archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Een vogelaar zonder kijker Katharina Kouwenhoven

0606BZ Natte schoenen
Ik weet niet precies op welk gebied de naam Zuid-Limburg eigenlijk betrekking heeft, maar op mijn kaart ervan is het die Nederlandse uitloper België in, die zich uitstrekt van Heerlen tot aan de Belgische grens. Het is een bijzonder gebied, omdat het zoals iedereen weet, een on-Nederlands landschap herbergt, een landschap met heuvels. Zo'n beetje de enige plek te lande waar je kunt klimmen en dalen.
Het gebied is daarom een populaire pleisterplaats voor fietsers en wandelaars. Voor de fietser zijn er kuitenbrekende hellingen van 20% en voor de wandelaar zijn er onverharde paden en vooral oversteekjes door weilanden, waar de fietser niet kan komen.

Enkele dagen vóór de Kerst hadden wij er domicilie gekozen in een familiehotel in Epen, tussen Gulpen en de Belgische grens, om een paar dagen te wandelen. Hoewel het weer niet echt meezat - bewolkt, miezerig en vochtig - was dat om verschillende redenen een groot succes.
Tot de tanden toe bewapend met kaarten en routebeschrijvingen togen we de eerste dag op pad, maar al snel bleek dat je die helemaal niet nodig had, want als je verdwaalde vond je altijd wel een ander aantrekkelijk pad. De streek is zo dun bevolkt dat je geen enkel risico loopt te belanden op een industrieterrein of in een woonerf, de grootste bedreigingen van de wandelaar in de Randstad. Eén kaart van de omgeving volstond om je te kunnen oriënteren op waar je je zo ongeveer bevond.

Een ander aantrekkelijk punt van Zuid-Limburg is de Geul. Het is niet de enige rivier die er doorheen stroomt, maar wel een van de fraaiste. Vanuit Epen kun je hem volgen naar het Noorden en naar het Zuiden. De eerste dag volgden we hem naar het Noorden, via Mechelen tot bijna aan Partij, waar we afsloegen naar het Oosten en daarna naar het Zuid-Oosten, richting Vijlen. Langs een van die onverharde paden troffen we een man in een weiland, die daar iets onduidelijks deed. Een vogelaar, dachten wij, maar dan een zonder kijker! Toen hoorden wij hem fluiten en daarop zagen wij ook zijn hond en de schapen die de hond bijeen probeerde te drijven. Alsof we in Wales waren!

Dat schapen drijven door een hond op commando's van zijn baas is op het Britse continent een wedstrijdsport. Ik heb er vaak met verbazing naar zitten kijken als ik het op de televisie zag. Maar ik had geen idee dat deze gekte ook in Nederland had toegeslagen. We maakten een praatje. Ook in Nederland worden tegenwoordig dit soort wedstrijden gehouden. Er moeten honden voor worden afgericht, geschikte schapen voor aangeschaft en er moet veel geoefend worden, in weer en wind. Het zal je hobby maar zijn.
Een beetje een vervreemdende ervaring om iets typisch Brits tegen te komen in het Zuid-Limburgse landschap. Maar mijn wandelmaatje had toch al de hele tijd het gevoel dat ze in Engeland was.

Nadat we in Vijlen even aangelegd hadden, liepen we via Roth het Elzetter Bosch in. Onze kaart bevatte alle uitgezette routes ter plaatse en voor een boswandeling is dat erg handig, want dan kun je zien via welke paaltjes je er weer uit kunt, zonder voortdurend in cirkels te lopen. We verlieten het bos bij Camerig en liepen in Westelijke richting weer naar Epen. Vlak voor Epen kruis je eerste de Geul en dan de Molenstraat en dat komt goed uit, want daar bevindt zich café De Smidse, dat bij alle0606VG Kasteel Beusdael wandelaars en fietsers bekend is. Ze zijn er namelijk niet bang voor modderpoten en drijfnatte kleding, je kunt er eten en zelfs logeren. Wij wilden alleen maar een glaasje en vroegen of ze Limburgse wijn hadden. In Limburg wordt namelijk Riesling gemaakt en die is helemaal niet slecht. Na veel experimenten is het gelukt om een druif te kweken die uitstekend geschikt is voor de lokale omstandigheden en van de EU mag er bij uitzondering suiker worden toegevoegd. Waar bemoeien ze zich toch mee. Ze schonken bij De Smidse inderdaad een Limburgse Riesling, een heerlijk fris wijntje na een lange wandeling.

