archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Een strandopgang met een theehuis Katharina Kouwenhoven

0517BZ Lopen
Minstens eenmaal per week maak ik een wandeling door de stad of - gedeeltelijk - om de stad heen. Soms start ik op mijn eigen adres, soms vanaf de werkplek en soms neem ik eerst tram of bus om bijvoorbeeld vanaf het eindpunt weer terug te lopen. Op die manier leer je niet alleen je eigen stad goed kennen, je maakt ook kennis met wat er zich aan de rand van de stad en vlak daar buiten bevindt.

Ik ben dol op de zogenaamde rafelranden van de stad, een soort ongedefinieerde overgangsgebieden tussen de stad en de landelijke omgeving of tussen de stad en een nieuwe tuinstad die niet naadloos aansluit. Onduidelijk is waar de gammele bouwsels en caravans die er staan voor dienen, aan wie ze toebehoren en wie er zorg draagt voor het er rondscharrelende pluimvee. Er zijn paarden en minstens één ezel en niet zelden een bouwvallige keet waarin iemand een geheimzinnige nering drijft. Met een pesterig genoegen constateer ik dat, hoe de vroede vaderen ook hun best doen om alles aan orde en regelmaat te onderwerpen, er altijd het nodige aan ongeregelds overblijft. Het is een heel klein en goed bewaard anarchistisch trekje dat zijn kopje opsteekt. Je kunt dat zooitje afbranden en desnoods plat bombarderen om er vervolgens een nieuwe woonwijk tot leven te wekken, de rafelranden blijven. Ze verplaatsen zich hoogstens.

Nu is Amsterdam toevallig een stad waar je op verschillende plaatsen heel snel de stad uit bent en ook als dat niet zo is zijn er verschillende mogelijkheden om op een aantrekkelijke manier 'buitengaats' te geraken. Zo kan ik bijvoorbeeld vanuit mijn huis bijna in één rechte lijn langs het water naar het Amsterdam-Rijnkanaal lopen.
Met wandelen in andere steden heb ik weinig ervaring. Je bent op vreemd terrein en hebt een kaart nodig om je weg te vinden, maar van een kaart valt moeilijk af te lezen of de route ook aantrekkelijk is.

Om andere steden te verkennen is het prettig om met iemand te wandelen die er bekend is. Voor de tocht van het Centraal Station van Den Haag naar Kijkduin kwam het heel goed uit dat mijn wandelpartner een inwoner is van Den Haag. Deze route is onderdeel van de lange afstandsroute van Hoek van Holland naar Den Helder en staat beschreven in het boekje Het Hollands Kustpad. Mijn wandelgenoot wierp één blik op de kaartjes bij de routebeschrijving en legde het boekje toen terzijde. Hij wist het wel. Het boekje hebben we daarna nooit meer teruggevonden.

Vanaf het Centraal Station loop je door een aantal groene delen van Den Haag richting Scheveningen. Hoe precies is me ontgaan. We scheerden langs het centrum, zoveel was me wel duidelijk en deden de Indische buurt aan, waar mijn partner mij kon laten zien waar hij woonde. Een merkwaardige enclave met onverwachte internationale allure aan de rand van het centrum. We liepen verder door een Prinses Mariastraat, die ik onthouden heb omdat ik geen benul heb wie prinses Maria was, en door een Prinsenvinkenpark en langs en door de Scheveningse Bosjes.
Ergens werd sportdag gehouden en trapten jongetjes die niet konden voetballen tegen een bal. We passeerden de Metzbanen en na het Circustheater liepen we uiteindelijk tegen het Kurhaus aan. Als je daar omheen gelopen bent, kom je op de boulevard.

Ik weet niet precies wat ik van Scheveningen moet denken. Het is zowel een badplaats als een vissersplaats en dat spoort niet erg. En die badplaats moet iets uit stralen dat niet aanwezig is. Te nieuw, te groot, te pretentieus en verre van chic en dat laatste was toch de bedoeling. Maar elke boulevard aan zee heeft iets, want de zee trekt zich niets aan van wat mensen aan haar rand gewrochten hebben. Als ze zich een beetje kwaad maakt, is het zo verzwolgen.
Die boulevard loopt op een goed moment dood en dan moet je landinwaarts om de havens heen en havens zijn, hoe dan ook, iets heel speciaals, ook als de beroepsvaart afneemt - hoeveel haringloggers, -kotters, of trawlers heeft Scheveningen nu helemaal?- en de pleziervaartuigen domineren. Er is altijd roering, als het mee zit zijn er een paar louche cafés en er lopen oude mannetjes rond die je alleen bij havens aantreft. Het was inmiddels lunchtijd en daarom legden we aan bij een modern etablissement, waar opmerkelijk weinig vis op de kaart stond.

