archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Een reisje langs de Rijn, rijn, rijn Frits Hoorweg

1004BZ Rijn2
De Rijn komt ons land binnen bij Spijk; iets ten westen daarvan ligt Tolkamer. Daar wilde ik heen, maar het valt nog niet zo mee om er te komen. Vanaf Station Arnhem tuft een bus die kant uit. Er rijdt ook een boemeltje, maar vanaf Zevenaar ben je dan toch weer op diezelfde bus aangewezen. Ik besloot het radicaal anders aan te pakken: via Nijmegen te reizen en van daar stroomopwaarts te lopen. Weliswaar nog niet langs de Rijn, maar door de Waal stroomt nu eenmaal voornamelijk Rijnwater, zeker daar nog.

De Waalkade bleek gereed te zijn gemaakt voor werkzaamheden van onduidelijke aard. Bijgevolg was het een matig genoegen er te lopen. Eenmaal onder de Waalbrug door werd dat beter, al was de hoeveelheid auto’s op het dijkje daar weer een lichte bron van ergernis. Maar ja, wie gaat er dan ook op een mooie zondag juist daar wandelen? Even later kon ik gelukkig linksaf het struweel in (de natuur heeft toch wel zijn voordelen!) om daar pas weer uit te komen in de buurt van Oortjeshekken, het hotel waar ik de nacht zou doorbrengen.

Oortjeshekken afficheert zichzelf als: Hotel Restaurant Huiskamercafé en geniet in den lande enige faam. Ik was ondergebracht in Kamer 12, genaamd ‘De Opgang’, volgens een informatiepaneel aan de muur ook wel het ‘schrijverskamertje’ genoemd, omdat ‘menig schrijver hier langere tijd heeft vertoefd en zijn boeken heeft geschreven’. ‘O ja, wie dan?’ kon ik natuurlijk niet nalaten te vragen. Die vraag bleek niet een, twee, drie te beantwoorden. Uiteindelijk werd met enige aarzeling de naam Hermans genoemd. Te vrezen valt dat het niet om ‘W.F.’ gaat, maar om Toon, zoals bekend een niet onverdienstelijke cabaretier (en dichter).

De volgende ochtend vroeg straalde de zon nog niet op volle kracht, maar het was duidelijk dat hij dat wel zou gaan doen. Over de Erlecomse dam en de Duffeltdijk liep ik naar Millingen. Even daarvoor splitst de uit het Oosten afkomstige waterstroom zich in de Waal en het Pannerdensch kanaal, dat in Noordelijke richting loopt. Nou ja, splitst zich, er komt nogal wat waterbeheersingtechniek aan te pas om ervoor te zorgen dat 2/3 deel van het water via de Waal gaat en 1/3 via het kanaal. Jarenlange fine-tuning heeft geleerd dat die verdeling de waterbehoeften van de lage landen het best bevredigt, zonder dat het water op plaatsen waar dat niet gewenst is buiten de oevers treedt.

Overigens is de watermassa die hier uit het Oosten1004BZ Dijkie komt ook al een afgeleide van wat oorspronkelijk de Rijn was. De Oude Rijn boog al bij Lobith in Noordelijke richting af en liep langs Elten en vervolgens onder Babberich en Groesen langs. Hij is er nog wel, kijk maar op de kaart, maar stelt niet veel meer voor. Wat in Millingen uit het Oosten komt wordt het Bijlands Kanaal genoemd. En om deze aardrijkskundeles even af te maken: de naam (Neder)rijn komt pas kort voor Westervoort weer terug; iets verder splitst de IJssel zich af.

