archiefvorig nr.lopend nr.

Nummer 15
Jaargang 21
9 mei 2024
Nummer 16 verschijnt op
30 mei 2024
Vermaak en Genot > Naar de film delen printen terug
Civil War Thomas van der Steen

2115VG Civil WarNou, dan maar naar de film. Als het Onze-Lieve-Heer behaagt om het sinds oktober te laten regenen, moet ik wel. Een nieuwe burgeroorlog in de Verenigde Staten acht ik niet ondenkbaar omdat er meer wapens dan mensen zijn. Het land is een kruitvat en er loopt een man rond die met lucifers speelt.
Daarom ga ik naar de film Civil War.

Eerst kijken of ‘ie op een van onze streamers staat, no way. Nou, dan zal de film wel draaien in ons eigen Hilversumse Filmtheater, yeah, you wish. Uiteindelijk moet ik naar Pathé in Amersfoort, zo’n megabioscoop, you know. Ik heb er nou eenmaal mijn zinnen op gezet, dus ik ga, you bet!

Ik loop voor het eerst van mijn leven zo’n enorme vierkante doos binnen waar Hollywood de scepter zwaait. QR-code scannen, poortjes open en via een roltrap kom ik in een enorme ruimte die toegang geeft tot maar liefst 8 zalen. Er is een shop waar je eten en drinken kunt kopen. Maar ik ben uit 1957 dus overleef met gemak twee uur zonder milkshake en emmer popcorn. Als ik zaal 2 betreed blijkt die leeg. Uit de zee van stoelen kies ik de middelste. Zo keken Hitler, Stalin en Gaddafi natuurlijk ook naar films: in hun dooie eentje op rood pluche.

De film

Ik ga niets spoilen, nou één seconde dan. De film is geen oorlogsfilm, meer een roadmovie. Vier journalisten zitten in de auto op weg naar Washington D.C. De president ligt onder vuur, zijn val is onvermijdelijk. Joel is een ervaren journalist die nog een quote van de president wil. Lee is fotojournaliste, net zo door de wol geverfd, en zij wil dé foto maken van de president voor het te laat is. Zij zitten voorin, achterin zitten Sammy - gepensioneerde reporter - en Jessie. Zij wil het vak leren van haar idool Lee. De twee achterin zijn ballast, Sammy is oud en dik, Jessie eigenlijk nog een kind.

De burgeroorlog vormt het decor van het verhaal, een barbaars decor. Het zijn journalisten dus zij registreren alleen maar en hebben geen oordeel. Het eerste schot valt, het geluid splijt als een kogel de lucht van de zaal. Ik schrik me wezenloos, zo hard. Het geluid van Civil War zou Oscarwaardig zijn, het is in ieder geval genadeloos hard. We zien Amerika in totale anarchie. Milities trekken schouder aan schouder op maar keren zich met het grootste gemak weer tegen elkaar. Ik ben een gelouterde kijker van oorlogsfilms en -docu’s maar de totale willekeur van geweld valt mij zwaar. Bij een grimmig incident onderweg komt dat tot een beestachtig hoogtepunt. Acteur Jesse Plemons, uitgedost met oranje zonnebril, speelt Satan met verve.

Kirsten Dunst speelt Lee, de fotografe. Door gruwelijke flashbacks zien we waarom zij haar door verbeten trekken getekende gezicht verschuilt achter haar camera. Jarenlang zag zij onmenselijk leed door haar zoeker. Zij en Joel spreken uitsluitend in cynische en sarcastische zinnen. Nee dan Jessie, die is nog groen en na weer een levensbedreigende situatie, ontvalt haar het platgeslagen cliché: ‘Never felt more scared and so alive at the same time.’

SPOILER ALERT!

Ze rijden een dorp in West Virginia binnen, de sfeer is surreëel want juist vredig. In een vintagewinkeltje wordt Lee door Jessie gedwongen een jurk te passen. ‘Kijk dan in de spiegel hoe mooi die je staat, ik neem een foto van je.’ Lee weert af maar zwicht uiteindelijk. Alle smart en bitterheid glijdt van haar gezicht en ze glimlacht.
Daar zit ik dan, in een lege zaal met een brok in mijn keel en een traan op mijn wang.

Zij rijden verder naar Washington maar de film slaat af naar Hollywood, jammer.

---------

De foto is van de schrijver.


