutte II, het disfunctioneren van de overheid, en de kloof tussen linkse politici en de traditionele achterban van de linkse partijen.

De loden last van Rutte II

Van 2012 tot 2017 werkten PvdA en VVD samen in het tweede kabinet Rutte. Dat kabinet had een ideologische voorkeur voor een kleinere overheid, en bezuinigde in een tijd dat de economie juist vroeg om overheidsuitgaven. Jeroen Dijsselbloem bleek de beste minister van Financiën die de VVD zich ooit had kunnen wensen. Het resultaat was dat de PvdA een unieke terugval maakte, van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer. De PvdA is daar nooit meer overheen gekomen: vertrouwen komt te voet, en gaat te paard. Nog steeds heeft de PvdA geen duidelijk verhaal over Rutte II: voerde het nu een goed beleid dat door de kiezers onvoldoende gewaardeerd werd, of was het achteraf bezien een grote vergissing? Liever doet men alsof het kabinet nooit bestaan heeft, maar daarmee onderschat men de kiezers.

Traditioneel pleiten de linkse partijen, en met name de PvdA voor een sterke overheid, die beter in staat is allerlei – niet alle – problemen aan te pakken dan de vrije markt. We worden echter geconfronteerd met een overheid die aan alle kanten faalt. Denk aan het toeslagenschandaal, de gaswinning, de woningnood, het onderwijs, de ondermijning door de georganiseerde misdaad. Recent is daar nog bij gekomen het onvermogen voldoende elektriciteit te distribueren. Dit slaat onvermijdelijk terug op de partijen die hun hoop gevestigd hebben op de overheid voor de oplossing van de grote problemen in de samenleving.

De kloof

En dan is er de kloof tussen de linkse partijen zelf en hun natuurlijke aanhang. GroenLinks en PvdA zijn steeds meer rijkeluispartijen geworden. Bij de recente Kamerverkiezingen ging de combinatie GroenLinks-PvdA in het rijke Bloemendaal van 12,6 naar 17,8%, terwijl men in het arme Pekela terugging van 12,9 naar 9,5%. In Bloemendaal zijn de kiezers vooral hoog opgeleid, in Pekela laag opgeleid. Je mag aannemen dat in beide plaatsen de kiezers van GroenLinks-PvdA meer sociaal-economische gelijkheid willen. Maar ik denk dat er ook verschillen zijn, dat de linkse kiezer in Bloemendaal meer gemotiveerd wordt door allerlei culturele programmapunten, zoals ontwikkelingssamenwerking, LHBTI rechten of het accepteren van asielzoekers. Het is ook makkelijker een regenboogvlag te hijsen op het stadhuis dan de woningnood op te lossen. Kaderleden van de PvdA zijn hoger opgeleid dan de kiezers, en lijken dus meer op de kiezers in Bloemendaal dan die in Pekela. Linkse kiezers in Pekela wijken daardoor eerder uit naar cultureel rechtsere partijen dan die in Bloemendaal, en dat is precies wat we zien gebeuren.

Het zal de nieuwe partijcombinatie niet meevallen om aan dit alles wat te doen. Het kabinet Rutte II valt niet uit te wissen, al kan het misschien helpen om meer na te denken hoe om te gaan met dit stuk partijgeschiedenis. We mogen hopen dat het zal lukken tot een beter functionerende overheid te komen, maar dat kan niet bij motie geregeld worden. En het zijn de actieve leden van de PvdA die bepalen welke nadruk culturele issues krijgen in de presentatie van de PvdA. Ook dat valt niet van bovenaf te wijzigen, en dat is met de fusie met GroenLinks voor de PvdA ook niet gemakkelijker geworden. Terugwinnen wat verloren is gegaan is daarmee al moeilijk genoeg, en de oude tijd waarin de linkse partijen boven de 40% zaten zal niet snel terugkeren.  

----------

De illustratie bestaat uit een combinatie van oude schetsen van Henk Klaren



© 2024 Paul Bordewijk meer Paul Bordewijk - meer "In de polder" -
Beschouwingen > In de polder
De terugval van links Paul Bordewijk
2112BS Terugval
Bij de laatste Tweede-Kamerverkiezingen hebben de linkse partijen (incl. D66 en Volt) gezamenlijk 18 zetels verloren. Weliswaar won de gezamenlijke lijst van GroenLinks en PvdA 8 zetels, maar dat ging ten koste van andere linkse partijen zoals D66 en de SP, terwijl PVV en NSC de echte winnaars waren. Toch kun je niet over de hele linie spreken van een rechts opinieklimaat, veel mensen staan achter de verhoging van het minimumloon en de afschaffing van de verhuurdersheffing, of willen af van het eigen risico in de ziektekostenverzekering.