Even over 11.00 uur arriveerde ik al bij het voetveer van Millingen. De schipper kwam er net aan varen, dat kwam goed uit. Maar waarom schudde hij zijn hoofd zo nadrukkelijk heen en weer, intussen op zijn horloge kijkend? Dat werd duidelijk nadat hij had aangelegd en ik zijn bootje op liep. ‘Ik vaar pas weer om één uur,’ zei hij terwijl hij wanhopig probeerde iets van medelijden in zijn stem te leggen en tegelijk de kordaatheid uit te stralen van een standvastige baas die nu eenmaal een minder leuke boodschap moet brengen. ‘De winterdienstregeling,’ voegde hij eraan toe.

Mij had hij al helemaal overtuigd, maar een oudere man die net zijn fiets aan boord had gehesen had dit blijkbaar meer bij de hand gehad. ‘Dan betaal ik wel dubbel,’ zei hij, mij uitnodigend aankijkend. ‘O, ja, nee, ja,’ stamelde ik verward. Juist in eigen land valt het mij vaak moeilijk om de wereldreiziger, die ik natuurlijk wel ben, geheel tot zijn recht te laten komen. Afijn, voor de somma van € 2,80 werden wij overgezet. Aan de overkant at ik zittend op een grote steen een broodje en was er daardoor getuige van dat onze schipper nog een klantje naar de overkant bracht. Bravo, ik mag dat graag zien: een beambte met een dienstverlenende instelling.

Via een natuurgebied bereikte ik een weg met aan beide kanten water, het Bijlandskanaal rechts en een plas: De Bijland, links. Even voor Tolkamer liep er een gemarkeerd voetpad (Pieterpad, meen ik mij van vroeger te herinneren) door de uiterwaarden. Daar maakte ik wat foto’s van een paar ontroerend mooie oorlogsgraven, bijeengebracht op een minuscuul begraafplaatsje, zonder enige opsmuk. Wat een verschil met de boulevard (laat ik het maar zo noemen) van Tolkamer. Zoveel wanstaltigs heb ik nog nooit bij elkaar gezien, maar de mensen die er op de terrasjes zaten scheen het niet te deren.
 
******************************
De foto's zijn gemaakt door de schrijver


© 2012 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Een reisje langs de Rijn, rijn, rijn Frits Hoorweg
1004BZ Rijn2
De Rijn komt ons land binnen bij Spijk; iets ten westen daarvan ligt Tolkamer. Daar wilde ik heen, maar het valt nog niet zo mee om er te komen. Vanaf Station Arnhem tuft een bus die kant uit. Er rijdt ook een boemeltje, maar vanaf Zevenaar ben je dan toch weer op diezelfde bus aangewezen. Ik besloot het radicaal anders aan te pakken: via Nijmegen te reizen en van daar stroomopwaarts te lopen. Weliswaar nog niet langs de Rijn, maar door de Waal stroomt nu eenmaal voornamelijk Rijnwater, zeker daar nog.

De Waalkade bleek gereed te zijn gemaakt voor werkzaamheden van onduidelijke aard. Bijgevolg was het een matig genoegen er te lopen. Eenmaal onder de Waalbrug door werd dat beter, al was de hoeveelheid auto’s op het dijkje daar weer een lichte bron van ergernis. Maar ja, wie gaat er dan ook op een mooie zondag juist daar wandelen? Even later kon ik gelukkig linksaf het struweel in (de natuur heeft toch wel zijn voordelen!) om daar pas weer uit te komen in de buurt van Oortjeshekken, het hotel waar ik de nacht zou doorbrengen.

Oortjeshekken afficheert zichzelf als: Hotel Restaurant Huiskamercafé en geniet in den lande enige faam. Ik was ondergebracht in Kamer 12, genaamd ‘De Opgang’, volgens een informatiepaneel aan de muur ook wel het ‘schrijverskamertje’ genoemd, omdat ‘menig schrijver hier langere tijd heeft vertoefd en zijn boeken heeft geschreven’. ‘O ja, wie dan?’ kon ik natuurlijk niet nalaten te vragen. Die vraag bleek niet een, twee, drie te beantwoorden. Uiteindelijk werd met enige aarzeling de naam Hermans genoemd. Te vrezen valt dat het niet om ‘W.F.’ gaat, maar om Toon, zoals bekend een niet onverdienstelijke cabaretier (en dichter).