De volgende dag volgden we de Geul naar het Zuiden. Dat is een buitengewoon mooi deel van de rivier, want hij kronkelt hier als een wilde. Op een afstand van een paar honderd meter maakt hij wel vier of vijf bochten, die je allemaal in één oogopslag kunt overzien. Vlak voor hij de Belgische grens overgaat loop je er langs, over de camping Vieux Moulin en sta je plotseling in België. Via het voetpad kom je dan van zelf in Sippennaken, waar zich ook zo'n fietsers- en wandelaarscafé bevindt, dat zelf een aantal wandelroutes heeft uitgezet. Ze schenken er geen kraanwater, want 'u bent nu in België, hé'. In de Voerstreek moet je voor je water betalen.
Dat is dus ook een aantrekkelijk aspect van deze streek, café' s waar je als wandelaar je schoenen niet hoeft uit te trekken en je natte kleren niet af hoeft te leggen om binnen te mogen. Ze geven juist duidelijk te kennen dat fietsers en wandelaars van harte welkom zijn, al zien die eruit alsof zij zo uit het moeras getrokken zijn.

Door Sippenaken loopt maar één weg en die gaat naar het Westen. Daar moesten we echter een afslag tegenkomen naar het Noorden, eerst een weg en daarna een voetpad. Dat voetpad waren we ongemerkt voorbij gelopen, want plotseling bevonden wij ons al bij het krankzinnige kasteel Beusdal. Op de terugweg konden we dat pad aanvankelijk ook niet vinden, tot we het terrein van de hoeve op liepen die aan dat pad moest liggen. De eigenaar bleek het pad te hebben afgesloten, dat hield nu op bij zijn achtertuin. De rest gebruikte hij nu als oprijlaan! Toen we die volgden, kwamen we op het pad naar en door Terziet, dat loopt langs de Terzieterbeek. Niet slecht! Vandaar kwamen we via Plaat en Terpoorten weer uit in de Molenstraat, precies bij café De Smidse! Alsof we het erom gedaan hadden.

De volgende dag hebben we nog een korte wandeling gemaakt naar het Westen, langs het Onderste Bosch, waar we nog een praatje gemaakt hebben met een jager (!) en via Eperheide met een bocht weer terug naar Epen, want we moesten weer naar huis.
Ondanks de modder en de nattigheid hebben we met veel plezier rondom Epen gewandeld. Zuid-Limburg, dat is even iets heel anders. Epen zelf heeft echter niet veel meer te bieden dan huis aan huis hotels. En de Smidse, natuurlijk. Die hotels zijn allemaal hetzelfde en serveren ook allemaal dezelfde maaltijden. Om behoorlijk te eten moest je in Gulpen zijn. Gulpen heeft sowieso wel wat meer te bieden, want is een stuk groter. En daar loopt de Geul ook langs. En de Gulp, natuurlijk. Dat proberen we een volgende keer.
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl


© 2009 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Een vogelaar zonder kijker Katharina Kouwenhoven
0606BZ Natte schoenen
Ik weet niet precies op welk gebied de naam Zuid-Limburg eigenlijk betrekking heeft, maar op mijn kaart ervan is het die Nederlandse uitloper België in, die zich uitstrekt van Heerlen tot aan de Belgische grens. Het is een bijzonder gebied, omdat het zoals iedereen weet, een on-Nederlands landschap herbergt, een landschap met heuvels. Zo'n beetje de enige plek te lande waar je kunt klimmen en dalen.
Het gebied is daarom een populaire pleisterplaats voor fietsers en wandelaars. Voor de fietser zijn er kuitenbrekende hellingen van 20% en voor de wandelaar zijn er onverharde paden en vooral oversteekjes door weilanden, waar de fietser niet kan komen.

Enkele dagen vóór de Kerst hadden wij er domicilie gekozen in een familiehotel in Epen, tussen Gulpen en de Belgische grens, om een paar dagen te wandelen. Hoewel het weer niet echt meezat - bewolkt, miezerig en vochtig - was dat om verschillende redenen een groot succes.
Tot de tanden toe bewapend met kaarten en routebeschrijvingen togen we de eerste dag op pad, maar al snel bleek dat je die helemaal niet nodig had, want als je verdwaalde vond je altijd wel een ander aantrekkelijk pad. De streek is zo dun bevolkt dat je geen enkel risico loopt te belanden op een industrieterrein of in een woonerf, de grootste bedreigingen van de wandelaar in de Randstad. Eén kaart van de omgeving volstond om je te kunnen oriënteren op waar je je zo ongeveer bevond.

Een ander aantrekkelijk punt van Zuid-Limburg is de Geul. Het is niet de enige rivier die er doorheen stroomt, maar wel een van de fraaiste. Vanuit Epen kun je hem volgen naar het Noorden en naar het Zuiden. De eerste dag volgden we hem naar het Noorden, via Mechelen tot bijna aan Partij, waar we afsloegen naar het Oosten en daarna naar het Zuid-Oosten, richting Vijlen. Langs een van die onverharde paden troffen we een man in een weiland, die daar iets onduidelijks deed. Een vogelaar, dachten wij, maar dan een zonder kijker! Toen hoorden wij hem fluiten en daarop zagen wij ook zijn hond en de schapen die de hond bijeen probeerde te drijven. Alsof we in Wales waren!

