archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Mode delen printen terug
Vijftig tasjes Marianne Bernard

0215 Vijftig tasjes
Lang geleden schreef Renate Rubinstein eens een grappig stukje over de zinloosheid van de damestas. Ze had een mannencolbert gekocht en dat bleek vol met zakken en binnenzakken te zitten. Nu kon zij met gemak al haar spullen meenemen en was haar handtas overbodig geworden. Nooit meer zou ze zo stom zijn om met een ‘tasje’ te lopen. Ze kreeg meteen het verbluffende inzicht dat dit de verklaring moest zijn waarom mannen succesvol zijn in het leven en vrouwen zich al eeuwen laten onderdrukken.

Wat is het nut van de damestas? Wat zit er zoal in?
Je hebt om te beginnen altijd een vast aantal noodzakelijke dingen bij je: je portemonnee, diverse betaalpasjes, sinds kort ook een identiteitsbewijs, je openbaar-vervoerpasje, sleutels, je telefoontje, een kam, een klein toilettasje met lippenstift, poederdoos en mascara, en een agenda. In de goede oude tijd had je ook nog een pakje sigaretten plus aansteker bij je. Verbeeld je nu even dat je een mooi jasje wilt aantrekken en serieus probeert al die spullen in je zakken te stoppen – dan moet je je eerst voorstellen dat er überhaupt binnenzakken in zitten. Het zou afschuwelijk staan, niet alleen worden al die volgepropte zakken dikke bobbels, dus erg lelijk om te zien, maar ze verpesten ook de mooie pasvorm van het jasje – het is in no time een uitgezakt vod.

Zo gaat dat inderdaad vaak met mannencolberts. Bovendien hebben mannen nogal eens meer spullen dan in hun zakken passen. Hoe vaak moet ik niet de agenda of sigarenkoker van mijn man in mijn handtas meenemen? En waar moet je je spullen laten als je geen jasje aanhebt, maar gewoon een bloes of trui? Voor sportieve mannen is daartoe sinds kort de zogenaamde cargobroek bedacht met klepzakken op de pijpen.

Maar er is met tassen meer aan de hand. Om te beginnen zijn tassen – net als schoenen – aan mode onderhevig. De handtas van Margaret Thatcher, die indertijd zo karakteristiek voor haar was, is nu echt ouderwets. Iedereen begrijpt dat zo’n tas niet meer kan. Zelfs tasjes die vijf jaar geleden de grote rage waren, zoals bij voorbeeld de Fendi baguette, zijn nu al weer volkomen gedateerd. Niet dat ik er ooit één heb bezeten, maar het gaat even om het idee. Niet iedereen loopt – zeker in Nederland – met een dure echte designer tas, dus daarmee omzeil je meteen het grote probleem. Wij kopen hoogstens een imitatie Gucci of Prada op de markt of bij de Bijenkorf, en die kan na een tijdje zonder hartenpijn weer weg.

Wel is er een verschil tussen de gewone daagse tas en het tasje dat je ’s avonds meeneemt als je uitgaat. De gewone tas moet vooral praktisch zijn, veel vakken (met ritsen) hebben en een makkelijke schouderriem, zodat je je handen vrij hebt bij het lopen of fietsen. Hij moet er wel een beetje chic uitzien: hij bepaalt het beeld dat je uitstraalt. Naast je kleding geven je tas en je schoenen immers signalen over je status, je smaak en je persoonlijkheid. Naast die daagse tas wil je om uit te gaan, bij je mooie kleding, een veel kleiner tasje, dat veel modieuzer kan zijn. Daar hoeft ook niet alles in: geen toilettasje maar alleen een losse lippenstift, geen portemonnee maar wat kleingeld, en je agenda kan ook thuisblijven. Dat feestelijke tasje moet natuurlijk passen bij je jurk en je schoenen. Daarom heb je er veel meer dan één nodig. Het liefst bij elke outfit één.

Verder is er – net als bij schoenen - een wezenlijk verschil tussen zomer- en wintertassen. Een grote zwarte tas is nu eenmaal niet zomers, dan wil je liever een lichter gekleurde tas bij je witte blazertje. En zo ga je inderdaad van kwaad tot erger en kunnen tassen tot net zo’n koopverslaving leiden als schoenen. Er zijn vrouwen die er wel vijftig bezitten. Er is altijd wel een nieuw model dat je absoluut moet hebben.

Mijn man is helemaal eens met de ideeën van Renate Rubinstein; hij vindt een tas een nutteloos voorwerp. Hij trekt me onmiddellijk mee als ik even voor de etalage van een tassenwinkel stilsta. Iedere keer als ik een leuk modieus tasje heb gekocht, kan ik rekenen op zijn diepe verontwaardiging.