© 2024 Thomas van der Steen meer Thomas van der Steen - meer "Naar de film" -
Vermaak en Genot > Naar de film
Civil War Thomas van der Steen
2115VG Civil WarNou, dan maar naar de film. Als het Onze-Lieve-Heer behaagt om het sinds oktober te laten regenen, moet ik wel. Een nieuwe burgeroorlog in de Verenigde Staten acht ik niet ondenkbaar omdat er meer wapens dan mensen zijn. Het land is een kruitvat en er loopt een man rond die met lucifers speelt.
Daarom ga ik naar de film Civil War.

Eerst kijken of ‘ie op een van onze streamers staat, no way. Nou, dan zal de film wel draaien in ons eigen Hilversumse Filmtheater, yeah, you wish. Uiteindelijk moet ik naar Pathé in Amersfoort, zo’n megabioscoop, you know. Ik heb er nou eenmaal mijn zinnen op gezet, dus ik ga, you bet!

Ik loop voor het eerst van mijn leven zo’n enorme vierkante doos binnen waar Hollywood de scepter zwaait. QR-code scannen, poortjes open en via een roltrap kom ik in een enorme ruimte die toegang geeft tot maar liefst 8 zalen. Er is een shop waar je eten en drinken kunt kopen. Maar ik ben uit 1957 dus overleef met gemak twee uur zonder milkshake en emmer popcorn. Als ik zaal 2 betreed blijkt die leeg. Uit de zee van stoelen kies ik de middelste. Zo keken Hitler, Stalin en Gaddafi natuurlijk ook naar films: in hun dooie eentje op rood pluche.

De film

Ik ga niets spoilen, nou één seconde dan. De film is geen oorlogsfilm, meer een roadmovie. Vier journalisten zitten in de auto op weg naar Washington D.C. De president ligt onder vuur, zijn val is onvermijdelijk. Joel is een ervaren journalist die nog een quote van de president wil. Lee is fotojournaliste, net zo door de wol geverfd, en zij wil dé foto maken van de president voor het te laat is. Zij zitten voorin, achterin zitten Sammy - gepensioneerde reporter - en Jessie. Zij wil het vak leren van haar idool Lee. De twee achterin zijn ballast, Sammy is oud en dik, Jessie eigenlijk nog een kind.

De burgeroorlog vormt het decor van het verhaal, een barbaars decor. Het zijn journalisten dus zij registreren alleen maar en hebben geen oordeel. Het eerste schot valt, het geluid splijt als een kogel de lucht van de zaal. Ik schrik me wezenloos, zo hard. Het geluid van Civil War zou Oscarwaardig zijn, het is in ieder geval genadeloos hard. We zien Amerika in totale anarchie. Milities trekken schouder aan schouder op maar keren zich met het grootste gemak weer tegen elkaar. Ik ben een gelouterde kijker van oorlogsfilms en -docu’s maar de totale willekeur van geweld valt mij zwaar. Bij een grimmig incident onderweg komt dat tot een beestachtig hoogtepunt. Acteur Jesse Plemons, uitgedost met oranje zonnebril, speelt Satan met verve.

Kirsten Dunst speelt Lee, de fotografe. Door gruwelijke flashbacks zien we waarom zij haar door verbeten trekken getekende gezicht verschuilt achter haar camera. Jarenlang zag zij onmenselijk leed door haar zoeker. Zij en Joel spreken uitsluitend in cynische en sarcastische zinnen. Nee dan Jessie, die is nog groen en na weer een levensbedreigende situatie, ontvalt haar het platgeslagen cliché: ‘Never felt more scared and so alive at the same time.’

SPOILER ALERT!

Ze rijden een dorp in West Virginia binnen, de sfeer is surreëel want juist vredig. In een vintagewinkeltje wordt Lee door Jessie gedwongen een jurk te passen. ‘Kijk dan in de spiegel hoe mooi die je staat, ik neem een foto van je.’ Lee weert af maar zwicht uiteindelijk. Alle smart en bitterheid glijdt van haar gezicht en ze glimlacht.
Daar zit ik dan, in een lege zaal met een brok in mijn keel en een traan op mijn wang.

Zij rijden verder naar Washington maar de film slaat af naar Hollywood, jammer.

---------

De foto is van de schrijver.
© 2024 Thomas van der Steen
powered by CJ2