archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Doodlopende wegen Katharina Kouwenhoven

0705BZ Dinkel
Wie weet was het wèl aantrekkelijk om in Twente te wandelen. Ik gaf mijn vriendin het voordeel van de twijfel en zij zette haar overredingstactiek kracht bij door een echt verwenhotel te reserveren in De Lutte. Bij aankomst werd meteen geïnformeerd of we een bezoek aan de schoonheidssalon wilden reserveren. Nu is wandelen in de regen ook heel goed voor de huid dus dat gefriemel aan je gezicht konden we ons besparen.

Om te beginnen moesten we vanuit ons hotel proberen het Twentepad ergens op te pikken. Daarvoor moesten we links afslaan, dat was wel duidelijk, om vervolgens enigszins meanderend op de beschreven route uit te komen. Bij de eerste de beste gelegenheid sloegen wij linksaf, een smalle maar verharde weg, die gemarkeerd was als doodlopend. De wandelaar weet uit ervaring dat hij zich daar niet veel van aan hoeft te trekken, want dat geldt voor auto's; de weg gaat doorgaans verder als voetpad.
Dat leek hier ook het geval, tot we aan een draadversperring kwamen, die ook nog onder stroom bleek te staan. Van zo'n overbodige versperring word ik al tamelijk nijdig -waarom verleent die boer geen recht van overpad?- maar om lege weilanden onder stroom te zetten getuigt van mensenhaat.

We maakten de draad los en liepen verder, soppend door weilanden, onder prikkeldraad door, over sloten heen en kwamen uiteindelijk op het erf van een agrariër, die met woedende gebaren op ons afkwam. We probeerden hem te lijmen met excuses, hingen de onnozele uit en smeekten hem ons doorgang te verlenen. De gastvrije Twent liet ons echter niet toe op zijn erf. We moesten maar verder via het weiland. Daar wachtte ons weer electrocutering en een tamelijk diepe sloot. Zonder blikken of blozen namen we deze horden, om terug op de weg uit te komen waar we eerder links vanaf waren gegaan. Dat schoot lekker op.

We liepen de weg verder af richting Beuningen, op zoek naar een legale afslag. De eerste die we vonden ging naar rechts, maar boog daarna al snel naar links. Een beetje kopschuw geworden, zijn we deze weg maar afgelopen. Erg veel te genieten viel er niet, tot we na ruim een uur op de Dinkel stuitten. De Dinkel is een van de mooiste beken van Nederland; breed, snelstromend en begeleid door het gefladder van het ijsvogeltje, slingert hij ongehinderd door het landschap, want hij is nergens gekanaliseerd en daar zijn de Twenten terecht trots op. Langs de Dinkel bleek een smal bospad te lopen dat onderdeel is van het Twentepad. Zo was het ons toch nog gelukt om dit pad te bereiken en konden we over het Twentepad terug lopen.

Vervolgens deed zich natuurlijk het probleem voor: hoe vanaf het Twentepad door te steken naar ons hotel. Na de nodige omzwervingen en het raadplegen van meer en minder mentaal gehandicapte locals is dat gelukt. Op het nippertje, want de nacht was feitelijk al gevallen toen wij het hotel bereikten. Daar wachtten ons de verrukkelijkste spijzen en dranken en bleken er weldegelijk vriendelijke Twenten te bestaan.

De volgende dag volgden we het Twentepad de andere kant op, vanuit het centrum van De Lutte richting Oldenzaal. We passeerden de kerk van De Lutte net op het moment dat daar de Snertloop startte, een veldloopje van 5 of 10 kilometer. Van die Snertlopers dachten we niet veel last te hebben, want die liepen een stuk sneller. Toch kwamen we ze iedere keer weer tegen, de echte wedstrijdlopers voorop en een meute joggers er achteraan. Het landschap rondom Oldenzaal bleek lichtelijk te glooien. Je ging zelfs zo nu en dan een stukje omhoog. En Oldenzaal zelf is niet onaardig; er staat hier en daar nog wel iets dat de moeite waard is, onder andere een Basiliek. We liepen er doorheen naar een klein natuurgebied en legden op de grens van Oldenzaal aan bij een café. Een typisch mannencafé, met een enorm scherm waarop Ajax-FC Utrecht werd uitgezonden (na een half uur was al duidelijk dat Ajax die wedstrijd niet ging winnen) en de lokale fietsclub aan de ochtendpils. Ook allemaal aardige Twenten.

Parallel aan het Twentepad liep een lokaal pad, dat we terug naar het hotel volgden. En weer kwamen we in de problemen. Op een ons onbekend punt hielden de aanwijzingen op en we hadden geen idee waar we ons bevonden. De beste strategie bleek om de breedste weg te nemen die je kunt vinden in een andere richting dan waar je vandaan komt. Vroeg of laat kom je dan wel een bord tegen dat je vertelt waar je heen moet. Als je niet inmiddels door een lokale Twentse automobilist van de sokken gereden bent. We hadden niet de indruk dat Twenten erg op wandelaars gesteld zijn.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Doodlopende wegen Katharina Kouwenhoven
0705BZ Dinkel
Wie weet was het wèl aantrekkelijk om in Twente te wandelen. Ik gaf mijn vriendin het voordeel van de twijfel en zij zette haar overredingstactiek kracht bij door een echt verwenhotel te reserveren in De Lutte. Bij aankomst werd meteen geïnformeerd of we een bezoek aan de schoonheidssalon wilden reserveren. Nu is wandelen in de regen ook heel goed voor de huid dus dat gefriemel aan je gezicht konden we ons besparen.