Dat schapen drijven door een hond op commando's van zijn baas is op het Britse continent een wedstrijdsport. Ik heb er vaak met verbazing naar zitten kijken als ik het op de televisie zag. Maar ik had geen idee dat deze gekte ook in Nederland had toegeslagen. We maakten een praatje. Ook in Nederland worden tegenwoordig dit soort wedstrijden gehouden. Er moeten honden voor worden afgericht, geschikte schapen voor aangeschaft en er moet veel geoefend worden, in weer en wind. Het zal je hobby maar zijn.
Een beetje een vervreemdende ervaring om iets typisch Brits tegen te komen in het Zuid-Limburgse landschap. Maar mijn wandelmaatje had toch al de hele tijd het gevoel dat ze in Engeland was.

Nadat we in Vijlen even aangelegd hadden, liepen we via Roth het Elzetter Bosch in. Onze kaart bevatte alle uitgezette routes ter plaatse en voor een boswandeling is dat erg handig, want dan kun je zien via welke paaltjes je er weer uit kunt, zonder voortdurend in cirkels te lopen. We verlieten het bos bij Camerig en liepen in Westelijke richting weer naar Epen. Vlak voor Epen kruis je eerste de Geul en dan de Molenstraat en dat komt goed uit, want daar bevindt zich café De Smidse, dat bij alle0606VG Kasteel Beusdael wandelaars en fietsers bekend is. Ze zijn er namelijk niet bang voor modderpoten en drijfnatte kleding, je kunt er eten en zelfs logeren. Wij wilden alleen maar een glaasje en vroegen of ze Limburgse wijn hadden. In Limburg wordt namelijk Riesling gemaakt en die is helemaal niet slecht. Na veel experimenten is het gelukt om een druif te kweken die uitstekend geschikt is voor de lokale omstandigheden en van de EU mag er bij uitzondering suiker worden toegevoegd. Waar bemoeien ze zich toch mee. Ze schonken bij De Smidse inderdaad een Limburgse Riesling, een heerlijk fris wijntje na een lange wandeling.

De volgende dag volgden we de Geul naar het Zuiden. Dat is een buitengewoon mooi deel van de rivier, want hij kronkelt hier als een wilde. Op een afstand van een paar honderd meter maakt hij wel vier of vijf bochten, die je allemaal in één oogopslag kunt overzien. Vlak voor hij de Belgische grens overgaat loop je er langs, over de camping Vieux Moulin en sta je plotseling in België. Via het voetpad kom je dan van zelf in Sippennaken, waar zich ook zo'n fietsers- en wandelaarscafé bevindt, dat zelf een aantal wandelroutes heeft uitgezet. Ze schenken er geen kraanwater, want 'u bent nu in België, hé'. In de Voerstreek moet je voor je water betalen.
Dat is dus ook een aantrekkelijk aspect van deze streek, café' s waar je als wandelaar je schoenen niet hoeft uit te trekken en je natte kleren niet af hoeft te leggen om binnen te mogen. Ze geven juist duidelijk te kennen dat fietsers en wandelaars van harte welkom zijn, al zien die eruit alsof zij zo uit het moeras getrokken zijn.

Door Sippenaken loopt maar één weg en die gaat naar het Westen. Daar moesten we echter een afslag tegenkomen naar het Noorden, eerst een weg en daarna een voetpad. Dat voetpad waren we ongemerkt voorbij gelopen, want plotseling bevonden wij ons al bij het krankzinnige kasteel Beusdal. Op de terugweg konden we dat pad aanvankelijk ook niet vinden, tot we het terrein van de hoeve op liepen die aan dat pad moest liggen. De eigenaar bleek het pad te hebben afgesloten, dat hield nu op bij zijn achtertuin. De rest gebruikte hij nu als oprijlaan! Toen we die volgden, kwamen we op het pad naar en door Terziet, dat loopt langs de Terzieterbeek. Niet slecht! Vandaar kwamen we via Plaat en Terpoorten weer uit in de Molenstraat, precies bij café De Smidse! Alsof we het erom gedaan hadden.

De volgende dag hebben we nog een korte wandeling gemaakt naar het Westen, langs het Onderste Bosch, waar we nog een praatje gemaakt hebben met een jager (!) en via Eperheide met een bocht weer terug naar Epen, want we moesten weer naar huis.
Ondanks de modder en de nattigheid hebben we met veel plezier rondom Epen gewandeld. Zuid-Limburg, dat is even iets heel anders. Epen zelf heeft echter niet veel meer te bieden dan huis aan huis hotels. En de Smidse, natuurlijk. Die hotels zijn allemaal hetzelfde en serveren ook allemaal dezelfde maaltijden. Om behoorlijk te eten moest je in Gulpen zijn. Gulpen heeft sowieso wel wat meer te bieden, want is een stuk groter. En daar loopt de Geul ook langs. En de Gulp, natuurlijk. Dat proberen we een volgende keer.
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
© 2009 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2