We liepen door naar de Bosjes van Poot en vandaar kun je door de duinen naar Kijkduin, maar ook over het strand. Ik hou er wel van om langs de vloedlijn te lopen, terwijl de wind om je kop suist en dus kozen we voor het strand. Door de openheid van strand en zee zie je het eindpunt van je wandeling liggen en dat is heel plezierig, omdat je het steeds dichterbij ziet komen. Als je het dichterbij ziet komen. Bij Kijkduin wilde dat niet goed lukken, want we hadden zo'n straffe wind tegen, dat we nauwelijks vooruit kwamen. Bovendien was het vloed en dan is er weinig of geen hard zand, zodat je steeds een beetje wegzakt. Ik denk dat we over die benauwde drie kilometer naar Kijkduin al ploeterend wel meer dan anderhalf uur gedaan hebben. Een prestatie die de nodige energie gevergd had.

In Kijkduin bevindt zich een artistieke bezienswaardigheid, die we ook nog even aangedaan hebben. Een kunstenaar heeft op een duintop een flinke halve bol uitgegraven en daarin een soort stenen bank geplaatst. Als je op de bank gaat liggen en naar de hemel kijkt, ervaar je die als een koepel *. Om bij die halve bol te komen moest je natuurlijk eerst een trap op en dat was er weer zo een die niet helemaal was afgestemd op de menselijke maat. Ik moest heel erg denken aan het voetpad langs de kust van Cornwall en het werd me bijna te veel.

Eenmaal in Kijkduin, moet je er ook snel weer uit, want er is verder niets te beleven. Ik herinner me Kijkduin als iets dat er nog helemaal niet was, behalve een strandopgang met een theehuis of iets dergelijks. Nu is er al iets dat je een boulevard zou kunnen noemen en er bestaan ingrijpende ontwikkelingsplannen om Kijkduin op te stoten in de vaart der volkeren. De verbinding met de ommelanden is echter prima. Met de bus ben je in een wip weer bij het Centraal Station van Den Haag. Een onverwacht vermoeiende wandeling, maar wel van het juiste soort.

* Hemels gewelf van James Turrell
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl


© 2008 Katharina Kouwenhoven meer Katharina Kouwenhoven - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Een strandopgang met een theehuis Katharina Kouwenhoven
0517BZ Lopen
Minstens eenmaal per week maak ik een wandeling door de stad of - gedeeltelijk - om de stad heen. Soms start ik op mijn eigen adres, soms vanaf de werkplek en soms neem ik eerst tram of bus om bijvoorbeeld vanaf het eindpunt weer terug te lopen. Op die manier leer je niet alleen je eigen stad goed kennen, je maakt ook kennis met wat er zich aan de rand van de stad en vlak daar buiten bevindt.

Ik ben dol op de zogenaamde rafelranden van de stad, een soort ongedefinieerde overgangsgebieden tussen de stad en de landelijke omgeving of tussen de stad en een nieuwe tuinstad die niet naadloos aansluit. Onduidelijk is waar de gammele bouwsels en caravans die er staan voor dienen, aan wie ze toebehoren en wie er zorg draagt voor het er rondscharrelende pluimvee. Er zijn paarden en minstens één ezel en niet zelden een bouwvallige keet waarin iemand een geheimzinnige nering drijft. Met een pesterig genoegen constateer ik dat, hoe de vroede vaderen ook hun best doen om alles aan orde en regelmaat te onderwerpen, er altijd het nodige aan ongeregelds overblijft. Het is een heel klein en goed bewaard anarchistisch trekje dat zijn kopje opsteekt. Je kunt dat zooitje afbranden en desnoods plat bombarderen om er vervolgens een nieuwe woonwijk tot leven te wekken, de rafelranden blijven. Ze verplaatsen zich hoogstens.

Nu is Amsterdam toevallig een stad waar je op verschillende plaatsen heel snel de stad uit bent en ook als dat niet zo is zijn er verschillende mogelijkheden om op een aantrekkelijke manier 'buitengaats' te geraken. Zo kan ik bijvoorbeeld vanuit mijn huis bijna in één rechte lijn langs het water naar het Amsterdam-Rijnkanaal lopen.
Met wandelen in andere steden heb ik weinig ervaring. Je bent op vreemd terrein en hebt een kaart nodig om je weg te vinden, maar van een kaart valt moeilijk af te lezen of de route ook aantrekkelijk is.