De volgende ochtend vroeg straalde de zon nog niet op volle kracht, maar het was duidelijk dat hij dat wel zou gaan doen. Over de Erlecomse dam en de Duffeltdijk liep ik naar Millingen. Even daarvoor splitst de uit het Oosten afkomstige waterstroom zich in de Waal en het Pannerdensch kanaal, dat in Noordelijke richting loopt. Nou ja, splitst zich, er komt nogal wat waterbeheersingtechniek aan te pas om ervoor te zorgen dat 2/3 deel van het water via de Waal gaat en 1/3 via het kanaal. Jarenlange fine-tuning heeft geleerd dat die verdeling de waterbehoeften van de lage landen het best bevredigt, zonder dat het water op plaatsen waar dat niet gewenst is buiten de oevers treedt.

Overigens is de watermassa die hier uit het Oosten1004BZ Dijkie komt ook al een afgeleide van wat oorspronkelijk de Rijn was. De Oude Rijn boog al bij Lobith in Noordelijke richting af en liep langs Elten en vervolgens onder Babberich en Groesen langs. Hij is er nog wel, kijk maar op de kaart, maar stelt niet veel meer voor. Wat in Millingen uit het Oosten komt wordt het Bijlands Kanaal genoemd. En om deze aardrijkskundeles even af te maken: de naam (Neder)rijn komt pas kort voor Westervoort weer terug; iets verder splitst de IJssel zich af.

Even over 11.00 uur arriveerde ik al bij het voetveer van Millingen. De schipper kwam er net aan varen, dat kwam goed uit. Maar waarom schudde hij zijn hoofd zo nadrukkelijk heen en weer, intussen op zijn horloge kijkend? Dat werd duidelijk nadat hij had aangelegd en ik zijn bootje op liep. ‘Ik vaar pas weer om één uur,’ zei hij terwijl hij wanhopig probeerde iets van medelijden in zijn stem te leggen en tegelijk de kordaatheid uit te stralen van een standvastige baas die nu eenmaal een minder leuke boodschap moet brengen. ‘De winterdienstregeling,’ voegde hij eraan toe.

Mij had hij al helemaal overtuigd, maar een oudere man die net zijn fiets aan boord had gehesen had dit blijkbaar meer bij de hand gehad. ‘Dan betaal ik wel dubbel,’ zei hij, mij uitnodigend aankijkend. ‘O, ja, nee, ja,’ stamelde ik verward. Juist in eigen land valt het mij vaak moeilijk om de wereldreiziger, die ik natuurlijk wel ben, geheel tot zijn recht te laten komen. Afijn, voor de somma van € 2,80 werden wij overgezet. Aan de overkant at ik zittend op een grote steen een broodje en was er daardoor getuige van dat onze schipper nog een klantje naar de overkant bracht. Bravo, ik mag dat graag zien: een beambte met een dienstverlenende instelling.

Via een natuurgebied bereikte ik een weg met aan beide kanten water, het Bijlandskanaal rechts en een plas: De Bijland, links. Even voor Tolkamer liep er een gemarkeerd voetpad (Pieterpad, meen ik mij van vroeger te herinneren) door de uiterwaarden. Daar maakte ik wat foto’s van een paar ontroerend mooie oorlogsgraven, bijeengebracht op een minuscuul begraafplaatsje, zonder enige opsmuk. Wat een verschil met de boulevard (laat ik het maar zo noemen) van Tolkamer. Zoveel wanstaltigs heb ik nog nooit bij elkaar gezien, maar de mensen die er op de terrasjes zaten scheen het niet te deren.
 
******************************
De foto's zijn gemaakt door de schrijver
© 2012 Frits Hoorweg
powered by CJ2