Het is niet uniek dat een links opinieklimaat niet leidt tot electoraal succes voor links. In de jaren zestig was er een links opinieklimaat, maar leed de PvdA zware electorale nederlagen. Het linkse opinieklimaat kwam toen tot uitdrukking in het beleid van de rechtse regeringen, die het gras wegmaaiden voor de voeten van het kabinet Den Uyl. In de jaren tachtig daarentegen verhinderde het rechtse opinieklimaat niet dat de PvdA zijn op een na grootste verkiezingssucces boekte (52 zetels in 1986).

Ik zie drie redenen waarom links als geheel deze keer niet van het linkse opinieklimaat wist te profiteren: de loden last van Rutte II, het disfunctioneren van de overheid, en de kloof tussen linkse politici en de traditionele achterban van de linkse partijen.

De loden last van Rutte II

Van 2012 tot 2017 werkten PvdA en VVD samen in het tweede kabinet Rutte. Dat kabinet had een ideologische voorkeur voor een kleinere overheid, en bezuinigde in een tijd dat de economie juist vroeg om overheidsuitgaven. Jeroen Dijsselbloem bleek de beste minister van Financiën die de VVD zich ooit had kunnen wensen. Het resultaat was dat de PvdA een unieke terugval maakte, van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer. De PvdA is daar nooit meer overheen gekomen: vertrouwen komt te voet, en gaat te paard. Nog steeds heeft de PvdA geen duidelijk verhaal over Rutte II: voerde het nu een goed beleid dat door de kiezers onvoldoende gewaardeerd werd, of was het achteraf bezien een grote vergissing? Liever doet men alsof het kabinet nooit bestaan heeft, maar daarmee onderschat men de kiezers.

Traditioneel pleiten de linkse partijen, en met name de PvdA voor een sterke overheid, die beter in staat is allerlei – niet alle – problemen aan te pakken dan de vrije markt. We worden echter geconfronteerd met een overheid die aan alle kanten faalt. Denk aan het toeslagenschandaal, de gaswinning, de woningnood, het onderwijs, de ondermijning door de georganiseerde misdaad. Recent is daar nog bij gekomen het onvermogen voldoende elektriciteit te distribueren. Dit slaat onvermijdelijk terug op de partijen die hun hoop gevestigd hebben op de overheid voor de oplossing van de grote problemen in de samenleving.

De kloof

En dan is er de kloof tussen de linkse partijen zelf en hun natuurlijke aanhang. GroenLinks en PvdA zijn steeds meer rijkeluispartijen geworden. Bij de recente Kamerverkiezingen ging de combinatie GroenLinks-PvdA in het rijke Bloemendaal van 12,6 naar 17,8%, terwijl men in het arme Pekela terugging van 12,9 naar 9,5%. In Bloemendaal zijn de kiezers vooral hoog opgeleid, in Pekela laag opgeleid. Je mag aannemen dat in beide plaatsen de kiezers van GroenLinks-PvdA meer sociaal-economische gelijkheid willen. Maar ik denk dat er ook verschillen zijn, dat de linkse kiezer in Bloemendaal meer gemotiveerd wordt door allerlei culturele programmapunten, zoals ontwikkelingssamenwerking, LHBTI rechten of het accepteren van asielzoekers. Het is ook makkelijker een regenboogvlag te hijsen op het stadhuis dan de woningnood op te lossen. Kaderleden van de PvdA zijn hoger opgeleid dan de kiezers, en lijken dus meer op de kiezers in Bloemendaal dan die in Pekela. Linkse kiezers in Pekela wijken daardoor eerder uit naar cultureel rechtsere partijen dan die in Bloemendaal, en dat is precies wat we zien gebeuren.

Het zal de nieuwe partijcombinatie niet meevallen om aan dit alles wat te doen. Het kabinet Rutte II valt niet uit te wissen, al kan het misschien helpen om meer na te denken hoe om te gaan met dit stuk partijgeschiedenis. We mogen hopen dat het zal lukken tot een beter functionerende overheid te komen, maar dat kan niet bij motie geregeld worden. En het zijn de actieve leden van de PvdA die bepalen welke nadruk culturele issues krijgen in de presentatie van de PvdA. Ook dat valt niet van bovenaf te wijzigen, en dat is met de fusie met GroenLinks voor de PvdA ook niet gemakkelijker geworden. Terugwinnen wat verloren is gegaan is daarmee al moeilijk genoeg, en de oude tijd waarin de linkse partijen boven de 40% zaten zal niet snel terugkeren.  

----------

De illustratie bestaat uit een combinatie van oude schetsen van Henk Klaren

© 2024 Paul Bordewijk
powered by CJ2