archiefvorig nr.lopend nr.

Bezigheden > Lopen delen printen terug
Aan de koffie met Thomas Bewick Frits Hoorweg

December is niet de ideale maand voor wandelaars.
Er is weinig daglicht en vaak is het guur weer, niet direct een aansporing om er op uit te gaan. Bovendien ontstaat er ieder jaar juist in december de behoefte dingen af te maken. Waardoor er zowel op het werk als in verenigingen en dergelijke ontzettend aangepoot moet worden. Zeer in tegenstelling tot het gezapige tempo dat daar veelal wordt aangehouden.
Daarbij komt nog die krankzinnige behoefte om het jaar (‘Het was me het jaartje wel!’) samen met iets ‘gezelligs’ af te sluiten. Met als gevolg dat je vrijwel continu moet dineren of koffie drinken; koffie met boterletter, koffie met fondant, koffie met marsepein, koffie met chocoladeletter, koffie met …….. . Zelfs thuis is er geen ontkomen aan.

Het lukte dus niet een hele dag te gaan wandelen. In plaats daarvan besloot ik zoveel mogelijk van en naar vergaderingen en andere afspraken te lopen. Dat leidde er toe dat ik de afgelopen week een kilometer of 22 te voet heb afgelegd, gewoon tussen de bedrijven door. Ik heb het bijgehouden, ongelooflijk kinderachtig natuurlijk, maar het resultaat vervult me met grote tevredenheid.
Hoe kwam ik tot die 22 kilometer? Drie keer van huis naar Den Haag CS en evenzo vaak terug, dat is 6x anderhalve kilometer. Vanaf een industrieterrein in Gouda (waar ik met de bus was heen gegaan) naar het station, drie kilometer. Vanaf station Driebergen-Zeist helemaal naar een adres aan de andere kant van Zeist, 5 kilometer. In Amsterdam van station CS naar de Marnixstraat en weer terug, dat zal ook wel 5 kilometer zijn.

Het is vast goed voor de bloedvaten geweest, maar was het ook prettig? Nou, dat ligt eraan waar je het mee vergelijkt. Als het alternatief is met de bus of de tram gaan is de keuze niet moeilijk. Lopen is altijd te verkiezen, tenzij het heel hard regent. Tegen een beetje regen kun je je lopend heel makkelijk wapenen. Heel anders dan op de fiets, want dan ben je snel kletsnat. Voor m’n afspraak in Zeist en ook wel voor die aan de buitenkant van Gouda had ik de auto kunnen nemen. Maar als je auto rijdt kun je minder goed nadenken. Althans dat geldt voor mij. Soms zit ik wel eens bij iemand in de auto die alles tegelijk kan: nadenken, praten en bellen. Met grote bewondering kijk ik er naar, die dagen zijn wat mij betreft voorbij. Heb ik dat ooit gekund? Nee, laat mij maar lopen, dat geeft rust.

Maar het haalt natuurlijk niet bij een echte0505BZ Cormorant wandeltocht. Bij gebrek aan gelegenheid laaf ik mij aan de biografie van een fameus wandelaar: Thomas Bewick*. Ik neem trouwens niet aan dat hij zichzelf in de eerste plaats als wandelaar zag. Hij was een handwerksman die inscripties en gravures maakte en die vooral beroemd is geworden door houtgravures van viervoeters en vogels. Als jongen werd hij tewerkgesteld bij een juwelier, annex emailleur en graveur, die het maken van houtgravures als een bijzaak beschouwde. Iets dat je aan de jongste bediende kon overlaten. Juist daardoor kreeg Thomas, een boerenzoon die dol was op tekenen, de gelegenheid een fenomenale techniek te ontwikkelen. Hij tilde dat maken van houtgravures, een oud en enigszins verwaarloosd ambacht, naar een hoger plan.

Behalve selfmade kunstenaar was Bewick een groot natuurvriend. Die liefhebberij sloot mooi aan bij de tijdgeest. Aan het eind van de 18e eeuw raakte een breed publiek geïnteresseerd in de natuur. Samen met anderen maakte hij een boek over viervoeters en vervolgens een over vogels, beide bestsellers. De inspiratie voor zijn houtgravures deed hij op tijdens wandelingen, korte en lange. In 1776, toen hij 22 was, maakte hij een tocht van enkele maanden die hem uiteindelijk naar de Schotse hooglanden voerde. Het was een soort Grand Tour, maar dan niet een die naar Italië voerde, zoals gebruikelijk was bij de betere klassen. Ook later in zijn leven nam hij regelmatig vrijaf om grote tochten te maken. Zo liep hij in 1780 met een jeugdvriend naar diens woonplaats York. Vervolgens wandelde Bewick alleen terug naar huis in Newcastle, via allerlei omzwervingen langs interessante plekken. Die plekken ken ik bijna allemaal, dat maakt het extra leuk erover te lezen. Althans ik ken ze in de gedaante die ze nu hebben, met een keurig pad erheen en bordjes die aangeven hoe je moet lopen. In zijn tijd zal het ongetwijfeld veel avontuurlijker zijn geweest.

‘Gezellig hè, die lange avonden.’
‘Ja, lekker lezen.’
‘Wil je nog koffie?’
‘Ja. Zullen we er iets bij nemen?’
‘Heerlijk.’