© 2005 Marianne Bernard meer Marianne Bernard - meer "Mode" -
Bezigheden > Mode
Vijftig tasjes Marianne Bernard
0215 Vijftig tasjes
Lang geleden schreef Renate Rubinstein eens een grappig stukje over de zinloosheid van de damestas. Ze had een mannencolbert gekocht en dat bleek vol met zakken en binnenzakken te zitten. Nu kon zij met gemak al haar spullen meenemen en was haar handtas overbodig geworden. Nooit meer zou ze zo stom zijn om met een ‘tasje’ te lopen. Ze kreeg meteen het verbluffende inzicht dat dit de verklaring moest zijn waarom mannen succesvol zijn in het leven en vrouwen zich al eeuwen laten onderdrukken.

Wat is het nut van de damestas? Wat zit er zoal in?
Je hebt om te beginnen altijd een vast aantal noodzakelijke dingen bij je: je portemonnee, diverse betaalpasjes, sinds kort ook een identiteitsbewijs, je openbaar-vervoerpasje, sleutels, je telefoontje, een kam, een klein toilettasje met lippenstift, poederdoos en mascara, en een agenda. In de goede oude tijd had je ook nog een pakje sigaretten plus aansteker bij je. Verbeeld je nu even dat je een mooi jasje wilt aantrekken en serieus probeert al die spullen in je zakken te stoppen – dan moet je je eerst voorstellen dat er überhaupt binnenzakken in zitten. Het zou afschuwelijk staan, niet alleen worden al die volgepropte zakken dikke bobbels, dus erg lelijk om te zien, maar ze verpesten ook de mooie pasvorm van het jasje – het is in no time een uitgezakt vod.

Zo gaat dat inderdaad vaak met mannencolberts. Bovendien hebben mannen nogal eens meer spullen dan in hun zakken passen. Hoe vaak moet ik niet de agenda of sigarenkoker van mijn man in mijn handtas meenemen? En waar moet je je spullen laten als je geen jasje aanhebt, maar gewoon een bloes of trui? Voor sportieve mannen is daartoe sinds kort de zogenaamde cargobroek bedacht met klepzakken op de pijpen.

Maar er is met tassen meer aan de hand. Om te beginnen zijn tassen – net als schoenen – aan mode onderhevig. De handtas van Margaret Thatcher, die indertijd zo karakteristiek voor haar was, is nu echt ouderwets. Iedereen begrijpt dat zo’n tas niet meer kan. Zelfs tasjes die vijf jaar geleden de grote rage waren, zoals bij voorbeeld de Fendi baguette, zijn nu al weer volkomen gedateerd. Niet dat ik er ooit één heb bezeten, maar het gaat even om het idee. Niet iedereen loopt – zeker in Nederland – met een dure echte designer tas, dus daarmee omzeil je meteen het grote probleem. Wij kopen hoogstens een imitatie Gucci of Prada op de markt of bij de Bijenkorf, en die kan na een tijdje zonder hartenpijn weer weg.

Wel is er een verschil tussen de gewone daagse tas en het tasje dat je ’s avonds meeneemt als je uitgaat. De gewone tas moet vooral praktisch zijn, veel vakken (met ritsen) hebben en een makkelijke schouderriem, zodat je je handen vrij hebt bij het lopen of fietsen. Hij moet er wel een beetje chic uitzien: hij bepaalt het beeld dat je uitstraalt. Naast je kleding geven je tas en je schoenen immers signalen over je status, je smaak en je persoonlijkheid. Naast die daagse tas wil je om uit te gaan, bij je mooie kleding, een veel kleiner tasje, dat veel modieuzer kan zijn. Daar hoeft ook niet alles in: geen toilettasje maar alleen een losse lippenstift, geen portemonnee maar wat kleingeld, en je agenda kan ook thuisblijven. Dat feestelijke tasje moet natuurlijk passen bij je jurk en je schoenen. Daarom heb je er veel meer dan één nodig. Het liefst bij elke outfit één.

Verder is er – net als bij schoenen - een wezenlijk verschil tussen zomer- en wintertassen. Een grote zwarte tas is nu eenmaal niet zomers, dan wil je liever een lichter gekleurde tas bij je witte blazertje. En zo ga je inderdaad van kwaad tot erger en kunnen tassen tot net zo’n koopverslaving leiden als schoenen. Er zijn vrouwen die er wel vijftig bezitten. Er is altijd wel een nieuw model dat je absoluut moet hebben.

Mijn man is helemaal eens met de ideeën van Renate Rubinstein; hij vindt een tas een nutteloos voorwerp. Hij trekt me onmiddellijk mee als ik even voor de etalage van een tassenwinkel stilsta. Iedere keer als ik een leuk modieus tasje heb gekocht, kan ik rekenen op zijn diepe verontwaardiging.



© 2005 Marianne Bernard
powered by CJ2