Om andere steden te verkennen is het prettig om met iemand te wandelen die er bekend is. Voor de tocht van het Centraal Station van Den Haag naar Kijkduin kwam het heel goed uit dat mijn wandelpartner een inwoner is van Den Haag. Deze route is onderdeel van de lange afstandsroute van Hoek van Holland naar Den Helder en staat beschreven in het boekje Het Hollands Kustpad. Mijn wandelgenoot wierp één blik op de kaartjes bij de routebeschrijving en legde het boekje toen terzijde. Hij wist het wel. Het boekje hebben we daarna nooit meer teruggevonden.

Vanaf het Centraal Station loop je door een aantal groene delen van Den Haag richting Scheveningen. Hoe precies is me ontgaan. We scheerden langs het centrum, zoveel was me wel duidelijk en deden de Indische buurt aan, waar mijn partner mij kon laten zien waar hij woonde. Een merkwaardige enclave met onverwachte internationale allure aan de rand van het centrum. We liepen verder door een Prinses Mariastraat, die ik onthouden heb omdat ik geen benul heb wie prinses Maria was, en door een Prinsenvinkenpark en langs en door de Scheveningse Bosjes.
Ergens werd sportdag gehouden en trapten jongetjes die niet konden voetballen tegen een bal. We passeerden de Metzbanen en na het Circustheater liepen we uiteindelijk tegen het Kurhaus aan. Als je daar omheen gelopen bent, kom je op de boulevard.

Ik weet niet precies wat ik van Scheveningen moet denken. Het is zowel een badplaats als een vissersplaats en dat spoort niet erg. En die badplaats moet iets uit stralen dat niet aanwezig is. Te nieuw, te groot, te pretentieus en verre van chic en dat laatste was toch de bedoeling. Maar elke boulevard aan zee heeft iets, want de zee trekt zich niets aan van wat mensen aan haar rand gewrochten hebben. Als ze zich een beetje kwaad maakt, is het zo verzwolgen.
Die boulevard loopt op een goed moment dood en dan moet je landinwaarts om de havens heen en havens zijn, hoe dan ook, iets heel speciaals, ook als de beroepsvaart afneemt - hoeveel haringloggers, -kotters, of trawlers heeft Scheveningen nu helemaal?- en de pleziervaartuigen domineren. Er is altijd roering, als het mee zit zijn er een paar louche cafés en er lopen oude mannetjes rond die je alleen bij havens aantreft. Het was inmiddels lunchtijd en daarom legden we aan bij een modern etablissement, waar opmerkelijk weinig vis op de kaart stond.

We liepen door naar de Bosjes van Poot en vandaar kun je door de duinen naar Kijkduin, maar ook over het strand. Ik hou er wel van om langs de vloedlijn te lopen, terwijl de wind om je kop suist en dus kozen we voor het strand. Door de openheid van strand en zee zie je het eindpunt van je wandeling liggen en dat is heel plezierig, omdat je het steeds dichterbij ziet komen. Als je het dichterbij ziet komen. Bij Kijkduin wilde dat niet goed lukken, want we hadden zo'n straffe wind tegen, dat we nauwelijks vooruit kwamen. Bovendien was het vloed en dan is er weinig of geen hard zand, zodat je steeds een beetje wegzakt. Ik denk dat we over die benauwde drie kilometer naar Kijkduin al ploeterend wel meer dan anderhalf uur gedaan hebben. Een prestatie die de nodige energie gevergd had.

In Kijkduin bevindt zich een artistieke bezienswaardigheid, die we ook nog even aangedaan hebben. Een kunstenaar heeft op een duintop een flinke halve bol uitgegraven en daarin een soort stenen bank geplaatst. Als je op de bank gaat liggen en naar de hemel kijkt, ervaar je die als een koepel *. Om bij die halve bol te komen moest je natuurlijk eerst een trap op en dat was er weer zo een die niet helemaal was afgestemd op de menselijke maat. Ik moest heel erg denken aan het voetpad langs de kust van Cornwall en het werd me bijna te veel.

Eenmaal in Kijkduin, moet je er ook snel weer uit, want er is verder niets te beleven. Ik herinner me Kijkduin als iets dat er nog helemaal niet was, behalve een strandopgang met een theehuis of iets dergelijks. Nu is er al iets dat je een boulevard zou kunnen noemen en er bestaan ingrijpende ontwikkelingsplannen om Kijkduin op te stoten in de vaart der volkeren. De verbinding met de ommelanden is echter prima. Met de bus ben je in een wip weer bij het Centraal Station van Den Haag. Een onverwacht vermoeiende wandeling, maar wel van het juiste soort.

* Hemels gewelf van James Turrell
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
© 2008 Katharina Kouwenhoven
powered by CJ2