*
Nature’s Engraver, A life of Thomas Bewick, Jenny Uglow
Faber and Faber, 2007, ISBN 978-0-571-22375-6
De afbeelding van de aalscholver is van Bewick.
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl


© 2007 Frits Hoorweg meer Frits Hoorweg - meer "Lopen" -
Bezigheden > Lopen
Aan de koffie met Thomas Bewick Frits Hoorweg
December is niet de ideale maand voor wandelaars.
Er is weinig daglicht en vaak is het guur weer, niet direct een aansporing om er op uit te gaan. Bovendien ontstaat er ieder jaar juist in december de behoefte dingen af te maken. Waardoor er zowel op het werk als in verenigingen en dergelijke ontzettend aangepoot moet worden. Zeer in tegenstelling tot het gezapige tempo dat daar veelal wordt aangehouden.
Daarbij komt nog die krankzinnige behoefte om het jaar (‘Het was me het jaartje wel!’) samen met iets ‘gezelligs’ af te sluiten. Met als gevolg dat je vrijwel continu moet dineren of koffie drinken; koffie met boterletter, koffie met fondant, koffie met marsepein, koffie met chocoladeletter, koffie met …….. . Zelfs thuis is er geen ontkomen aan.

Het lukte dus niet een hele dag te gaan wandelen. In plaats daarvan besloot ik zoveel mogelijk van en naar vergaderingen en andere afspraken te lopen. Dat leidde er toe dat ik de afgelopen week een kilometer of 22 te voet heb afgelegd, gewoon tussen de bedrijven door. Ik heb het bijgehouden, ongelooflijk kinderachtig natuurlijk, maar het resultaat vervult me met grote tevredenheid.
Hoe kwam ik tot die 22 kilometer? Drie keer van huis naar Den Haag CS en evenzo vaak terug, dat is 6x anderhalve kilometer. Vanaf een industrieterrein in Gouda (waar ik met de bus was heen gegaan) naar het station, drie kilometer. Vanaf station Driebergen-Zeist helemaal naar een adres aan de andere kant van Zeist, 5 kilometer. In Amsterdam van station CS naar de Marnixstraat en weer terug, dat zal ook wel 5 kilometer zijn.

Het is vast goed voor de bloedvaten geweest, maar was het ook prettig? Nou, dat ligt eraan waar je het mee vergelijkt. Als het alternatief is met de bus of de tram gaan is de keuze niet moeilijk. Lopen is altijd te verkiezen, tenzij het heel hard regent. Tegen een beetje regen kun je je lopend heel makkelijk wapenen. Heel anders dan op de fiets, want dan ben je snel kletsnat. Voor m’n afspraak in Zeist en ook wel voor die aan de buitenkant van Gouda had ik de auto kunnen nemen. Maar als je auto rijdt kun je minder goed nadenken. Althans dat geldt voor mij. Soms zit ik wel eens bij iemand in de auto die alles tegelijk kan: nadenken, praten en bellen. Met grote bewondering kijk ik er naar, die dagen zijn wat mij betreft voorbij. Heb ik dat ooit gekund? Nee, laat mij maar lopen, dat geeft rust.

Maar het haalt natuurlijk niet bij een echte0505BZ Cormorant wandeltocht. Bij gebrek aan gelegenheid laaf ik mij aan de biografie van een fameus wandelaar: Thomas Bewick*. Ik neem trouwens niet aan dat hij zichzelf in de eerste plaats als wandelaar zag. Hij was een handwerksman die inscripties en gravures maakte en die vooral beroemd is geworden door houtgravures van viervoeters en vogels. Als jongen werd hij tewerkgesteld bij een juwelier, annex emailleur en graveur, die het maken van houtgravures als een bijzaak beschouwde. Iets dat je aan de jongste bediende kon overlaten. Juist daardoor kreeg Thomas, een boerenzoon die dol was op tekenen, de gelegenheid een fenomenale techniek te ontwikkelen. Hij tilde dat maken van houtgravures, een oud en enigszins verwaarloosd ambacht, naar een hoger plan.

Behalve selfmade kunstenaar was Bewick een groot natuurvriend. Die liefhebberij sloot mooi aan bij de tijdgeest. Aan het eind van de 18e eeuw raakte een breed publiek geïnteresseerd in de natuur. Samen met anderen maakte hij een boek over viervoeters en vervolgens een over vogels, beide bestsellers. De inspiratie voor zijn houtgravures deed hij op tijdens wandelingen, korte en lange. In 1776, toen hij 22 was, maakte hij een tocht van enkele maanden die hem uiteindelijk naar de Schotse hooglanden voerde. Het was een soort Grand Tour, maar dan niet een die naar Italië voerde, zoals gebruikelijk was bij de betere klassen. Ook later in zijn leven nam hij regelmatig vrijaf om grote tochten te maken. Zo liep hij in 1780 met een jeugdvriend naar diens woonplaats York. Vervolgens wandelde Bewick alleen terug naar huis in Newcastle, via allerlei omzwervingen langs interessante plekken. Die plekken ken ik bijna allemaal, dat maakt het extra leuk erover te lezen. Althans ik ken ze in de gedaante die ze nu hebben, met een keurig pad erheen en bordjes die aangeven hoe je moet lopen. In zijn tijd zal het ongetwijfeld veel avontuurlijker zijn geweest.

‘Gezellig hè, die lange avonden.’
‘Ja, lekker lezen.’
‘Wil je nog koffie?’
‘Ja. Zullen we er iets bij nemen?’
‘Heerlijk.’

*
Nature’s Engraver, A life of Thomas Bewick, Jenny Uglow
Faber and Faber, 2007, ISBN 978-0-571-22375-6
De afbeelding van de aalscholver is van Bewick.
 
*********************************
Alles over wandelen op www.wandelpad.nl
© 2007 Frits Hoorweg
powered by CJ2