Om te beginnen moesten we vanuit ons hotel proberen het Twentepad ergens op te pikken. Daarvoor moesten we links afslaan, dat was wel duidelijk, om vervolgens enigszins meanderend op de beschreven route uit te komen. Bij de eerste de beste gelegenheid sloegen wij linksaf, een smalle maar verharde weg, die gemarkeerd was als doodlopend. De wandelaar weet uit ervaring dat hij zich daar niet veel van aan hoeft te trekken, want dat geldt voor auto's; de weg gaat doorgaans verder als voetpad.
Dat leek hier ook het geval, tot we aan een draadversperring kwamen, die ook nog onder stroom bleek te staan. Van zo'n overbodige versperring word ik al tamelijk nijdig -waarom verleent die boer geen recht van overpad?- maar om lege weilanden onder stroom te zetten getuigt van mensenhaat.

We maakten de draad los en liepen verder, soppend door weilanden, onder prikkeldraad door, over sloten heen en kwamen uiteindelijk op het erf van een agrariër, die met woedende gebaren op ons afkwam. We probeerden hem te lijmen met excuses, hingen de onnozele uit en smeekten hem ons doorgang te verlenen. De gastvrije Twent liet ons echter niet toe op zijn erf. We moesten maar verder via het weiland. Daar wachtte ons weer electrocutering en een tamelijk diepe sloot. Zonder blikken of blozen namen we deze horden, om terug op de weg uit te komen waar we eerder links vanaf waren gegaan. Dat schoot lekker op.

We liepen de weg verder af richting Beuningen, op zoek naar een legale afslag. De eerste die we vonden ging naar rechts, maar boog daarna al snel naar links. Een beetje kopschuw geworden, zijn we deze weg maar afgelopen. Erg veel te genieten viel er niet, tot we na ruim een uur op de Dinkel stuitten. De Dinkel is een van de mooiste beken van Nederland; breed, snelstromend en begeleid door het gefladder van het ijsvogeltje, slingert hij ongehinderd door het landschap, want hij is nergens gekanaliseerd en daar zijn de Twenten terecht trots op. Langs de Dinkel bleek een smal bospad te lopen dat onderdeel is van het Twentepad. Zo was het ons toch nog gelukt om dit pad te bereiken en konden we over het Twentepad terug lopen.

Vervolgens deed zich natuurlijk het probleem voor: hoe vanaf het Twentepad door te steken naar ons hotel. Na de nodige omzwervingen en het raadplegen van meer en minder mentaal gehandicapte locals is dat gelukt. Op het nippertje, want de nacht was feitelijk al gevallen toen wij het hotel bereikten. Daar wachtten ons de verrukkelijkste spijzen en dranken en bleken er weldegelijk vriendelijke Twenten te bestaan.

De volgende dag volgden we het Twentepad de andere kant op, vanuit het centrum van De Lutte richting Oldenzaal. We passeerden de kerk van De Lutte net op het moment dat daar de Snertloop startte, een veldloopje van 5 of 10 kilometer. Van die Snertlopers dachten we niet veel last te hebben, want die liepen een stuk sneller. Toch kwamen we ze iedere keer weer tegen, de echte wedstrijdlopers voorop en een meute joggers er achteraan. Het landschap rondom Oldenzaal bleek lichtelijk te glooien. Je ging zelfs zo nu en dan een stukje omhoog. En Oldenzaal zelf is niet onaardig; er staat hier en daar nog wel iets dat de moeite waard is, onder andere een Basiliek. We liepen er doorheen naar een klein natuurgebied en legden op de grens van Oldenzaal aan bij een café. Een typisch mannencafé, met een enorm scherm waarop Ajax-FC Utrecht werd uitgezonden (na een half uur was al duidelijk dat Ajax die wedstrijd niet ging winnen) en de lokale fietsclub aan de ochtendpils. Ook allemaal aardige Twenten.

Parallel aan het Twentepad liep een lokaal pad, dat we terug naar het hotel volgden. En weer kwamen we in de problemen. Op een ons onbekend punt hielden de aanwijzingen op en we hadden geen idee waar we ons bevonden. De beste strategie bleek om de breedste weg te nemen die je kunt vinden in een andere richting dan waar je vandaan komt. Vroeg of laat kom je dan wel een bord tegen dat je vertelt waar je heen moet. Als je niet inmiddels door een lokale Twentse automobilist van de sokken gereden bent. We hadden niet de indruk dat Twenten erg op wandelaars gesteld zijn.
 
****************************
De Leunstoel wordt uitgegeven door:
Het Genootschap De Leunstoel.
Word lid! Ga naar: www.deleunstoel.nl/colofon.php
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2